3. Welkom op Kinderleven

Die middag, om vier uur, stonden Lisa en Sofie samen met papa voor een grote bruine poort. Er waren twee ijzeren leeuwenkoppen op bevestigd, die hen grimmig aanstaarden. 'Je kunt wel gaan, hoor,' zei Lisa. 'Nee, ik wil die mevrouw even begroeten. Dan weet ik dat jullie verder in goede handen zijn.' 'Je bedoelt dat we niet stiekem weglopen,' zei Lisa zuur.

'Kop op,' zei papa. 'Je krijgt hier vast vriendinnen, en lol maken, dat zal ook wel lukken. Straks wil je niet eens meer naar huis.' Er klonken voetstappen aan de andere kant van de poort. Een klein luikje ging open en daarvoor verscheen het gezicht van mevrouw Boelanzjee. Het luikje klapte meteen weer dicht en even later werd een deur geopend, die uitgespaard was in het midden van een van de poortdeuren. 'Kom verder, meisjes,' zei mevrouw Boelanzjee. 'Mag ik u hier een hand geven?' vroeg ze aan papa.

Papa knikte meteen. Die was maar wat blij dat hij niet mee naar binnen hoefde. Hij was vast bang voor wat hij daar te zien zou krijgen, dacht Lisa. Sofie omhelsde papa. Lisa keek hoe papa haar stevig tegen zich aandrukte.

'Grote meid zijn, veel leren en plezier maken!'

Lisa liep door, zo snel ze kon, haar rode koffer achter

zich aan zeulend.

'Dag Lisa!' klonk papas stem.

'Dag papa,' riep ze zonder zich weer om te draaien.

Pas toen ze de deur achter hen dicht hoorde vallen,

sprongen de tranen in haar ogen. Maar die veegde

ze weg toen mevrouw Boelanzjee naast haar kwam

lopen.

De hal van de school was heel erg hoog en deed Lisa nog het meest aan een kerk denken. De muren waren wit, maar doordat er alleen maar zonlicht naar binnen viel door hoge piepkleine raampjes, was het er evengoed donker. Er kwamen drie gangen op deze hal uit, waarin allemaal donkerbruine deuren te zien waren. Het was overal heel erg stil. Er klonk geen geluidje, geen stem, geen voetstap. Waar was iedereen?

'Zet jullie koffers maar even in mijn kantoortje,' zei mevrouw Boelanzjee. Lisa deed wat haar gezegd werd. Midden in het kantoortje stond een groot bureau met stapels papier en mappen erop. Langs de wanden stonden hoge boekenkasten, die plank voor plank gevuld waren met dikke boeken. 'Voortaan als ik iets tegen jullie zeg, dan antwoorden jullie met jawel, mevrouw Boelanzjee of nee, mevrouw Boelanzjee. Is dat begrepen?'

'Ja,' zei Lisa.

Twee vinnige vingers plantten zich in Lisa's schouder. Ze boorden zich in het zachte vlees tussen haar botten, precies daar waar het pijn deed. 'Pardon, wat zei je?' 'Ja, mevrouw Boelanzjee,' kreunde Lisa. 'Ja, mevrouw Boelanzjee,' zei ook Sofie snel. 'Mooi zo. Kom mee, dan leid ik jullie rond.' Mevrouw Boelanzjee bleef met haar hand achter haar oor staan. Ze boog zich diep voorover en hijgde haar droge adem midden in Lisa's gezicht. 'Ja, mevrouw Boelanzjee,' zei ze snel. 'Ja, mevrouw Boelanzjee,' echode Sofie. Pas bij het naar buiten gaan viel Lisa's oog op het naambordje op de deur van het kantoortje. Mevr. J. Boulanger. O, schreef je dat zo? Dat leek wel Frans.

Mevrouw Boulanger deed een van de geheimzinnige bruine deuren voor hen open. 'Dit is de eetzaal,' zei ze totaal overbodig. Bedremmeld staarden Lisa en Sofie naar de lange tafels. Er waren spierwitte kleden overheen gelegd en er stonden rijen en rijen bordjes klaar met bestek en een beker ernaast. Hoeveel kinderen woonden hier wel niet? Alleen meisjes? 'De tafels worden gedekt door de corveeploeg. Afruimen echter, doet iedereen voor zich. Je kunt je vuile bordje en je bestek na het eten daar op die band kwijt. Is dat duidelijk?' Lisa's stem weigerde dienst. Moesten ze echt met zo veel kinderen tegelijk eten? En hoe wist je waar je moest zitten? Ze voelde een harde por in haar rug.

