1. Geen kinderen

Lisa liet zich vallen op de grote verhuisdoos, die

de rest van de overvolle kamer blokkeerde.

'Kijk uit!' riep mama. 'Wat zit daarin?'

'Weet ik niet,' zei Lisa. Ze boog zich voorover en

zocht de doos af. 'Ik zie nergens een sticker met

BREEKBAAR,' murmelde ze vanuit de diepte,

'dus het zal wel niet ons servies zijn.' Met een

warm hoofd kwam ze weer overeind.

'Staat er helemaal niks op?' vroeg mama.

'Nee,' zei Lisa. 'Nergens.'

Zuchtend bekeek mama de stapels dozen.

'Heb jij geen inhoudstickers geplakt?' vroeg ze

met een vermoeide blik aan papa. Maar papa

hoorde haar niet. Ingespannen tuurde hij naar

zijn kleine computertje.

'Dat wordt een lekkere speurtocht straks,'

zei mama. 'Hoe vinden we zo ooit onze

keukenspullen? Of het beddengoed?' Op dat

moment ging haar mobiel. Ze keek op het

schermpje, fronste en drukte een toets in.

'Ja?' zei ze vragend. Lisa kon vanaf haar plekje

horen dat mama een man aan de telefoon had,

die snel en opgewonden sprak.

'Wat? Wie? Ik?' vroeg mama verbaasd. Ze stond

op en liep met de telefoon aan haar oor naar de

gang.

Peinzend keek Lisa naar de verhuisdozen in hun nieuwe woonkamer. Het leek hier wel een pakhuis! Haar eigen kleren en spulletjes had ze van mama in een grote rode koffer moeten stoppen. Dat was nu wel handig; die had ze zo weer gevonden.

Lisa hoorde mama ijsberen op de gang. Ze praatte op hoge toon, af en toe lachte ze. Iemand van haar werk dus, dat kon je altijd goed horen. Haar stem klonk nu een octaaf hoger en alles wat er gezegd werd was ha-ha-ha even grappig en nee-nee-nee niets was een probleem. Papa staarde nog steeds naar zijn computerschermpje. Het was ook vast iets van zijn werk. Hij had een heel speciale manier om zijn lip naar binnen te zuigen als hij iets belangrijks las.

Sofie stormde de kamer binnen. Ze gaf de deur een geweldige duw, zodat die tegen de eerste stapel dozen aan klapte. Beng! Ai, op die stapel stond nu net wel BREEKBAAR. Verschrikt keek Lisa naar papa, maar die had niets gehoord. 'Ben je al boven geweest?' vroeg Sofie hijgend. Zij keek blij, alsof ze echt zin had in dit nieuwe huis.

'Nee, hoezo? Is er iets veranderd dan?' vroeg Lisa schouderophalend. Ze had de zolderkamers al gezien toen ze het huis voor het eerst gingen

bekijken. Sofie en zij hadden zogenaamd inspraak gekregen in de verhuizing. 'Wat een ruimte!' had mama geroepen. 'Wat een licht!' had papa gezegd. 'Wat vinden jullie ervan? Is het niet geweldig?' 'Fantastisch toch?'

Aan alles was te merken dat papa en mama dit huis wilden en dat Lisa en Sofie het niet in hun hoofd moesten halen te zeggen dat het niet geweldig en fantastisch was. Ruimte en licht waren er inderdaad. Tenminste, toen deze 'dozenzee' er nog niet was. Verveeld bleef Lisa aan haar vestje plukken, maar toen ze het teleurgestelde gezicht van Sofie zag, liet ze zich toch van de doos glijden. Op de gang stond mama, geleund tegen een deurpost, te praten. Ze klemde haar telefoon stevig tegen haar oor alsof ze geen woord, geen kuchje wilde missen van die opgewonden stem. 'Mam, mogen we onze spullen vast naar boven brengen?' vroeg Sofie. Ze wees op de groene koffer die gevuld was met haar kleren. Mama schudde nee en gebaarde met een hand dat Sofie van die koffer af moest blijven. 'Hij is echt niet zo zwaar, hoor,' zei Sofie bokkig. Nu legde mama een vinger op haar lippen. Stil zijn, betekende dat. In haar telefoontje ratelde nog steeds die snelle, harde stem.

'Wat zeg je?' vroeg mama opeens. 'Drie maanden? Geen enkel probleem.' Verbaasd keek Lisa haar kant op. Waar ging het over? Drie maanden wat? Maar mama knikte haar vaag toe. 'Wie?' schetterde ze in haar telefoontje. 'Nee, dat is al opgelost.' Terwijl ze dat zei, draaide ze zich om. Met haar rug naar Lisa toe luisterde ze verder. Lisa liep achter Sofie aan de trap op. 'Kijk, dit is de mijne,' zei Sofie. Blij stond ze in een witgeschilderde kamer. 'Daar past mijn bed wel.' Ze wees naar een schuine wand, die ongeveer een meter boven de grond overging in een recht stuk muur. 'En daar past mijn tafeltje. Kan ik lekker uitkijken over de tuin.' Lisa liep met haar mee naar het grote raam. Samen keken ze uit over de binnentuinen. De ene tuin zag er nog fantastischer uit dan de andere. Links van hen was een heel groot terras met een schommelbank erop. En de overburen hadden een grote vijver met een bruggetje eroverheen. Er was iets met al die tuinen, dacht Lisa, en opeens wist ze het. 'Er spelen nergens kinderen!' riep ze uit. 'Nee, raar hè,' zei Sofie. 'Misschien hebben die mensen geen kinderen?'

