Zevenendertig

Het is Kerstmis, en heel New York gaat schuil onder een dikke laag sneeuw. Maar als de sneeuw begint te smelten en alle drukte en afleiding van de feestdagen voorbij is, zal het verhaal dat ons werd ingefluisterd, het verhaal dat Elizabeth Holland nog leeft, dan weer aanwakkeren? Of zal het nieuws al eerder officieel worden gemaakt en zal het een waar kerstwonder blijken te zijn? Voorlopig zullen we het nog af moeten doen als een gerucht.

– UIT DE RODDELRUBRIEK VAN DE NEW YORK RECORD-COURIER,
MAANDAG 25 DECEMBER 1899

KERSTMIS WAS VOOR DE GANSEVOORTS NOOIT EEN erg uitbundige aangelegenheid geweest. Ze vonden het altijd meer dan volstaan om een grote ketel warme rum klaar te maken voor de familieleden die wellicht een bezoek zouden brengen aan hun huis aan Bond Street. Later op de dag stuurden ze een van de jongens eropuit om cadeautjes uit te delen aan de familieleden die op loopafstand woonden. Ze zagen het als een dag waarop ze iets meer mochten drinken dan normaal, zoals de Nederlanders deden, en waarop ze commentaar konden leveren op elkaars kinderen. Ze waren niet zoals de familie Holland, die erom bekend stond groots uit te pakken met Kerstmis. Die familie hield een muziekavond met een kerstthema voor meer dan honderd man, en later op de dag werd er soep geserveerd in de eetkamer, die zo vol stond met kerststerren dat het een rode gloed wierp op de gezichten van de gasten. Iedereen in New York wist dat Louisa Gansevoort na haar huwelijk alleen die tradities van de Hollands had overgenomen die ze kon waarderen, en hun manier van kerst vieren hoorde daar zeker niet bij.

Dit was een van de weinige dingen waarover mevrouw Holland en haar jongste dochter het met elkaar eens waren, en misschien was dat ook de reden waarom Diana mooie herinneringen had aan Kerstmis. Het was altijd een dag geweest waarop ze werd aangemoedigd om haar favoriete gedichten voor te lezen, waarop ze zich niet uitvoerig hoefde op te doffen, waarop netjes ingepakte dozen vol met mooie nieuwe spullen werden uitgewisseld en waarop haar vader in een goed humeur was, omdat hij al zijn tijd kon doorbrengen met zijn dierbaren. Misschien dat Diana zich daarom best opgewekt voelde toen ze wakker werd op de vijfentwintigste en neerkeek op een verse laag sneeuw in de achtertuin, die baadde in het zonlicht.

Dit ondanks het feit dat ze een erg stout meisje was geweest en ze toch nog steeds geen huwelijksaanzoek had gekregen.

De vorige avond had ze slechts een voorproefje gekregen van datgene waar ze zo naar verlangde, maar ze werd wakker met blijde verwachtingen, zoals altijd met de feestdagen, en dat gevoel werd niet minder toen ze een jurk aantrok en haar krullen opstak. Hoewel zij en Henry nog geen minuut met elkaar hadden kunnen doorbrengen – door de aanwezigheid van Snowden en van de twee grote mannen die Henry overal hadden gevolgd – hadden ze wel een paar blikken weten uit te wisselen, en ze had gevoeld dat hij van haar hield. Ze vroeg zich zelfs af of Henry soms niet een manier zou vinden om vandaag nog naar haar toe te komen. Ze liep naar beneden naar de salon. Ze hoopte dat ze nog een paar minuten in haar eentje kon doorbrengen onder de kerstboom om de dennengeur op te snuiven, en als ze Claire toevallig zou tegenkomen, zou ze vragen om een kop chocolademelk. Maar toen ze de salon binnenstapte, zag ze dat de chocolademelk al was gemaakt en dat ze niet langer alleen wilde zijn.

‘Elizabeth!’ riep ze uit toen ze haar zus zag zitten in haar favoriete stoel voor de open haard, waar een klein vuur in brandde. Haar handen schoten onwillekeurig naar de kanten stof die strak om haar hals was dichtgeknoopt, helemaal tot aan haar kin. Ze stootte nog meer kreten uit, maar die waren niet helemaal te verstaan, en toen rende ze naar haar zus. Ze liet zich voor haar voeten vallen en leunde met haar hoofd tegen haar knie. Diana deed haar ogen dicht om nog beter te kunnen voelen dat haar zus echt hier was, in levenden lijve. Het kostte haar moeite om het nieuws over haar en Henry voor zich te houden, maar Will zat naast haar op een poef, met de ijzeren pook nog in zijn hand, en zijn aanwezigheid maakte haar ongewoon verlegen.

‘Diana!’ Elizabeth pakte het gezicht van haar zus in haar handen en keek haar aan. Ze boog zich voorover en gaf haar een kus op haar voorhoofd.

