3

 

De Gouden Poort-brug is ontegenzeglijk een van de technische wereldwonderen. Voor San Francisco is hij vanzelfsprekend hét technische wereldwonder en vergeleken met andere bruggen is hij zowel de meest spectaculaire als de sierlijkste brug, die er bestaat. Wanneer de twee grote baksteenrode torens - of oranje of oker, afhankelijk van de kwaliteit van het licht - opduiken uit de dikke mistbanken die zo vaak binnendrijven van de Stille Zuidzee, ervaart men een diep gevoel van onwerkelijkheid en wanneer de mist volledig optrekt, verandert dit gevoel in ongeloof, een soort verdoving van de zintuigen, dat de mens niet alleen de vermetelheid had dit epische gedicht in mechanische grandeur te bedenken, maar ook de technische vakkundigheid bezat om het tot wording te brengen. Zelfs terwijl de ogen het onweerlegbare bewijs leveren, blijft het nog moeilijk voor de geest om te accepteren dat het er inderdaad is. Dat de brug er inderdaad is, is te danken aan één man, een zekere Joseph B. Strauss, die, op de koppige manier van heel wat Amerikanen, ondanks schijnbaar onoverkomelijke en politieke moeilijkheden en de verzekering van zijn collega's-architecten dat zijn droom een technische onmogelijkheid was, gewoon doorging en hem hoe dan ook bouwde. De brug werd in mei 1938 geopend, Tot de bouw van de Varranzano-Narrows-brug in 1964 was hij de langste hangbrug met enkele overspanning ter wereld. En zelfs nu is hij nog maar ongeveer twintig meter korter. De twee massieve torens die de brug dragen, verheffen zich tweehonderdvijftig meter boven het water van de Gouden Poort; de totale lengte van de brug is ongeveer 2,8 kilometer. De bouwkosten bedroegen $ 35 000 000; als hij nu vervangen zou moeten worden, zou dat iets in de buurt van $ 200 000 000 kosten, het enige sombere aspect van de brug is, dat voor Amerikanen die de lasten van het leven te zwaar vinden, dit ongetwijfeld het meest favoriete punt van vertrek is. Er zijn hier op zijn minst vijfhonderd gevallen van zelfmoord bekend; waarschijnlijk zijn er evenveel onopvallend vertrokken. Er zijn acht gevallen bekend van mensen die het overleefd hebben. Wat de overigen betreft, schijnt de mogelijkheid dat ze het overleefd hebben, uiterst gering. Als een van hen inderdaad de verpletterende slag na een val van zestig meter op het water overleefde, zouden het onstuimige water en de gevaarlijke stromingen van de Gouden Poort snel hebben voltooid wat de sprong zelf niet tot stand had gebracht, Die gevaarlijke stromingen en getijden zijn over enige afstand aan beide zijden van de brug merkbaar. Vijf kilometer naar het oosten ligt wat eens het afschrikwekkende gevangenisfort van Alcatraz Island was. Er zijn geen juiste cijfers beschikbaar van hen die zwemmend trachtten te ontsnappen, maar volgens zeggen heeft geen van hen het overleefd. Het heeft weinig zin te speculeren over de keuze van de brug als springplank naar de eeuwigheid. Psychiaters beweren wel dat het een spectaculair en aandacht opeisende finale is voor een kleurloos en weinig spectaculair leven, dat zich voortsleepte in een grauwe anonimiteit. Maar er is niets spectaculairs of opvallends te ontdekken aan een sprong in de duisternis midden in de nacht.

*** 

De processie vervolgde statig zijn tocht onder de eerste van de reuzentorens. In de gestoffeerde luxe van de presidentiële bus, blikten de Koning, de Prins en hun beide olieministers om zich heen met een zorgvuldig beheerste mate van vorstelijke en vice-vorstelijke appreciatie, want hoewel Gouden Poort-bruggen in hun stoffige landen schitterden door afwezigheid - en er ook geen behoefte aan bestond - zou het niet op zijn plaats zijn geweest te erkennen dat er bepaalde dingen in het Westen beter werden gedaan dan in het Midden-Oosten. Evenmin raakten zij al te zeer in geestdrift over het landschap, want hoewel een miljoen vierkante kilometer woestijn misschien zijn attractie mocht hebben voor een bedoeïen met heimwee, kon toch nauwelijks worden beweerd dat die vergeleken kon worden met het sappige en vruchtbare groen van akkers en bossen dat zich voor hen uit aan de andere kant van de Gouden Poort uitstrekte. Het hele gebied van de Area Baai kon er niet beter uitgezien hebben dan op die schitterende junimorgen, met de zon die rechts van hen al hoog aan de hemel was geklommen in een wolkeloze lucht, terugkaatsend van de blauwgroene wateren beneden. Het was een volmaakte sprookjesachtige achtergrond voor een dag waarvan de President en Hansen, zijn energietsaar, vroom hoopten dat hij een sprookjesachtig einde zou hebben. De Prins keek de bus rond, deze keer vol openlijke bewondering, want hij was een man van zijn tijd en bezat een passie voor alles wat mechanisch was. Met zijn afgebeten Oxford-accent zei hij: 'Op mijn woord, meneer de president, u weet hoe u in stijl moet reizen. Ik wou dat ik zo'n bus bezat.' 'Maar dat zult u ook,' zei de president inschikkelijk. 'Het zal mijn land een eer zijn u er één cadeau te doen, zodra u weer in uw land bent teruggekeerd. Uitgerust volgens uw eigen aanwijzingen natuurlijk.' De Koning zei droog: 'De Prins is gewend om zijn vervoermiddelen per dozijn te bestellen. Je zult er ongetwijfeld nog een stel bij willen hebben, Achmed.' Hij wees omhoog, waar twee marinehelikopters boven hen hingen. 'U neemt wel alle voorzorgsmaatregelen voor ons, meneer de president.' De president glimlachte zonder zich bloot te geven. Hoe kon Iemand een opmerking maken over iets dat voor de hand lag? Generaal Cartland zei: 'Dat heeft alleen een decoratieve bedoeling, Hoogheid. Afgezien van de mensen van uw eigen veiligheidsdienst die aan de andere kant wachten en een enkele politiewagen, zult u tussen hier en San Rafael niets zien. Maar beveiliging is er desondanks. Tussen hier en San Rafael zal de colonne onder zwaar bewapende bewaking zijn, letterlijk iedere meter van de weg. Er zijn overal getikte figuren, zelfs in de Verenigde Staten.' 'Vooral in de Verenigde Staten,' zei de President somber. Quasi ernstig zei de Koning: 'Dus we zijn veilig?' De President vond zijn glimlach terug: 'Zo veilig als in de kluizen van Fort Knox.'

