Eerste hoofdstuk

GA JE MEE, BAS?

Ze zullen je daar vragen of je zin hebt voor een paar weken mee te gaan naar Frankrijk om daar de hele Tour de France mee te maken...
Zou je je dan niet even de ogen uitwrijven om helemaal wakker te worden, omdat je vast zou denken dat je zwaar stond te dromen? Dat deed Bas Banning dan ook en hij kneep bovendien ook nog in zijn arm om te voelen of hij nou wel echt wakker was. Hij kneep zich notabene zo venijnig dat de tranen hem in de ogen sprongen. Dat zat dus wel goed. Het was geen droom. Het was wis en waarachtig mijnheer Heiligers, de persfotograaf, die daar aan de andere kant van de telefoon sprak en hem zo tussen neus en lippen door uitnodigde voor het meemaken van de Tour de France of het een avondje naar de bioscoop was.
„Je hoeft natuurlijk niet, " zei Heiligers, toen het wat lang stil bleef in de oorschelp van de telefoon. „Als het je soms te vermoeiend lijkt „Nee, nee, " kreet Bas haastig.
„O, ik dacht soms... Misschien hou je ook niet zo van die wielrennerij... "
„Nee, nee, " kreet Bas nogmaals. De jongen had nog steeds zo'n idee of hij het in Keulen hoorde donderen. Hij kon het niet goed geloven wat hem zoëven was verteld. Werd hij niet door Heiligers voor de mal gehouden? Hij liet zich iets in die richting ontvallen.
„Wel ja, " zei de fotograaf, „daar hang ik nou al drie minuten voor aan de telefoon. Daar heb ik onderhand drie kwartjes aan vertelefoneerd, want het is een interlokaal gesprek, wil je daar eventjes aan denken. En daar vraagt meneer me, of ik een geintje wil maken... Dacht je nou heus, dat ik je midden op de dag voor een gulden — want we zijn nog niet aan het eind van ons gesprek — ging opbellen, alleen maarom eens even lollig te zijn. Hé Bas, ik wou jou toch wel even wijzer hebben. Hoe zit het nou: wil je mee of wil je nou niet mee? Daar heb ik nog geen antwoord op. " Bas haastte zich te verklaren dat hij maar wat graag mee zou willen. Hij was zo perplex geweest van het voorstel dat hij met zijn mond vol tanden had gestaan, vertelde hij om zijn trage wijze van reageren te verklaren. En eerlijk gezegd begreep hij niet goed wat hij daar bij de Tour moest doen. „Nou, je hoeft niet te fietsen, " stelde Heiligers hem gerust. „Je moet kijken en nog eens kijken en je ogen goed de kost geven. En dan moet je natuurlijk op zijn tijd mij eens bijspringen, want ik ga mee om enkele fotoreportages over de Tour te maken. Daar is het allemaal om begonnen. " Het was niet de eerste keer dat Bas tijdens een vakantie met de fotograaf op stap ging om hem een handje te helpen. Hij had er zelfs enkele van zijn opwindendste avonturen aan te danken. Op zich was het dus niet zo vreemd dat Bas mijnheer Heiligers weer eens mocht vergezellen, maar dat dit nu juist bij de Tour de France zou zijn...
„Maar meent u het nou werkelijk?" vroeg Bas voor alle zekerheid nog eens.
„Ja, natuurlijk, " zei Heiligers. „En ga nou maar gauw aan de pipa vragen of je van hem ook mee mag. Wie weet of die geen „nee" zegt. Dan heb je voor niks aan de telefoon staan huppelen. " Ja, dat deed Bas. Hij stond nu compleet te dansen van blijdschap. Maar dat zou iedereen doen, nietwaar, want het is zo ongeveer één kans op de miljoen, als je met de Tour de France mee mag.
En voor je nou een tikkeltje jaloers zou worden, omdat Bas Banning alweer met zijn neus midden in de roomboter valt, moet er even het volgende gezegd worden. Al is Bas nog maar goed en wel terug van het eiland Hispaniola, waar hij een levensechte schat op de bodem van de zee ontdekt heeft en gaat hij nou weer naar de Tour de France — er zouden vermoedelijk niet eens veel jongens en meisjes te vinden zijn die graag met hem zouden ruilen. Want Bas moest een jaar op school overdoen. In het voorjaar was hij ziek geworden en daardoor had hij het eindexamen gemist. Volgend jaar zou hij dus opnieuw naar school moeten, terwijl hij had gerekend er eindelijk af te zijn. Want al deed Bas braaf zijn best op de H. B. S., hij zag die liever van buiten dan van binnen. En daarom was het voor hem wel een heel bittere pil dat hij volgend jaar daar weer in de banken zou zitten. Toevallig — en Bas gunde hun dat natuurlijk van ganser harte — waren alle jongens van zijn klas voor het eindexamen geslaagd. Ze liepen nu allemaal al naar baantjes te zoeken of hadden er al een. De paar die verder gingen studeren hadden het druk met de voorbereidingen daarvoor. Het gevolg ervan was dat Bas zijn klasgenoten niet zo dikwijls meer zag. Eigenlijk was hij daar helemaal niet rouwig om, want anders zou hij maar steeds weer herinnerd worden aan dat extra schooljaar.
Bas was nu evenwel deze vakantie — en die duurde van na zijn ziekte al enkele maanden — meestentijds zo'n beetje alleen. Het begon hem aardig lang te vallen. Die reis naar Hispaniola, ja, dat was wel wat geweest. Maar aan alles komt een einde en ook die tocht met de Victor lag al lang weer achter hem. Reeds weken zat hij nu weer thuis. Hij had steeds maar gehoopt dat Heiligers hem zou opbellen met de mededeling dat hij zijn hulp nodig had bij een reportage van lange duur. Bas kon hem niet meer elke dag helpen, zoals het vorige jaar tijdens de vakantie, omdat hij nu in een heel andere stad woonde. Van het verwachte telefoontje was evenwel tot vanmiddag niets gekomen, omdat de fotograaf eerst zijn reportages over de zeesleper had moeten afwerken en daarna voor enkele weken met vakantie was gegaan.
Maar nu had hij dan toch eindelijk opgebeld en het was meteen wat je noemt: midden in de roos. En laat mijnheer Banning nou nog direkt goedvinden dat Bas meeging naar Frankrijk. Hij wist langzamerhand ook wel dat de fotograaf over het welzijn van Bas waakte of het zijn eigen zoon was.