25

d.gifwyer keek omlaag naar de droge woestijn van noordelijk Arizona die onder de helikopter van het type Sikorsky S-76 doorgleed. Links van hem zag hij op enkele kilometers afstand de besneeuwde toppen van een gebergte. Dat daar sneeuw lag, verbaasde hem. Net als de meeste mensen die deze staat nooit eerder hadden bezocht, verkeerde Dwyer in de veronderstelling dat er niet veel meer dan een eindeloze zandvlakte vol cactussen te zien zou zijn. Maar Arizona had, zo bleek hem nu, veel meer te bieden.

'Hoe vaak sneeuwt het daar?' vroeg hij via de headset aan de piloot.

'Die toppen liggen in de buurt van Flagstaff,' antwoordde de piloot. 'Er valt daar voldoende sneeuw voor de exploitatie van een heel skioord. De hoogste top is de Humphries, die is ruim 3600 meter hoog.'

'Dat had ik hier niet verwacht,' moest Dwyer toegeven.

'Dat zegt bijna iedereen,' zei de piloot.

De piloot was sinds hun ontmoeting in Phoenix twee uur geleden weinig spraakzaam geweest. Dwyer kon het hem niet kwalijk nemen. Hij wist zeker dat zijn superieuren in dienst van Arizona's eigen veiligheidsdienst hem niets hadden meegedeeld over Dwyers positie of het doel van de reis. De meeste mensen hebben op z'n minst toch graag enig idee van de bedoeling van wat hun is opgedragen.

'We vliegen naar die krater, opdat ik daar wat gesteentemonsters kan nemen,' zei Dwyer, 'die ik dan in het laboratorium kan onderzoeken.'

'Dat is alles?' vroeg de piloot hoorbaar opgelucht.

'Jep,' antwoordde Dwyer.

'Leuk,' zei de piloot, 'want je hebt geen idee van de opdrachten die ik de laatste tijd heb gehad. Er zijn dagen dat ik echt met tegenzin naar m'n werk ga.'

'Dat zal best.'

'Ik heb mijn dienst meer dan eens met een chemische ontsmettingsdouche moeten afsluiten,' vertelde de piloot, 'en dat is niet echt mijn idee van een relaxte werkdag.'

'Dit wordt een fluitje van een cent,' verzekerde Dwyer hem.

Na deze geruststellende opmerking ontspande het strakke gezicht van de piloot en weidde hij gedurende de rest van de vlucht aan één stuk door uit over de bezienswaardigheden die ze passeerden. Twintig minuten later wees hij door de voorruit. 'Daar is het.'

De meteoorkrater was een enorme kuil in de zanderige omgeving. Zo uit de lucht gezien was het niet moeilijk om je voor te stellen wat voor enorme krachten er nodig waren geweest om zo'n diep gat in de aardkorst te slaan. Het leek alsof een reus de aarde met een enorme moker had bewerkt. De bij de inslag opgeworpen stofwolken moeten nog maandenlang zichtbaar zijn geweest. Voor hen doemde de rand van de krater als een ronde pasteikorst op.

'Welke kant?' vroeg de piloot.

Dwyer zocht de bodem af. 'Daar,' zei hij, 'bij die witte pick-up.'

De piloot minderde vaart, bleef even hangen en zette de Sikorsky vervolgens netjes aan de grond.

'Ik moet aan boord blijven,' zei de piloot, 'om het radioverkeer in de gaten te houden.'

Nadat de piloot de landingsprocedure had afgerond en de rotorbladen helemaal stilstonden, klom Dwyer het toestel uit en liep naar een man die, in cowboylaarzen en een dito hoed op het hoofd, op enige afstand stond te wachten. De mannen begroetten elkaar hartelijk met een ferme handdruk.

'Bedankt dat u me wilt helpen,' zei Dwyer.

'Kom nou,' reageerde de man, 'een verzoek van de president van de Verenigde Staten sla je niet af. Ik ben blij dat ik kan helpen.'

De man liep naar zijn pick-up, boog zich over de laadbak en pakte er wat handgereedschap en een mand uit, waarna hij Dwyer een schep in de hand drukte. Vervolgens wees hij naar de rand.