*** 

Het was op dit punt, juist nadat de eerste bus het midden van de brug was gepasseerd, dat er vijf dingen in een bijna verbijsterend snelle opeenvolging gebeurden. In de achterste bus drukte Branson een knop in op de console voor hem. Twee seconden later vond er een kleine explosie plaats voor in de eerste bus, bijna onder de voeten van de chauffeur. Hoewel niet gewond, was de chauffeur een ogenblik als verlamd door de schok, toen vloekte hij, herstelde zich snel en remde krachtig. Er gebeurde niets. 'Jezus Christus!' Hij had een volle seconde nodig om zich te realiseren dat zijn hydraulische verbinding weg was. Hij zette zijn handrem vast en schakelde terug in de eerste versnelling. De bus begon langzamer te rijden. Branson tilde abrupt zijn rechterarm op, liet hem even abrupt weer zakken, terwijl hij tegen het instrumentenbord leunde. Ach ter hem deden zijn mannen hetzelfde, hun armen naar voren, licht gebogen bij de elleboog, zoals ze geleerd hadden in veelvuldige oefeningen, leunend tegen de ruggen van de zitplaatsen voor hen; op de voorste zitplaatsen zat niemand. Van Effen liet de versnelling in neutraal glijden en trapte het rempedaal omlaag alsof hij probeerde het door de vloer te persen. Het feit dat Van Effen het kort tevoren met boosaardige voor zorg nodig had geacht zijn remlichten te de-activeren, droeg er niet veel toe bij om de positie van de onfortuinlijke chauffeur van de politiewagen achter hen te verbeteren. De colonne reed langzaam, ongeveer veertig kilometer per uur, en de achterste politiewagen reed achter de bus aan met ongeveer dezelfde snelheid. De chauffeur had geen reden om te vermoeden dat er iets mis was, want de brug was gesloten voor alle verkeer, op de colonne na; er was geen enkele reden om te verwachten dat iets het gelijkmatige tempo waarin zij voortgleden, zou verstoren. Misschien had hij zelfs een enkele blik naar buiten geworpen om het uitzicht te bewonderen. Toen hij zich voor het eerst realiseerde dat alles niet was zoals het had moeten zijn, was de afstand tussen hen al gehalveerd. Een ongelovige, nadere bezinning kostte hem nog een paar meter, en al was hij een ervaren politiechauffeur, zijn reacties waren niet vlugger dan die van ieder ander en tegen do tijd dat zijn voet het rempedaal had ingetrapt, was de afstand tussen hemzelf en de nu stilstaande bus verminderd tot niet meer dan anderhalve meter. De klap van een wagen die een stevig en onbeweeglijk voorwerp raakt met een snelheid van dertig kilo meter per uur, heeft een niet bepaald vrolijke uitwerking op de inzittenden, de vier politiemannen in de wagen vormden geen uit zondering. Op het ogenblik van de botsing drukte Branson een tweede knop op het instrumentenbord in. De voorste bus, die alleen met zijn handrem vaart kon minderen, reed nu niet harder dan zestien kilometer per uur, toen er weer een kleine explosie plaatsvond in de kast met drank achterin; een explosie die onmiddellijk werd gevolgd door een sterk gesis, alsof er samengeperste lucht onder hoge druk ontsnapte. Binnen enkele seconden was het hele compartiment gevuld met een dichte nevel van grijs, onaangenaam rn schadelijk gas. De bus, die bijna onmiddellijk onbestuurbaar werd, daar de chauffeur voorover over het stuur zakte, gleed langzaam naar rechts en kwam op minder dan een halve meter van de zijkant van de weg tot stilstand. Niet dat het erg zou zijn geweest als hij tegen de veiligheidsrails aan de zijkant van de brug was gebotst, want die konden een aanval van alles minder dan een commandotank weerstaan. De presidentiële bus werd niet beschadigd. De chauffeur had de remlichten van de voorste bus zien aangaan; hij remde, stuurde de bus met een ruk naar links om de glijdende bus voor hem uit de weg te gaan en kwam ernaast tot stilstand. Op de gezichten van de twaalf inzittenden van de bus stond in diverse gradaties hun onaangename verrassing te lezen, maar - voor het ogenblik althans geen ongerustheid. De politiewagen en de twee motorrijders, die aan de kop van de stoet reden, hadden de verwarring achter hen merkwaardig genoeg niet meteen opgemerkt. Ze hadden nu pas de weggegleden bus ontdekt en keerden om. In de achterste bus vond alles plaats met de precisie van een uurwerk, bereikt door een reeks oefenritten, waarbij rekening was gehouden met alle denkbare eventualiteiten. Van Effen sprong naar buiten door het linkerportier, Yonnie uit het rechter, precies op het moment dat de twee motorrijders naast hen stopten. Van Effen zei: 'Jullie kunnen maar beter vlug binnen kijken, 't Ziet er naar uit alsof we met een lijk opgescheept zitten.' De beide politiemannen zetten hun motoren neer en sprongen in de bus. Ze konden nu door de terugkerende politiewagen en de motorrijders aan de kop van de colonne niet meer gezien worden, dus was de kust veilig om tot vlugge en efficiënte actie tegen hen over te gaan, wat met groot gemak geschiedde, niet in het minst omdat hun aandacht onmiddellijk werd getrokken door de gebonden figuur die in het achtergedeelte van de bus op de grond lag uitgestrekt. Zeven mannen kwamen snel uit beide portieren van de bus naar buiten. Vijf van hen voegden zich bij Van Effen en Yonnie en renden naar de andere bussen. Twee renden terug in de richting van de verongelukte politiewagen. Twee anderen binnen in de bus zwaaiden het achterportier wijd open en stelden wat een betrekkelijk onschuldig stuk stalen buis op een statief scheen te zijn, op. Branson en Jensen bleven waar ze waren; de gebonden man op de grond, wiens identiteit Jensen overgenomen had, bekeek ze allemaal stuk voor stuk met een onheilspellende uitdrukking op zijn gezicht, maar afgezien daarvan was de keus die hem over bleef, vrij beperkt. De twee mannen die teruggerend waren naar de beschadigde politiewagen, heetten Kowalski en Peters. Ze zagen er niet uit als misdadigers, tenzij je een paar