Negen
Lord Worth had nauwelijks een zakdoek langs zijn bezwete voorhoofd gehaald, toen twee mannen de kamer kwamen binnenstormen. Een van hen was Palermo en de ander was iemand van het boorpersoneel, Simpson, die tot taak had de registratie-apparatuur in de gaten te houden die aan de poten van het platform en aan de ankerkabels was bevestigd. Hij verkeerde duidelijk in een opmerkelijke staat van opwinding. ‘Welke nieuwe ramp heeft het lot nu weer voor ons in petto?’ vroeg Lord Worth. ‘Iets onder het eiland, sir. Mijn instrumenten zijn een beetje van slag af. Een of ander ding dat zo goed als zeker van metaal is, meneer. Het is in contact met de westelijke poot.’ ‘Weet je dat wel heel zeker?’ Simpson knikte. ‘Het lijkt me verdomd vreemd dat Cronkite probeert de Zeeheks tot zinken te brengen met zijn eigen mensen aan boord.’ ‘Misschien wil hij haar helemaal niet laten zinken, maar de poot alleen maar voldoende beschadigen om deze uit balans te brengen en de Zeeheks zoveel slagzij te laten maken dat de boorinstallatie en het pompmechanisme onbruikbaar worden. Het kan van alles zijn. Misschien wil hij er zelfs wel op voorbereid zijn dat hij zijn eigen mensen moet opofferen om u te pakken te krijgen.’ Hij wendde zich tot Palermo. ‘Ik weet dat je kikvorsuitrustingen aan boord hebt. Laat me eens zien.’ Ze gingen weg. Marina zei: ‘Ik neem aan dat hij weer eens iemand gaat vermoorden. Hij is niet echt menselijk, hè?’ Lord Worth wierp haar een koele blik toe. ‘Als je het onmenselijk wilt noemen als hij ervoor zorgt dat je niet sterft, dan is hij onmenselijk. Er is hier maar één persoon op dit eiland over wie hij zich werkelijk zorgen maakt en jij weet verdomd goed wie dat is. Ik had nooit gedacht dat ik me nog eens zou moeten schamen voor mijn eigen dochter.’ Palermo had twee getrainde kikvorsmannen bij zich, maar Mitchell koos maar één van hen beiden uit om hem te vergezellen. Palermo was niet iemand, die gemakkelijk te imponeren was, maar hij had voldoende van Mitchell gezien. Opmerkelijk snel hadden Mitchell en de andere man, die door het leven ging onder de naam Sawyers, zich in de kikvorspakken gehuld en hadden ze zich voorzien van herlaadbare harpoengeweren, die op luchtdruk werkten. Ook hadden ze dolken in scheden bij zich. Ze werden te water gelaten door het enige daartoe geschikte middel op een dergelijke groot GPE. - in een kooi van ijzerdraad die bevestigd werd aan de laadboom van de boorkraan. Bij de oppervlakte van het water aangekomen, openden ze de deur, doken en zwommen naar de reusachtige poot aan de westkant. Simpson had zich niet vergist. Ze waren inderdaad aan het werk daar beneden; twee man, die met luchtpersleidingen en kabels waren verbonden met de schimmige omtrekken van een vaartuig dat zich zo’n zes meter boven hen bevond. Ze waren allebei uitgerust met krachtige lampen die op hun voorhoofd waren bevestigd. Ze waren zeer druk bezig met het bevestigen van magnetische mijnen, conventionele mijnen en ze wikkelden rollen amatol rond de enorme poot. Ze hadden volgens Mitchell voldoende explosieven bij zich om de Eiffeltoren op te blazen. Misschien was Cronkite inderdaad van plan om de poot te vernietigen. Het leek steeds aannemelijker dat Cronkite gestoord was. De twee saboteurs waren niet alleen druk bezig met het uitvoeren van hun taak, ze werden er zozeer door in beslag genomen dat ze totaal geen erg hadden in de behoedzame nadering van Mitchell en Sawyers. De twee kikvorsmannen drukten hun maskers tegen elkaar, keken elkaar in de ogen - er werd voldoende licht door de andere duikers gereflecteerd om hen hiertoe in staat te stellen - en ze knikten gelijktijdig. Omdat ze met potentiële moordenaars te maken hadden, waren ze niet al te fijngevoelig en harpoeneerden de twee saboteurs door hun rug. In beide gevallen moet de dood onmiddellijk zijn ingetreden. Mitchell en Sawyers herlaadden hun harpoengeweren. Vervolgens sneden ze voor alle zekerheid de zuurstofslangen van hun slachtoffers door, die zoals gebruikelijk was, tevens de communicatielijn met het schip bevatten. Op de Starlight bemerkten Easton en zijn bemanning onmiddellijk dat er iets drastisch fout gegaan was. De dode mannen werden opgehaald, met de harpoenen nog steeds in hun rug gestoken en terwijl ze over het potdeksel werden getrokken, schreeuwden twee van de bemanningsleden het uit van de pijn: Mitchell en Sawyers waren aan de oppervlakte gekomen en hadden nog twee doelen uitgekozen. Of ze dodelijk of ernstig gewond waren, was onmogelijk te zien, maar voor Easton was er al meer dan genoeg gebeurd om er met volle kracht vandoor te gaan, ditmaal op zijn veel snellere dieselmotoren. Deze motoren waren veel luidruchtiger, maar de duisternis was zo intens dat het een wonder genoemd mocht worden als de opgeschrikte schutters op het platform hen afdoende onder schot zouden krijgen. De twee kikvorsmannen zwommen, nu met hun eigen hoofdlantaarns aan, naar de plek waar de mijnen en de explosieven aan de poot waren bevestigd. Er waren zowel aan de mijnen als aan de explosieven tijdontstekingen bevestigd. Deze maakten ze los en lieten ze naar de bodem van de oceaan zinken. Voor alle zekerheid verwijderden ze ook het ontploffingsmechanisme. De explosieven die nu onschadelijk waren, wikkelden ze los en lieten ze met de ontstekers naar de bodem zinken. De mijnen lieten ze zitten waar ze zaten. Beide mannen waren experts op het gebied van explosieven, maar niet op het gebied van onderwater- explosieven. Mijnen kunnen, zoals menigeen vanuit het hiernamaals kan bevestigen, zeer verraderlijk en onbetrouwbaar zijn. Ze bestaan uit de hoofdlading TNT, amatol, of andere conventionele explosieven. In de binnenste buis ervan zit een injector, die kan bestaan uit een van de vele soorten langzaam ontbrandende explosieven en bovenaan de injector is een verstelbaar ontploffingsmechanisme bevestigd, dat in werking wordt gesteld door de druk van de zee. Dit mechanisme bestaat meestal uit zevenenzeventig korrels knalkwik. Zelfs als dit verwijderd is kan de injector nog altijd onder hoge druk exploderen. Geen van de beide duikers had er behoefte aan om de ankers of de spankabels die aan de ankers waren bevestigd, op te blazen. Via de kraan van de boorinstallatie kwamen ze weer op het platform en gingen verslag uitbrengen in de radiohut. Daar moesten ze enige tijd wachten voordat ze hun bevindingen konden melden, want Lord Worth was in een verre van vriendelijk telefoongesprek met Cronkite verwikkeld. Marina zat wat opzij, haar handen ineen geklemd en haar gewoonlijk gebruinde gezicht had een vale kleur. Ze keek Mitchell aan en wendde dan haar ogen van hem af alsof ze hem nooit meer wenste te zien, en misschien wilde ze dat op dit moment werkelijk niet. Cronkite was razend. ‘Je bent een moordlustige ploert, Worth.’ Het was duidelijk dat hij niet wist dat er dames bij het gesprek waren. ‘Drie van mijn beste mensen dood, alle drie in de rug geharpoeneerd.’ Onwillekeurig keek Marina Mitchell weer aan. Mitchell kreeg de indruk dat hij óf een monster uit het heelal óf een monster uit de duivelse diepten moest zijn; in ieder geval een monster. Lord Worth was niet minder razend. ‘Het zou me een genoegen zijn die voorstelling te herhalen, maar dan deze keer met jou als de hoofdfiguur.’ Cronkite stokte even en zei vervolgens, waarschijnlijk niet zonder een kern van waarheid: ‘Mijn enige bedoeling was om de Zeeheks tijdelijk uit te schakelen zonder iemand aan boord enig letsel toe te brengen. Maar als jij het hard wilt spelen dan zal je binnen de vierentwintig uur naar een nieuwe Zeeheks moeten omzien. Als je tenminste zoveel geluk hebt, dat je het verlies VARA de huidige Zeeheks overleeft. Ik zal je de lucht in blazen.’ Lord Worth was nu wat gekalmeerd. ‘Het zou interessant zijn te vernemen hoe je dat wilt aanleggen. Volgens mijn inlichtingen hebben je dierbare oorlogsschepen de opdracht gekregen om naar hun basis terug te keren.’ ‘Er is meer dan een manier om jou de lucht in te blazen.’ Cronkite klonk uitermate zelfverzekerd. Intussen zal ik de olie van de Torbello gaan lossen en haar daarna laten zinken.’ Om eerlijk te zijn was Cronkite helemaal niet van plan om de tanker tot zinken te brengen. De Torbello was een in Panama geregistreerde tanker en het ontbrak Cronkite niet aan Panamese vrienden: een tanker kon gemakkelijk voor een vrij aanzienlijke prijs van de hand gedaan worden. De conversatie, als je een dergelijke scherpe woordenwisseling zo kon noemen, eindigde abrupt. Mitchell zei: ‘Een ding is zeker. Cronkite is een vlotte leugenaar. Hij is helemaal niet in de buurt van Centraal Amerika. Niet met zo’n duidelijke ontvangst. En we hebben hem met zijn vriend Durand horen spreken. Hij had besloten om niet met die helikopter mee hierheen te vliegen. Die vlucht duurde maar een kwartiertje. Hij houdt zich ergens net achter de horizon verborgen.’ Lord Worth zei: ‘Hoe is het daar beneden afgelopen?’ ‘U heeft het al van Cronkite gehoord. Geen centje pijn.’ ‘Verwacht je nog meer moeilijkheden?’ ‘Ja. Cronkite klinkt veel te zelfverzekerd naar mijn zin.’ ‘Wat zou hij gaan doen, denk je?’ ‘Daar moet ik evenzeer naar raden als u. Hij zou bijvoorbeeld hetzelfde nog eens kunnen proberen.’ Lord Worth geloofde daar niets van. ‘Na wat hem overkomen is?’ ‘Hij zou kunnen aannemen dat wij dat niet verwachten. Van één ding ben ik zeker. Als hij hetzelfde nog eens probeert, dan zal hij het in ieder geval met een andere tactiek proberen. Ik ben ervan overtuigd dat hij niet vanuit de lucht zal aanvallen, noch met een onderzeeër, om de eenvoudige reden dat hij daarvoor - dat is onmogelijk - niet over geoefende mensen beschikt. Dus ik geloof dat u vannacht uw radar- en sonarbewakers nodig heeft. Nu we het daar toch over hebben, die radiotelefonist van u zou wel wat rust kunnen gebruiken - hij heeft ten slotte een oproep- alarm in zijn hut. Maar ik zou Simpson paraat houden. Voor het geval dat onze vrienden weer aan een van de poten komen kluiven.’ Palermo zei: ‘Maar deze keer zullen ze voorbereid zijn. Ze zullen dicht bij de oppervlakte werken. Ze zullen een gewapende uitkijk op wacht hebben staan om de duikers te beschermen, misschien hebben ze zelfs wel infrarode zoeklichten die we vanaf het platform niet zouden kunnen waarnemen. U en Sawyers hadden de eerste keer geluk, en geluk hangt zeer nauw samen met de factor verrassing: maar er zou deze keer geen geluk zijn, omdat er geen verrassing zou zijn.’ ‘We hebben geen geluk nodig. Lord Worth zou niet al die dieptebommen hebben laten stelen en aan boord laten brengen als niet een van je mensen een expert zou zijn op het gebied van dieptebommen. Heb je zo’n man?’ ‘Ja.’ Palermo keek hem vragend aan. ‘Cronin. Een ex-onderofficier. Waarom?’ ‘Zou hij de ontsteking zo kunnen afstellen dat die dieptebom zou exploderen zodra hij het water raakt?’ ‘Ik neem aan van wel, ja. Maar nogmaals, waarom?’ ‘We rollen drie dieptebommen naar de rand van het platform op, laten we zeggen, vijfentwintig meter afstand van elk van de poten. Je vriend Cronin zou ons hierover kunnen adviseren. Die afstand van mij kan verkeerd zijn. Als Simpson ook maar iets op zijn sensors ontdekt duwen ze een van die dieptebommen over de rand. Het effect van de explosie kan of mag geen uitwerking op de betreffende poot hebben. Ik betwijfel of de boot met de duikers meer dan een behoorlijke schok krijgt. Maar voor duikers in het water zou de uitwerking hoogstwaarschijnlijk fataal zijn.’ Palermo bekeek hem met een koele, taxerende blik: ‘Voor iemand die aan de kant van de wet staat, Mitchell, ben je de meest koelbloedige duivel die ik ooit ben tegengekomen.’ ‘Als je liever doodgaat moet je het zeggen. Ik stel me zo voor dat je je niet zo op je gemak zou voelen op tweehonderdvijftig meter diepte in de Golf. Ik stel voor dat je Cronin en nog een paar van je mannen ophaalt en die bommen gaat klaarleggen zoals ik heb voorgesteld.’ Mitchell zag toe bij het werk van Palermo, Cronin en nog twee van hun mensen. Cronin was het eens met Mitchells idee om de dieptebommen op zo’n vijfentwintig meter afstand van de poten klaar te leggen. Terwijl hij daar stond toe te kijken, voegde Marina zich bij hem. ‘Er zullen nog meer mensen sterven, is het niet Michael?’ zei ze. ‘Ik hoop van niet.’ ‘Maar je bereidt je erop voor om te doden, of niet soms?’ ‘Ik bereid me erop voor om te overleven. Ik bereid me erop voor om te zorgen dat we dit allemaal zullen overleven.’ Ze pakte hem bij zijn arm. ‘Hou je ervan om te doden?’ ‘Nee.’ ‘Hoe komt het dan dat je er zo goed in bent?’ ‘Iemand moet er goed in zijn.’ ‘Om wille van het mensdom, bedoel je?’ ‘Je hoeft niet tegen me te praten.’ Hij dacht even na en vervolgde toen langzaam: ‘De politie doodt. Soldaten doden. Vliegeniers doden. Ze hoeven het niet graag te doen. In de Eerste Wereldoorlog was er een knaap, maarschalk Foch heette hij, die de meest gedecoreerde soldaat van de oorlog werd, omdat hij verantwoordelijk was voor de dood van een miljoen mensen. Het feit dat de meesten daarvan zijn eigen mensen waren, scheen er niet toe te doen. Ik jaag niet, ik schiet niet voor mijn plezier, ik vis nog niet eens. Ik bedoel, ik hou net als iedereen van lamsbout, maar ik zou het beest geen haak in zijn strot kunnen slaan en het dan een half uur over de grond slepen totdat het sterft van pijn en uitputting. Al wat ik doe is ongedierte uitroeien. Voor mij zijn alle misdadigers, gewapend of niet, ongedierte.’ ‘Zijn John en jij daarom ontslagen bij de politie?’ ‘Moet ik je dat nog vertellen?’ ‘Heb je ooit iemand gedood, die ik, of jij, een goed mens zou noemen?’ ‘Nee, maar als je nu niet ophoudt dan…’ ‘Ondanks alles geloof ik dat ik nog steeds met je wil trouwen.’ ‘Dat heb ik je nooit gevraagd.’ ‘Nou, waar wacht je dan nog op?’ Mitchell zuchtte, lachte vervolgens. ‘Lady Marina Worth, zou u mij de eer willen…’ Achter hen kuchte Lord Worth. Marina draaide zich met een ruk om, op haar gezicht was duidelijk te zien dat uitsluitend haar aristocratische afkomst haar ervan weerhield om te gaan stampvoeten. ‘Papa, je verstaat de kunst om precies op het verkeerde moment op te duiken.’Lord Worth was goedgehumeurd, ‘Ik zou zo zeggen, het juiste moment. Mijn oprechte gelukwensen.’ Hij keek Mitchell aan. ‘Wel, je hebt er wel een aardig tijdstip voor uitgezocht. Is alles in orde en veilig voor vannacht?’ ‘Voor zover ik kan nagaan wat er in het sluwe brein van Cronkite omgaat.’ ‘Ik vertrouw voor honderd procent op je, mijn jongen. Wel, het is bedtijd voor me - ik ben doodop, maar dat is ook niet zo verwonderlijk.’ Marina zei: ‘Ik ga ook. Welterusten, verloofde.’ Ze kuste hem vluchtig en ging met haar vader mee. Voor deze ene keer was het vertrouwen van Lord Worth in Mitchell lichtelijk misplaatst. Hij had een fout gemaakt, hoewel volkomen onbewust, door de radio-officier naar bed te sturen. Want als die man op zijn post was gebleven dan zou hij ongetwijfeld de nieuwsuitzending hebben opgevangen over de diefstal van de atoomwapens uit het Netley Rowan Arsenaal: Mitchell had dan echt niet veel tijd nodig gehad om uit te rekenen hoeveel één plus één is.
