5
Het middengedeelte van de Gouden Poort-brug kreeg zeer snel het aanzien van een klein, zich uitbreidend stadje, nog ontzettend rommelig zoals die opbloeiende gehuchten soms wel zijn, maar niettemin bezield met een vitaliteit, een koortsachtige rusteloosheid die veel goeds voorspelde voor zijn expansieve toekomst. Het feit dat alle bouwsels op wielen stonden en dat alle dorpsoudsten, in plechtige vergadering bijeen, onberispelijk waren gekleed en overduidelijk geen enkele dag in hun leven zware fysieke arbeid hadden verricht, deed weinig af aan de eigenaardige indruk dat hier de pioniers bezig waren om de grenzen van de wildernis terug te dringen. Er stonden drie bussen en drie politiewagens - de derde had zo juist Hendrix, Milton en Quarry gebracht. Er stonden twee grote voertuigen met matglazen ramen die het opschrift 'Toiletten' droegen: beschilderd met rode en gele strepen en geleend van een rondreizend circus dat tijdelijk in de stad verbleef. Er stond een ambulance, die Branson had laten komen voor doeleinden die hijzelf het beste kende, een grote wagen met een toonbank aan de zijkant die warme maaltijden had verstrekt, een enorme televisiecamera-truck, waarvan de generator bijna honderd meter verderop was neergezet, en ten slotte een bestelwagen die dekens en kussens uitlaadde om voor de nieuwe kolonisten de ongemakken van hun eerste nacht te verlichten. En uiteraard waren er de uit de toon vallende, zelfs ontnuchterende zaken. De helikopters, het luchtafweergeschut met lichtspoormunitie, de patrouillerende gewapende mannen, de mensen van de genie die op een afstand aan beide zijden druk bezig waren om stalen versperringen aan te brengen - dit alles gaf een verontrustende indruk van komend geweld. En toch leek het allemaal niet zo vreemd; de omstandigheden waren zo bizar, dat het normale eerder volkomen misplaatst geschenen zou hebben. De onwerkelijkheid van dit alles, vergeleken met de wereld erbuiten, had zijn eigen vreemde realiteit op dit speciale punt in lijd en plaats. En voor degenen die aan het toneel deelnamen, was de werkelijkheid van hun situatie maar al te vanzelfsprekend Niemand glimlachte. De camera's waren opgesteld, de gijzelaars zaten op hun plaats, evenals de drie zo juist aangekomen mannen en, achter hen op de tweede rij, zaten de journalisten. De fotografen hadden posities ingenomen die hun het best uitkwamen, geen van hen was verder dan een paar passen verwijderd van een gewapende wacht. Tegen over hen zat, helemaal alleen, Branson. Dicht bij hem op de grond lag een vreemd voorwerp, een stuk zwaar zeildoek waarin kegelvormige voorwerpen verpakt waren; ernaast stond een zware metalen kist, waarvan het deksel gesloten was. 'Ik zal u niet nodeloos ophouden, heren,' zei Branson. Het was onmogelijk te zeggen of hij al dan niet genoot van zijn ogenblik van glorie, van de wetenschap dat enkelen van de machtigste mannen ter wereld aan zijn genade waren overgeleverd en van hel bewustzijn dat zo'n honderdmiljoen mensen naar hem keken en luisterden. Hij was kalm, ontspannen, ontstellend zeker van en vertrouwend op zichzelf, maar hij toonde geen andere zichtbare emotie. 'U zult zich hebben afgevraagd waarom wij allemaal hier zijn en waarom ik hier ben.' 'Dezelfde reden waarom ik hier ben, neem ik aan,' zei Quarry. 'Precies.' 'U zult moeten bedenken dat ik, in tegenstelling tot u, niet boven de wet sta. De uiteindelijke beslissing ligt niet bij mij.' 'Dat begrijp ik.' Branson had de leider van een of ander beschaafd studiegroepje aan een universiteit kunnen zijn. 'Dat komt latei wel. Het belangrijkste eerst, vindt u ook niet, meneer Quarry?' 'Geld.' 'Geld.' 'Hoeveel?' Quarry had geen moeite gehad om zijn reputatie van ontstellende directheid te verdienen. 'Een ogenblikje, meneer de minister.' De President had zijn zwakheden, net als de tweehonderdmiljoen mensen voor wie hij het gekozen staatshoofd was, en hoog op de lijst stond een bijna pathologische afkeer om naar het tweede plan verwezen te worden. 'Waar wil je dat geld voor hebben, Branson?' 'Wat doet dat ertoe - aangenomen dan dat het uw zaken zijn?' 'Het zijn mijn zaken. Ik moet hier categorisch verklaren dat als je het wilt hebben voor revolutionaire activiteiten, voor welke kwalijke praktijken dan ook, en vooral voor anti-Amerikaanse activiteiten - wel, dan verklaar ik hier en nu dat je dan mijn lichaam eerst kunt krijgen. Wie ben ik vergeleken bij Amerika?' Branson knikte goedkeurend. 'Krachtige taal, meneer de President, vooral als we in aanmerking nemen dat u degenen die uw speeches opstellen, niet bij u hebt. Ik beluister hierin de stem van onze verre voorvaderen en het klaroengeschal van het geweten dat zo diep in het Amerikaanse volk geworteld is. Die goeie ouwe partij1 zal dat zeer op prijs stellen, dat moet nog eens twee miljoen stemmen waard zijn komende november. Nog afgezien van het feit echter, dat u geen woord meent van wat u zegt, kan ik u geruststellen dat dit geld nodig is voor zuiver a-politieke doeleinden. Om precies te zijn, het is bestemd voor een privé-onder-neming. Branson Enterprises, Inc. Voor mij.' De President was geen man die gemakkelijk uit het veld te slaan was - anders zou hij geen president geweest zijn. 'Je hebt net het woord geweten genoemd. Heb je geen geweten?' 'Ik weet het eerlijk niet,' zei Branson openhartig. 