rijke jonge effectenmakelaars misdadigers wilde noemen. Yonnie uitgezonderd, vertoonde geen enkele van Bransons medewerkers enige gelijkenis met het populaire concept van degenen die gewoon zijn zich buiten de paden der wet te begeven. Beide mannen hadden in feite heel wat keren gedood, maar dan alleen wettelijk - in zoverre de term 'wettelijk' hier van toepassing was - als leden van een uiterst gespecialiseerde marinecommando-eenheid in Vietnam. Gedesillusioneerd in het burgerleven, hadden zij hun op één na beste oplossing bij Branson gevonden, die een uitstekend oog had voor het recruteren van zulke mannen. Sindsdien hadden zij niet meer gedood, behalve als een laatste redmiddel. In de der tien jaar dat hij verwarring stichtte onder de gezagdragers in de Verenigde Staten, Canada en Mexico, had Branson tot nu toe nog niet zijn toevlucht hoeven te nemen tot dit laatste redmiddel Of dit was toe te schrijven aan morele bezwaren of niet, was niet duidelijk; wat wel duidelijk was, was dat Branson het als een kwade zaak beschouwde. De graad van intensiteit waarmee de politie probeerde dieven op te sporen in vergelijking met hun activiteit waar het moordenaars betrof, verschilde op een zeer te appreciëren manier. De ramen van beide voorportieren van de wagen waren omlaag gedraaid - klaarblijkelijk was dit het geval geweest op het ogen blik van de botsing. De vier mannen in uniform die erin hadden gezeten, waren niet ernstig gewond, maar kennelijk zeer over tuur en ze hadden wat kleine verwondingen, waarvan de ergste een gebroken neus bleek te zijn, opgelopen door de man die voorin naast de chauffeur zat. Voor het merendeel waren ze alleen versuft, te versuft in ieder geval om enige weerstand te bieden toen hun wapens werden afgenomen. Vlug en efficiënt samenwerkend, draaiden Kowalski en Peters de raampjes voorin omhoog. Peters sloot het portier aan zijn kant, terwijl Kowalski een gasbom naar binnen gooide en op zijn beurt het portier aan zijn kant sloot. Geen van deze acties was opgemerkt door de bemanning van de terugkerende politiewagen of de motorrijders. De politiemannen stapten uit de wagen en van hun motoren en liepen voorzichtig op de eerste bus toe, toen Yonnie en Van Effen met de vijf anderen kwamen aanrennen. Ze hadden allemaal het een of andere schietwapen in de hand. 'Vlug!' riep Van Effen. 'Dekken! Er is een stel krankzinnigen daar achter in die bus, één met een bazooka en de ander met een Schmeisser. Vlug, achter de bus!' Als ze tijd hadden gehad om de zaak te overwegen, hadden de politiemannen Van Effens verklaringen misschien in twijfel getrokken, maar daar kregen ze de tijd niet voor en het instinct voor onmiddellijk, zij het ook irrationeel zelfbehoud overheerst altijd. Van Effen controleerde vlug of ze vanuit de presidentiële bus niet te zien waren. Dat was zo. Niet dat hij van die kant iets vreesde, hij wilde zich alleen de moeite besparen om het slot van de deur te laten springen, die stellig van binnen op slot gedaan zou worden als hun activiteiten gezien werden. Hij knikte tegen Yonnie en liep met nog een man naar de achterkant van de bus. Wat ook gezegd mocht worden, en vaak onvriendelijk was gezegd, over Yonnies verstandelijke beperkingen, dit was een situatie waarvoor hij geboren was, een fundamenteel elementaire situatie waarin actie de voorrang kreeg op denkwerk, Lange training had zelfs de geschikte woordenschat voor de gelegenheid gecreëerd. Hij zei: 'Laten we de handjes maar omhoogsteken, hè?' De zes mannen draaiden zich om. Hun gelaatsuitdrukking doorliep liet hele gamma van verbazing, woede, en toen berusting. Berusting was het enige dat hun overbleef. Ze vonden het, en met reden, nu niet het juiste ogenblik om hun eigen wapens te voorschijn te halen, en wanneer een verstandig man plotseling wordt geconfronteerd met een paar machinepistolen, doet hij wat hem gezegd wordt en steekt zijn handjes omhoog. Yonnie hield hen onder schot, terwijl een andere man ze van hun revolvers ontlastte. De twee overblijvende mannen renden terug naar de achterste bus, zodra ze Van Effen en nog een man in de presidentiële bus zagen stappen. De reactie van degenen die in deze bus zaten, was tot nu toe niet meer dan een mengeling van verbijstering en ergernis, en zelfs dat maar zwakjes. Een enkeling deed de gebruikelijke moeizame poging om op te staan, toen Van Effen het trapje opklom. 'Niets aan de hand, heren,' zei hij. 'We hebben alleen een klein oponthoud.' Zoveel autoriteit heeft een witte jas - bij een ongeluk op straat zal de menigte opzij gaan voor een man in een slagersjas - dat iedereen weer ging zitten. Van Effen haalde een onaangenaam uitziend wapen te voorschijn, een dubbelloops 12 kaliber jachtgeweer waarvan het grootste gedeelte van de loop en de lade verwijderd was, waardoor het gemakkelijker te transporteren, hoewel minder accuraat was. 'Het spijt me u te moeten zeggen dat dit een zogenaamde overval of kaping of kidnapping is. Ik geloof niet dat het er veel toe doet hoe u het noemt. Blijft u alstublieft allemaal waar u bent.' 'Lieve God in de hemel!' De President staarde naar Van Effens vollemaansgezicht, alsof hij een onbekend wezen uit de ruimte was. Alsof ze door een magneet erheen getrokken werden, gin gen zijn ogen naar de Koning en de Prins, toen keek hij weer met een ongelovige, diepverontwaardigde blik in zijn ogen naar Van Effen. 'Bent u krankzinnig? Weet u niet wie ik ben? Beseft u niet dat u een wapen richt op de President van de Verenigde Staten?' 