2. Mevrouw Boelanzjee

Zenuwachtig groef mama in haar verhuishaar. 'Die mevrouw,' zei ze gejaagd. 'Van school. Ja, ik had jullie nog willen zeggen dat .. .' Snel stond ze op. 'Maar die mevrouw vertelt het wel.' Ze liep naar de deur.

Lisa en Sofie keken elkaar aan. Even later stond er in de deuropening een mevrouw met een groen mantelpakje aan. Ze had een spits gezicht en knalrood gestifte lippen, haar huid was bleker dan bleek en haar zwarte haar keurig opgestoken. Er stak geen sprietje uit. Nee, deze mevrouw had bepaald geen verhuishaar.

'Ach, u bent gearriveerd, zie ik,' zei ze opgewekt. Ze had precies zo'n stem als mama altijd kreeg zodra ze haar werk aan de telefoon had. 'En jullie zijn de nieuwe pupillen, neem ik aan.' Met deze woorden stevende ze op Lisa en Sofie af. Ze moest zich langs minstens drie stapels dozen wringen om bij hen te komen. Haar rode mond vertrok toen ze haar lange slanke hand uitstak. Ze droeg aan elke vinger minstens één ring, met diamant.

'Mevrouw Boelanzjee,' zei ze. En vooral dat 'zjee' sprak ze uit alsof haar mond niet goed open wilde.

'Lisa,' stelde Lisa zichzelf voor. Verschrikt trok ze

haar hand terug uit de ijzeren greep, waarin ze leek vast te zitten. Was dat de directrice? 'Hier valt wel het een en ander te verbeteren,' zei de vrouw met een nuffig lachje. Te verbeteren, dacht Lisa. Wat bedoelt ze? 'Waar kunnen we zitten?'

Lisa grinnikte zacht. Had die vrouw geen ogen in haar hoofd? Zitten? Op de dozen dan toch zeker. Mama keek verlegen rond.

'We hebben tuinstoelen ...' zei ze met een steelse blik op de tuin. Maar die stoelen waren allemaal groen uitgeslagen, dat kon iedereen van hieruit zien.

'Ja ja, nou, dan neem ik een doos,' zei de vrouw.

Met een strak mondje streek ze haar rok glad en

liet zich heel voorzichtig zakken. Dat was maar

goed ook, want ze had een doos te pakken met

wel drie BREEKBAAR-stickers erop.

'Ik neem aan dat u de meisjes al het nodige

verteld heeft,' begon de vrouw.

'Nee, nee, sorry, dat is er bij alle drukte helaas

een beetje bij ingeschoten en ik dacht: anders

zien ze er misschien zo tegenop

Lisa schoot rechtop. Tegenop zien? Hoezo?

'Welnu, meisjes. Jullie hebben het ongelooflijke

geluk dat jullie terecht zijn gekomen in een

prachtwijk. En in deze prachtwijk staat een

prachtschool: Kinderleven. De school heeft een

geweldige locatie. Als je door de ramen naar buiten kijkt, zie je frisse bomen ruisen. En jullie zullen spoedig merken hoe rustig je van binnen wordt bij de aanblik van al dat groen.' 'Is het ver hier vandaan?' vroeg Sofie. 'Welnee! Het is maar één blok verderop.' 'O fijn, dus we kunnen erheen lopen?' 'Ik denk dat je wel even door je vader of moeder gebracht wordt. Met al die spullen, bedoel ik.' 'Met al die spullen?' herhaalde Lisa verbaasd. Mevrouw Boelanzjee keek snel naar mama. 'Daar hebben we het nog wel over. Waar is uw man eigenlijk? Het introductiegesprek is ook voor hem.'

'Natuurlijk,' zei mama, terwijl ze overeind

sprong. 'Ik roep hem even.'

'Jullie zullen het zeker naar je zin krijgen,' zei

mevrouw Boelanzjee. 'Er zitten erg aardige

kinderen op onze school. Allemaal even keurig en

beleefd en prettig in de omgang.'