'Wanneer het om geld gaat, nee. De meesten van de echt rijke mensen in de wereld zijn moreel kreupel, fundamenteel typen met een criminele inslag die een façade van valse legaliteit weten te handhaven met behulp van gehuurde juristen die moreel even kreupel zijn als zijzelf.' Branson leek na te denken. 'Multimiljonairs, politici, juristen - wie van hen bevindt zich het verst buiten de morele grenzen? Maar geeft u daar geen antwoord op - ik zou u misschien onbedoeld in een netelige positie plaatsen. We zijn allemaal schurken, of dat nu onder een huichelachtig deklaagje van wettigheid is of buiten in het volle daglicht, zoals ik. Ik wil alleen heel vlug wat los geld en ik vind dat dit een even goede manier is om het te krijgen als welke andere ook.' Ouarry zei: 'We erkennen dat u een eerlijke dief bent. Laten we tot zaken komen.' 'Mijn redelijke eisen?' 'Precies, meneer Branson.' Branson wierp een onderzoekende blik op de Arabische oliebaronnen - nu zonder Iman die in het ziekenhuis lag - en de President: 'Voor dit stel, levend, in prima conditie en geen gesjacher over pennies - driehonderd miljoen dollar. Dat is een drie, gevolgd door acht nullen.' Voor de vele miljoenen kijkers over heel Amerika was het onmiddellijk duidelijk dat er een geluidsstoring was. De stilte werd echter meer dan gecompenseerd door de grote en interessante verscheidenheid van gelaatsuitdrukkingen die op de gezichten van degenen die op het scherm verschenen, geregistreerd werd en die de gehele scala doorliep van uiterste verontwaardiging via volledig onbegrip en volkomen ongeloof tot totale shock: in die enkele onvergankelijke ogenblikken zou geluid in feite een onvergeeflijke inbreuk zijn geweest. Zoals men had kunnen voorspellen was de minister van Financiën, gezien het feit dat hij gewend was met cijfers met een groot aantal nullen om te gaan, de eerste die zich herstelde. 'Zei u wat ik dacht dat ik u hoorde zeggen?' 'Drie nul nul, punt, nul nul nul, punt, nul nul nul. Als u me een schoolbord geeft en een pijpje krijt zal ik het voor u opschrijven.' 'Belachelijk! Krankzinnig! De man is gek, gek, gek!' De President, wiens nu donkerrode gelaatskleur goed uitkwam op de kleurentelevisie, balde zijn vuist en keek vergeefs rond naar een tafel om hem op te laten neerdreunen. 'Je weet welke straf hierop staat. Branson - kidnapping, chantage, afpersing onder bedreiging, op een schaal -' 'Een schaal die zijn weerga niet heeft in de annalen van de misdaad?' 'Ja. Op een schaal die - genoeg! Voor verraad kan de doodstraf geëist worden - en dit is hoogverraad - en al zou het het laatste zijn wat ik doe -' 'Dat kan ieder ogenblik het geval zijn. U kunt ervan verzekerd zijn, meneer de President, dat u er niet zult zijn om op de knop te drukken. U kunt me maar beter geloven.' Hij haalde zijn pistool te voorschijn. 'Hoe zou u het vinden, als ik u, als bewijs van mijn bedoelingen, voor de ogen van zo'n honderd miljoen kijkers, door uw knieschijf zou schieten? Dan zou u die stok van u echt nodig hebben. Het is iets dat mij totaal koud laat.' In zijn stem klonk een huiveringwekkende onverschilligheid die veel overtuigender werkte dan de woorden zelf. De President opende zijn vuist; hij scheen niet zozeer in zijn stoel terug te zinken als wel kleiner te worden. Zijn gelaat kreeg een grauwe tint. 'Jullie moeten eens leren in 't groot te denken,' ging Branson verder. 'Dit zijn de Verenigde Staten van Amerika, het rijkste land ter wereld, geen bananenrepubliek . Wat zijn driehonderd miljoen dollar? Een paar Polaris-onderzeeërs? Een uiterst kleine fractie van wat het kost om een man naar de maan te sturen? Een fractie van één procent van het bruto nationale produkt? Als ik één druppel uit de Amerikaanse emmer neem, wie zal dat missen - maar als ik die druppel niet mag nemen, zullen heel wat mensen u en uw Arabische vrienden moeten missen, meneer de President. En bedenkt u eens wat u zult verliezen, u en Amerika. Tien keer zoveel, honderd keer zoveel? Om te beginnen zal de overeenkomst voor de San Rafael raffinaderij niet doorgaan. Uw hoop om een zeer fortuinlijke natie te worden die olie krijgt tegen de allerlaagste prijzen zal voorgoed vervlogen zijn. En als hunne Hoogheden niet terugkeren naar hun eigen land, is het zelfs zeker dat Amerika onder een totaal olie-embargo geplaatst zal worden, wat zo'n enorme crisis in het land zou veroorzaken, dat daarbij vergeleken 1929 op een zondagmiddagpicknick zou lijken.' Hij keek Hansen, de energie-tsaar, aan. 'Bent u het daarmee eens, meneer Hansen?' Het was duidelijk dat wel het laatste dat Hansen wilde, was om het met iemand eens te zijn. Zijn nerveuze tics namen in snel tempo de proporties van een sint-vitusdans aan. Terwijl hij rukkende bewegingen maakte met zijn hoofd, keek hij rond voor bijstand in zijn moeilijkheden. Hij slikte, kuchte en keek smekend naar de President, en hij scheen bijna op het punt om in te storten, toen de minister van Financiën hem te hulp kwam. Quarry zei: 'Zo zou ik de toekomst ook voorspellen.' 'Dank u.' De Koning hief zijn hand op. 'Als ik iets mag opmerken?' De Koning was een man van een heel ander kaliber dan de President. Als iemand die een flink aantal van zijn naaste verwanten moest verwijderen, en in de meeste gevallen permanent, teneinde zijn kroon te krijgen, was de hardheid en wisselvalligheid van het leven voor hem nauwelijks een nieuwe ervaring: hij had zijn hele leven met gewelddadigheid geleefd en zou er waarschijnlijk mee - of door - sterven. 