'Dat weet ik. U kunt net zo min helpen dat u bent wat u bent als ik. En wat betreft dat wapen dat op de President gericht wordt, dat is een lange, hoewel niet erg achtenswaardige traditie in ons land. Veroorzaakt u alstublieft geen moeilijkheden.' Van Effen keek generaal Cartland recht aan - hij had hem vanaf het ogen blik dat hij de bus was binnengestapt, zijdelings onder observatie 'Generaal, het is bekend dat u altijd een revolver bij u draagt. Wilt u die aan mij geven? Probeert u alstublieft niet slim te zijn Uw .22 kan onaangenaam genoeg zijn als hij nauwkeurig is, maar deze kleine tank blaast een gat ter grootte van een vuist in uw borst. Ik weet dat u er niet de man naar bent om zelfmoord te verwarren met moed.' Cartland glimlachte zwakjes, knikte, haalde een klein, zwart, smal automatisch pistool voor den dag en overhandigde het. Van Effen zei: 'Dank u. U zult, voor het ogenblik althans, moeien blijven zitten. Ik kan u alleen maar mijn woord geven, maar als u niet met geweld begint, zult u van ons ook geen geweld ondervinden.'  Er viel een diepe stilte. De Koning, die met zijn ogen gesloten en zijn handen over zijn borst gevouwen zat, scheen of met zichzelf, of met de Almachtige te communiceren. Plotseling opende hij zijn ogen, keek de President aan en zei: 'Hoe veilig zijn de kluizen in Fort Knox eigenlijk?' '

*** 

Je kunt me maar beter geloven, Hendrix,' zei Branson. Hij sprak in een handmicrofoon. 'We hebben de President, de Koning en de Prins. Als je even wacht, zal ik het je door de President zelf laten bevestigen. Doe intussen alsjeblieft geen stomme en overijlde pogingen om ons te naderen. Ik zal je een kleine demonstratie geven. Ik neem aan dat je een paar patrouillewagens dicht bij de zuidelijke oprit hebt en dat je radiocontact met ze hebt.' Hendrix zag er niet uit zoals iemand zich het hoofd van de politie zou voorstellen. Hij zag eruit als een professor die zo uit de collegezaal van de nabije universiteit weggelopen was. Hij was lang, slank, donker, met een enigszins ronde rug, en hij was altijd onberispelijk verzorgd en op een conservatieve manier gekleed. Een groot aantal mensen die tijdelijk of permanent van hun vrijheid beroofd waren, zouden onmiddellijk, zij het vloekend, hebben bevestigd dat hij inderdaad bijzonder intelligent was. Er was geen briljanter, of briljanter werkend politieman in het land. Op dat ogenblik was die scherpe intelligentie echter tijdelijk ongebruikt. Hij was overdonderd en zag eruit als iemand die net al zijn nachtmerries werkelijkheid heeft zien worden. Hij zei: 'Ja, dat is zo.' Heel goed. Wacht even.' Branson draaide zich om en gaf een teken aan de twee mannen achter in de bus. Er kwam plotseling een explosief gesis uit de raket werper zonder terugloop die aan de achterkant opgesteld was. Drie seconden later steeg er een wolk dichte grijze rook op tussen de pijlers van de zuidelijke toren. Branson sprak in de microfoon. 'En?' 'Een soort explosie,' zei Hendrix. Zijn stem klonk opmerkelijk kalm. 'Heel wat rook, als het rook is.' 'Een zenuwgas. Richt geen blijvende schade aan, maar werkt verlammend. Het heeft ongeveer tien minuten nodig om zich met zuurstof te binden. Als we het moeten gebruiken en er steekt wind op uit het noordwesten, noorden of noordoosten - wel, je begrijpt dat dat voor jouw verantwoording komt.' 'Ik begrijp het.' 'Conventionele gasmaskers zijn onbruikbaar tegen dit gas. Dat begrijp je ook?' 'Ik begrijp het.' 'We hebben een zelfde wapen dat het noordelijk gedeelte van de brug bestrijkt. Je zult politietroepen en legereenheden moeten meedelen dat het niet raadzaam is een poging te wagen de brug op te komen. Dat begrijp je ook?' 'Ja.' 'Ben je op de hoogte gebracht van de aanwezigheid van twee marine-helikopters boven de brug?' 'Ja.' De wat opgejaagde blik was verdwenen uit Hendrix' ogen en zijn hersens werkten kennelijk weer op topsnelheid. 'Ik moetzeggen dat ik het nogal raadselachtig vind.' 'Dat is niet nodig. Die zijn in onze handen. Alarmeer onmiddellijk alle plaatselijke leger- en marine-luchtvaartcommandanten Zeg ze dat als er een poging wordt gedaan om gevechtsvliegtuigen te laten opstijgen om die helikopters neer te schieten, dat heel onplezierige gevolgen zal hebben voor de President en zijn vrienden. Vertel ze maar dat we meteen weten wanneer er een vliegtuig de lucht ingaat. De Mount Tamalpais radarstations zijn in onze handen.' 'Grote God!' Hendrix was weer terug waar hij eerst was. 'Die helpt niet! Ze zijn bemand met getrainde radaroperators Er mogen geen pogingen worden ondernomen om die stations weer in handen te krijgen, hetzij door een aanval over land of uit de lucht. We zijn ons bewust dat we geen middelen hebben om een dergelijke aanval te voorkómen, maar ik geloof niet dat de President, de Koning of de Prins veel waardering zouden hebben voor iemand die er verantwoordelijk voor zou zijn dat zij, laten we zeggen, hun rechteroor kwijtraken. Denk alsjeblieft niet dat het me geen ernst is. We zullen ze overhandigen in een verzegelde plastic zak.' Een dergelijke poging zal niet worden ondernomen.' Kapitein Campbell, een zware man met strogeel haar, een blozend gezicht en gewoonlijk een joviaal karakter, die Henrix als zijn rechterhand beschouwde, bekeek Hendrix met enige verbazing, niet vanwege datgene wat hij zojuist had gezegd, maar omdat het de eerste keer was dat hij Hendrix ooit met zweetdruppels op zijn voorhoofd had gezien. In een onbewust gebaar bracht Campbell zijn hand aan zijn eigen voorhoofd en keek toen met een gevoel van ernstige ongerustheid naar de vochtige rug van zijn hand. Brannson zei: 'Ik hoop dat je meent wat je zegt. Ik neem binnenkort weer contact met je op.' Kan ik naar de brug komen? Het lijkt me dat ik een soort communicatiecentrum moet opzetten en dat lijkt me de meest logische plaats.' 'Dat is in orde. Maar kom niet de brug op. En zorg ervoor dat er geen privé-wagens het Presidio binnenrijden. Geweld is wel het minste dat wij willen, maar als er zich iets voordoet, wil ik niet dat onschuldige mensen er de dupe van worden.' 'Bedankt voor je bezorgdheid.' De stem van Hendrix klonk - en dat was misschien te rechtvaardigen - meer dan een beetje bitter, Branson glimlachte en legde de microfoon terug.