'In dit hele blok niet? Je kunt tien tuinen zien en nergens is ook maar één kind te bekennen.' 'Zouden hier alleen maar bejaarden wonen?' opperde Sofie met opgetrokken lip, alsof ze een vies drankje rook. 'Of iedereen is nog met vakantie?' Maar terwijl Lisa het zich hardop afvroeg, wist ze het antwoord al. Nee, her en der waren wel volwassenen te zien. Ze dronken kopjes koffie in hun smetteloos witte tuinstoelen of ze harkten hun tuinen aan in overalls of met schorten voor. En trouwens, de scholen waren alweer twee dagen geleden begonnen. Maar wat was er dan aan de hand? Wat was dit voor een buurt? Mochten hier geen kinderen wonen? Waren al die keurige volwassenen soms bang voor lawaai en overvliegende ballen? Wisten papa en mama dat wel? Straks moesten ze nog terugverhuizen. Even voelde Lisa hoe haar hart een sprongetje maakte. Terugverhuizen. Zou dat even fijn zijn! Gewoon weer naar hun oude straat en hun oude huis. Oké, hun oude huis was echt oud. Er moest van alles aan gebeuren, volgens mama. Maar Lisa snapte niet waarom. Het oude huis was precies goed, de oude straat was goed en hun oude school was goed.

Hoe de nieuwe school zou zijn, moesten ze nog maar afwachten. Papa en mama deden daar zo geheimzinnig over. Alsof ze naar een heel bijzondere school zouden gaan en vooral alsof zij dat geweldig leuk zouden moeten vinden. Ook daarin hadden ze bijzonder veel inspraak gehad. Ze mochten vooral heel hard geweldig!' roepen. Ze mochten ook heel zachtjes 'bah!' zeggen. Het maakte niets uit, het gebeurde toch. 'Kijk daar, een baby!' gilde Sofie, alsof ze een exemplaar van een bijna uitgestorven diersoort ontdekt had. Ja, vijf tuinen verderop zat een baby in een buggy.

'Het is wel de enige,' zei Lisa.

Sofie pakte Lisa bij haar arm. 'Jouw kamer is

groter,' zei ze. Lisa liet zich gewillig meetrekken.

Ze was ruim twee jaar ouder, maar op dit

moment voelde dat niet zo. 'Jij kijkt uit op de

straat,' ging Sofie door, terwijl ze Lisa's kamer

binnenstommelden.

Meteen schoten ze allebei naar het raam. Lisa liet haar ogen langs alle huizen dwalen. Ze probeerde door de ramen naar binnen te gluren en ze wist zeker dat Sofie zich op dat moment hetzelfde afvroeg: zijn hier dan misschien kinderen te zien? Maar nee, hier was het ook uitgestorven. Leeg was het niet. Langs de stoep stond een hele rij auto's, de ene nog groter dan de andere. En ook hier waren alleen volwassenen. De meeste waren druk in de weer met het wassen van al die prachtige, grote, glimmende auto's. Ja, het was een keurige buurt waarin ze beland waren.

Keurig en geheel zonder kinderen.

'Mam, waarom wonen hier geen ...' begon Lisa

toen ze weer beneden waren. Maar mama stond

druk met papa te praten. Ze wapperde met haar

hand om Lisa en Sofie duidelijk te maken dat ze

hun mond moesten houden.

'Zo geweldig! Een anderhalf uur durende

speelfilm en ik heb er een vrij grote rol in!'

'Waarom wordt die in Spanje opgenomen?'

'Vanwege de natuur! En omdat je daar natuurlijk

minder kans op regen hebt.'

'Ga je naar Spanje?' riep Lisa uit. 'En wij dan?'

'Dat komt helemaal goed,' zei mama, terwijl ze

vaag om zich heen keek.

'Gaat papa voor ons zorgen?' vroeg Sofie.

'Ik?' vroeg papa, alsof Sofie iets heel geks had

gezegd. Nu ging ook zijn telefoontje. Al gauw

klaarde zijn gezicht op. 'Natuurlijk, leuk! Ja hoor,

ik doe graag reclames. Waar is het voor?'

Lisa zag dat mama meeluisterde.

'Prima. Morgenochtend?'

Mama schudde nadrukkelijk haar hoofd. Ze

wees op haar haren, pakte een lokje en maakte

knipbewegingen met twee vingers. Haar lippen

vormden het woord kapper voor het geval papa

dat nog niet begreep.

'Ik heb overmorgen een doorloop, daar kan ik onmogelijk met dit verhuishaar verschijnen,' zei

ze gedempt.

Papa praatte verder. Met een sputter in zijn stem legde hij uit dat morgenochtend niet kon, maar dat morgenmiddag uitstekend zou uitkomen. 'Mam, waarom wonen hier geen kinderen?' vroeg Lisa opnieuw.

'Geen kinderen? O, die moet je denk ik nog tegenkomen.' Mams ogen gingen alweer over de dozen en meteen begon ze er een open te trekken. 'Kijk, de inhoud van een keukenkastje!' 'Mam, wanneer gaan we naar onze nieuwe school?'

Bij die vraag schoot mama ineens overeind. Ze

keek op haar horloge en zei: 'Er komt zo meteen

iemand met jullie praten.'

'Iemand van school?' vroeg Lisa verbaasd.

'Waarom gaan we daar niet zelf naartoe?'

'Dat eh ... dat gebeurt gauw genoeg.'

Bij die woorden bekeek mama hen allebei van

top tot teen. Een pijnlijke trek bleef op haar

gezicht achter.

'Wat is er met die school?' vroeg Sofie ongerust. Op dat moment ging de bel, kort en krachtig.