'Natuurlijk.' 'Alleen blinden sluiten hun ogen voor de realiteit. Ik ben niet blind. De President zal betalen.' De President had geen commentaar op dit edelmoedige aanbod: hij staarde omlaag naar de weg, zoals een waarzegger die in zijn kristallen bol staart en zijn cliënt niet wil zeggen wat hij daar ziet. 'Dank u, Hoogheid.' 'U zult natuurlijk later opgespoord en gedood worden, waar ter wereld u zich ook zult proberen te verbergen. Zelfs als u me nu zou doden, is uw dood al even zeker als het feit dat de zon mor gen weer opkomt.' Branson bleef onverschillig. 'Zolang ik u heb, Hoogheid, maak ik me in dat opzicht geen zorgen. Ik stel me zo voor dat als een van uw onderdanen uw leven maar in gevaar bracht, laat staan als hij verantwoordelijk zou zijn voor het feit dat u het verloor, hij overhaast in het paradijs zou terechtkomen - als koningsmoordenaars naar het paradijs gaan, wat volgens mij niet toegestaan moest zijn. En ik kan me nauwelijks voorstellen dat u het type man bent om nu naar de rand van de brug te lopen en erover te springen, om de gelovigen aan te sporen mij met hun lange messen te achtervolgen.' 'Juist, ja.' De overschaduwde ogen knipperden niet. 'En als ik nu eens niet de soort persoon was die u denkt dat ik ben?' 'Als u zou springen - of dat zou proberen?' Weer de huivering wekkende onverschilligheid. 'Waarom denkt u dat ik een dokter en een ambulance hier heb? Van Effen, als iemand zo dwaas is om er tussenuit te knijpen - wat zijn dan je instructies?' Van Effens onverschillige toon deed voor de zijne niet onder. 'Zijn voet eraf schieten met mijn machinepistool. De dokter lapt hem wel weer op.' 'Het is zelfs mogelijk dat we u in dat geval een kunstvoet zouden verstrekken. U hebt dood geen enkele waarde voor me, Hoogheid.' De overschaduwde ogen hadden zich gesloten. 'Wel, het bedrag van de losprijs? Zijn we het daarover eens? Niemand die bezwaren heeft? Prachtig. Dat is dan het begin.' 'Het begin?' Het was generaal Cartland die sprak en men kon in zijn ogen het vuurpeloton bijna weerspiegeld zien. 'Het begin, ja. Er komt nog meer. Nog tweehonderd miljoen dollar. Die wil ik hebben voor de Gouden Poort-brug.' Deze keer duurde de shocktoestand niet zo lang; er is een grens aan wat de menselijke geest kan incasseren. De President sloeg zijn ogen op van de diepte van de bodemloze put die hij net had onderzocht; hij zei dof: 'Tweehonderd miljoen dollar voor de Gouden Poort-brug?' 'Het is een koopje. Tegen die prijs praktisch een weggevertje. Want het heeft maar veertig miljoen gekost om hem te bouwen en de vraagprijs van tweehonderd miljoen dekt precies de vijfvoudige inflatie over de afgelopen veertig jaar. Maar afgezien van het geld, denk eens aan de enorme kosten als hij opnieuw gebouwd moet worden. Denk aan het lawaai, het stof, de milieuverontreiniging, de ontwrichting van het hele stadsverkeer, wanneer al die duizenden tonnen staal aangevoerd moeten worden, aan de toeristen die met tienduizenden weg zullen blijven, wat fnuikend zal zijn voor de economie van de stad. Hoe mooi San Francisco ook is, zonder de Gouden Poort-brug zou het een Mona Lisa zonder glimlach zijn. Denk eens - en dat is voor een periode van op zijn minst een jaar, misschien twee - aan al die automobilisten uit Marin County die de stad niet zouden kunnen bereiken - het is een zeer lange omweg via de San Rafael-brug -of, wat dat betreft, de automobilisten uit de stad die niet naar Marin County zouden kunnen. Iedereen zou met onoverkomelijke moeilijkheden te kampen krijgen, behalve de eigenaars van de veerbootmaatschappijen: die zouden miljonair worden, en wie ben ik om het de ondernemer te misgunnen dat hij een eerlijke dollar verdient? Tweehonderd miljoen dollar? Filantropie, dat is het.' Quarry, de man die gewend was te denken in rijtjes nullen, zei: 'Als we niet toegeven aan deze monsterlijke eis, wat ben je dan van plan te doen met de brug? Hem weghalen en ergens verpanden?' 'Dan blaas ik hem op. Een val van zestig meter, dat moet de machtigste vertoning zijn die de Westkust ooit gezien heeft.' 'Opblazen! De Gouden Poort-brug opblazen!' Burgemeester Avieto, wiens normale kookpunt net boven het vriespunt lag, was opgestaan, zijn gezicht vertrokken in onbeheerste woede, en had zich op Branson geworpen voordat iemand zich realiseerde wat er gebeurde, en zeker voordat Branson zich dat realiseerde. In miljoenen en miljoenen Amerikaanse huizen zag men hoe Branson achteruit van zijn stoel werd geslagen, waarbij zijn hoofd met een klap tegen de weg sloeg, terwijl Avieto, met zijn volle tweehonderd pond, hem omlaag volgde en hem met waanzinnige woede in het gezicht sloeg. Van Effen stapte naar voren en liet de kolf van zijn machinepistool op Avieto's nek neerdalen. Hij draaide zich meteen met een zwaai om, om de zittende mannen met zijn wapen in bedwang te houden, maar die voorzorg was overbodig, niemand toonde enige neiging Avieto's voorbeeld te volgen. Het duurde volle twintig seconden voor Branson overeind kon gaan zitten, en dan nog erg onvast. Hij nam een stuk verbandgaas aan en depte er zijn gescheurde lip en hevig bloedende neus mee. Hij keek naar Avieto, toen naar de dokter. 'Hoe staat het met hem?' De dokter stelde een kort onderzoek in. 