Vijftiende hoofdstuk
ALS JE ME NOU...
Bas had wel in het radiotoestel willen
kruipen. Het geluid ervan daverde door de huiskamer en Bas drukte
zijn oor tegen het toestel. De jongen zat op zijn nagels te bijten
en trappelde met zijn voeten. Hij was het beeld van
zenuwachtigheid. Bij het toestel zaten ook zijn vader, zijn broer
en zelfs mevrouw Banning.
En alle vier luisterden ze naar de stem van de
reporter, die vertelde dat over enkele ogenblikken de eerste
renners in het Parc des Princes te Parijs verwacht konden worden.
Een groepje van drie man had twee tot drie minuten voorsprong, had
hij verteld, en bij dat drietal bevond zich ook Jan Westers.
Westers, die in de laatste dagen formidabel had gereden en nog
altijd met ere zijn derde plaats in het algemeen klassement innam.
Een Westers, die er ook voor had gezorgd dat Nederland nog een
etappe had gewonnen en dat de oranje ploeg de eerste plaats in het
ploegenklassement veroverde. Er was gevochten om die plaats. Belgen
en de Franse nationalen hadden samengespannen om de Nederlanders
eronder te krijgen. Het was hun niet gelukt en als één man daarvoor
had gezorgd, dan was het wel Jan Westers. Zelfs in de tijdrit
hadden de Nederlanders geen verlies geleden, omdat Westers een
goede derde was geworden, Snijders elfde en Kooimans veertiende.
Het leek wel of het voorbeeld van hun kopman inspirerend had
gewerkt, want ook zij leken tot alles in staat. Nog nooit had
Nederland zo'n goede beurt in de Tour gemaakt.
En nu zou dit wellicht nog met een extra succes
worden bekroond. Westers bevond zich in het kopgroepje van drie
renners dat veertig kilometer voor het einde van deze laatste
etappe was weggelopen. Wie weet of de Nederlander niet zou
winnen... In elk geval zou hij er wel voor zorgen dat Nederland
definitief het ploegenklassement won.
Weer vertelde de verslaggever dat de renners nu
elk ogenblik konden komen. Wanhopig keek Bas zijn. broer Rob aan.
Waarom moest dat zo lang duren? En Jan Westers moest winnen. Hij
had het verdiend. Hij had de laatste week zo goed gereden, omdat
hij nu geen zorg meer hoefde te hebben om die
microfilms.
„Het was geen doen, " had hij Bas verteld.
„Onwillekeurig werd je aandacht steeds weer van de wedstrijd
afgeleid. Ik kon me daarop niet voor de volle honderd procent
concentreren. Ik zal daarom ook nooit meer zoiets op me nemen. Maar
had ik mogen weigeren? Het was te belangrijk... " Maar nu die last
van hem was afgevallen, bewees hij wat hij had kunnen presteren,
indien hij van het begin af vrijuit had kunnen rijden, niet
afgeleid door andere zorgen. Het rumoer van het Parijse stadion
drong in de huiskamer door. Hoe graag zou Bas daar nu zijn geweest.
Geen dag had hij het zo erg gevonden dat hij de laatste etappen van
de Tour de France niet had kunnen meemaken als juist
vandaag.
De dag na hun aankomst in Turijn hadden
Heiligers en Westers hem op de trein naar Nederland gezet. Het
vervelendste van de reis had Bas het gevonden dat hij niet naar de
radiouitzending van de Tour had kunnen luisteren. Maar in de
volgende dagen was hij omstreeks de tijd dat er een reportage over
de ronde kon doorkomen niet van de radio weg te krijgen.
Zo had hij meegeleefd met de Nederlandse
renners, die zich van hun beste kant lieten zien en in de kranten
spelde hij bijna de verslagen om maar niets te missen en hij zag
dan de renners, die in het artikel werden genoemd, voor zich zoals
hij ze zo vaak onderweg had gadegeslagen. Het rumoer van het
publiek werd luider. De reporter, die — om de tijd te vullen —
stond te vertellen wat er onderweg was gebeurd, brak midden in een
zin af. „Daar zijn de renners!" riep hij uit. „Ik moet me ver
vooroverbuigen om iets te kunnen zien. Ja, daar zie ik ze aankomen.
Het zijn er nog altijd drie en bij die drie is Westers. Op het
ogenblik ligt hij in eerste positie... " Dat was niks, dacht Bas.
Westers was heus zo'n enorme sprinter niet en wanneer hij bovendien
nog op kop lag, zou hij het zeker niet redden. „Nog steeds ligt
Westers op kop. Maar daar komt Filippo, de Italiaan, opzetten. Zou
Westers het houden? Hij ligt nog steeds voor. Hij heeft zijn tempo
versneld, maar de Italiaan komt langszij. Daar gaan ze over de
streep. Ik kan u niet zeggen wie nummer een is. Is het Filippo
geweest of is het onze landgenoot? Het was hiervandaan niet te
zien. Het publiek schijnt ook niet te weten wie er gewonnen heeft.
