15
Na een eindeloze rit door de vlakke polder, langs Almere-stad, -haven en -buiten, Lelystad en Emmeloord, bereikten ze bij Lemmer weer het oude land, genoten van het fraaie uitzicht over het wijde Tjeukemeer en reden via een krankzinnige rotonde bij Joure in de richting van Sneek.
Toen ze de oude stad naderden zat De Cock rechtop en keek belangstellend om zich heen.
'Snits,' riep hij blij. 'Snits... zo noemen de echte Friezen hun eigen Sneek. Ik heb hier als jongen dikwijls gelogeerd in 'Oan it wetter', een jeugdherberg met een bijzonder gastvrije vader en moeder. Het is alweer lang geleden, maar ik bewaar aan die bezoeken nog dierbare herinneringen.'
De oude rechercheur zwaaide met zijn handen voor zich uit. 'Als de leraar Frans, Guillaume du Bartas, nog zou hebben geleefd en hij was een dezer dagen met zijn geliefde Ranske Rauward naar haar geboortegrond gereden, dan had men hem stellig toegeroepen: 'Bienvenue a Sneek, centre de la Frise Sud-Ouest, qui nous 1'esperons bien, vous enchantera.' Vledder keek hem van terzijde aan.
'Wat betekent dat? Ik ben nooit zo goed geweest in Frans.' De Cock lachte.
'Welkom in Sneek,' riep hij uitbundig, 'het centrum van de Friese Zuidwesthoek. Sneek zal u zeker uitstekend bevallen, waarde gast.'
Vledder trok zijn neus iets op. 'Wat doe je opgewonden.' De Cock glimlachte.
'Herinneringen... nostalgie. Ik heb hier de fraaie oude Waterpoort nog gefotografeerd met een boxje.'
'Wat is dat, een boxje ?'
'Een kist met een gaatje.'
Vledder reageerde verbaasd.
'En kon je daarmee fotograferen?'
De Cock knikte nadrukkelijk. Hij wees voor zich uit. 'Rij maar door langs het water naar de Prins Hendrikkade, daar vind je wel ergens een plekje om de wagen kwijt te raken.'
Op een ruime parkeerplaats stapten de beide rechercheurs wat verkreukeld uit. Om zijn gestoorde bloedsomloop weer een beetje op gang te brengen, maakte De Cock naast de auto een paar stuntelige kniebuigingen. Vledder bezag het; een medelijdende glimlach om zijn lippen. 'Jij mag wel wat meer aan gymnastiek doen,' raadde hij aan. 'Aerobics.'
De Cock grinnikte met een rood hoofd van inspanning.
'Waarom dat zo uiterst vermoeiende gedoe?' Hij wreef met zijn beide handen over zijn brede borst. 'Met mijn pycnische en weinig decoratieve habitus haalt dat toch niets uit.'
Vledder gniffelde.
'Met je wat...?'
'Pycnische habitus.. . zoek dat thuis maar eens op in de dikke Van Dale.'
Lachend liepen ze verder de Prins Hendrikkade op en sloegen bij de Gedempte Pol linksaf.
Het was gezellig druk in de oude binnenstad van Sneek. In een stroom van kijkende en winkelende mensen sjokten ze via de Wijde Burgstraat naar de Kruizebroederstraat. Daar bleef De Cock staan en keek wat verloren om zich heen. 'Hier was vroeger het politiebureau,' riep hij teleurgesteld. 'Dat weet ik zeker.' De oude rechercheur weifelde even. Toen klampte hij een bejaarde voorbijgangster aan. 'Wij... eh, wij willen naar het politiebureau.' 'Het politiebureau?' 'Ja.'
De vrouw schudde haar hoofd.
'Dat is niet meer hier. Er is een nieuw politiebureau aan de Van Giffenstraat.' Ze wees achter zich. 'Het beste is, dat u straks linksaf slaat en doorloopt tot aan de Stationsstraat.'
'Is dat ver hiervandaan?'
De vrouw monsterde de gestalte van De Cock.