'Dat komt wel goed. Hij heeft zelfs geen hersenschudding.' De dokter blikte zonder veel enthousiasme naar Van Effen. 'Uw vriend schijnt die dingen tot op een haar te kunnen beoordelen.' 'Oefening,' verklaarde Branson met dikke tong. Hij pakte een ander stuk verbandgaas aan in plaats van het reeds met bloed verzadigde stuk en kwam onvast overeind. 'Burgemeester Avieto kent zijn eigen kracht niet.' Van Effen zei: 'Wat zal ik met hem doen?' 'Laat hem maar. Het is zijn stad, zijn brug. Mijn fout - ik heb op de droom van een man getrapt.' Hij keek nadenkend naar Avieto. 'Ik geloof toch dat je hem beter de handboeien aan kunt doen - achter zijn rug. De volgende keer zou hij mijn hoofd wel eens van mijn schouders kunnen slaan.' Generaal Cartland stond op en liep op Branson toe. Van Effen hief zijn pistool waarschuwend op, maar Cartland negeerde hem Hij zei tegen Branson: 'Ben je in staat om te praten?' 'Ik ben in ieder geval in staat om te luisteren. Hij heeft mijn oren niet geraakt.' 'Ik mag dan stafchef zijn, maar van huis uit ben ik genie-officier. Dat wil zeggen dat ik verstand heb van explosieven. Je kunt de brug niet opblazen en dat zou je moeten weten. Je zou een wagon lading springstof nodig hebben om die torens om te krijgen. Ik zie nergens een wagonlading springstof.' 'Dat hebben we niet nodig.' Hij wees naar het dikke pak zeildoek met de kegelvormige bobbels erin. 'U bent de expert.' Cartland keek naar het pak, toen naar Branson, toen naar de toeschouwers, toen weer naar het pak zeildoek. Branson zei: 'Als u het ze eens vertelde? Mijn mond doet pijn, hoe dat komt, weet ik ook niet.' Cartland wierp een lange blik op de massieve torens en op de kabels die eraan hingen. Hij zei tegen Branson: 'Heb je geëxperimenteerd?' Branson knikte. 'Met succes - anders zou je hier niet zijn?' Branson knikte weer. Bijna met tegenzin wendde Cartland zich om naar de zittende gijzelaars en journalisten. 'Ik heb me vergist. Ik vrees dat Branson de brug inderdaad kan vernietigen. Die kegels die u in dat pak zeildoek ziet, bevatten een paar conventionele explosieven - tnt amatol, in ieder geval iets van het vereiste poeder. Die kegels worden "bijenkorven" genoemd, en vanwege hun kegelvormige onderste gedeelte zijn ze bedoeld om op z'n minst 80 procent van hun explosieve kracht naar binnen te richten. Het idee is, neem ik aan, om één van die pakken zeildoek met honderd keer het gewicht van wat er ook voor zware springstof inzit, om een van de kabels te wikkelen, waarschijnlijk bovenaan, dicht bij de top van een toren.' Hij keek weer naar Branson. 'Ik veronderstel dat je vier van die dingen hebt.' Branson knikte. 'En bedoeld om tegelijkertijd te ontploffen.' Hij wendde zich weer tot de anderen. 'Ik vrees dat het waar is. Alles komt omlaag.' Er was een kort stilzwijgen, dat erg veel spanning veroorzaakt moet hebben bij de televisiekijkers, een stilzwijgen dat veroorzaakt werd door het feit dat Branson zich begrijpelijkerwijs niet bepaald in staat voelde om te praten en de anderen niet veel konden bedenken om te zeggen. Cartland zei ten slotte: 'Hoe kun je er zeker van zijn dat ze allemaal tegelijk ontploffen?' 'Heel eenvoudig. Een radiogolf die een elektrische cel activeert, die cel brandt de draad door in een knalkwik-detonator. Het slaghoedje ontploft en de bijenkorf ontploft. Eén is voldoende. De andere gaan de lucht in door gelijktijdige detonatie.' Quarry zei moeizaam: 'Ik neem aan dat dat al uw eisen zijn?' 'Niet helemaal.' Branson hief zijn hand op in een verontschuldigend gebaar. 'Maar het is alleen nog een kleinigheid.' 'Je vraagt je wel af wat u als een kleinigheid beschouwt.' 'Een kwart miljoen dollar.' 'Verbazingwekkend. Volgens uw maatstaven gerekend een zandkorrel. En waar mag dat voor zijn?' 'Mijn onkosten.' 'Onkosten?' Quarry haalde twee keer diep adem. 'Mijn God, Branson, jij bent een gokker die alle gokkers op de fles helpt.' 'Ik ben eraan gewend dat de mensen me uitschelden.' Hij haalde zijn schouders op. 'Ik trek me niet zo gauw meer iets aan en je leert wel het te nemen zoals 't valt. Nou, wat de betaling betreft -u bent toch van plan te betalen, niet?' Niemand zei of ze van plan waren te betalen of niet. 'Ik moet regelingen treffen met een vriend in New York, die vrienden heeft bij bepaalde Europese banken.' Hij keek op zijn horloge. 'Het is nu twaalf uur, dus is het acht of negen uur in Midden-Europa, en alle goede Midden-Europese bankiers gaan precies om zes uur naar huis. Dus zou ik zeer erkentelijk zijn als u me morgenochtend om zeven uur uw beslissing liet weten.' Quarry zei voorzichtig: 'Wat voor beslissing?' 'Wat betreft de beschikbaarheid van het geld en de vorm waarin het uitbetaald wordt. Niet dat het me erg veel kan schelen wat voor geld het is, ik accepteer alles, van Euro-dollars tot aandelen in zorgvuldig geselecteerde buitenlandse fondsen. Voor u moet het toch bepaald geen groot probleem zijn om zulke zaakjes met een zekere mate van discretie te regelen - getuige bijvoorbeeld de honderdenmiljoenen dollars die u in organisaties als de CIA gestopt hebt voor ondermijnende activiteiten overzee, zonder dat de arme belastingbetaler er ook maar iets van gewaarwerd. Een kinderlijk eenvoudige routinehandeling voor uw ministerie. Niet dat het me iets kan schelen of dat geld achterhaald kan worden of niet, zolang het maar inwisselbaar is. 