*** 

Het gas binnen in de voorste bus was verdwenen, maar de uitwerking die het had gehad op de inzittenden niet. Ze waren allemaal nog diep bewusteloos. Een paar waren in het gangpad gevallen zonder daarbij blijkbaar enig letsel te hebben opgelopen. Voor het grootste deel waren ze gewoon in hun stoelen blijven zitten of waren tegen de leuningen van de zitplaatsen voor hen gevallen. Vonnie en Bartlett liepen tussen hen door, maar niet in de hoedanigheid van behulpzame goede geesten. Bartlett was met z'n zesentwintig jaar de jongste van Bransons mannen en hij zag er helemaal uit als een eerstejaars student, wat hij in geen enkel opzicht was. Ze fouilleerden iedereen in de bus, en wel zeer grondig, terwijl degenen die aan deze onwaardige behandeling werden onderworpen, niet in een toestand verkeerden om hiertegen bezwaar te maken. De vrouwelijke journalisten werden ontzien, maar hun handtassen werden angstvallig nauwgezet doorzocht. Het was veelzeggend voor de maatstaven die Branson oplegde, dat geen enkele van de verscheidene duizenden dollars die door de handen van Yonnie en Bartlett gingen, zijn weg vond in een van bei der zakken. Roof op grote schaal was een ernstige zaak; roof op kleine schaal was kruimeldiefstal en niet toegestaan. Hoe dan ook, ze zochten niet naar geld, maar naar wapens. Branson had geredeneerd, en volkomen juist zoals bleek, dat er in de journalistenbus verscheidene speciale agenten zouden zitten, die niet direct de bescherming van de President en zijn gasten als opdracht zouden hebben, maar het observeren van de journalisten zelf. Wegens de belangstelling over de hele wereld die het bezoek van de Arabische olievorsten aan de Verenigde Staten wekte, waren op zijn minst tien van de journalisten in de bus buitenlanders - vier uit Europa, hetzelfde aantal uit de Golfstaten, één uit Nigeria en één uit Venezuela, landen die wel geacht kunnen worden een groot belang te hebben bij transacties tussen de voornaamste olielanden en de Verenigde Staten. Ze vonden drie wapens en namen die in beslag. De drie eigenaars van de wapens kregen handboeien aan en werden gelaten waar zij waren. Yonnie en Bartlett stapten uit en voegden zich bij de mannen die de zes politiemannen bewaakten, die met handboeien op een rij aan elkaar geklonken waren en voor het merendeel nog steeds niet begrepen wat er aan de hand was. Een andere man zat achter één van de bazooka-achtige raketwerpers die de noordelijke toren bewaakten. Hier, aan het zuidelijke einde, was alles volledig onder controle, alles was precies gegaan zoals Branson het uiterst nauwgezet en met veel zorg gedurende de voorafgaande maanden had gepland. Branson had alle reden om buitengewoon tevreden over zichzelf te zijn.

*** 

Branson zag er noch tevreden, noch ontevreden uit toen hij uit de achterste bus stapte. Alles was gegaan zoals hij had verwacht en dat was dat. Zijn volgelingen hadden vaak opmerkingen gemaakt, hoewel nooit zo dat hij het hoorde, over Bransons bijna schrikbarende zelfvertrouwen; aan de andere kant moesten ze toegeven dat hij er tot nu toe altijd in geslaagd was dit volstrekte vertrouwen in zichzelf te rechtvaardigen. Van Bransons permanente kern van achttien man hadden er negen verscheidene keren in verscheidene gevangenissen door het hele land verspreid doorgebracht, om na te denken over de grillen van de fortuin. Maar dat was voordat zij door Branson waren gerekruteerd. Sindsdien was geen van de achttien zelfs maar zo ver gekomen als een rechtszaal, laat staan achter gevangenismuren; wanneer hierbij in aanmerking wordt genomen dat bij deze achttien zulke semi-permanente gasten van de overheid van de Verenigde Staten als Parker waren, kon dit record worden beschouwd als een prestatie van niet geringe betekenis. Branson liep naar de voorkant van de presidentiële bus. Van Effen stond in de deuropening. Branson zei: 'Ik rij de eerste bus een eindje verder. Zeg tegen je chauffeur dat hij me moet volgen.' Hij stapte in de eerste bus en sleepte met Yonnies hulp de voorovergezakte chauffeur van achter het stuur vandaan. Hij gleed op de open plaats, startte de motor, gaf gas, zette de bus recht op de weg en reed hem met een matig gangetje vooruit over een afstand van ongeveer vijftig meter, waarna hij hem tot stilstand bracht met gebruikmaking van de handrem. De presidentiële bus volgde en stopte nog geen meter achter hem. Branson stapte uit en liep terug in de richting van de zuidelijke toren. Toen hij precies op het midden van de brug was - het punt waar de enorme suspensiekabels op hun laagst waren - keek hij achterom en toen weer voor zich uit. De vijftig meter van het meest centrale gedeelte van de brug, het gedeelte waar de helikopterrotoren het minst kans liepen met de kabels in aanraking te komen, zelfs als ze blootgesteld waren aan de onzichtbare en onvoorziene grillen van de wind, waren vrij. Branson verwijderde zich van dit gedeelte van de brug en wuifde naar de twee machines die boven zijn hoofd ratelden. Johnson en Bradley zetten niet gemak en zonder veel omslag hun marine-helikopters aan de grond. Voor de eerste keer in zijn lange en grootse geschiedenis was de Gouden Poort-brug in gebruik als helikopterplatform. Branson stapte in de presidentiële bus. Iedereen daar was zich Instinctief bewust dat hij de leider was van hun kidnappers, de man achter hun huidige moeilijkheden en de manier waarop ze hem ontvingen, vertoonde niet de minste neiging iets hartelijker te worden. De vier oliemensen en Cartland keken onbewogen naar hem: Hansen was begrijpelijkerwijs zenuwachtiger en nerveuzer dan ooit, zijn handen en ogen waren voortdurend in beweging; Muir maakte als altijd een slaperige indruk, zijn ogen waren half gesloten alsof hij op het punt stond in slaap te vallen; burgemeester Avieto, die in de Tweede Wereldoorlog zoveel medailles had gewonnen dat hij er zelfs op zijn massieve borst nauwelijks plaats voor gevonden zou hebben, was gewoon ziedend; en ook de President was kennelijk woedend; die uitdrukking van vriendelijke verdraagzaamheid en meedogende wijsheid die hem de harten van miljoenen had doen winnen, was voor het ogenblik in de ijskast gestopt. Branson zei zonder omhaal maar op een prettige toon: 'Mijn naam is Branson. Goedemorgen, meneer de President, Hoogheden. Ik zou het prettig vinden -' 'U zou het prettig vinden!' De President was spinnijdig, maar hij had de uitdrukking op zijn gezicht en de toon van zijn stem onder controle; je laat je niet door 200 miljoen mensen President noemen en gedraagt je dan als een uit zijn evenwicht geraakte popster. 