'Wat u zoekt, ligt volgens mij daar.'

Nadat ze over de opgestuwde richel zand waren geklommen die de krater omgaf, liepen ze een meter of twintig de krater in. De temperatuur steeg naarmate ze dieper kwamen.

De man met de cowboyhoed bleef staan. 'Dit is een goede plek in de rand van de krater,' zei hij, terwijl hij zijn voorhoofd met een felgekleurde halsdoek droog wreef. 'Hier heb ik altijd de grootste brokken gevonden.'

Dwyer keek om zich heen en koos een plek uit waar hij begon te graven.

Terwijl Dwyer in Arizona zijn spade in de opgewarmde grond stak, was het aan dek van de Oregon voor de kust van IJsland aanzienlijk frisser. Benedendeks bekeek Michael Halpert een computeruitdraai. Halpert had urenlang doorgewerkt en zijn ogen prikten van het voortdurende turen op de monitor. Na het intoetsen van enkele codes verscheen het bestand van de missie in beeld, waarna Halpert nogmaals de aantekeningen van Cabrillo doorlas.

Na nog een laatste blik op de uitdraai zocht hij zijn eigen aantekeningen bijeen en liep ermee naar de controlekamer.

'Richard,' zei Hanley, toen Halpert er binnenstapte, 'zeg dat ze de Gulfstream voltanken en klaarmaken voor vertrek. Ik bel je zodra we je nodig hebben.'

Terwijl hij ophing, wendde hij zich tot Halpert. 'Heb je iets ontdekt?'

Halpert overhandigde het document, dat Hanley snel doorlas. 'Dit kan van belang zijn,' zei Hanley aarzelend, 'maar misschien ook niet. Het is inderdaad een enorm bedrag dat Hickman aan de universiteit heeft gedoneerd, maar dat is misschien iets wat hij wel vaker doet.'

'Dat heb ik nagezocht,' zei Halpert, 'en dat is zo. Maar het is allemaal voor de archeologische faculteit.'

'Interessant,' zei Hanley.

'Vergeet niet wat de archeoloog vlak voor zijn dood zei,' vervolgde Halpert.' Hij financierde de universiteit.'

'Ik begrijp waar je heen wilt,' zei Hanley. 'Ik vond het al raar dat Ackerman wel eerst Hickman op de hoogte had gesteld, maar daarna niet de moeite heeft genomen om die vondst aan het hoofd van zijn afdeling te melden.'

'Hickman en Ackerman hebben waarschijnlijk onder één hoedje gespeeld,' zei Halpert, 'zodat Ackerman er zeker van kon zijn dat de roem voor de eventuele vondst hem ten deel zou vallen en niet zijn baas aan de universiteit.'

'Dat verklaart nog niet waarom Hickman er zeker van kon zijn dat Ackerman inderdaad iets zou vinden,' zei Hanley, 'en dat het daarbij om een meteoriet van iridium zou gaan.'

'Mogelijk was Hickmans betrokkenheid aanvankelijk toch gewoon altruïstisch,' zei Halpert peinzend. 'Ackerman klopt bij hem aan en Hickman vindt Eric de Rode wel interessant en besluit de expeditie te financieren. Pas wanneer de meteoriet daadwerkelijk wordt gevonden, ziet hij opeens andere mogelijkheden.'

'We weten niet eens of Hickman hier überhaupt bij betrokken is,' zei Hanley, 'maar zo ja, waarom zou zo'n rijke vent opeens gaan moorden en zo zijn hele imperium op het spel zetten?'

'Het gaat altijd om één van twee mogelijkheden,' zei Halpert, 'liefde of geld.'

De vage omtrekken van de Faerøereilanden doemden uit de mist op toen Hanley Cabrillo in de helikopter belde en hem vertelde wat Halpert had ontdekt.

'Verdorie,' zei Cabrillo, 'dat is wind uit weer een heel andere hoek, zeg. Wat vind jij?'

'Ik vind dat we het moeten natrekken,' antwoordde Hanley.