'Wanneer mijn Newyorkse vriend ons heeft bericht dat al het geld aangekomen is op de diverse bestemmingen - en dat hoeft niet meer dan nog eens vierentwintig uur in beslag te nemen, laten we zeggen tot 12 uur 's middags van dezelfde dag - zullen we afscheid van u nemen. Onze gijzelaars zullen ons natuurlijk vergezellen.' 'En waar breng je ons heen?' wilde Cartland weten. 'U neem ik nergens mee naar toe. De strijdkrachten beschouwen u misschien als onvervangbaar, maar voor mij bent u als onderhandelingsobject van nul en generlei waarde. Bovendien bent u de enige man hier die mogelijk last zou kunnen veroorzaken. U bent niet alleen een man van actie, maar u bent ook veel te mager -geef mij maar mannen om me heen die dik zijn en wat daar zo bij hoort! De President en zijn drie overgebleven olievrienden. Het kan geen kwaad u te vertellen dat ik een vriend heb in het Caribische gebied die president is van een eiland dat geen uitleveringsverdrag heeft met de Verenigde Staten en dat ook nooit zal hebben. Hij is bereid ons op te nemen, logies met ontbijt, voor een miljoen dollar per nacht.' Niemand had hierop iets te zeggen. Beoordeeld naar de geldsommen die Branson zo pas nog in het rond gestrooid had, leek het geen onredelijk bedrag. 'Er is nog één punt,' zei Branson. 'Ik heb nog niet gezegd dat er vanaf twaalf uur de dag daarop - dus overmorgen - een boetebepaling van kracht zal zijn, een groeiende boete zou je het kunnen noemen, voor ieder uur vertraging in het deponeren van het geld. Twee miljoen dollar per uur.' 'U kent uw tijd wel een zekere waarde toe, nietwaar, meneer Branson?' zei Quarry. 'Als ik dat niet doe, wie zal het dan doen? Zijn er misschien nog meer vragen?' 'Ja,' zei Cartland. 'Hoe stel je je voor om naar dat paradijselijke eiland van je te komen?' 'Per vliegtuig. Hoe anders? Een vlucht van tien minuten in onze helikopters naar de internationale luchthaven en daar stappen we in ons vliegtuig.' 'Heb je dit allemaal al geregeld? Heb je een vliegtuig klaarstaan?' 'Och, ze weten nog niet dat ze klaarstaan, maar dat komen ze gauw genoeg te weten.' 'Wat voor vliegtuig?' 'Ik geloof dat u het Luchtmachtvliegtuig 1 noemt.' Zelfs Cartland rolde uit zijn gebruikelijke terughoudendheid. 'Je bedoelt dat je de presidentiële Boeing wilt kapen?' 'Wees redelijk, generaal. U kunt toch zeker niet van uw President verwachten dat hij zich naar het Caribische gebied laat transporteren in een aftandse DC3? Het is de enige logische manier om wereldleiders te vervoeren die gewend zijn aan het meest verfijnde in luxe vervoer. We zullen ze de nieuwste films laten zien. Hoe kort hun tijdelijke insluiting ook is, we zullen het ze zo comfortabel mogelijk maken. Misschien kunnen we zelfs nog wat nieuwe films krijgen, wanneer we ze terugvliegen naar de Verenigde Staten.' 'We?' zei Cartland voorzichtig. 'Mijn vrienden en ik. Ik vind het alleen maar juist - nee, meer dan dat, onze dure plicht - dat we zorgen dat ze heelhuids terugkomen. Hoe een beetje gevoelig mens ertegen kan om in die monstruositeit te leven die ze het Witte Huis noemen, weet ik niet, maar ten slotte is je thuis je thuis.' Milton drukte zich even zorgvuldig uit. 'U bedoelt dat u weer voet op Amerikaanse bodem zult zetten?' 'Mijn eigen geboorteland. Waarom zou ik niet? U stelt me teleur, meneer Milton.' 'O ja?' 'Jazeker. Naast het Hooggerechtshof en de procureur-generaal zou ik gedacht hebben dat de minister van Buitenlandse Zaken evenveel zou weten over onze wetten en constitutie als ieder ander in het land.' Er viel een stilte. Branson keek in het rond, maar het bleef stil, dus richtte hij zich weer tot de minister. 'Of kent u het gedeelte niet, waarin staat dat iemand aan wie door de staat volledige gratie is verleend voor welke misdaad dan ook, of hij nu werkelijk is begaan of dat iemand er alleen van beschuldigd werd, nooit meer dezelfde aanklacht ten laste gelegd kan worden?' Het duurde op zijn minst tien seconden voor volledig tot hen doordrong wat dit impliceerde, en het was op dat ogenblik dat de Potomac, in de persoon van de President van de Verenigde Staten, buiten haar oevers trad. Het was ook op dat ogenblik dat de President tweemaal het aantal eventuele stemmen verloor die hij misschien had gekregen na zijn eerdere verklaring dat hij zichzelf voor Amerika zou opofferen. Er kon hem nauwelijks een verwijt worden gemaakt. Sommige politici mogen misschien sluw zijn en anderen dikhuidig, maar nooit had de President met zulke buitensporige brutaliteit te maken gehad. Zelfs presidenten kan soms vergeven worden dat ze zich in de beslotenheid van hun eigen huis soms van aardse uitdrukkingen bedienen, maar gewoonlijk onthouden ze zich van dergelijk taalgebruik wanneer ze zich tot het kiezersvolk richten. Maar voor het ogenblik was de President totaal vergeten dat hij zich inderdaad tot het kiezersvolk richtte: hij wendde zich tot een onverschillige toekijkende hemel om rechtvaardigheid. En naar die richting was zijn gepijnigd gelaat gewend zoals hij daar stond, met gebalde vuisten en uitgestrekte armen, terwijl zijn gezicht een vreemde purperen kleur had aangenomen. 'Een half miljard dollar naar de bliksem! En dan verdomme nog volledige gratie! Wel godallemachtig!' Hij wendde zijn blik van de wolkeloze hemel af en keerde al zijn razernij tegen Branson, die - zeer teleurstellend - niet door een bliksemstraal uit de hemel getroffen was. Branson mompelde tegen de dokter: 'Hebt u uw hartbewakingstoestel bij de hand?' 