20
ngeveer op hetzelfde moment dat Cabrillo voet op Groenlandse bodem zette, kwamen er aan de andere kant van de wereld in een leegstaand gebouw aan de waterkant in Odessa, Oekraïne, twee mannen bijeen. In tegenstelling tot de overdrachtsscènes in Hollywoodfilms, waarbij een groep zwaarbewapende mannen in een afgelegen streek opduikt om munitie voor contanten te ruilen, was deze bijeenkomst beslist heel wat minder spectaculair. Twee mannen, één grote houten kist en een grote nylontas, dat waren alle ingrediënten van deze transactie.
'Het geld is gemengd, zoals afgesproken,' zei een van de mannen in het Engels, 'Amerikaanse dollars, Britse ponden, Zwitserse francs en euro's.'
'Bedankt,' zei de tweede man in het Engels met een zwaar Russisch accent.
'En u hebt de papieren veranderd zodat er nu staat dat dit wapen in 1980 in het geheim aan Iran is verkocht?'
'Ja,' antwoordde de tweede man. 'Door de oude communistische regering aan de radicale Khomeini-aanhangers die de sjah hadden afgezet. De opbrengst is door de Russen gebruikt voor de bezetting van Afghanistan.'
'De ontsteker?'
'We hebben er een nieuwe bijgedaan.'
'Bijzonder attent van u,' zei de eerste man glimlachend. Hij schudde de tweede man de hand. 'U hebt het nummer dat u kunt bellen als er problemen zijn.'
'Ja, dat doe ik,' zei de tweede man.
'U gaat weg uit de Oekraïne, hè?' vroeg de eerste man, terwijl hij de kist over een laadplank de bak van een eentonner in duwde.
'Vannacht nog.'
'Ik zou héél ver weg gaan,' zei de eerste man, terwijl hij de klep dichtdeed en vergrendelde.
'Is Australië ver genoeg?'
'Australië lijkt me prima,' antwoordde de eerste man.
Daarna liep hij naar de voorkant van de vrachtwagen, klom achter het stuur, sloot de deur en startte de motor. Nog geen uur later werd de kist aan een andere kade aan boord van een oud vrachtschip gehesen voor de oversteek van de Zwarte Zee: de eerste etappe van een veel langere reis.
Na het vertrek uit Odessa en het oversteken van de Zwarte Zee voer het Griekse vrachtschip Larissa westwaarts door de Middellandse Zee. Aan stuurboord rezen de rotsachtige klippen van Gibraltar op.
'Vuile dieselolie,' zei de met olievegen besmeurde machinist. 'Ik heb het filter schoongemaakt en het zou nu goed moeten zijn. En wat dat bonken betreft, dat is gewoon een zuigerklep. De dieselmotoren moeten nodig gereviseerd.'
De kapitein knikte, nam een trek van een sigaret en krabde aan zijn arm. Ter hoogte van Sardinië had hij een huiduitslag gekregen die zich nu van zijn elleboog tot aan zijn pols over zijn onderarm had verspreid. De kapitein kon er niet veel aan doen; de Larissa was nog ruim tweeduizend kilometer en vier dagen van zijn bestemming verwijderd. Hij keek op en zag een grote olietanker passeren. Vervolgens pakte hij een pot vaseline en smeerde er wat van op de aangetaste huid.
De deadline voor de aflevering van zijn mysterieuze vracht was nieuwjaarsavond. Nu het brandstofprobleem was opgelost, begon hij het idee te krijgen dat hij wel eens op tijd in Londen zou kunnen zijn. Daar aangekomen, wilde hij na aflevering van de lading in een café aan de haven gaan drinken op het nieuwe jaar en dan de volgende dag naar de dokter gaan om naar zijn uitslag te laten kijken.
De man kon onmogelijk weten dat de eerstvolgende dokter die hij onder ogen kwam een lijkschouwer zou zijn.