‘Ik kan bijna niet geloven dat je er bent!’ Diana keek nu naar Will, die met zijn lange benen over elkaar zat en met zijn elleboog op zijn knie leunde. Het was grappig maar niet onaangenaam om hem hier te zien zitten tussen de vele antieke meubels en de stapels Perzische tapijten in hun huis. Ze zagen er allebei slanker uit en ze waren gebruind door de zon. ‘O, wat ben ik blij! Het is een puinhoop, Liz, en we hebben je nodig, en het zal vast verschrikkelijk zijn geweest om het hele land door te moeten reizen en …’

Elizabeth onderbrak haar met een glimlach en zei zachtjes: ‘Zou je Will niet eens gedag zeggen?’

‘O, hallo, Will!’ Diana stond op en liep naar de voormalige koetsier van de familie om hem een kus op zijn wang te geven. ‘Ik weet ervan,’ zei ze samenzweerderig en ze voelde een kleine blos op haar wangen verschijnen. ‘En ik vind het ongelooflijk romantisch.’

‘Had je ooit gedacht dat je mij in jullie salon zou zien zitten?’ Wills mond stond streng en zijn ogen waren buitengewoon blauw. Zijn haar was gegroeid sinds de laatste keer dat ze hem had gezien en het babyvet was bijna helemaal uit zijn gezicht verdwenen. De groene takken van de boom achter hem benadrukten de rode gloed in zijn haar. Meneer Holland keek op hem neer vanaf het portret dat boven de mantel hing.

‘O, natuurlijk wel! En… en… je bent hier toch al veel vaker geweest, of niet? Toen we klein waren en …’

Will hield zijn gezicht in de plooi, maar zijn ogen schitterden geamuseerd.

‘Hoe dan ook,’ ging Diana lachend verder toen ze merkte dat ze haar alleen maar plaagden, ‘ik ben blij dat je er nu bent. En jij, Liz, jij moet me vertellen wat ik nu moet doen, want alles is zo snel gegaan met Henry dat ik er een beetje bang van word en …’

Diana was nooit erg geduldig geweest, en ze wilde zo graag het advies van haar zus horen, dat ze haar manieren en haar verlegenheid om Will bijna even vergat. Maar toen Snowden naar binnen kwam door de schuifdeuren – die zijn bedienden nog niet hadden geolied, waardoor ze behoorlijk luid over de rails krasten – herinnerde ze zich maar al te goed dat ze haar mond moest houden. Ze draaide zich weg van haar zus en de blijdschap verdween van haar gezicht.

‘Juffrouw Diana,’ zei hij vriendelijk terwijl hij naar hun kleine groepje liep. ‘Laat mij u vooral niet onderbreken.’

‘Ik…’ De woorden bleven steken in haar keel. Er kwamen een aantal wilde plannen in haar op: misschien kon ze wel beweren dat Elizabeth iemand anders was, en niet de overleden zus waar ze zo over had getreurd in het bijzijn van de gasten van de familie. Of misschien had hij Elizabeth nog niet gezien. Als Diana zou zorgen voor wat afleiding, dan kon ze wellicht snel de kamer uit glippen voor hij haar opmerkte. Met dat belachelijke idee in haar hoofd praatte ze enigszins verdedigend verder: ‘U hebt helemaal niets onderbroken.’

‘O nee?’ Ondanks het feit dat ze zo vaak tegen hem had gelogen, leek hij noch boos noch verbaasd bij het zien van het dode Holland-zusje in hun midden. Diana was nog zo verdoofd door de hele situatie, dat dit gegeven haar meer opluchtte dan verwarde. Zijn blik ging van de ene zus naar de ander, maar hij wachtte geduldig op uitleg. Deze vriendelijkheid zorgde ervoor dat Diana nog sterker het idee kreeg dat ze verstrikt zat in een web van leugens. Hij moest Will ook hebben gezien, maar Diana was te bang om opzij te kijken om te zien hoe hij omging met deze inbreuk op hun privacy. Ze bracht haar vingers naar haar gloeiende wangen.

‘I-ik bedoel alleen dat ik niet gekleed ben voor bezoek,’ stamelde ze, in een poging de waarheid te verhullen, hoewel deze met de seconde duidelijker werd.

‘Je hoeft je voor mij niet aan de formaliteiten te houden, want zoals je weet hou ik van deze familie alsof het de mijne was.’ Afwachtend boog Snowden zijn hoofd en hij klakte de hakken van zijn versleten laarzen tegen elkaar. Hij moest zich ongetwijfeld toch ook gebruikt voelen door diezelfde familie. Ze hadden immers tegen hem had gelogen over hun verdriet, en dat terwijl ze volop hadden geprofiteerd van zijn vrijgevigheid.

Maar feitelijk was Diana de enige geweest die wist dat hun verdriet gebaseerd was op een leugen.