'Dit is niet grappig.' De President raakte nu goed op dreef. 'Vervloekte, krankzinnige, verdomde schoft Als je denkt -' Cartland kwam - wat te laat - naast hem staan, raakte zijn arm aan en fluisterde dringend: 'U bent op de televisie, meneer.' De President, midden in zijn krachttermen onderbroken, keek hem aan, kneep zijn ogen dicht toen de situatie plotseling tot hem doordrong, opende ze weer, keek recht in de camera en sprak die op gematigde toon toe: 'Als gekozen vertegenwoordiger en president van het Amerikaanse volk kan ik deze laaghartige afpersing, de intriges van deze door en door slechte en a-morele man niet dulden. Het Amerikaanse volk kan het niet dulden. De democratie kan het niet dulden. Wat er ook van moge komen, wij zullen dit kankergezwel in ons midden bestrijden -' 'Hoe?' vroeg Branson. 'Hoe?' De President deed een manmoedige poging om zijn bloeddruk onder controle te houden terwijl hij hierover nadacht, maar zijn volledige denkvermogen was nog niet teruggekeerd. 'Alle mogelijkheden van elk opsporingsbureau in onze Verenigde Staten, de totale sterkte van de strijdkrachten, de volledige majesteit van wet en orde, alles zal aangewend worden om -' 'U hoeft pas over zes maanden aan uw herverkiezing te denken. Hoe?' 'Wanneer ik overleg heb gepleegd met de leden van mijn kabinet-' 'Overleg plegen met iemand is er niet meer bij, tenzij ik toestemming geef. Volledige gratie. Zo niet, dan kan uw verblijf op dat tropische eiland onbeperkt verlengd worden. Het grootste deel van het eiland vertoont, zoals ik al zei, veel overeenkomst met het paradijs, maar er is een klein, voor dwangarbeiders bestemd gedeelte op het eiland, dat vrij nauwkeurig lijkt op wat het Duivelseiland eens was. De generalissimo moet ergens een plaats hebben voor zijn politieke dissidenten en hij trekt zich niet zo bijster veel van hen aan, de meesten van hen komen nooit meer te voorschijn. Het is een combinatie van hard werken, koortsen en verhongering. Ik kan me op de een of andere manier de Koning hier niet voorstellen met een houweel in zijn hand. U trouwens ook niet. En in plaats van door te wauwelen over de morele rechtschapenheid van de natie, zou u beter maar eens kunnen denken aan een mogelijke andere hachelijke positie waarin uw gasten hier verzeild kunnen raken. Het is geen geheim dat zowel de Koning als de Prins gevolmachtigde ministers en verwanten hebben die er gewoon naar snakken eens te zien hoe zij eruitzien op de troon. Als het verblijf van uw vrienden in het Caribische gebied al te zeer verlengd werd, moet je welhaast vermoeden dat ze noch een koninkrijk, noch een sjeikdom zullen hebben om naar terug te keren. U begrijpt natuurlijk dat de Amerikaanse opinie het onmogelijk voor u zou maken onderhandelingen te voeren met hun usurpators, te meer omdat u daar de schuld van zou krijgen. Beng! weg november. Beng! weg San Rafael. Dan krijgen we óf verdubbelde olieprijzen, óf een volledig embargo en in beide gevallen een desastreuze recessie. U zult het zelfs niet tot een voetnoot brengen in de geschiedenis. Als ze er ooit toe komen om een lijst op te stellen van de stompzinnigste en meest catastrofale nationale leiders van de geschiedenis, zult u op z'n best een goede kans maken om het Guinness recordboek te halen. Maar de geschiedenis zelf? Nee.' 'Ben je zowat klaar?' De woede van de President was blijkbaar verdwenen en hij had een merkwaardig soort berustende waardigheid gekregen. 'Voor het ogenblik wel.' Branson gebaarde naar de cameramensen van de televisie dat de voorstelling was afgelopen. 'Mag ik even overleggen met de Koning, de Prins, mijn collega's van de regering en het hoofd van politie?' 'Waarom niet? Vooral als het u helpt om vlugger tot een besluit te komen.' 'Onder vier ogen?' 'Zeker. In uw bus.' 'Zonder iemand anders erbij?' 'De wacht zal buiten blijven. Zoals u weet, is de bus geluiddicht. U kunt gerust zijn, dat beloof ik u.' Ze verwijderden zich en Branson bleef alleen achter. Hij gebaarde naar Chrysler, zijn telecommunicatie-expert. 'Staat het afluisterapparaat in de presidentiële bus aan?' 'Voortdurend.' 'Onze vrienden gaan daarbinnen een geheime bespreking op topniveau houden. Wil je misschien wat uitrusten in onze bus? Je zult wel moe zijn.' 'Erg moe, meneer Branson.' Chrysler begaf zich naar de achterste bus en ging op de plaats van de chauffeur zitten vóór de console. Hij maakte een verbinding en pakte een koptelefoon. Blijkbaar tevreden over wat hij hoorde, legde hij de koptelefoon weer neer en maakte een andere verbinding. Een bandrecorder begon te zoemen.