***
Tijdens het derde uur dat Lord Worth zijn niet door zijn geweten gestoorde slaap sliep, was Mulhooney zeer actief geweest. Hij had zijn vijftigduizend ton olie gelost en was weer met de Torbello uitgevaren totdat hij over de horizon verdwenen was. Een uur later kwam hij met twee van zijn handlangers terug in de enige gemotoriseerde reddingsboot die het schip rijk was, met het droeve nieuws dat er bij het zinken van de tanker een daverende ontploffing had plaatsgevonden die zijn bemanning gedecimeerd had. Zij waren met hun drieën de enige overlevenden. De ‘gedecimeerde bemanning’ voer op datzelfde moment met de Torbello zuidwaarts, richting Panama. De officiële blijken van medeleven waren breedvoerig, schijnbaar oprecht en volledig hypocriet: als een tanker de lucht in vliegt dan blijft zijn motor- reddingsloep niet onbeschadigd achter. De republiek had geen diplomatieke betrekkingen met de Verenigde Staten en het enige wat ze dat land van harte gunden was de cholera of de builenpest. Een privé-straalvliegtuig wachtte het drietal op het kleine vliegveld op. Mulhooney en zijn mannen gaven een vluchtplan op naar Guatemala. Enige uren later arriveerden ze op Houston International Air- port. Met nog heel wat van de tien miljoen dollar tot zijn beschikking, was Cronkite er de man niet naar om over wat bijkomende onkosten in te zitten. Mulhooney en zijn vrienden huurden onmiddellijk een lange-afstandhelikopter en zetten koers naar de Golf van Mexico.
***
Tijdens het vierde uur van zijn slaap, die niet verstoord was geworden door een aanzienlijke onderwaterexplosie, werd Lord Worth onplezierig gewekt door een ziedende Cronkite die hem ervan beschuldigde dat hij opnieuw twee van zijn mensen had gedood en dat hij, Cronkite, op een vreselijke manier voor vergelding zou zorgen. Lord Worth hing op zonder de behoefte te voelen hem te antwoorden, liet Mitchell komen en hoorde van hem dat Cronkite inderdaad nog een poging had ondernomen om de westelijke poot te saboteren. De dieptebom had klaarblijkelijk alles gedaan wat ervan verwacht werd, want hun zoeklichten hadden de lichamen van twee duikers gevonden, die aan de oppervlakte dreven. Het vaartuig dat hen vervoerd had, kon niet ernstig beschadigd zijn, want ze hadden het geluid van de startende diesels gehoord. In plaats van rechtstreeks te ontsnappen was het onder het eiland verdwenen en tegen de tijd dat zij de andere kant hadden bereikt was het vaartuig al zo ver in de duisternis en de regen verdwenen, dat ze het niet meer konden vinden. Lord Worth glimlachte opgelucht en ging weer slapen.
***
Gedurende het vijfde uur van zijn slaap zou hij niet zo opgelucht geglimlacht hebben als hij op de hoogte was geweest van bepaalde merkwaardige activiteiten die zich afspeelden in een afgelegen motel in Louisiana, een motel dat het exclusieve eigendom was van Lord Worth. Op deze plaats brachten de aflossingsploegen van de Zeeheks hun vrije week door in de striktste afzondering. In aanvulling op een overvloed aan voedsel, drank, films, tv, en een eerste klas bordeel, waar Keetje Tippel in haar beste jaren zich niet voor zou behoeven te schamen, bood het motel alle attracties die afgelost boorpersoneel zich maar kan wensen. Niet dat iemand van hen er behoefte aan had het zware hek uit te gaan. Als negen van de tien man door de politie worden gezocht, dan is volledige privacy een zaak van de eerste orde. De indringers, zo’n twintig in getal, kwamen in het holst van de nacht. Ze werden aangevoerd door een man - een humanoïde zou een beter woord zijn - die Gregson heette: van alle medewerkers van Cronkite was hij verreweg de gevaarlijkste en de dodelijkste. Hij had de moraal en het instinct van een breekijzer met kiespijn. Het stafpersoneel van het motel sliep al. Ze werden met chloroform bedwelmd voordat ze de kans kregen om wakker te worden. Van de boorploeg met verlof sliep ook iedereen, maar op een iets andere manier en om heel andere redenen. Alcohol is verboden op booreilanden en de aflossingsploegen probeerden over het algemeen op de avond voordat ze hun taak gingen hervatten, hun laatste kans zo uitputtend mogelijk te benutten. De status van hun slaap varieerde van behoorlijk beneveld tot totaal verlamd. Het bijeen drijven van de ploeg, waarvan de meesten, toen ze eenmaal overeind waren, staande verder sliepen, duurde niet langer dan vijf minuten. De enige twee betrekkelijk nuchtere leden van de aflosploeg trachtten enige tegenstand te bieden. Gregson schoot hen, met een Biretta die voorzien was van een geluiddemper, neer alsof het dolle honden waren. De gevangenen werden in een heel gewone, zij het tijdelijk gesneesde verhuiswagen vervoerd naar een verlaten en zeer geïsoleerd gelegen pakhuis aan de rand van de stad. Het was op zijn zachtst gezegd een ongezond onderkomen, maar uitstekend geschikt voor Gregsons doeleinden. De gevangenen werden geboeid noch gekneveld, wat overbodig was met twee bewapende bewakers bij zich die met de gebruikelijke intimiderende machinepistolen waren uitgerust. Eigenlijk waren ook die machinepistolen nog overbodig: de dronken gevangenen waren reeds weggezakt in een droomloze slaap.