Verbijsterd staarde Sofie haar aan. Lisa beet

zenuwachtig op haar nagel.

'Dat wil ik niet meer zien,' zei mevrouw

Boelanzjee, terwijl ze met een vinger naar Lisa

prikte. 'Nette meisjes bijten niet op hun nagels.'

Papa stommelde de kamer binnen. Even keek

hij schichtig in de richting van Lisa en Sofie,

voordat hij een doos koos, maar het was alsof de

oppervlakte gloeiend heet was. Hij bleef geen seconde stilzitten.

'Waar waren we?' vroeg mevrouw Boelanzjee. 'Keurige kinderen,' zei Sofie. 'Prettig in de omgang,' vulde Lisa aan. Vanuit haar ooghoeken keek ze vragend naar papa, maar die knabbelde afwezig aan de nagel van zijn ringvinger. Mevrouw Boelanzjee zag het niet eens. Nette ouders mochten blijkbaar wel hun nagels opeten.

'Juist! De kinderen op onze school vinden het heerlijk om veel te leren, want, en dat zeg ik niet zonder trots, op Kinderleven worden de hoogste resultaten behaald. Heeft u nog vragen?' Papa en mama keken even naar elkaar en toen weer naar de grond.

'Ja, over die spullen,' begon Sofie, 'hoe zit dat ...' 'Daar gaan we het straks over hebben,' zei mevrouw Boelanzjee beslist. 'Eerst nog even over de opvoeding, die jullie bij ons zullen genieten en die zo te zien broodnodig is.' Nu wierp ze ook een venijnige blik op papa, die snel zijn ringvinger uit zijn mond haalde en op zijn hand ging zitten.

'Bij ons staan normen en waarden hoog aangeschreven. Naast rekenen en lezen en alle andere vakken, vinden wij dat het belangrijkste dat de kinderen moet worden bijgebracht. De mensen van tegenwoordig zijn gewoon vergeten wat normen en waarden zijn. Maar wij timmeren die er zo weer in. Ha, ha, grapje. Ik bedoel natuurlijk dat wij daar hard aan werken.' Lisa staarde naar mevrouw Boelanzjee. Ze zei wel dat het een grapje was, maar het zou haar niks verbazen als er op Kinderleven af en toe getimmerd werd.

'Of de drie R's. Ik neem aan dat u uw kinderen daar ook mee grootgebracht heeft?' 'Huh?' zei papa. Mama fronste alleen maar. 'Rust, reinheid en regelmaat. De basis van iedere goede opvoeding.'

Lisa schoot bijna in de lach bij de verblufte gezichten van papa en mama. Nee, daar hadden ze nog nooit van gehoord. Vooral niet van rust. Dat woord hoorden ze vandaag voor het eerst. 'En dan nu eh ... jouw punt,' zei mevrouw Boelanzjee met een schuine blik op Sofie. Ze kuchte.

'Onze kinderen slapen ook op Kinderleven.' Het duurde even voordat Lisa die woorden kon verwerken. Slapen? Hoezo? Wanneer? 'Een kostschool,' zei Sofie. Het klonk niet eens alsof dat afschuwelijk was. Het klonk zelfs bijna opgewekt.

'Een kostschool, precies. Een internaat kun je ook zeggen, dat klinkt wat netter.'

'Elke dag?' vroeg Lisa schor. Ze hoorde hoe haar keel op slot ging.

'Jazeker,' zei mevrouw Boelanzjee. 'Elke dag.' 'Ook in het weekend?' wilde Sofie weten. 'Ook in het weekend.'

Lisa's ogen schoten in de richting van mama en

papa. 'Wisten jullie dat?' riep ze uit.

'Um, ja, eh ... ook nog niet zo lang,' zei mama.

Papa keek snel naar de grond.

'Maar dan zien jullie ons heel lang niet!'