'Ik stel voor om die flauwe kul achterwege te laten, die hypocriete beleefdheidsformules. Wie bent u, meneer?' 'Dat heb ik u gezegd. Branson. En ik zie geen reden waarom de normale beleefdheid niet in acht genomen zou worden. Het zou prettig zijn als we onze relatie - een opgedrongen kennismaking van uw kant, dat geef ik toe - op een kalmer en redelijker basis zouden kunnen beginnen. Het zou de dingen zoveel aangenamer maken, als we ons op een meer geciviliseerde manier gedroegen.' 'Geciviliseerd?' De President staarde hem in opperste verbazing aan, maar viel snel weer terug in zijn eerdere woede: 'U! Iemand als u. Een bandiet! Een oplichter! Een straatterrorist! Een gewone misdadiger! En u durft met het voorstel te komen om ons op een meer geciviliseerde manier te gedragen?' 'Een bandiet? Nee. Een oplichter? Ja. Een straatterrorist? Nee Een gewone misdadiger? Nee. Ik ben een zeer ongewone misdadiger. Maar ik vind het niet erg dat u deze houding aanneemt. Dat u zich met zoveel vijandigheid jegens mij uit, betekent niet dat mijn geweten erdoor gesust wordt bij wat ik u misschien moet aandoen; ik heb geen geweten. Maar het maakt het leven zoveel eenvoudiger voor me. Dat ik uw hand niet hoef vast te houden - u begrijpt wel dat ik dat niet letterlijk bedoel - maakt het allemaal zoveel gemakkelijker voor me om mijn doel te bereiken.' 'Ik denk niet dat je gevraagd zal worden om iemands hand vast te houden, Branson.' Cartlands stem klonk erg droog. 'Hoe moeten we onszelf beschouwen? Als gekidnapt? Als losprijs voor de een of andere verloren zaak die je dierbaar is?' 'De enige verloren zaak die me dierbaar is, staat voor u.' 'Dan ben je op geld uit.' 'Dat komt er dichter bij. Een hele hoop geld, verwacht ik.' Hij richtte zich weer tot de President. 'Ik bied u mijn oprechte verontschuldigingen aan voor de beledigingen of ongemak dat ik veroorzaak voor uw buitenlandse gasten.' 'Ongemak!' De schouders van de President zakten terwijl hij zijn tragische muze opriep. 'Je weet niet wat voor onherstelbare schade je vandaag hebt aangericht, Branson.' 'Ik was me niet bewust dat ik al enige schade had aangericht. Of doelt u op hunne hoogheden hier? Ik zie niet in wat voor schade Ik daar veroorzaakt kan hebben. Of bedoelt u uw uitstapje naar San Rafael vandaag om de installatie te inspecteren die de grootste olieraffinaderij ter wereld wordt? Ik vrees dat we dat even zullen moeten uitstellen.' Hij glimlachte en maakte een hoofdbeweging in de richting van de olievorsten. 'Ze hebben u en Hansen werkelijk in hun macht, nietwaar, meneer de president - in hun oliemacht. Eerst plunderen ze u uit bij de olieverkoop, verduren zoveel buit dat ze het allemaal niet meer kunnen onderbrengen, komen op het pientere idee om het in het land van de geplunderden te investeren, komen aandragen met het plan om deze raffinaderij en dit petrochemische complex aan de westkust te bouwen en het zelf te laten draaien - natuurlijk met uw technische hulp - op hun eigen olie die hun niets kost. De te verwachten winsten zijn duizelingwekkend, waarvan een groot deel aan u doorgegeven zou worden in de vorm van uiterst gereduceerde olieprijzen. Goudmijntjes overal. Ik vrees dat internationale financiële manipulaties buiten mijn bestek vallen - ik geef er de voorkeur aan om op een meer directe manier geld te maken. Mocht u denken dat uw handeltje u nu door de vingers glipt vanwege de belediging die deze Arabische heren nu ten deel valt, dan moet u heel wat naïever zijn dan waar een president van de Verenigde Staten het recht toe heeft. Dit zijn geen heren die beïnvloed worden door persoonlijke overwegingen. Er zit beton waar hun hart moet zijn en een IBM -computer in hun hersenen.' Hij zweeg even. 'Ik ben niet erg beleefd tegen uw gasten, wel?' Zowel de Koning als prins Achmed had zijn onverstoorbaarheid laten varen; hun ogen drukten duidelijk een vurig verlangen uit, nu ze naar Branson keken. Cartland zei: 'U schijnt niet veel haast te hebben met wat u ook van plan bent te doen.' 'U hebt volkomen gelijk. De noodzaak om me te haasten is niet meer aanwezig. Tijd is niet langer van wezenlijk belang, behalve dan dat hoe meer tijd ik hier doorbreng, des te winstgevender het voor me wordt. Dat zal ik later wel uitleggen. Intussen, hoe langer u hier blijft, des te meer tijd zullen uw volkeren zowel hier als in de Golfstaten krijgen om te beseffen in wat voor een netelige situatie u zich hier bevindt. En geloof me, het is een zeer netelige situatie. Denk er maar eens over na.' Branson liep naar de achterkant van de bus en sprak de jonge blonde soldaat aan die het massieve communicatiecomplex bemande. 'Hoe heet je?' De soldaat, die alles gehoord had wat zich voorin afspeelde en er blijkbaar niet erg mee ingenomen was, aarzelde en zei toen met tegenzin: 'Boyann.' Branson gaf hem een stuk papier. 'Bel dit nummer alsjeblieft. Het is lokaal.' 'Bel het zelf.' 'Ik zei "alsjeblieft".' 'Loop naar de hel.' Branson haalde zijn schouders op en keerde zich om. 'Van Effen?' 'Ja?' 'Breng Chrysler hier.' Hij wendde zich tot Boyann. 'Chrysler heeft heel wat meer over telefoonverbindingen vergeten dan jij tot nu toe hebt geleerd. Dacht je dat ik er niet op voorbereid was dat ik jonge helden zou tegenkomen?' Hij wendde zich weer tot Van Effen. 'En wanneer je hem hier brengt, neem Boyann dan mee naar buiten en laat hem over de leuning van de brug in de Gouden Poort gooien.' 'Meteen.' 'Stop!' De President was geschokt en liet dat merken. 'Dat zou u niet durven.' 'Als u me maar voldoende provoceert, laat ik u er ook overheen gooien. Ik weet dat het hard klinkt, maar u zult er op de een of andere manier achter moeten komen dat ik meen wat ik zeg.' Muir bewoog zich en sprak voor de eerste keer. Zijn stem klonk vermoeid. 'Ik geloof dat ik een klank van oprechtheid in de stem van deze kerel ontdek. Let wel, misschien bluft hij alleen maar overtuigend. Maar ik voor mij zou niet graag de verantwoordelijkheid willen dragen om dat uit te proberen.' De President wierp een vijandige blik op de staatssecretaris, maar Muir scheen in slaap gevallen te zijn. Cartland zei op kalme toon: 'Boyann, doe wat je gezegd is.' 