Net toen Diana lichtelijk wanhopig begon te raken en zich afvroeg hoe ze dit alles moest aanpakken, stond Elizabeth op en kwam naast haar staan. Ze legde haar hand zachtjes op Diana’s schouder, en deze aanraking kalmeerde haar weer enigszins.

‘Elizabeth, ze leeft nog!’ zei Diana toen, en ze zwaaide met haar handen alsof ze zich nu pas realiseerde hoe onlogisch de hele situatie was. Als ze deed alsof ze dit nu pas inzag, dan zou Snowden later wellicht niet zo boos op haar zijn, bedacht ze zich in een vlaag van verstandsverbijstering. Ze benadrukte haar opmerking met een onaangenaam lachje, dat lang niet vrolijk genoeg klonk.

‘Ja,’ antwoordde Snowden. ‘Dat zie ik.’

In de stilte die volgde begon Diana ongemakkelijk heen en weer te schuifelen. Smekend keek ze naar haar zus. Eindelijk zei Elizabeth: ‘U moet het vast erg raar vinden om mij hier te zien staan, gezien het nieuws over mijn dood.’

‘Raar,’ herhaalde Snowden. Zijn dunne lippen articuleerden het woord nauwkeurig. ‘Het is niet raar. Het is een wonder! Ik ben zo blij dat ik hier ben om dit geweldige moment mee te maken. Ik kende uw vader erg goed, Elizabeth, en ik ben hem veel verschuldigd. Ik weet niet of Diana het u heeft verteld…’

Beschaamd schudde Diana haar hoofd. Ze hoopte dat hij niet aan Elizabeth zou vertellen hoe onverschillig ze hem had behandeld en wat een slechte gastvrouw ze was geweest. Als iemand zoveel aan de familie had gegeven, dan zou Elizabeth hem op zijn minst belonen met al haar charme en aandacht. En wat zou hij wel niet denken van Will, die daar achter Elizabeth stond, nog gekleed in zijn werkkleren?

‘… maar ik beheer een aantal kleine beleggingen van uw vader die al enige tijd lopen. Ik zal je niet vermoeien met de details, maar ze zijn onlangs uitgekeerd en ik ben hier om uw familie te helpen zichzelf weer op orde te krijgen. Ik hoop dat u mij niet al te vrijpostig vindt, juffrouw Holland, maar uw familie verkeert in financiële moeilijkheden en een dergelijke situatie moet naar mijn mening zo snel mogelijk worden opgelost.’

Elizabeth liep over het dikke tapijt naar Snowden toe en pakte zijn hand. Zelfs nu ze alleen haar rug kon zien, kon Diana merken dat Elizabeth al haar oude warmte en hartelijkheid had aangewend. De zon scheen naar binnen door de hoge ramen en verlichtte haar blonde haardos. Haar zoete, zachte stem klonk veel ouder en wijzer. ‘Daar wil ik u graag voor bedanken, meneer Cairns. Dat is erg aardig van u. Ik weet dat mijn vader veel om u gaf en ik merk dat u graag iets terug wilt doen. Mijn hele familie en ik zijn u erg dankbaar.’

‘Het is me een waar genoegen.’ Snowden bleef Elizabeths hand vasthouden, zelfs toen hij een kleine buiging maakte. ‘En staat u mij nog wat meer vrijpostigheden toe, want mijn bedienden hebben wat cadeautjes meegenomen die ik u graag zou willen geven. En ik hoop dat u instemt met mijn voornemen om uw keuken te vullen met alle spullen die nodig zijn voor een echt kerstdiner.’

Diana keek om naar Will, die in de houding stond met zijn handen achter zijn rug. Zijn blauwzwart geruite overhemd stak mooi af tegen zijn gebruinde huid. Haar schaamte en verwarring moesten duidelijk af te lezen zijn van haar gezicht, want hij knipoogde naar haar om haar spanning even wat te verlichten.

‘O, meneer Cairns, wat een vriendelijkheid.’ Elizabeth hield haar handen in de zijne en haar stem klonk mierzoet. ‘Ik kan me geen betere manier indenken om kerst te vieren en …’

Haar zus zweeg abrupt en op datzelfde moment zag Diana de gestalte in de gang staan. De vrouw die hen aanstaarde door de halfopenstaande deuren had geprobeerd haar haar op te steken, hoewel het er nu slordiger uitzag dan wanneer ze het los zou hebben laten hangen. Haar lange nachtjapon zat strak om de borst en de hals, maar liep wijd uit vanaf de ellebogen en de taille. Het gaf mevrouw Holland het uiterlijk van een nogal krankzinnig lid van een Grieks koor, dacht Diana, voor ze zich de ernst van de situatie realiseerde. Haar moeder was klein van stuk, maar ze bekeek het tafereel met grote, alerte ogen, als donkere meren in een bos.

Zo ziet echte verbazing eruit, dacht Diana spijtig bij zichzelf, vlak voor ze zich realiseerde dat zij en haar zus nog een hoop uit te leggen hadden.