'In de herfstvakantie en met Kerstmis en

'Helaas is dat niet gebruikelijk bij nieuwkomers,'

haastte mevrouw Boelanzjee zich te zeggen.

'Voor nieuwkomers is het beter als ze eerst een

halfjaar bij ons blijven. Dan kunnen ze een beetje

wennen en zich aan ons hechten.'

'O,' piepte mama met een klein stemmetje. 'Dat

wist ik niet.' Hulpeloos keek ze opzij naar papa,

maar die bestudeerde zwijgend zijn schoenen.

'Maar dat wil ik niet!' zei Lisa.

'Ik vrees dat er niet zoveel te willen is. In deze

prachtwijk gaan alle kinderen naar ons internaat,'

zei mevrouw Boulanzjee. 'Dat is verplicht.'

'Verplicht?' Ongelovig keek Lisa naar haar

ouders. 'Wisten jullie dat ook?' riep ze uit.

'Wisten jullie dat soms al toen jullie dit huis

kochten?'

Mama gaf papa een por. Normaal konden ze

allebei heel goed praten, in hun mobieltjes dan, maar nu waren hun woorden blijkbaar op. 'Lief kind, er is nu toch niets meer aan te doen,' suste mevrouw Boelanzjee. 'Jullie gaan naar Kinderleven en jullie zullen het er fijn hebben.' 'Hoelang blijven we daar dan?' vroeg Sofie. 'In elk geval tot je van de basisschool af gaat.' Ongelovig keek Lisa van de een naar de ander. Al haar spieren leken in staking te zijn gegaan, ook die van haar mond.

'Volgens mij heb ik genoeg gezegd,' zei mevrouw Boelanzjee. 'Ik verwacht de meisjes straks om vier uur aan de poort van Kinderleven. Daar zal ik ze zelf ophalen en rondleiden. Dan zijn ze ruim op tijd voor de maaltijd geïnstalleerd.' Opeens moest Lisa aan de koffers denken. De rode voor haar en de groene voor Sofie. Daarom moesten hun spulletjes apart worden ingepakt! Dan konden ze meteen weer mee naar Kinderleven. Handig! Met moeite hees mevrouw Boelanzjee zich overeind. Ze gaf papa en mama een hand en kwam op Sofie en Lisa af. Lisa bleef stokstijf staan, haar handen tegen haar lichaam gedrukt. 'Lisa!' zei mama, maar het klonk zwakjes. 'Het is allemaal even wennen,' zei mevrouw Boelanzjee. Haar stem klonk aardig, maar haar gezicht stond op onweer. Nee, hier hield ze niet van. Zij was voor keurige kinderen, die met twee woorden spraken en beleefd een handje gaven.

Zodra mevrouw Boelanzjee vertrokken was, begon mama zenuwachtig te praten: 'Dat van die kerst wist ik echt niet, hoor.' 'Nee, ik ook niet,' haastte papa zich te zeggen. Lisa liep zonder wat te zeggen naar boven. Ze hoorde dat Sofie achter haar aan kwam. 'Wat hebben we eigenlijk aan deze kamers?' gromde Lisa boos.

'Voor later,' zei Sofie. 'Na een tijdje mogen we

wel in de vakanties naar huis.'

'Ja, over honderd jaar,' sputterde Lisa.

'Het lijkt mij wel leuk, zo'n kostschool. Net als

Pitty, weet je nog?'

Pitty. Ja, dat wist Lisa nog maar al te goed. De boeken over Pitty naar kostschool had zij ook verslonden. Maar dat was in haar eigen bed, in haar eigen huis met papa en mama, al waren die dan niet veel thuis. Ze zuchtte. Misschien had Sofie gelijk. Misschien was het wel heel gezellig daar op Kinderleven. Misschien maakten zij er veel vriendinnen. Maar ze hoefde alleen maar aan mevrouw Boelanzjee te denken of haar maag trok weer samen. En wat als het toch gewoon afgrijselijk was, daar op Kinderleven?