***
Het was tijdens het zesde uur van de slaap van Lord Worth, dat Mulhooney en zijn twee kornuiten landden op het lege heliplatform van de Georgia. Omdat Cronkites eigen helikopter tijdelijk op de Zeeheks was achtergebleven, had hij geen scrupules ten aanzien van het afschrijven van zowel de helikopter als de onfortuinlijke piloot zelf. Bijna op het zelfde tijdstip landde een andere helikopter op de Zeeheks en een eenzame passagier stapte met de piloot uit. De passagier was dokter Greenshaw en hij zag eruit als een zeer vermoeide, oude man. Hij begaf zich regelrecht naar de ziekenboeg en zonder ook maar een poging te doen zijn kleren uit te trekken, liet hij zich op een van de kooien vallen en ontspande zich om te gaan slapen. Hij dacht nog even dat hij Lord Worth had moeten gaan melden dat zijn dochter Melinda en John Roomer het goed maakten en in goede handen waren, maar goed nieuws kon wachten.
***
Tegen het achtste uur, bij het aanbreken van het ochtendgloren ontwaakte Lord Worth. Hij had genoten van zijn nachtrust, rekte zich overvloedig uit, sloeg zijn prachtig geborduurde ochtendjas om en slenterde naar het platform. Het regende niet meer, de zon verscheen langzaam boven de horizon en alle beloften voor een prachtige dag waren aanwezig. Hij complimenteerde zichzelf met zijn vooruitziende blik dat er zich tijdens de nacht geen moeilijkheden zouden voordoen en begaf zich weer naar zijn vertrekken om zijn gebruikelijke en tijdrovende ochtendritueel te vervullen. Het compliment dat Lord Worth zichzelf had gegeven met zijn vooruitziende blik was hoogst voorbarig. Een kwartier eerder had de radiotelefonist, die zich weer op zijn post bevond, een nieuwsuitzending opgevangen, die hij helemaal niet zo opbeurend vond en hij was er onmiddellijk mee naar de kamer van Mitchell gegaan. Zoals iedereen aan boord, zelfs met inbegrip van Larsen en Palermo, wist hij dat de man die in noodgevallen moest worden gewaarschuwd Mitchell was: de gedachte om Lord Worth te waarschuwen kwam helemaal niet bij hem op. Hij trof Mitchell aan, terwijl deze zich stond te scheren. Mitchell zag er vermoeid uit, wat niet zo verwonderlijk was omdat hij het grootste deel van de nacht wakend had doorgebracht. ‘Toch niet nog meer ellende, hoop ik?’ vroeg Mitchell. ‘Ik weet het niet.’ Hij overhandigde Mitchell een strook telex- papier. Daarop stond te lezen: ‘Twee tactische nucleaire wapens gestolen uit het Netley Rowan Arsenaal gistermiddag. De inlichtingendienst veronderstelt dat ze per vliegtuig of per helikopter in zuidwaartse richting boven de Golf van Mexico zijn vervoerd. Er is een algemene waarschuwing uitgezonden. Iedereen die informatie kan verstrekken, wordt verzocht…’ ‘Jezus! Probeer dat Arsenaal zo snel mogelijk aan de lijn te krijgen. Gebruik de naam van Lord Worth. Ik ben binnen een minuutje bij je.’ Mitchell was binnen een halve minuut bij hem. De radiotelefonist zei: ‘Ik heb al verbinding. Maar niet zo veel medewerking.’ ‘Geef mij dat apparaat. U spreekt met Mitchell. Met wie spreek ik?’ ‘Kolonel Pryce.’ De toon was niet direct uit de hoogte, maar meer op de manier zoals een hoge legerofficier tegen een burger spreekt. ‘Ik werk voor Lord Worth. U kunt dat nagaan bij de politie van Lauderdale, bij het Pentagon en bij het ministerie van Buitenlandse Zaken.’ Hij zei tegen de radiotelefonist, maar wel zo hard dat ook kolonel Pryce hem kon verstaan: ‘Haal Lord Worth hier. Het kan me geen donder schelen of hij in bad zit of niet, breng hem onmiddellijk hier. Kolonel Pryce, een officier van uw rang en stand behoort te weten dat de dochters van Lord Worth zijn gekidnapt. Ik ben gehuurd om ze op te sporen en dat heb ik gedaan. Wat belangrijker is, dit booreiland, de Zeeheks, wordt met vernietiging bedreigd. Er zijn al twee pogingen gedaan. Ze hadden geen succes. U kunt ook nog bij het Pentagon aan de weet komen dat zij drie buitenlandse oorlogsschepen hebben tegengehouden die hierheen opstoomden om de Zeeheks te vernietigen. Ik denk dat die atoomwapens deze kant uitkomen. Ik wil inlichtingen over deze tactische wapens en ik moet u waarschuwen dat Lord Worth elke weigering om deze inlichtingen te verstrekken zal opvatten als een grove vorm van plichtsverzuim. En u weet welk een enorme macht Lord Worth heeft.’ Er vond een verre van subtiele verandering plaats in de toon van kolonel Pryce. ‘Het is helemaal niet nodig om mij te dreigen.’ ‘Ogenblik. Lord Worth komt juist binnen.’ Mitchell gaf een kort verslag van wat hij gezegd had, waarbij hij er zorg voor droeg dat Pryce duidelijk elk woord dat werd gesproken, kon verstaan. ‘Atoombommen, verdomme! Daarom zei Cronkite dat hij ons de lucht in zou blazen!’ Lord Worth rukte de telefoon uit de hand van Mitchell. ‘Lord Worth hier. Ik heb een directe lijn met de minister van Buitenlandse Zaken, dr. Benton. Ik kan hem binnen vijftien seconden bereiken. Wilt u dat ik dat doe?’ ‘Dat is niet nodig, Lord Worth.’ ‘Geef ons dan een gedetailleerde omschrijving van die verdomde rotdingen en vertel ons hoe ze werken.’ Pryce, bijna geestdriftig nu, gaf de beschrijving. Deze was bijna gelijkluidend aan die, welke kapitein Martin aan de zogenaamde kolonel Farquharson had gegeven. ‘Maar Martin was een nieuwe officier hier en niet helemaal betrouwbaar wat de details betreft. De nucleaire apparaten — je kan ze nauwelijks bommen noemen - zijn waarschijnlijk dubbel zo gevaarlijk als hij zei. Ze hebben het verkeerde type meegenomen - deze apparaten hebben geen zwarte knop om ze in noodgeval uit te schakelen. En ze hebben een langste ontstekingstijd van negentig minuten en niet van zestig. En ze kunnen draadloos bediend worden.’ ‘Dat lijkt me nogal ingewikkeld. Ik bedoel, via een bepaalde golflengte of zo?’ ‘Nee, het is heel eenvoudig. Je kan van een soldaat in de hitte van het gevecht niet verlangen dat hij zoiets onthoudt. Het is eenvoudig een peervormig apparaat dat met plastic is afgesloten. Dat haal je eraf en je draait een zwarte schakelaar driehonderdzestig graden rond. Het is van belang om te onthouden dat door het terugdraaien van deze schakelaar het ontstekingsmechanisme in het apparaat weer buiten werking wordt gesteld. Het kan weer worden ingeschakeld wanneer je maar wilt.’ ‘Als het tegen ons wordt gebruikt. Wij hebben hier vlakbij een grote drijvende opslagtank voor olie. Zou dat geen enorme olievlek veroorzaken?’ ‘Beste kerel, olie is van nature nogal brandbaar en gaat veel gemakkelijker in rook op dan staal.’ ‘Ik dank u.’ ‘Het lijkt erop alsof je daar best een squadron straalbommen- werpers zou kunnen gebruiken. Maar ik moet daarvoor eerst toestemming vragen aan het Pentagon.’ ‘Nogmaals, mijn dank.’Lord Worth en Mitchell begaven zich naar de vertrekken van de eerste. Lord Worth zei: ‘Twee dingen. We veronderstellen alleen maar, hoewel het gevaarlijk zou zijn om het niet te veronderstellen, dat die verdomde apparaten voor ons bestemd zijn. Daarnaast, als we onze radar-, sonar- en onze registratieposten bezet houden, dan zie ik niet, hoe Cronkite ons zou kunnen benaderen en die rotdingen hier krijgen.’ ‘Het is niet zo gemakkelijk om vast te stellen hoe hij dat zou klaarspelen. Maar het is evenmin gemakkelijk om de kronkelpaden die het sluwe brein van die duivel uitstippelt, vast te stellen.’