'Ja, mevrouw Boulanger,' zei ze snel. Of had ze nee moeten zeggen? Maar het ging goed; ze gingen door naar de volgende kamer. 'Hier is de bibliotheek. Daar maak je je huiswerk en als je daarmee klaar bent, mag je hier een boek pakken. Wil je het meenemen naar je slaapkamer, dan zul je het moeten laten afstempelen.' Afstempelen? Bij wie dan? Er was nergens iemand te zien. Als je niet beter wist, zou je denken dat ze met zijn drieën in dit grote kasteel waren.

Nu werd er venijnig aan haar haar getrokken. 'Ja, mevrouw Boulanger!' Het schoot haar keel uit als een knikker die vast was blijven zitten. 'De leslokalen liggen allemaal achter die deur, daar achter in de gang. Morgen krijgen jullie je rooster en je kameroudste maakt je verder wegwijs. Is dat duidelijk?'

'Ja, mevrouw Boulanger,' dreunden Lisa en Sofie nu in koor.

'Mooi, dan gaan we jullie koffers halen en dan breng ik jullie naar de slaapkamers, zodat jullie je kunnen installeren. Doe heel zachtjes, want het is

nog net rustuur.'

In het kantoortje wilden Lisa en Sofie allebei hun koffer pakken, toen mevrouw Boulanger tegen Lisa zei: 'Nee, jij blijft nog even hier. Jou kom ik straks halen. Ik breng eerst even je zusje weg.' 'Slapen we niet bij elkaar?' vroeg Lisa verschrikt. 'Nee, zusjes en vriendinnetjes slapen nooit bij elkaar. En bovendien moet Sofie naar de onderbouw.'

'Maar ... maar zie ik Sofie dan nog wel?' vroeg Lisa.

'Dat denk ik wel,' zei mevrouw Boulanger.

Lisa voelde het bloed naar haar wangen gaan. Wat zou ze deze keurige mevrouw in haar groene mantelpakje graag door elkaar rammelen. 'Gedraag jij je eerst maar eens een beetje. Dan praten we verder.' En weg was ze. Met Sofie. Nu sprongen de tranen Lisa pas echt in de ogen. Wat moest ze zonder Sofie? Hoelang zou het duren voordat ze haar zusje weer zag? Moedeloos liet ze zich in de grote stoel achter het bureau zakken. Dat mocht vast niet, maar dat kon haar nu even niets schelen. Wat was dit voor een stomme kostschool? Hoe wist ze zeker dat het geen kindergevangenis was? Straks moesten ze hier nog kleden knopen of knijpers in elkaar zetten. Het zou haar niks verbazen.

Lisa keek naar de foto's die mevrouw Boulanger op haar bureau had staan. Het waren er twee en op beide was zij zelf te zien. Op de ene kreeg ze een medaille opgespeld door een keurige meneer in een zwart pak. Hij droeg een zilveren ambtsketting. De burgemeester? Natuurlijk vanwege dat erin timmeren van normen en waarden. Wat anders? Op de andere stond ze met een geweldige bos bloemen in haar armen. Vanwege het erin rammen van de drie R's misschien? Opeens zag Lisa nog een heel klein lijstje verscholen achter een dikke stapel papier. Er zat een foto in van een klein meisje in een soepjurk in de zandbak of op het strand. Het dochtertje van mevrouw Boulanger? Dat kon bijna niet. Haar jurkje was zo smoezelig en haar haren zaten vreselijk door de war. En dan die krans van madeliefjes op haar hoofd. Helemaal niet keurig. Nee, dit was zeker een voorbeeld van hoe het niet moest. Zo werd je als je niet de hele tijd ja, mevrouw Boulanger en nee, mevrouw Boulanger zei of als je niet met mes en vork at en keurig je middagslaapje deed.