Eenentwintig

Gezien de vele moderne transportmiddelen die we vandaag de dag tot onze beschikking hebben, is het gemakkelijk te voorkomen om ergens laat in de nacht of vroeg in de ochtend te arriveren, daar is elke beleefde gast zich terdege van bewust.

Een gastvrouw heeft haar gasten echter niet altijd voor het kiezen, en dus zal ze zichzelf op elk vereist tijdstip toonbaar moeten maken en haar gasten hartelijk moeten ontvangen.

VAN KAMPS GIDS VOOR HET HUISHOUDEN VOOR DAMES VAN STAND,
UITGAVE VAN 1899

DIANA STAPTE DINSDAGAVOND DE SALON VAN DE FAMIlie binnen met een zelfverzekerdheid die haar oudere zus niet had kunnen evenaren. Ze droeg een eenvoudige zwarte jurk die strak om haar slanke taille zat, maar die al haar andere uiterlijke schoonheden verborg, en haar haar zat netter dan het de hele avond had gezeten. Ze liep zwijgend en statig over het tapijt naar de niet-brandende open haard, waar tante Edith op haar stond te wachten alsof ze een of ander toneelstuk aan het opvoeren was. Diana had het gevoel dat ook zij zou moeten acteren om haar gevoelens te verbergen. Henry hield weer van haar; de blijdschap golfde door haar hele lichaam.

‘Meneer Cairns,’ zei ze terwijl ze haar hand uitstrekte, maar ze liet zijn hand weer los voor hij de hare kon kussen. Snowden Cairns was een van de zakenpartners van haar vader geweest en soms ook een medeavonturier. De arme man, dacht ze. Hij keek haar heel indringend aan, en ze wist dat haar huid glinsterde als de Hudson-rivier bij zonsopgang en dat haar pupillen donker en groot waren. ‘Dat is lang geleden.’

‘Spijtig genoeg wel. Ik hoop dat u de condoleancebrief hebt ontvangen die ik heb gestuurd na uw vaders overlijden. En onlangs bereikte me het nieuws van het vroegtijdige heengaan van uw zuster. Vergeeft u mij alstublieft dat ik bij beiden niet op de begrafenis aanwezig was… Ik was op reis, en soms is het te gecompliceerd om naar de oostkust terug te keren, zelfs voor dit soort ernstige zaken.’

Diana gebaarde hem te gaan zitten en nam zelf plaats op de vale bergèrestoel naast die van haar tante. Snowden bleef aardige opmerkingen maken over haar familie, maar ze had moeite haar aandacht erbij te houden. Snowden was zeker wel oprecht en bedoelde het goed, en hoewel ze hem altijd had gezien als een vriend van haar vader, zag hij er veel jonger uit dan ze zich herinnerde. Zijn neus was kort en vierkant en zijn ogen, die dan weer groen en dan weer bruin leken, stonden ver uit elkaar onder zijn rechte, borstelige wenkbrauwen. Zijn gezicht was zeker niet onaangenaam, hoewel hij eruitzag alsof hij veel tijd in de buitenlucht doorbracht. Hij had dik, hoogblond haar dat in een middenscheiding naar achteren was gekamd en hij wist zich goed te presenteren. Maar hij was geen Henry. Hij was de enige reden dat ze nu niet bij Henry was.

Ze dacht weer aan het heerlijke gevoel van die onverwachte kus, toen ze plotseling merkte dat haar gast nog steeds stond. ‘Hoe gaat het met uw moeder?’ vroeg hij op zachte, meelevende toon.

‘Ze is erg ziek,’ antwoordde Diana, misschien wat geïrriteerder dan de bedoeling was. Ze keek naar haar tante in de verwachting dat die dat zou bevestigen. Ediths bezorgde blik ging van Diana naar meneer Cairns en toen knikte ze ernstig.

‘Tja, dat is ook niet zo verwonderlijk…’ antwoordde hij met een afwijzend gebaar. ‘Het is ijskoud hierbinnen. Het verbaast me dat jullie zelf niet ziek zijn.’

‘We…’ Diana bloosde en aarzelde even. ‘We hadden geen gasten meer verwacht zo laat in de avond.’