De eilanden namen een steeds groter deel van het gezichtsveld in beslag.

'Is Dick al in Londen aangekomen?' vroeg Cabrillo.

'Ik heb hem een paar minuten geleden gesproken,' antwoordde Hanley. 'De jet is bijgetankt, waarna hij naar een hotel in Londen is gegaan. Daar wacht hij nu op bericht van ons.'

'En de Challenger staat klaar in Aberdeen?'

'Ja,' antwoordde Hanley, 'volgetankt en al.'

'Bel Truitt en zeg dat hij naar Las Vegas vliegt om te kijken of hij daar meer over Hickman te weten kan komen.'

'Wat kunnen mensen het soms roerend met elkaar eens zijn,' zei Hanley.

Door de voorruit van de helikopter kwam de haven steeds duidelijker in zicht, terwijl Cabrillo de verbinding verbrak en zich tot Adams richtte. 'Zet 'm maar aan de grond, beste vriend.'

Adams knikte en zette de daling in.

De Free Enterprise voer net buiten de branding toen de motoren stopten en het schip vrijwel stil kwam te liggen. Even later kwam er een kleine, open, door twee 250 pk buitenboordmotoren voortgestuwde vissersboot langszij. Bij een tot aan de waterspiegel reikende ladder minderde de kapitein van de vissersboot vaart tot ze vrijwel stillagen, waarna een van zijn bemanningsleden de doos aanpakte die hem door een van de dekknechten van de Free Enterprise werd aangereikt. Het bemanningslid schoof de doos in een visruim, terwijl de kapitein van het grotere schip wegzwenkte en weer gas gaf.

Bonkend over de woeste golven stuurde de kapitein de vissersboot een kleine baai in. Daar aangekomen sprong het bemanningslid met de doos van boord en liep naar de weg, waar een rode bestelwagen van een plaatselijke pakketbezorgingsdienst wachtte. Tien minuten later had de bestelwagen de doos op het vliegveld afgeleverd.

Daar lag het pakket klaar om in een vliegtuig te worden geladen dat zich op dat moment nog slechts op een paar kilometer afstand bevond.

Adams sloot beide tanks af en doorliep de hele controlelijst. Daarna maakte hij notities in het logboek. De helikopter had gedurende de hele vlucht vanaf de Oregon als een zonnetje gevlogen, dus viel er weinig te noteren, alleen de vluchttijden, de weersomstandigheden en het feit dat hij een licht trillinkje had gevoeld. Adams was hier net mee klaar toen Cabrillo in een kleine huurauto op de helikopter afkwam. Hij stuurde tot naast Adams en liet het raampje zakken.

'Hé, chef,' zei Adams, 'heeft u die voor de halve prijs?'

'Dit noemen ze hier een Smart,' zei Cabrillo droogjes. 'Dit is alles wat ze hadden, anders hadden we moeten lopen. Maar schiet op, pak de kijker en de ontvanger en stap in.'

Vanonder de stoel trok Adams een verrekijker tevoorschijn en het metalen kistje waarmee ze de signalen van het over de meteoriet gestrooide zand konden opvangen. Vervolgens begaf hij zich naar de Smart, waar hij op de passagiersstoel plaatsnam. De verrekijker legde hij voor zich op de grond en het metalen kistje hield hij op zijn schoot. Terwijl Cabrillo optrok, stelde Adams de ontvanger op de signalen van de zendertjes af.

'Volgens dit ding moet het object vlak in de buurt zijn,' zei Adams.

Cabrillo reed over de kam van een heuvel bij het vliegveld; de haven lag aan de voet van de afdaling.

Op dezelfde weghelft naderde een rode bestelwagen. De chauffeur knipperde met de koplampen. Cabrillo realiseerde zich dat de Britten links reden en dat hij, zijn Amerikaanse gewoonte getrouw, aan de rechterkant van de weg reed. IJlings wisselde hij van baan.

'Chef,' zei Adams, 'hij komt recht op ons af.'

Cabrillo keek opzij toen ze de bestelwagen passeerden. De chauffeur zwaaide in het voorbijrijden vriendelijk met een belerend vingertje en verdween richting vliegveld. Cabrillo keek langs de helling omlaag naar de haven waar juist een groot schip aanmeerde.