Maar daar komt het peloton aan. "
Een stortvloed van geluid sloeg de kamer
binnen, nu de lange sliert van renners door de Parijzenaars werd
begroet. ,, En nog altijd weten we niet wie deze etappe gewonnen
heeft, " vervolgde de radioreporter, „Westers of Filippo. We zullen
moeten afwachten wat de jury beslist. Maar intussen ben ik erin
geslaagd onze landgenoot voor de microfoon te halen. We zullen hem
eens vragen wat hij ervan denkt. " Hij wendde zich tot de renner.
„Wat denk je, Jan, was jij nummer één?" Een stem die nog nahijgde
van de voorbije inspanning sprak nu. Bas herkende die uit
honderden. Het was de stem van Jan Westers, met wie hij bevriend
was geraakt. „Ik dacht dat ik Filippo net iets voor was gebleven.
Het was misschien maar een banddikte, maar meer hoeft het tenslotte
niet te zijn. Maar ik geloof niet dat ik ooit zo hard heb gefietst
als in deze sprint. "
„Nee, daar ligt anders je kracht niet, "
beaamde de reporter. „Maar de laatste etappe is iets bijzonders,
hè?" vond de renner. „In Parijs winnen, dat willen we allemaal even
graag en daarom kon ik misschien zo vlug uit de voeten. " In het
stadion werd iets door de luidsprekers omgeroepen. Het was niet te
verstaan wat er werd gezegd, maar meteen weerklonk er een luid
gejuich. Dan sprak de opgetogen stem van de
radioverslaggever.
„En daar wordt bekend gemaakt dat winnaar van
deze etappeis geworden Jan Westers. Jan,
ik ben de eerste die je kan feliciteren met dit succes. Van harte
proficiat. Je hoeft er niet aan te twijfelen of je hebt je
prachtige derde plaats behouden — een prestatie die nog nooit door
een Nederlander in de Tour is geleverd. En dat Nederland het
ploegenklassement heeft gewonnen is nu ook wel zeker. Als één
renner daarvoor heeft gevochten, ben jij het. Daarom ben ik blij
dat jij hier in Parijs hebt gezegevierd. En ga nu maar gauw je
ererondje rijden, want er wordt al om je geroepen. " Uit de
luidspreker schalde het gejuich van de duizenden toeschouwers toen
Westers zijn ereronde reed. Bas kon zich voorstellen hoe de renner
nu zou glunderen van vreugde, zijn gezicht één gulle
lach.
Maar hoe opgetogen Jan Westers ook zou zijn om
deze overwinning, hij zou nooit zo blij kunnen zijn als op die
avond in Turijn.
Hij was nog maar nauwelijks in zijn hotel, toen
Bas en Heiligers, die pas na de laatste renners in Turijn waren
gearriveerd, hem opzochten. Aan zijn gezicht merkten ze wel wat er
was gebeurd. Zij vertelden hem eerst wat hun was overkomen en toen
deed de renner zijn verslag. „Je kunt wel zien hoe machtig die
tegenpartij is, " zei hij tenslotte, „en hoeveel het hun waard is
geweest om te voorkomen dat die microfilms hier in Italië kwamen.
Ze hebben tenslotte toch nog aan het langste eind getrokken. "
„Wie zegt dat?" vroeg Heiligers met een onnozel gezicht. „Ze hebben
de films toch?" zei Westers bevreemd. „O ja?"
„Wat bedoelt u?"
„Wanneer komen die mensen om de films?"
informeerde de fotograaf.
„Ze kunnen ieder ogenblik hier zijn. Er is mij
gezegd dat ze onmiddellijk na mijn aankomst in Turijn naar mijn
hotel zouden komen. "
„Mooi, " zei Heiligers. „Dan blijven we even
wachten. "
„U wilt toch niet zeggen... " begon Westers.
„Wat zou ik willen zeggen?"
„Nee, dat kan niet... " zei de renner. „Dat is
onmogelijk. "
„Zeg nou eerst eens wat onmogelijk is, " hield de fotograaf
aan.
„Dat... dat... " de renner begon te hakkelen
van opwinding, „dat u die films zou hebben. "
„Ik niet, Bas heeft ze. "
„Bas?" de renner schreeuwde het bijna uit.
. „Ja, waarom niet?"
„Als je me nou... " De mond van Westers viel
wagenwijd open. „Maar hoe kan dat dan?" vroeg hij. „Ze hebben mij
de films ontfutseld. "
„Ja, jongen, " zei Heiligers heel vaderlijk,
„je kan nou wel denken dat je met een onnozel mannetje te maken
hebt, maar Heiligers is ook niet van gisteren. Dat heeft Bas ook al
moeten ontdekken. Kijk eens, ik had best in de gaten dat jij toen
na die valpartij in de bergen zo'n merkwaardig rolletje aan Bas had
gegeven. Het was me ook niet ontgaan dat Bas op een gegeven
ogenblik wel heel erg met een van mijn camera's zat te schutteren.