***
April Wednesday zei tegen Revson: 'Nou, wat vond je ervan?' 'Ik zou de waarderingscijfers wel eens willen zien wanneer ze dat later op de dag nog eens uitzenden.' Ze wandelden heen en weer langs de westelijke, verlaten zijde van de brug. 'Wat een bezetting. Repetities zouden het absoluut bedorven hebben.' 'Je weet dat ik dat niet bedoel.' 'Dat weet ik. Wat een knaap, hè, die Peter Branson. Ontzettend intelligent - maar dat weten we al - hij heeft alle moeilijkheden voorzien, overwogen, met iedere mogelijkheid tevoren rekening gehouden, hij zou een uitstekend generaal geweest zijn. Je zou die knaap - ik althans - bijna aardig kunnen vinden en hem kunnen bewonderen, behalve dan - die half miljard buiten beschouwing gelaten - dat hij dit duidelijk voor de lol doet; hij is een moreel vacuüm en de gewone normen van goed en kwaad schijnen voor hem niet te gelden, ze bestaan gewoon niet. Hij heeft iets vreemd leegs.' 'Zijn bankrekening zal dat zeker niet zijn. Maar dat bedoelde ik eigenlijk niet.' 'Dat weet ik wel. In antwoord op je onuitgesproken vraag, ja, wc zijn aan hem overgeleverd.' 'Ben je van plan er iets aan te doen?' 'Van plan - je kunt zoveel van plan zijn, maar of het lukt?' 'Nou ja, je kunt toch maar niet heen en weer blijven wandelen en verder niets doen? Na wat je me vanmorgen verteld hebt -' 'Ik weet wat ik je vanmorgen heb verteld. Graag een beetje eerbiedig stilzwijgen. Zie je niet dat ik nadenk?' Na een korte tijd zei hij: 'Ik heb nagedacht.' 'Ik popel van nieuwsgierigheid.' 'Ben je ooit ziek geweest?' Ze trok haar wenkbrauwen op, waardoor de grote groene ogen groter leken dan ooit. Met die ogen, bedacht Revson, kon ze een concilie van kardinalen in een ommezien volkomen in de war sturen. Om zijn gedachten te houden bij het werk dat hem te doen stond, keek hij een andere kant op. Ze zei: 'Natuurlijk ben ik wel eens ziek geweest. Dat is iedereen soms.' 'Ik bedoel, echt ziek. In een ziekenhuis gelegen en zo.' 'Nee, nooit.' 'Dan zal dat nu gauw gebeuren. Het ziekenhuis in. Ziek. Dat wil zeggen, als je nog steeds bereid bent om te helpen.' 'Dat heb ik je al gezegd.' 'Een scherpe tong past niet bij een aardige jongedame. Er zit een vrij groot risico aan vast. Als je gesnapt wordt, zou Branson je wel aan het praten krijgen. Een half miljard dollar is een hoop geld. Je zou heel vlug doorslaan.' 'Nog vlugger zelfs. Ik ben niet een van die verzetsheldinnen uit de oorlog en ik houd niet van pijn. Gesnapt wanneer?' 'Als je een brief voor mij bezorgt. Wil je me even alleen laten?' Revson haalde zijn camera te voorschijn en schoot een paar plaatjes: van de bussen, de helikopters, het afweergeschut en de wachten, waarbij hij zoveel mogelijk probeerde de zuidelijke toren en de horizon waartegen San Francisco zich aftekende, op de achtergrond te houden; het was duidelijk dat er een toegewijd vakman aan het werk was. Toen richtte hij zijn aandacht en zijn camera op de ambulance en de dokter in zijn witte jas die er tegenaan leunde. De dokter zei: 'Ik word op slag beroemd, nietwaar?' 'Natuurlijk. Iedereen wil graag vereeuwigd worden.' 'Deze dokter niet. En een ambulance kun je overal filmen.' 'U hebt psychiatrische hulp nodig.' Revson liet zijn camera zakken. 'Weet u niet dat het in dit land beslist antisociaal is als je niet op de foto wilt? Mijn naam is Revson.' 'O'Hare.' O'Hare was jong, opgewekt, roodharig, en zijn Ierse afkomst lag niet meer dan een generatie achter hem. 'En wat denkt u van deze alleraardigste situatie?' 'Is dit een interview?' 'Ik ben cameraman.' 'Ach, wat bliksem, citeer me maar als je dat wilt. Ik zou dolgraag de oren van die verwaande kwast willen doen tuiten.' 'Het klopt.' 'Wat klopt?' 'Het rode haar.' 'Ik zou precies hetzelfde vinden als ik zwart, blond of zo kaal als een biljartbal was. Ik hou niet van die arrogante flikflooiers. En ik vind het niet prettig hoe hij de President sart en hem in 't openbaar vernedert.' 'Dan bent u dus voor de President?' 'Hij komt uit Californië, ik kom uit Californië, ik heb de laatste keer op hem gestemd en dat doe ik de volgende keer ook. Goed, hij mag dan bekrompen zijn en een beetje te veel de vriendelijke oom uithangen, maar hij is de beste die we hebben. Niet dat dat veel zegt - maar, nou ja, hij is eigenlijk wel een fatsoenlijke ouwe kerel.' 'Een fatsoenlijke ouwe kerel?' 'Als ik iets verkeerds zeg, ik ben in Engeland opgevoed.' 'Zou u hem willen helpen?' O'Hare keek Revson nadenkend aan.' 'n Rare vraag. Natuurlijk.' 'Zou u me willen helpen om hem te helpen?' 'Hoe kunt u hem helpen?' 'Ik wil het proberen en ik zal u zeggen hoe - dat wil zeggen, als u "ja" zegt.' 'En waarom denkt u dat u meer kunt doen dan een van de anderen?' 'Speciale kwalificaties. Ik ben in dienst van de regering.' 'En die camera dan?' 'En ik heb altijd gedacht dat je een flinke dosis intelligentie moest bezitten om door het artsenexamen te komen. Waar verwacht u dan dat ik mee rondloop? Met een groot bord op mijn borst waarop staat: "Ik ben een FBI -man"?' O'Hare glimlachte, maar flauwtjes. 'Och, nee. Maar volgens zeggen zijn alle FBI -mensen slapend achtergelaten in een garage ergens in de stad. Op een paar in de persbus na, die eruit gehaald en van de brug gestuurd zijn.' 'We stoppen niet al onze eieren in één mandje.' 'En agenten onthullen gewoonlijk ook hun identiteit niet.' 'Deze agent wel. Ik zou mijn identiteit aan iedereen bekendmaken, als ik me in moeilijkheden bevond. En ik bevind me nu in moeilijkheden.' 'Zolang het maar door de beugel kan -' 'Ik zou geen blos naar de Hippocratische wangen drijven. Als ik dat garandeer, zou u dan vinden dat het door de beugel kan om te helpen om Branson achter de tralies te brengen?' 'Is dat ook gegarandeerd?' 'Nee.' 'U kunt op mij rekenen. Wat wilt u dat ik doe?' 'We hebben een vrouwelijke fotograaf bij ons, die jong is, erg mooi, en de onwaarschijnlijke naam April Wednesday draagt.' 'Aha!' O'Hare werd plotseling heel wat levendiger. 'Het blondje met de groene ogen.' 