Ze zag Snowden kijken naar het lege koperen rek waar het brandhout normaal gesproken in werd bewaard. Ze wilde hem zeggen dat ze alles al had geregeld, dat ze er met haar eigen vindingrijkheid voor had gezorgd dat de haard weer brandde in haar moeders kamer en in de keuken en zelfs in haar eigen kamer, maar natuurlijk zou hij dan gelijk willen weten hoe ze aan het geld was gekomen. En haar uitstapje naar East Sixteenth Street kon ze niet aan de grote klok hangen. Ze hadden zoveel schulden bij het houtbedrijf dat al het geld daar meteen aan op was gegaan. Dus het was niet meer dan logisch dat Claire nu heel zuinig was met het hout en eerst wilde afwachten hoelang Snowden zou blijven voor ze ook maar iets zou verspillen aan een haardvuur op dit late tijdstip.

‘Juffrouw Diana, als ik zo vrij mag zijn,’ ging Snowden verder, terwijl hij naar haar toe liep en naast haar stoel neerknielde. Zijn gezicht was niet bepaald aantrekkelijker van dichtbij. ‘Ik heb verhalen gehoord over de problemen waarin uw familie verkeert, en hoewel ik het bijna niet kan geloven, aangezien ik vroeger zo nauw was betrokken bij de geldzaken van de familie, ben ik hiernaartoe gekomen om jullie te helpen waar ik kan. U hoeft voor mij de schijn niet op te houden.’

Toen stond hij op en liep snel naar een erker die uitkeek op de straat. Hij tikte tegen het glas en Diana ving een glimp op van een privékoets die buiten stond. Een paar minuten later was Snowdens bediende bezig de haard aan te steken. Diana was te zeer in de war om stil te staan bij het feit dat het wel erg merkwaardig was dat meneer Cairns rondreisde met een voorraad brandhout. De bediende had dezelfde soort kleding aan als zijn werkgever: een doordeweekse bruine broek en een gilet van zwart leer. Snowdens overhemd was echter gemaakt van blauwgrijs zijde en niet van dik, soepel katoen, en onwillekeurig viel Diana’s oog op de gouden armband rond Snowdens manchet, die glinsterde in het licht.

‘Ziezo,’ zei haar gast toen er een groot vuur brandde in de grote marmeren open haard. Diana had het absoluut warmer gekregen, maar ondanks de verandering in temperatuur werden haar gedachten nog steeds naar hetzelfde punt getrokken, met een onweerstaanbare magnetische kracht. ‘Er zijn uiteraard nog andere dingen die jullie hier wel kunnen gebruiken, dus daar zal ik ook voor zorgen. Maar nu moet ik uw moeder spreken.’

Diana keek dromerig op van haar samengevouwen handen. ‘O?’

‘Het is heel belangrijk.’

‘Wat?’

‘Dat ik uw moeder spreek.’

‘O!’ Diana stond op, een beetje beschaamd dat haar gedachten zo ver waren afgedwaald in het bijzijn van deze vage kennis en van haar tante.

‘Tja…’ ging ze verder, naarstig op zoek naar een excuus om hier weg te komen.

‘Ik denk niet dat mevrouw Holland zich daar goed genoeg voor voelt,’ zei Edith, terwijl ze haar auberginekleurige zijden mouwen over de beklede armleuningen van haar stoel drapeerde.

‘Ik zal wel even gaan kijken of ze zich goed genoeg voelt om u te ontvangen,’ zei Diana snel voor Snowden nog iets kon zeggen. Dit was haar kans om uit de kamer te ontsnappen en die liet ze niet zomaar aan haar neus voorbijgaan.

‘Dank u wel.’ Snowden maakte een kleine buiging.

Diana trof haar moeder aan in precies dezelfde houding als de vorige keer dat ze haar had gezien. Ze lag in bed met de gordijnen dicht, en haar hoofd rustte op een stapel witte kussens. Op de een of andere manier was ze er echter in geslaagd om haar haar weer wat te schikken en weg te stoppen onder haar weduwenkapje. Ze had haar ogen open.

‘Wat is er, Diana?’ zei ze zonder enige verrassing in haar stem.

‘Het is meneer Cairns, vaders vriend. Hij is beneden en hij wil u spreken –’ Op dat moment werd Diana onderbroken door het geluid van de deur die weer openging. Ze draaide zich ongeduldig om en zag dat de man over wie ze het net had gehad, brutaal de kamer in stapte. Dit was zo’n overtreding van de etiquette – een man die zomaar de slaapkamer van een vrouw binnenging – dat zelfs Diana een beetje gechoqueerd was.

‘Mevrouw Holland,’ begon hij, ‘het spijt me enorm dat ik u niet in eigen persoon mijn oprechte deelneming kon betuigen voor het heengaan van zowel uw man als uw dochter.’