'Ja, meneer.' Boyann scheen maar al te blij dat de beslissing hem uit handen genomen was. Hij nam het papier van Branson aan; die zei: 'Kun je doorverbinden naar de telefoon bij die stoel tegenover de President?' Boyann knikte. 'En ook met het toestel van de President?' Boyann knikte weer. Branson nam plaats in de lege armstoel. Boyann kreeg onmiddellijk verbinding; kennelijk had men het telefoontje verwacht. 'Hendrix,' zei de stem. 'Branson hier.' 'Ja. Branson. Peter Branson. God, ik had het kunnen raden!' Er viel een stilte; toen zei Hendrix kalm: 'Ik heb je altijd al willen ontmoeten, Branson.' 'En dat zul je, beste kerel en heel wat vlugger dan je denkt. Ik wil graag later met je praten. Het zou me intussen niet verbazen, als de President een woordje met je te wisselen had.' Branson stond op, niet zonder moeite en bood zowel de telefoon als zijn zitplaats aan Avieto, die op zijn beurt oprees en het aanbod gretig accepteerde. De gemoedsgesteldheid van de President doorliep alle nuances waar iedere president die zo onfortuinlijk zou zijn zich in zijn positie te bevinden, ten prooi aan zou zijn. Hij doorliep het hele gamma van het niet kunnen bevatten, woede, ongeloof, en afschuw dat niet alleen de President van de Verenigde Staten, maar, wat nog erger was, buitenlandse potentaten zich in een situatie zouden bevinden die zo ongerijmd was, dat er volgens hem geen zelfde in de geschiedenis bestond. Hij legde de schuld, wat voorspelbaar was, geheel voor Hendrix' deur - de veiligheidsmaatregelen werden, zoals de President maar al te goed wist, geregeld door Washington, en de plaatselijke politiemacht deed precies wat hun gezegd was te doen; het geheugen, de logica en het gevoel voor rechtvaardigheid van de President waren echter totaal verdwenen in een te verwachten shocktoestand - en uiteindelijk stond hij erop dat het Hendrix' plicht was te zorgen dat de hele zaak weer in juiste banen werd geleid en dat hij er onmiddellijk iets aan moest doen. Hendrix, die heel wat meer tijd had gehad om de situatie te overwegen, bleef bewonderenswaardig kalm. Hij zei: 'Wat stelt u voor dat ik zal doen, meneer?' Het onsamenhangende gebrabbel dat volgde, was aanwijzing genoeg dat constructieve suggesties op dat ogenblik een paar lichtjaren verwijderd waren van het brein van de President. Avieto maakte gebruik van een kort ogenblik van stilte. 'Bernard? John hier.' Avieto glimlachte onbewust. 'De kiezers zullen dit niet erg op prijs stellen, Bernard.' 'Alle 150 miljoen?' Weer dezelfde glimlach. 'Als we nationaal moeten denken, ja.' 'Ik vrees dat dit een nationaal probleem gaat worden, John. Eigenlijk weet je verdraaid goed dat het dat al is. En wat de politieke kant betreft, is het te groot voor ons allebei.' 'Je vrolijkt me wel op, Bernard.' 'Ik wou dat iemand mij een beetje opvrolijkte. Denk je dat onze vriend me zal laten praten met de generaal?' 'Ik zal het vragen.' Hij vroeg het en Branson knikte zeer vriendelijk. De andere inzittenden van de bus keken elkaar aan met stijgende argwaan en vrees, beide gericht tegen Branson. De man was zo afschuwelijk zeker van zichzelf. En zoals de zaken op hel ogenblik stonden, scheen er weinig reden te zijn waarom hij dal niet was. Hij had niet alleen alle azen van het spel in handen - hij had een spel met louter azen. Hendrix zei: 'Generaal Cartland? Hendrix. Voor zover ik het kan bekijken, meneer, wordt dit zowel een militaire als een politionele operatie. En zelfs meer, voor zover ik er enige kijk op heb. Moet ik de hoogste militaire autoriteiten aan de kust erbij halen?' 'Hoger.' 'Het Pentagon?' 'Meteen.' 'Lokale actie?' 'Verdomme, laat allemaal maar. Wacht tot de situatie zichzelf stabiliseert - en we erachter zijn wat die krankzinnige hier wil.' Hranson glimlachte beleefd, maar zoals gewoonlijk bereikte de glimlach zijn ogen niet. 'Volgens wat hij zelf zegt - als je er een woord van kan geloven - is tijd niet van belang. Ik denk dat hij met je wil praten.' Branson nam de telefoon van Cartland over en ging gemakkelijk in de armstoel zitten. 'Een paar vragen en verzoeken, Hendrix. Ik geloof dat ik in de positie ben om antwoord te krijgen en volledige medewerking met wat ik ook verlang. Ben je het daarmee eens?' 'Ik luister.' 'Is het nieuws al bekendgemaakt?' 'Wat bedoel je voor den duivel met bekendgemaakt? Half San Francisco kan je overduidelijk zien op die verdomde brug.' 'Dat is geen manier om over mijn favoriete brug te spreken. Over 't hele land, bedoel ik.' 'Het wordt gauw genoeg bekend.' 'Zorg ervoor dat het nu bekend wordt. De communicatiemedia, zoals die lui zich tegenwoordig betitelen, zullen er belangstelling voor hebben. Ik ben bereid toe te staan, nee, dat is verkeerd, ik sta erop dat je een helikopter, nee, twee helikopters ter beschikking stelt van een paar van de honderden cameramensen die deze historische gebeurtenis zullen willen vastleggen. Het gebied van de baai is bezaaid met geschikte toestellen, zowel van de militaire als de burgerlijke luchtvaart.' I r viel een stilte; toen zei Hendrix: 'Waar heb je die voor den duivel voor nodig?' Dat ligt toch wel voor de hand. Publiciteit. De grootst mogelijke bekendheid. Ik wil dat iedereen in Amerika en in feite iedereen In de wereld die via een televisietoestel bereikt kan worden, kan zien in wat voor een hachelijke positie de President en zijn Arabische vrienden zich bevinden. En ze zitten in een hachelijke positie, nietwaar?' Weer een stilzwijgen. 'Die publiciteit wil je natuurlijk gebruiken als een middel om de publieke opinie aan je kant te krijgen om je te helpen bij het krijgen van wat je wilt, wat dat dan ook mag zijn.' Waarvoor anders?' Hendrix zei moeizaam: 'Moet ik misschien een buslading verslaggevers naar de brug sturen?' Branson glimlachte in de telefoon: 'Tegen een buslading verslaggevers zou ik geen bezwaar hebben, maar ik voel niet zoveel voor een buslading tot de tanden gewapende en als verslaggevers vermomde FBI -lui. Nee, laten we dat maar vergeten. Bovendien hebben we genoeg verslaggevers, onze eigen buslading.' 'En wat belet me om die helikopters vol te laden met soldaten, misschien met parachutisten?' Branson zuchtte. 'Alleen je eigen gezonde verstand. We hebben gijzelaars, of was je dat vergeten? Een kogel bereikt de President heel wat vlugger dan een parachutist dat zou kunnen.' Branson wierp een blik op de President, wiens gelaatsuitdrukking aangaf dat hij er kennelijk niets voor voelde om te worden gebruikt als onderhandelingsobject. 