'Inderdaad. Ik wil haar een boodschap aan wal, als die uitdrukking hier op zijn plaats is, laten brengen en binnen een paar uur op dezelfde manier een antwoord terug. Ik stel voor deze boodschap in code op te stellen, te filmen en u de spoel te geven. Die is ongeveer half zo groot als een sigaret en ik weet zeker dat u hem gemakkelijk kunt verstoppen in een van de vele tubes en doosjes die u bij u heeft. Hoe dan ook, niemand twijfelt aan de integriteit van een dokter.' 'Weet u het zeker?' Het klonk of O'Hare enigszins aangedaan was. 'Er is geen haast bij. Ik moet wachten tot de heren Milton, Quarry en Hendrix de brug af zijn gevoerd. Tegen die tijd zal, naar ik verwacht, ook de waarde heer Hagenbach gearriveerd zijn van waar hij zich ook schuilgehouden heeft.' 'Hagenbach? U bedoelt die ouwe bedrieger -' 'U hebt het over mijn geachte werkgever. Nou, dit hier is een gewone ambulance. Ik neem aan dat u, afgezien van uw gebruikelijke medische uitrusting, hartapparatuur, zuurstofapparaat, om de verdwaasden die buiten hun boekje gaan weer op te lappen, niets gecompliceerders bij u hebt.' O'Hare schudde zijn hoofd. 'Dus u hebt geen röntgenapparatuur of andere instrumenten voor klinisch onderzoek, en zeker geen voorzieningen voor 't geval er een operatie nodig is zelfs al was er een anesthesist bij en dat is niet zo. Dan stel ik voor dat wanneer juffrouw Wednesday over ongeveer een uur hevige pijn krijgt, u iets vaststelt dat onmiddellijke ziekenhuisopname en mogelijk operatie vereist, of niet vereist - dokters kunnen geen risico nemen. Zo iets als een opspelende blindedarm of het vermoeden van buikvliesontsteking of iets dergelijks. Dat moet u mij niet vragen.' 'Dat zou ik zeker niet.' O'Hare keek Revson met enige afkeuring aan. 'U schijnt er zich niet van bewust te zijn dat zelfs de groenste assistent-arts, al dan niet droog achter zijn oren, een appendicitis, figuurlijk gesproken, met zijn handen in zijn zakken kan vaststellen.' 'Daar ben ik me van bewust. Maar ik ben een boon als ik het zou kunnen. En ik weet vrij zeker dat dat voor iedereen hier op de brug geldt.' 'Daar hebt u gelijk in. Goed. Maar u zult me een kwartier tot twintig minuten van tevoren een seintje moeten geven - voordat ik Branson of wie dan ook erbij roep. Voor de paar spuitjes om de echte symptomen op te wekken. Er is geen gevaar bij.' 'Juffrouw Wednesday heeft me net verteld dat ze allergisch is voor pijn.' 'Ze zal niets voelen,' zei O'Hare met zijn beste tandartsenstem. 'En dan, het is voor het vaderland.' Hij keek Revson peinzend aan. 'Ik geloof dat jullie heren van de pers jullie kopij binnen twee uur bij de zuidelijke versperring overhandigen. Kan het niet zolang wachten?' 'Om dan de volgende week mijn antwoord terug te krijgen per postduif? Ik wil het vanmiddag hebben.' 'U hebt wél haast.' 'Tijdens de oorlog - dat wil zeggen, de Tweede Wereldoorlog -placht Winston Churchill bij al zijn instructies aan zijn militaire en regeringsstaf maar twee woordjes te krabbelen: "Actie vandaag". Ik ben een groot bewonderaar van Sir Winston.' Hij liet O'Hare wat verbijsterd achter en keerde terug naar April Wednesday. Hij zei haar dat O'Hare zijn fiat gegeven had aan de onderneming en haar eerste vraag was: 'Wil je dat ik een miniatuur zendontvanger mee terugbreng?' Hij schonk haar een vriendelijke blik. 'Heel attent, maar nee. Ik kan niet verwachten dat je bekend bent met elektronische apparatuur. Ik heb zo'n zendontvanger, die zit onder in mijn camera geschroefd. Maar die kleine, wentelende schijf boven de bus van die schurken betekent maar één ding: ze hebben een automatische radiopeiler. Ze zouden me binnen vijf seconden oppikken. Luister nu goed, dan zal ik je precies vertellen wat je moet doen en hoe je je moet gedragen.' Toen hij uitgesproken was, zei ze: 'Begrepen. Maar ik voel niet veel voor het idee dat die vriendelijke heelmeester daar als een bezetene te werk gaat met zijn injectiespuitje.' 'Je voelt er niets van,' zei Revson sussend. 'En dan, 't is voor het vaderland.' Hij liet haar alleen en slenterde terug naar de persbus. De conferentie op hoog niveau in de presidentiële bus was nog in plenaire vergadering bijeen, en hoewel datgene wat binnen gesproken werd, waar Revson stond absoluut onhoorbaar was, was uit de gebaren en de gelaatsuitdrukking van degenen die binnen waren, duidelijk dat het enige dat ze tot nu toe bereikt hadden, een hoge mate van meningsverschil was. Revson bepeinsde dat hun probleem niet bepaald geschikt was om tot een vlotte en eensgezinde meningsvorming te komen. Branson en Chrysler zaten voor in de achterste bus, schijnbaar half ingedut, wat waarschijnlijk niet het geval was, maar wat er niet zoveel toe gedaan zou hebben als het wel zo was, want oplettende wachten patrouilleerden zeer zichtbaar tussen de pasgeverfde afbakeningslijnen op de brug. Leden van de diverse nieuwsmedia stonden in groepjes bij elkaar, met iets van bijna ingehouden afwachting, alsof zij verwachtten dat de volgende gewichtige gebeurtenis nu iedere seconde kon plaatsvinden, wat best mogelijk scheen. Revson ging de persbus binnen. Hij was verlaten. Hij liep naar zijn eigen plaats, liet zijn camera van zijn schouder glijden, haalde een schrijfblok en een viltpen te voorschijn en begon, vlug en zonder enige aarzeling, iets te schrijven wat klaarblijkelijk pure wartaal was. Er waren er die niets konden beginnen zonder hun codeboeken, maar daar behoorde Revson niet toe.