'Kijk,' zei hij, naar beneden wijzend, 'dat is het schip.'

Het vaartuig had de bouw van een privéjacht, maar het was zo zwart als een Stealth bommenwerper. Cabrillo zag de dekknechten met de meertouwen klaarstaan, terwijl de kapitein het schip langs de kade manoeuvreerde.

'Het signaal wordt zwakker,' zei Adams.

Cabrillo parkeerde de auto langs de weg en bekeek het jacht door de verrekijker terwijl het werd vastgelegd. Langs de naar hem toegekeerde zijkant liep een ladder tot vrijwel aan de waterspiegel. Dit zette hem aan het denken.

Hij pakte zijn mobiel en belde de Oregon. Terwijl hij Hanley aan de lijn had, richtte hij zich tot Adams.

'Ze hebben het ding op zee overgegeven,' zei hij. 'Ik breng je terug naar de helikopter en dan volg ik het signaal.' Waarna hij tegen Hanley vervolgde: 'Bel Washington en vraag of ze de Deense autoriteiten opdracht willen geven het schip dat hier zojuist is afgemeerd aan de ketting te leggen.'

Na Hanleys bevestiging dat hij het begrepen had, verbrak Cabrillo de verbinding. Hij draaide het stuur zo ver mogelijk naar rechts en gaf gas. Met gierende banden draaide de Smart als een tol om zijn as en scheurde weg in de richting waaruit ze gekomen waren. Op het vliegveld aangekomen reed hij door tot vlak bij de Robinson. Adams stapte haastig uit en liet de ontvanger op de passagiersstoel liggen.

'Zorg dat je de lucht in komt,' riep Cabrillo hem achterna. 'Ik bel je.'

Daarna trapte hij het gaspedaal weer in en scheurde weg, het signaal achterna.

James Bennett had in het Amerikaanse leger leren vliegen, maar hij had nooit in een helikopter gevlogen. Hij was opgeleid als vlieger op toestellen met vleugels. Omdat de Amerikaanse luchtmacht haar domein zorgvuldig bewaakte, was hij een van de weinige piloten bij de landmacht met deze rating. De weinige vliegtuigen die de landmacht beheerde werden voor observatie en verkenning gebruikt, terwijl een tiental privéjetachtige toestellen voor het vervoer van generaals werd ingezet.

Bennett had in zijn diensttijd in Cessna verkenningstoestellen gevlogen, dus de Cessna 206 waarmee hij nu vloog was oude kost. Bennett was met het bejaarde propellervliegtuig met een kruissnelheid van zo'n honderdzestig kilometer per uur noordwaarts gevlogen en minderde nu vaart voor de landing. Door de voorruit bekeek hij de landingsbaan, die kort was en recht op een steile rotswand afliep, maar alles leek in orde. Bennett was op banen geland die in de jungle waren uitgekapt, op smalle stroken langs berghellingen in Zuidoost-Azië en zelfs een keer op een boerenakker in Arkansas, nadat hij zijn motor had verloren.

Daarbij vergeleken was het vliegveld op de Faerøereilanden een makkie. Bennett beëindigde zijn aanvlucht en bereidde zich voor op de landing. Omlaag gedrukt door een lichte valwind stuurde hij de Cessna in de laatste seconde recht voor de baan. De Cessna raakte de grond met slechts een zacht piepen van de banden. Bennett remde af tot een vlot taxiënd tempo. Hij bekeek de instructies die op een vel papier op zijn klembord stonden.

Vervolgens remde hij nog meer af en draaide van de landingsbaan op een taxibaan naar een goederenloods.

In de Smart hield Cabrillo het gaspedaal helemaal ingedrukt. Het rijden in dit kleine autootje was alsof je na een paar koppen sterke koffie en een half pakje NoDoz-cafeïnetabletten op een kartbaan rondscheurde. De Smart raasde bonkend en schokkend over het slechte wegdek en slingerde van links naar rechts. Cabrillo reed langs een rij hangars en hield angstvallig de ontvanger in de gaten. Er was zojuist een Cessna van de landingsbaan afgedraaid en taxiede nu op een van de hangars af. Cabrillo keek naar de staart van het toestel, stopte en boog zich opzij om de afstemming van de ontvanger te controleren.