'Dat zou je niet durven. Je zou jezelf in de wielen rijden. Dan zou je niets meer hebben om ons mee te chanteren.' 'Ik zou nog een Koning en een Prins hebben. Probeer het maar eens. Je kunt niets doen en dat weet je. Of wil je de geschiedenis ingaan als de man die verantwoordelijk was voor de dood van een president, een koning en een prins?' Hendrix gaf geen antwoord, het was kennelijk geen rol die hij ambieerde. 'Het is mij echter niet ontgaan dat er een paar heldhaftige heethoofden zou den kunnen zijn die zich door niets laten weerhouden om blindelings een gok te wagen, dus nu komt mijn tweede verzoek. Deze streek is bezaaid met militaire posten - het Presidio zelf, Fort Baker, Treasure Island, de forten Fundton, Miley en Mason, Fort Barry, Cronkite - noem maar op, ze zijn hier in de buurt en kunnen van hieruit allemaal gemakkelijk over de weg bereikt worden. Het zou me verbazen als ze met elkaar niet voor de twee mobiele, gemotoriseerde snelvuur-luchtafweerkanonnen zou den kunnen zorgen die ik binnen het uur hier op de brug wil hebben. Ruim voldoende munitie natuurlijk - en het leger moet ze eerst testen, je weet hoe die apparatuur soms last heeft van allerlei soorten pech.' 'Je bent volkomen krankzinnig.' 'Een hemels soort krankzinnigheid. Graag nu je instructies.' 'Ik weiger.' 'Weiger je? Generaal Cartland?' Cartland hees zich overeind en liep met zware stappen door de bus. Hij nam de telefoon en zei kalm: 'Doe wat die krankzinnige vraagt. Herken je geen grootheidswaanzin wanneer je die hoort?' 'Dat was erg onhartelijk, generaal.' Branson glimlachte en nam de telefoon weer. 'Heb je dit gehoord, Hendrix?' 'Ik heb het gehoord.' Hendrix' stem klonk alsof hij werd gewurgd. 'Mijn derde verzoek. Laat een paar afdelingen van de genie hier komen. Ik wil dat ze een stel stalen versperringen op de brug bouwen, één onder elke toren. Ze moeten sterk genoeg zijn om een tank tegen te houden en hoog genoeg - met prikkeldraad bovenop natuurlijk - zodat niemand eroverheen kan klimmen. In de noordelijke versperring mag geen opening zijn, de zuidelijke moet een draaiend gedeelte in het midden hebben, breed genoeg om een jeep door te laten, dat alleen aan de binnenkant geopend kan worden - onze kant. De versperringen moeten bevestigd worden aan de zijkanten van de brug, met bouten of door ze te lassen, en aan de rijweg door middel van pneumatisch ingedreven nagels. Maar het leger zal heel wat beter met zulke dingen op de hoogte zijn dan ik. Ik zal persoonlijk toezicht houden op de werkzaamheden.' Hendrix scheen enige moeite te hebben met zijn ademhaling. Ten slotte zei hij: 'Waarom?' 'Het komt door die smerige mist die aldoor vanuit de Stille Zuidzee binnendrijft. De brug wordt er vaker wel dan niet in gedompeld. Om je de waarheid te zeggen komt er juist weer iets aandrijven.' Bransons stem klonk bijna verontschuldigend. 'Het zou een beetje al te gemakkelijk zijn om ons onder dekking van de mist te bestormen.' En waarom het draaiende gedeelte in de zuidelijke versperring?' Ik dacht dat ik je dat had verteld. Om een jeep door te laten. Voor afgevaardigden die komen onderhandelen, voor een dokter als die nodig mocht zijn en voor het transport van het beste voedsel en de beste drank in de stad.' 'Jezus! Jij hebt lef, Branson.' 'Lef?' Branson was gekwetst. 'Deze humane zorg voor het welzijn van mijn medemens? En dat noem je lef? Koningen en presidenten zijn niet gewend om honger te lijden. Je zult onder andere toch niet de geschiedenis in willen gaan als de man die er verantwoordelijk voor was dat koningen en presidenten doodgehongerd werden. Denk aan het oordeel van de geschiedenis.' Hendrix zweeg. Of hij al dan niet aan het oordeel van de geschiedenis dacht, kan in het midden worden gelaten. Branson ging verder: 'En we moeten ook de delicate gevoeligheden van personen van vorstelijke bloede niet vergeten. Voordat de versperringen worden aangebracht, zou ik graag een aantal verplaatsbare latrinewagens willen hebben. Vanzelfsprekend uitgerust volgens de hoogste maatstaven - en dat houdt niet in dat ze tot de nok vol zitten met FBI -agenten. Heb je dat allemaal, Hendrix?' 'Het is genoteerd.' 'Zet dan de raderen in beweging. Of moet ik er generaal Cartland weer bijroepen?' 'Het zal gebeuren.' 'Nu?' 'Nu.' Branson liet de hoorn op zijn knie rusten en keek er peinzend naar. 'En hij heeft me niet eens gezegd dat ik er niet ongestraft af zal komen.' Hij pakte de hoorn weer op. 'Een laatste verzoek, Hendrix, maar het belangrijkste. De President is tijdelijk uitgeschakeld. Hoe kun je praten met de leider van een natie zonder leider?' 'De Vice-president is al in Chicago. Hij is nu op weg naar de O'Hare luchthaven.' 'Prachtig. Prachtig. Medewerking zonder dat ik er zelfs maar om heb gevraagd. Maar ik zal tot mijn spijt ook om de medewerking moeten vragen van een paar andere ministers van de regering. Ik weet dat ik veel vraag, maar ik heb het gevoel -' 'Bespaar me je schooljongenshumor, Branson.' Hendrix' stem klonk een tikje scherp nu, maar had een vermoeide klank. 'Ik neem aan dat je bepaalde mensen in gedachten hebt?' 'Een paar maar.' Branson had een gave om zijn stem uiterst redelijk te laten klinken wanneer hij de meest onredelijke eisen stelde. 'En als je ze samen met de Vice-president hierheen krijgt, neem ik aan dat je van hen ook gijzelaars maakt?' 'Nee. Je hebt alleen maar mijn woord natuurlijk, maar, nee. Je verliest de greep op de dingen, Hendrix. Onderhandelaars kidnap je niet. Als je dat zou doen, zou je weer met iemand anders moeten onderhandelen en zo maar door in aflopende lijn, totdat we bij iemand zoals jij zouden komen.' Branson wachtte op commentaar, maar Hendrix scheen sprakeloos. 'Ik wil de minister van Buitenlandse Zaken spreken.' 'Hij is onderweg.' 'Ongetwijfeld een gedachtelezer. Waarvandaan?' 'Van Los Angeles.' 'Dat komt bijzonder goed uit. Hoe komt het dat hij daar was?' 'Een IMF-bijeenkomst.' 'IMF? Dat betekent dus -' 'Ja,' zei Hendrix vermoeid. 'De minister van Financiën was er ook. Hij vliegt met hem mee.' Branson legde de hoorn op het toestel. 'Wel, wel, wel. De kleine Peter Branson vis-a-vis met de minister van Financiën. Wat een tete-a-tête zal dat worden. Ik dacht dat die dag nooit zou komen.'