‘Dank u, meneer Cairns. Maar ik heb uw brieven wel gelezen en ik weet hoezeer u meeleeft.’

‘Goed. Ik hoop dat u mij niet al te vrijpostig vindt als ik u vertel dat ik heb gehoord van uw financiële problemen, en ik kom u vertellen dat ik er geen woord van geloof. Als ik zo vrij mag zijn, mevrouw Holland, het is simpelweg onmogelijk. Ik zou u graag willen helpen met deze zaak.’ Hij stopte even en haalde een envelop tevoorschijn uit zijn binnenzak. ‘Ik heb hier een cheque voor u.’

Diana, die gehoorzaam aan de rand van haar moeders bed stond, voelde haar woede oplaaien. Ze had graag willen zeggen dat het helemaal niet nodig was, aangezien er zojuist een oplossing was verschenen voor al hun problemen. En die oplossing was veel knapper dan Snowden Trapp Cairns. Het liefst had ze zijn aanbod snel en bot afgewezen, maar weer snoerden haar eigen fouten haar de mond.

Ze was dan ook blij te horen dat haar moeder er hetzelfde over dacht als zij. ‘We kunnen uw gift niet aannemen, meneer Cairns, hoewel het erg aardig is van u om langs te komen.’

‘Maar het is geen gift,’ zei meneer Cairns op ernstige toon. ‘Het is geld dat ik u al een tijdje verschuldigd ben en het is eerlijk gezegd ook niet zoveel. Het is uw vaders percentage van een redelijk succesvol aandeel dat we samen hadden in een goudmijn. Dus als u het niet aanneemt, dwingt u mij feitelijk geld van u te stelen.’

Diana vond Snowdens glimlach maar overdreven innemend.

‘Meneer Cairns –’ protesteerde mevrouw Holland zwakjes.

‘Ik sta erop,’ onderbrak Snowden haar op besliste toon.

‘Dank u.’ Mevrouw Holland nam de cheque ietwat beschaamd aan, wat zelfs in haar verzwakte staat nog erg moeilijk voor haar moest zijn geweest. Terwijl ze opzij leunde om de cheque op het nachtkastje te leggen, zag Diana nog net een opgeluchte uitdrukking over haar gezicht trekken. ‘Hoelang bent u van plan in de stad te blijven?’

‘Ik heb momenteel geen verplichtingen elders en als u mij toestaat, mevrouw Holland, zou ik graag uw administratie eens doornemen. Ik kan me niet voorstellen dat u er zo slecht voorstaat als men beweert…’ Snowden stopte even en zijn ogen glommen. ‘Of zo slecht als u zelf lijkt te denken.’

‘Dat is erg aardig van u, hoewel ik u kan verzekeren dat ik al grondig naar de papieren heb gekeken en de situatie behoorlijk ernstig is. Maar dat maakt niet uit. Ik sta erop dat u bij ons logeert zolang u hier in de stad bent.’

Snowden maakte een korte buiging, waarbij de hakken van zijn laarzen tegen elkaar aan klakten. ‘Dank u, mevrouw Holland. We praten morgen wel verder. Maar nu heb ik u al lang genoeg gestoord. Ik zal naar beneden gaan en de meid vinden. Zij weet vast wel een plek voor me waar ik niemand tot last ben.’ Hij stopte om Diana’s hand te pakken, hoewel hij niet nog eens probeerde er een kus op te drukken. In plaats daarvan keek hij haar doordringend aan.

‘Goedenacht, juffrouw Diana.’

‘Goedenacht,’ antwoordde Diana zwakjes. Ze was opgelucht toen hij de kamer uit was. Dit betekende dat ze snel weer alleen zou zijn met haar gedachten, de enige manier waarop ze nu dicht bij Henry kon zijn.

De deur viel dicht, en ze voelde haar moeders koude hand rond haar pols.

‘Di?’ zei ze.

‘Ja, moeder?’ Diana leunde tegen het bed en keek toe hoe haar moeder terugzakte in haar kussens.

‘Ik weet dat je nu moe bent, maar wees morgen een beetje aardig tegen meneer Cairns, goed?’

Diana had geen idee welke uitdrukking er nu op haar eigen gezicht te lezen was. Ze begreep natuurlijk precies wat haar moeder bedoelde met aardig zijn. Ze wilde dat ze aardiger was tegen meneer Cairns dan tegen meneer Coddington en meneer Newburg en meneer Cutting. Maar op dat moment kon Diana zich niet voorstellen dat ze ooit nog geïnteresseerd zou zijn in iemand anders dan Henry.