***
Vanuit de helikopter van Lord Worth maakte Gregson contact met de Georgia. ‘We zijn op vijftien mijl afstand.’ Cronkite zelf antwoordde. ‘Wij zitten binnen tien minuten in de lucht.’
***
De wandluidspreker in de kamer van Lord Worth kraakte. ‘Een helikopter nadert vanuit het noordoosten.’ ‘Geen zorgen. De aflosploeg.’ Lord Worth was weer naar zijn douche teruggegaan toen de afloshelikopter landde. Mitchell was in zijn laboratorium en zag er zeer professioneel uit in zijn witte jas en met zijn bril op. Dokter Greenshaw sliep nog. Behalve dat zij de piloten knevelden en boeiden, gebruikten de passagiers van de helikopter geen geweld tegen hen. Ze verlieten het toestel rustig en kalm. De boorploeg die nog aan het werk was sloeg hun aankomst zonder veel belangstelling gade. Ze waren er goed in getraind om zich met hun eigen zaken te bemoeien en ze hadden hoogst persoonlijke redenen om niet met onbekenden aan te pappen. En de nieuw aangekomenen waren onbekend. Lord Worth bezat niet minder dan negen booreilanden - allemaal wettig gepacht en betaald - en hij had om redenen die de sluwe Lord zelf het best kende, de gewoonte om zijn boorploegen regelmatig te laten circuleren. De nieuw aangekomenen droegen de gebruikelijke, over de schouder hangende plunjezakken. Deze zakken bevatten inderdaad ook wel wat plunje, maar die was niet bedoeld om aan te trekken, doch om de omtrekken van de machinepistolen en andere, nog dodelijker wapens die in de zakken zaten, te verhullen en te verbergen. Dank zij de instructies die hij van Durand en van Cronkite had gekregen, wist Gregson precies waar hij heen moest. Hij stelde vast dat er twee bewakers rondslenterden. Dezen waren ten dode opgeschreven. Hij leidde zijn mannen naar het verblijf voor de oosterlingen, waar zijn mannen hun zakken op het platform zetten en ze openritsten. Ramen werden ingegooid en wat toen volgde was een regelrechte slachting. Binnen tien seconden nadat het afvuren van machinegeweren, bazooka’s en verzengende vlammenwerpers - voorafgegaan door een reeks traangasgranaten - was begonnen, was de laatste kreet daarbinnen verstomd. De twee toegeschoten bewakers waren neergemaaid voordat ze naar hun pistolen hadden kunnen wijzen. De enige overlevende was Larsen, die in zijn eigen prive-hut achterin zat. Palermo en al zijn mannen waren dood. Bijna op datzelfde moment kwamen er vier personen te voorschijn uit de verblijven aan het eind van het blok. Ofschoon die verblijven geluiddicht waren, was het geluid buiten te doordringend om het niet te horen. Ze waren met hun vieren, twee mannen in witte jassen, een man die in een Japanse kimono gehuld -was en een zwartharige figuur in een peignoir. Een van Gregsons mannen vuurde tweemaal op de dichtstbijzijnde witjas en Mitchell wankelde en viel ruggelings op het dek. Gregson gaf een dreunende slag op de pols van de schutter die het uitkreet van pijn terwijl zijn pistool uit zijn gekneusde hand viel. ‘Stomme idioot!’ De stem van Gregson was even afschrikwekkend als zijn verschijning. ‘Alleen de knokploeg heeft meneer Cronkite gezegd.’ Gregson was een uitstekend organisator. Hij stelde vijf groepen van twee man samen. De ene ploeg begeleidde het boorpersoneel naar het verblijf voor de oosterlingen. De tweede, derde en vierde gingen respectievelijk naar de registratie, de sonar- en de radarhut. Daar boeiden ze het bedienend personeel, dat ze verder geen letsel toebrachten. De apparatuur werd met enige salvo’s volledig aan flarden geschoten. Voor elk praktisch doel was de Zeeheks nu blind, doof en stom. De vijfde ploeg begaf zich naar de radiohut, waar de radiotelefonist werd geboeid. Zijn apparatuur werd intact gelaten. Dokter Greenshaw stapte op Gregson toe. ‘Bent u de aanvoerder?’ ‘Ja.’ ‘Ik ben dokter.’ Hij knikte in de richting van Mitchell, wiens witte jas zijn bloed accentueerde en die op een overtuigende manier lag te kronkelen. Marina had zich over hem heengebogen en zilte tranen stroomden langs haar wangen. ‘Hij is zwaar gewond. Mag ik hem naar de ziekenboeg brengen om hem te verbinden?’ ‘We hebben geen ruzie met ú,’ zei Gregson, wat, ongeweten, de stompzinnigste opmerking was die hij ooit van zijn leven had gemaakt. Dokter Greenshaw hielp de verzwakte en wankelende Mitchell naar de ziekenboeg. Toen de deur daarvan eenmaal achter hen gesloten was, bleek hij plotseling een opmerkelijk stuk beter te zijn geworden. Marina staarde hem aan, aanvankelijk verbijsterd, vervolgens met toenemende boosheid. ‘Jij… jij bedrieger, oplichter…’ ‘Dat is geen stijl, om zo tegen een ziekte te keer te gaan.’ Hij trok zijn witte jas uit, zijn jasje en zijn overhemd. ‘Dat is de eerste keer dat ik je heb zien huilen. Het maakt je nog veel mooier. En dit is echt bloed, hoor.’ Hij wendde zich tot dokter Greenshaw. ‘Een vleeswondje aan mijn linkerschouder en een schrammetje aan mijn rechter onderarm. Die vent schoot als een blind paard. Maak er wat moois van, dokter. Verbind die rechterarm van de elleboog tot aan mijn pols. En die linkerarm van de schouder tot en met de elleboog in een prachtig groot draagverband. Marina, zelfs verblindende schoonheden als jij hebben meestal wel talk- poeder bij zich. Ik hoop dat je geen uitzondering op die regel bent.’ Nog niet helemaal vermurwd zei ze stijfjes: ‘Ik heb wel wat. Babypoeder,’ voegde ze er hatelijk aan toe. ‘Haal het even.’ Vijf minuten later kon Mitchell de rol van lopend patiënt gaan vertolken. Zijn rechterarm was zwaar verbonden en zijn linkerarm was van de schouder tot aan de pols in het wit gehuld. Het draagverband was zeker niet te krap bemeten. Zijn gezicht zag werkelijk zeer bleek. Hij ging naar zijn hut en was een paar tellen later weer terug. ‘Waar heb je gezeten?’ vroeg ze achterdochtig. Hij greep in de duistere diepte van zijn draagverband en haalde zijn.38 met de geluiddemper te voorschijn. ‘Volledig geladen.’ Hij stopte het wapen terug in de schuilplaats waar het totaal onzichtbaar was. ‘Jij geeft het nooit op, hè?’ Haar stem was een merkwaardige mengeling van ontzag en bitterheid. ‘Zeker niet wanneer ik op het punt sta om de lucht in geblazen te worden.’ Dokter Greenshaw staarde hem aan. ‘Waar heb je het in godsnaam over?’ ‘Onze goede vriend Cronkite heeft een tweetal tactische atoomwapens achterover gedrukt. Hij is van plan het leven van de Zeeheks met een groots vuurwerk te besluiten. Hij zal hier wel ergens in de buurt zijn. Dokter, ik wil dat u wat voor me gaat doen. Pak de grootste medicijntas die u bij u heeft en vertel Gregson dat het uw humanitaire taak is om dat abattoir binnen te gaan dat eens het verblijf voor de oosterlingen werd genoemd, om stervenden bij te staan of, indien nodig, uit hun lijden te verlossen. Ik weet dat ze daar een flink aantal handgranaten hebben. Ik zou er best wel een paar willen hebben.’ ‘Als dat alles is. God, wat zie je er afgrijselijk uit. Dat vernietigt mijn vertrouwen in mezelf als dokter.’Ze gingen naar buiten. De helikopter van Cronkite was inderdaad juist bezig zijn landing te voltooien. Cronkite zelf was de eerste die uitstapte. Hij werd gevolgd door Mulhooney, de drie pseudo-officieren, die de atoomwapens hadden gestolen, de piloot en ten slotte Easton. Easton was de onbekende grootheid. Mitchell besefte het op dat moment nog niet, maar de Starlight van Easton was door de dieptebom zo ernstig beschadigd dat ze niet langer bruikbaar was. Op minder dan vier mijl afstand naderde een vaartuig dat op een kotter van de kustwacht leek. Het koerste recht op de Zeeheks aan. Het was niet moeilijk om tot de slotsom te komen dat dit de vermiste Hammond was, de beruchte Questar, de huidige Georgia. Dokter Greenshaw vervoegde zich bij Gregson. ‘Vindt u het goed dat ik even een kijkje ga nemen in het weinige dat u van dit verblijf heeft overgelaten? Misschien leeft er nog iemand; en wat aannemelijker is, misschien is er nog iemand, die ik op een zachte manier uit zijn lijden kan verlossen.’ Gregson wees op een ijzeren deur. ‘Ik ben er meer in geïnteresseerd wie daarbinnen zit. Spicer’ - dit tot een van zijn mannen - ‘schiet eens een bazooka op die deur af.’ ‘Dat is helemaal niet zo erg nodig,’ zei Greenshaw vriendelijk. ‘Een klopje van mij is alles wat u nodig heeft. Dat is commandant Larsen, de baas van het booreiland. Hij is geen vijand van u. Hij slaapt daar, omdat hij op zijn privacy gesteld is.’ Dokter Greenshaw klopte. ‘Commandant Larsen. Het is o.k. Ik ben het, dokter Greenshaw. Kom naar buiten. Als u dat niet doet dan zijn hier een paar mensen die uw deur een beetje gaan opblazen, met u erbij. Kom eruit, man. Ik zeg dit niet onder dwang.’ Het geluid van een zware sleutel die werd omgedraaid volgde en Larsen kwam naar buiten. Hij keek versuft, bijna alsof hij een shock had, wat ook helemaal niet zo vreemd zou zijn. Hij zei: ‘Wat gebeurt er verdomme allemaal?’ ‘We hebben jullie overgenomen, vriend,’ zei Gregson. Larsen was tot voldoening van Greenshaw, gekleed in een ruim jak dat rond zijn heupen sloot. ‘Fouilleer hem.’ Ze fouilleerden hem en vonden niets. ‘Waar is Scoffield?’ vroeg Larsen. Greenshaw zei: ‘In het andere verblijf. Hij zal wel in orde zijn.’ ‘Palermo?’ ‘Dood. En zijn mannen ook allemaal. Tenminste, ik denk van wel. Ik ga juist even een kijkje nemen.’ Met gebogen schouders, om er eerder als tachtig dan als zeventig uit te zien, slofte dokter Greenshaw door de verwoeste gang, maar hij had zich de moeite van het acteren kunnen besparen. Gregson had zojuist Cronkite bij de deur ontmoet en de twee mannen praatten geanimeerd met elkaar, duidelijk overlopend van zelfvertrouwen. Na de eerste stappen stelde Greenshaw vast, dat er niemand in dit slachthuis in leven gebleven kon zijn. Zij die dood waren, waren werkelijk heel erg dood. De meesten waren onherkenbaar verminkt door het machinegeweervuur, verpletterd door de bazooka’s, of verschroeid door de vlammenwerpers. Maar hij vond wel wat de belangrijkste reden van zijn bezoek was - een kist handgranaten, die in prima conditie verkeerden en een paar volledig geladen semi-automatische Schmeissers. Een paar granaten stopte hij onderin zijn medicijntas. Hij keek door een van de verbrijzelde ramen aan de achterzijde en zag dat dat gedeelte in een diepe schaduw gehuld was. Hij liet voorzichtig een aantal granaten op het platform zakken en legde de twee Schmeissers ernaast. Hierna ging hij weer naar buiten. Het was duidelijk dat Cronkite en Lord Worth elkaar al hadden ontmoet, hoewel er moeilijk van een gewone ontmoeting gesproken kon worden. Lord Worth lag duidelijk bewusteloos op zijn rug en het bloed stroomde uit zijn stukgeslagen lippen en zijn kennelijk gebroken neus, terwijl zijn kaken ernstig waren gekwetst. Marina boog zich over hem heen en depte zijn wonden met een nietig zakdoekje. Cronkite, zijn gezicht onbeschadigd, maar met bloedende knokkels, had klaarblijkelijk voorlopig zijn interesse voor Lord Worth verloren. Ongetwijfeld wachtte hij tot deze weer bij bewustzijn was om hem dan weer aan te pakken. Lord Worth fluisterde tussen zijn gehavende lippen: ‘Het spijt me schatje, het spijt me, lieve kind. Het is allemaal mijn schuld. Het eind van de rit.’ ‘Ja.’ Haar stem was even zacht als die van hemzelf, maar vreemd genoeg waren er geen tranen in haar ogen. ‘Maar niet voor ons. Niet zolang Michael nog leeft.’ Lord Worth keek naar Mitchell met ogen die hij snel weer sloot. ‘Wat kan zo’n invalide nog voor ons doen?’ Ze zei met zachte, maar nadrukkelijke overtuiging: ‘Hij zal Cronkite en al zijn slechte vrienden doden.’ Hij trachtte te glimlachen maar zijn geplette lippen stonden hem dat niet toe. ‘Ik dacht dat je een hekel aan doden had.’ ‘Niet van ongedierte. Niet van mensen die zoiets met mijn vader doen.’Mitchell sprak op kalme toon met dokter Greenshaw, toen beide mannen Cronkite en Gregson naderden, die een discussie of woordenwisseling afbraken. Dokter Greenshaw zei: ‘Ik vrees dat je je smerige moordenaarswerk maar al te goed gedaan hebt, Gregson. Er is daarbinnen geen ziel meer, die zelfs nog maar als mens herkenbaar is.’ ‘Wie is dat?’ vroeg Cronkite. ‘Een dokter.’ Cronkite keek Mitchell aan, die er met de minuut slechter ging uitzien. ‘En hij?’ ‘Een geleerde. Per ongeluk neergeschoten.’ ‘Hij vergaat van de pijn,’ zei Greenshaw. ‘Ik heb geen röntgenapparaat maar ik vermoed dat de arm juist onder de schouder is gebroken.’ Cronkite was bijna joviaal. De jovialiteit van een man die nu nagenoeg van alle realiteitszin was ontbloot. ‘Over een uurtje voelt hij helemaal niets meer.’ Greenshaw zei vermoeid: ‘Ik weet niet wat u bedoelt. Ik wil hem meenemen naar de ziekenboeg om hem een pijnstillende injectie te geven.’ ‘Dat kan. Ik vind het prettig als iedereen volledig is voorbereid op wat er gaat gebeuren.’ ‘En wat is dat dan?’ ‘Later, later.’ Greenshaw en de onvaste Mitchell verwijderden zich. Ze kwamen bij de ziekenboeg, gingen naar binnen, liepen door naar de andere kant en begaven zich onopgemerkt naar De radiohut. Greenshaw bleef bij de deur op de uitkijk staan, terwijl Mitchell, zonder op de geboeide radiotelefonist te letten, zich rechtstreeks naar de radio begaf. Hij had de Roamer binnen twintig seconden te pakken. ‘Kapitein Conde alstublieft.’ ‘Spreek u mee.’ ‘Bij je volgende rondje in de richting van de olietank vaar je er omheen, zet dan met volle kracht koers naar het zuiden. De Zeeheks is gekaapt, maar ik weet zeker dat er hier niemand is die die luchtdoelartillerie kan bedienen. Stop na een mijl of twintig en zend dan een algemene waarschuwing uit voor alle schepen en vliegtuigen om niet binnen twintig mijl van De Zeeheks te komen. Je hebt de coördinaten.’ ‘Ja, maar waarom…’ ‘Omdat er een enorme klap gaat komen. In godsnaam, man, ga niet staan argumenteren.’ ‘Argumenteren waarover?’ vroeg een stem achter Mitchell. Mitchell draaide zich langzaam om. De man achter het pistool glimlachte op een manier waaraan elke warmte ontbrak. Greenshaw was opzij geschoven en het pistool bewoog zich in een kleine hoek gericht op hen beiden. ‘Ik heb zo’n idee dat Gregson best eens een woordje met jullie zou willen spreken.’ Mitchell stond op, draaide zich om, half wankelend en greep met zijn rechterarm in de draagdoek. Greenshaw zei op scherpe toon: ‘Godverdomme, man, je ziet toch wel dat hij ziek is?’ De man keek Greenshaw maar een seconde aan, maar een seconde was alles wat Mitchell nodig had. De kogel uit de.38 ging recht door zijn hart. Mitchell gluurde om de hoek van de deur. Er was niemand te zien en de rand van het platform was niet verder dan een meter of vijf. Een paar tellen later verdween de dode man over De rand. Mitchell en Greenshaw gingen terug naar het hoofdgedeelte van het complex, via de ziekenboeg. Cronkite en Gregson waren nog steeds in een heftige discussie verwikkeld. Larsen stond terzijde op enige afstand, kennelijk in een staat van diepe neerslachtigheid. Greenshaw liep rustig naar hem toe en zei op kalme toon: ‘Hoe voel je je?’ ‘Hoe zou u zich voelen als u wist dat ze van plan zijn om ons allemaal om zeep te helpen?’ ‘Je zal je straks wel beter gaan voelen. Achter het gebouw, als je de kans krijgt om daar te komen, zul je een paar handgranaten vinden die een comfortabel plaatsje zouden kunnen vinden in dat jak van je. Je zult er ook twee geladen Schmeissers vinden. Ik heb een paar granaten in mijn medicijntas hier. En Mitchell heeft zijn.38 met geluiddemper in zijn draagverband.’ Larsen hoedde zich ervoor om zijn gevoelens bloot te geven. Hij keek even stuurs als altijd. Het enige wat hij zei was: ‘Tjonge-jongejongejonge.’ Lord Worth stond nu weer op zijn benen, gesteund door zijn dochter. Mitchell voegde zich bij hen. ‘Hoe voelt u zich nu?’ Lord Worth sprak, of beter gezegd, declameerde zijn woorden met begrijpelijke bitterheid, ‘Ik voel me geweldig.’ ‘U zult zich weldra een stuk beter voelen.’ Hij liet zijn stem dalen en zei tegen Marina: ‘Als ik je een wenk geef dan zeg je dat je naar het toilet wil. Maar daar ga je niet naartoe. Je gaat naar de elektriciteitscentrale. Je ziet daar een rode hendel met erop het woord "deklichten". Trek hem omlaag. Nadat je tot twintig hebt geteld doe je hem weer omhoog.’ De discussie tussen Cronkite en Gregson leek tot een eind gekomen te zijn. Aan de glimlach op het gezicht van Cronkite was te zien dat zijn visie het had gewonnen. Lord Worth, Marina, Larsen, Greenshaw en Mitchell stonden bij elkaar, een zielig en verloren groepje. Tegenover hen stonden de gesloten gelederen van Cronkite, Mulhooney, Easton, de pseudo-kolonel Farquharson, luitenant-kolonel Dewings, majoor Breckley, Gregson en al zijn moordenaars, een hoogst indrukwekkende groep die tot de tanden bewapend was. Cronkite sprak tot een man die naast hem stond. ‘Controleer.’ De man pakte een walkie-talkie, sprak erin en knikte. ‘De bommen zijn op hun plaatsen aangebracht.’ ‘Uitstekend. Zeg ze dat ze twintig mijl naar het noorden moeten varen en daar moeten wachten.’ Dat werd gezegd. Jammer genoeg voor Cronkite werd zijn uitzicht naar het westen belemmerd door het verwoeste gebouw achter hem en kon hij niet zien dat de Roamer reeds in zuidelijke richting koerste. Ook al was zijn uitzicht niet belemmerd geweest, dan had dat waarschijnlijk weinig uitgemaakt; Conde had voor alle zekerheid alle lichten aan boord van de Roamer gedoofd. Cronkite lachte: ‘Zo, Lord Worth, dit is dan het einde van de reis, zowel voor u als voor de Zeeheks. Zelfs een miljardair is niet onkwetsbaar. Ik heb twee atoomwapens aan de westpoot van de Zeeheks bevestigd.’ Hij greep in een van zijn zakken en toonde een zwart peervormig doosje. ‘De draadloze bediening voor De ontsteking. U ziet waarschijnlijk die kleine schakelaar hier wel. Die wordt verondersteld goed te zijn voor negentig minuten, maar ik heb daarvan al veertig minuten voorbij laten gaan. Vijftig minuten en poef! de Zeeheks, u, Lord Worth en iedereen aan boord zal in rook opgaan. Niemand zal ook maar een flintertje vinden, dat verzeker ik u.’ ‘Bedoel je dat je van plan bent om al mijn onschuldige mensen hier aan boord van liet eiland te doden? Je bent volledig je verstand kwijt, Cronkite. Je bent stapelgek.’ ‘Ik ben helemaal niet gek. Ik kan geen getuige achterlaten die ons kan identificeren. Vervolgens vernietigen we twee van de helikopters, stellen je boorkraan buiten werking, vernietigen je radiohut en dan verdwijnen we met De twee overgebleven helikopters. Je kunt natuurlijk overwegen om in de Golf te springen, maar de kans dat je dat overleeft is ongeveer even groot als die van een zelfmoordenaar die van de Golden-Gatebrug afspringt.’ Mitchell gaf Marina een wenk. Ze zei met zwakke stem: ‘Mag ik even naar het toilet?’ Cronkite was de jovialiteit zelve. ‘Vanzelf. Maar wel snel.’ Vijftien seconden later gingen de deklichten uit. Het was Mitchell, met zijn uitzonderlijk vermogen om in het donker te kunnen zien, die De hoek van het vernielde gebouw om rende, de twee Schmeissers vond - hij liet de granaten liggen waar ze waren - terug rende, er een in Larsens handen wierp. Twaalf seconden waren verstreken, maar in acht seconden kunnen twee mannen met semi-automatische geweren een buitengewoon grote slachting aanrichten. Larsen vuurde in den blinde, maar Mitchell kon zien en koos zijn doelen uit. Ze werden geholpen door dokter Greenshaw, die op goed geluk kwistig met handgranaten stond te strooien. Hij richtte meer schade aan aan het reeds verwoeste verblijf, maar raakte geen mens. De lichten gingen weer aan. Er waren nog zeven man in leven - Cronkite, Mulhooney, Easton, Gregson en drie van zijn mannen. Tegen deze zeven zei Mitchell: ‘Laat je wapens vallen.’ Hoe ontredderd en verbijsterd de overlevenden ook waren, er resteerde hun nog voldoende inzicht om onmiddellijk te gehoorzamen. Marina kwam weer terug en werd prompt ziek op een zeer ondamesachtige wijze. Mitchell legde zijn Schmeisser neer en stapte op Cronkite af. ‘Geef me dat ontstekingsapparaat.’ Cronkite haalde het langzaam uit zijn zak, draaide plotseling de schakelaar om en hief zijn arm op om het overboord te gooien. Dat zou niets minder dan de vernietiging van de Zeeheks hebben betekend. Cronkite schreeuwde het uit van pijn toen de kogel uit de.38 zijn rechter elleboog verbrijzelde. Mitchell ving de ontsteker op, nog voor deze het dek had bereikt. Hij zei tegen Larsen: ‘Zijn er twee absoluut veilige plaatsen zonder ramen en met stalen deuren, die afdoende gesloten kunnen worden zonder dat er ook maar een enkele kans bestaat dat ze van binnenuit geopend kunnen worden?’ ‘Die heb ik. Zo veilig als de kluizen van Fort Knox. Deze kant op.’ ‘Fouilleer ze, en fouilleer ze grondig. Overtuig je ervan dat ze zelfs geen pennenmesje achterhouden.’ Larsen fouilleerde. ‘Zelfs geen pennenmesje meer.’ Hij bracht hen naar een met staal versterkt celachtig bouwsel, en hij en Mitchell voerden de gevangenen naar binnen. Ondanks zijn pijn zei Cronkite: ‘In godsnaam, je gaat ons hier toch niet achterlaten?’ ‘Precies zoals jij ons hier wilde achterlaten.’ Mitchell zweeg even en zei toen verzachtend: ‘Zoals je zelf al zei, je voelt er niets van.’ Hij deed de deur dicht, draaide de sleutel tweemaal rond en stopte de sleutel in zijn zak. Hij vroeg aan Larsen: ‘Waar is die andere cel?’ ‘Hier.’ ‘Dat is waanzin!’ Lord Worth schreeuwde dit bijna uit. ‘De Zeeheks is nu veilig. Waarom zou je haar in godsnaam vernietigen?’ Mitchell negeerde hem. Hij keek naar de tijdafstelling op de ontsteker. ‘We hebben nog negenentwintig minuten. We kunnen beter voortmaken.’ Hij legde het apparaat op De vloer van de cel, sloot De deur en slingerde de sleutel ver weg de Oceaan in. ‘Haal de mannen uit het verblijf voor de westerlingen, bevrijd de mensen in de registratie-, de radar-, sonar- en radiohut en overtuig je ervan dat alle helikopterpiloten klaar zijn.’ Hij keek op zijn horloge. ‘Nog vijfentwintig minuten.’ Iedereen zette zich met een verbazende bereidwilligheid in beweging, behalve Lord Worth, die als aan de grond genageld bleef staan met een verbijsterde uitdrukking op zijn gezicht. Larsen zei: ‘Is al die waanzinnige haast nou nodig?’ Mitchell zei vriendelijk: ‘Hoe weten we dat de afstelling van die ontsteking precies is?’ De waanzinnige haast werd verdubbeld. Dertien minuten voor de tijdslimiet steeg de laatste helikopter op en vloog in zuidelijke richting. De eerste die op het heliplatform van de Roamer landde had Mitchell, Larsen, Lord Worth en zijn dochter, tezamen met de dokter en een aantal leden van het boorpersoneel aan boord, terwijl de andere helikopters nog boven het schip bleven rondcirkelen. Ze waren nog maar op veertien mijl ten zuiden van de Zeeheks, want verder was de Roamer op dat moment nog niet gekomen, maar Mitchell nam aan dat de veiligheidsmarge meer dan voldoende was. Hij sprak met Conde, die hem verzekerde, dat ieder schip en elk vliegtuig gewaarschuwd was om zo ver mogelijk van de gevarenzone verwijderd te blijven. Toen de Zeeheks de lucht in ging, exact volgens de vastgestelde tijd, gebeurde dat met een dusdanige spectaculaire uitwerking, dat zelfs de meest demonische figuur tevreden zou zijn gesteld. Er vormde zich zelfs een paddenstoel, zoals deze bij het grote publiek bekend was van de foto’s van explosies van de gewone megatonatoombommen. Zeventien seconden later hoorden de opvarenden van de Roamer de daverende ontploffing en korte tijd later bewogen een reeks kleine maar onschadelijke vloedgolven de Roamer, maar niet verontrustend. Nadat Mitchell Conde opdracht had gegeven het nieuws uit te zenden naar alle vaar- en vliegtuigen, keerde hij zich om en vond een onderkoelde Marina tegenover zich. ‘Geweldig hoor. Je hebt De Zeeheks van mijn vader vernietigd.’ ‘Och gut, wat doen we weer boos. Ja, ik vind het een zeer bevredigende oplossing, ook al moet ik dat dan zelf zeggen omdat niemand anders dat schijnt te willen doen.’ ‘Waarom? Waarom? Waarom?’
***
‘Iedere man die daar stierf was een moordenaar, sommigen massamoordenaars. Ze waren misschien gevlucht naar landen die geen uitleveringsverdrag met de Verenigde Staten hebben. En zelfs als ze wel gepakt zouden worden, dan zou hun zaak zich jarenlang blijven voortslepen. Het zou erg moeilijk zijn om met bewijzen te komen. En, uiteraard, voorwaardelijk vrij na een paar jaar. Zoals het nu is afgelopen, weten we dat ze nooit meer iemand zullen vermoorden! ‘En was dat het verlies van mijn vaders trots en vreugde waard?’’ ‘Luister nou eens, trutje. Mijn aanstaande schoonvader is…’ ‘Dat wordt hij nooit.’ ‘Goed dan. Die ouwe sok is een even grote schurk als al die anderen. Hij verbond zich met en huurde voor dodelijke doeleinden bekend en overtuigde misdadigers. Hij brak in bij twee wapendepots van de overheid en zette die uitrusting vast op de Zeeheks. Als de Zeeheks was blijven bestaan dan zou binnen het uur de FBI aan boord zijn geweest. Hij zou op zijn minst zo’n vijftien a twintig jaar gevangenisstraf hebben gekregen en hij zou waarschijnlijk in de gevangenis zijn gestorven.’ Haar ogen stonden wijd open, deels uit vrees, deels ook met instemming. ‘Maar nu ligt zelfs het geringste stukje bewijs verpulverd op De bodem van de Golf van Mexico. En misschien hangt er ook nog wat van rond in een radioactieve wolk, maar dat is niet belangrijk. Er is geen bewijsje meer tegen hem te vinden.’ ‘Is dat de werkelijke reden waarom je de Zeeheks hebt opgeblazen?’ ‘Waarom zou ik iets toegeven tegenover een ex-verloofde?’ ‘Mevrouw Michael Mitchell.’ Ze keek peinzend. ‘Er zijn er, die met een nóg slechtere naam door het leven gaan