Toen Bas even weg was, maakte ik die camera natuurlijk eens open.
Zo nieuwsgierig ben ik nu eenmaal. Ik vond dat rolletje en omdat ik
nou toch aan het onderzoeken was, heb ik dat rolletje maar
opengemaakt en zag daar de microfilms. Zulke microfilms maak je nou
niet direct van je vakantiefoto's en ik begreep dan ook wel dat het
om heel belangrijke zaken ging. Vooral, toen 's avonds die schurken
Bas probeerden te schaken. Die opnamen bevonden zich toen nog
altijd in die camera en ik heb van de gelegenheid gebruik gemaakt
copieën te maken. Alle spullen daarvoor had ik toch bij me. Die
copieën heb ik steeds bij me gehouden. Je zult nu ook wel begrijpen
waarom ik zei dat je meteen die films moest afstaan, toen Bas
ontvoerd was. "
„Maar waarom hebt u me daarvan niet eerder iets gezegd?"
„Toe nou, " lachte Heiligers. „Je zou je rol dan ook niet zo
overtuigend hebben gespeeld. Ook Bas wist er niets van. Hoe minder
mensen van zulke dingen weten, hoe beter. "
„Maar hoe hebt u dan vanmorgen, toen u door die
zogenaamde agenten werd aangehouden, kans gezien de opnamen uit hun
handen te houden?"
„Daar heeft Bas voor gezorgd, " vertelde de
fotograaf. „Ik verwachtte dat men zeker nog een poging zou
ondernemen om de films in handen te krijgen. Om nu het zekere voor
het onzekere te nemen, heb ik vannacht een hele tijd zitten broeden
op een plan om die films ongemerkt over de grens te krijgen. Ik
rekende er namelijk op dat men bijvoorbeeld de douane de auto en
onze bagage zou laten nazoeken, zogenaamd op smokkelwaar, maar in
feite om die films in handen te krijgen. Maar omdat Bas zijn arm
had gebroken, vond ik de oplossing. Zijn arm ging in het gips en
het was een kleine moeite om boven in het gips dat rolletje weg te
werken. We moesten de dokter in het complot betrekken, maar die
wilde wel meespelen. We hebben straks niets anders te doen, dan een
laagje van dat gips af te halen. Dan kun je de films overgeven.
"
Het leek of de renner door het plafond zou
dansen, zo opgetogen was hij. De tranen sprongen hem in de ogen van
opluchting. Hij kon het zich nauwelijks voorstellen dat zijn
opdracht dus toch nog geslaagd was. Pas toen de microfilms waren
overhandigd en hij ze met eigen ogen had gezien, kon hij het
geloven. Toen kregen ze van hem ook het verhaal te horen hoe hij in
het bezit van die microfilms was gekomen. Over de inhoud van de
opnamen wist hij niets en de mannen die een half uur later de
microfilms waren komen ophalen, wilden er niets over
loslaten.
„Binnenkort zult u er wel in de krant over
lezen, " zeiden ze slechts.
Dat was gisteren gebeurd. Toen stond er in de
kranten een. groot verhaal dat in Italië een internationaal
spionnage-komplot was opgerold, waarvan het centrum zich in Milaan
bevond. De organisatie had onder meer tot taak belangrijke
personages, die vanachter het ijzeren gordijn waren komen vluchten,
terug te voeren. Daar wachtte hun dan Siberië ofde dood. Men had het komplot ontdekt door documenten die in
Frankrijk waren achterhaald. Dat waren de micro-op-namen, wist Bas.
Daaraan hoefde hij nu niet te twijfelen. Wie weet hoeveel
mensenlevens er waren gered dank zij de list van Heiligers, die de
films toch nog naar Italië had weten te krijgen.
Westers had hem nog een brief gestuurd, waarin
hij meedeelde dat Calino niet meer in Turijn was gestart. Hij had
opgegeven. De Nederlander voelde er niet voor om enige actie tegen
de Italiaan te laten ondernemen. „Hoe minder mensen ervan weten,
des te beter. Men zal wel trachten de mannen te arresteren, die
betrokken zijn geweest bij de tweede poging om jou te ontvoeren en
ook naar degenen die zich als agenten hebben voorgedaan wordt er
gezocht. Ik verwacht er niet al teveel van. Die kerels hebben zich
natuurlijk al lang in veiligheid gebracht. " Bas kreeg inderdaad
nooit te horen dat een of meer van deze kerels waren
gearresteerd.
De opzet waarom alles was begonnen was echter
geslaagd: de films waren veilig in Italië gearriveerd en tientallen
mensen, die reeds op de nominatie stonden om achter het ijzeren
gordijn gesleurd te worden, liepen nu geen gevaar meer, omdat de
plannen tijdig waren ontdekt.
Bas was meer dan blij dat hij hiertoe iets had
mogen bijdragen.