Drie minuten nadat hij was afgezet, had Adams de Robinson in de lucht. Ze waren zo kort weggeweest dat de motor nog niet volledig was afgekoeld. Terwijl hij langs de rand van het vliegveld vloog, liet hij de verkeersleiding weten dat hij een controlevlucht maakte, waarna hij trage rondjes begon te vliegen.

Het enige zichtbare vliegtuig was een Cessna die net was geland. Hij zag hoe het toestel voor een hangar tot stilstand kwam. Van de andere kant zag hij Cabrillo in de Smart naderen.

Een geüniformeerde bewaker liep op de Cessna af en riep boven het geluid van de motor uit: 'Komt u voor de onderdelen voor het boorplatform?'

'Ja,' gilde Bennett terug.

De bewaker knikte en rende terug naar de openstaande hangardeur. Even later dook hij weer op met een doos, waarmee hij tot vlakbij het vliegtuig liep. Nadat hij de doos op de grond had gezet, riep hij naar het raampje van de piloot: 'Achter of voor?'

'Voor op de passagiersstoel,' riep Bennett.

De bewaker pakte de doos weer op en liep achter het toestel langs.

Cabrillo wierp nogmaals een blik op het metertje van de ontvanger. De naald sloeg maximaal uit en wees op de tien aan het einde van de schaal. Hij keek weer op en zag door de voorruit hoe de bewaker met de doos achterlangs het vliegtuig liep. Het was dezelfde doos die Cabrillo in een flits in Groenland had gezien.

Hij trapte het gaspedaal in op het moment dat de bewaker de deur van het vliegtuig sloot nadat hij de doos op de voorstoel had gezet.

De Cessna taxiede weg. Het toestel had alle ruimte om vooruit weg te rijden en wilde juist de startbaan opdraaien toen Cabrillo op volle snelheid naderde. Cabrillo stuurde de Smart met zijn knieën, terwijl hij naar een holster tastte die hij onder zijn arm droeg. Met zijn rechterhand trok hij een .50 Smith & Wesson tevoorschijn en met zijn linkerhand liet hij het zijraampje zakken.

Terwijl Bennett de Cessna de startbaan opdraaide, zag hij de Smart achter zich aankomen. Heel even dacht hij dat het de bewaker was die hem wilde inhalen om hem om de een of andere reden een stopteken te geven. Tot Bennett zag dat er uit het raampje een hand met een glimmende revolver stak.

Bennett gaf gas en reed de startbaan op. De toestemming voor opstijgen had hij al gekregen en hij voerde de snelheid op. Dit werd spannend, kantje boord.

Cabrillo reed achter de Cessna de startbaan op en zette de achtervolging in. Het vliegtuig versnelde en het was duidelijk dat de piloot niet van plan was om te stoppen. Toen Cabrillo zo'n tachtig kilometer per uur reed, schakelde hij de cruise-control in en wrong zich door het raampje tot hij op de onderrand ervan zat. Zorgvuldig richtend begon hij op het vliegtuig te schieten.

Bennett voelde een kogel inslaan in de linker vleugelstijl, onmiddellijk gevolgd door meerdere schoten. Hij had nu voldoende snelheid om op te stijgen en trok het stuur naar zich toe. De Cessna kwam los van de grond en Bennett wachtte tot hij een hoogte van ruim negentig meter had bereikt, en keek toen pas om.

De Smart was aan het einde van de startbaan gestopt. De man die de Smart had bestuurd, rende nu naar een helikopter die daar in de buurt was geland. Bennett trok de gashendels zo ver mogelijk open, terwijl Cabrillo op de passagiersstoel van de Robinson plaatsnam.

'Denk je dat we hem kunnen inhalen?' riep hij naar Adams, terwijl ze opstegen.

'Het zal erom hangen,' antwoordde Adams.