'Voor u... voor u een kwartier... ruim.' De bejaarde vrouw liep door. De grijze speurder keek haar verrast na. Daarna wendde hij zich tot Vledder. 'Dat is nu typisch Fries. Je krijgt persoonlijke aandacht. Jou had ze op nog geen tien minuten geschat.'
Een lange, magere jongeman van voor in de dertig met een vriendelijk, scherp gesneden gezicht, keek van De Cock naar Vledder en terug.
'Direct uit Amsterdam gekomen?' In zijn stem trilde verbazing. De Cock glimlachte.
'Dat telexbericht van jullie bracht ons op drift.' De jongeman schudde zijn hoofd.
'Ik had niet gedacht dat jullie zo snel zouden reageren.' Hij boog zich iets naar voren en stak De Cock en Vledder zijn hand toe. 'Mag ik mij even voorstellen,' sprak hij ernstig, 'Sietse... Sietse van der Meer van de recherche van de gemeentepolitie in Sneek.' Hij gebaarde schuin achter zich naar een knappe jonge politievrouw. De Cock schatte haar achter in de twintig. Ze had een rond gezicht met vrolijk twinkelende ogen en een kort kapsel in coupe soleil. 'Dat is Barry,' ging de jongeman verder. 'Barry van Bockel. Zij is mijn assistent in deze zaak.' De Cock keek haar glunderend aan.
'Ik heb in mijn jonge jaren bij de politie nooit met vrouwen mogen samenwerken,' sprak hij spijtig. 'Dat vertrouwde men ons in mijn tijd niet toe.' Hij wendde zich weer tot Sietse van der Meer. 'Waarom stuurden jullie ons dat telexbericht?' De jonge rechercheur zuchtte.
'De moord op Sjoerd Sierkema heeft de mensen hier in Sneek diep geschokt. Moord is al heel ongewoon... en dan nog iemand zijn penis afsnijden... dat is gruwelijk. Daar komt nog bij, dat die Sjoerd Sierkema hier in Sneek erg geliefd was. Een hulpvaardige en uiterst beminnelijke jongeman. Hij werkte hierop een bank. Velen kenden hem persoonlijk.'
De Cock knikte begrijpend.
'Hoe oud is die Sjoerd Sierkema geworden?'
'Vijfentwintig jaar. Hij is een paar jaar geleden getrouwd en heeft een dochtertje van anderhalfjaar. Ik zei al: een keurige jongeman.
Ook zijn ouders zijn aardige, vriendelijke mensen. Daar valt niets op aan te merken.'
De Cock trok denkrimpels in zijn voorhoofd. 'Er moet toch een motief zijn? Vijanden... heimelijke liefdesaffaires?'
Sietse van der Meer schudde zijn hoofd.
Niets van dat alles,' riep hij geprikkeld. 'Het is volkomen onbegrijpelijk. Ik kan voor de moord op die jongeman geen enkel motief bedenken. Het lijkt wel de daad van een waanzinnige.' De Cock keek naar hem op.
'Ik heb nog geen antwoord op mijn vraag: waarom dat telexbericht?' Op het smalle gezicht van Sietse van der Meer kwam een glimlach. 'Ik heb tot mijn spijt nooit met u samengewerkt, maar ik heb toch een aantal jaren in Amsterdam dienst gedaan... recherche aan het bureau IJtunnel. Daar heb ik ook mijn opleiding genoten. De gemeente Amsterdam kon mij echter geen passende woonruimte bieden.' Hij maakte een hulpeloos gebaartje. 'Toen heb ik naar de gemeentepolitie hier in Sneek gesolliciteerd. Vermoedelijk op basis van mijn Amsterdamse ervaring werd ik zonder bedenken aangenomen en kreeg onmiddellijk een huis. Het bevalt mij hier nu uitstekend. Je moet de Friezen even de tijd geven om aan je te wennen, maar dan...' De jonge rechercheur maakte zijn zin niet af. 'Volgens mij bestaat er geen beter volk.' De Cock zwaaide afwerend.
'Dat moet je tegen een Amsterdamse rechercheur niet zeggen.' Sietse van der Meer lachte.
'Ik ken de Amsterdammers en ik heb uiteraard nog veel relaties met de recherche van Amsterdam. Ik heb dat telexbericht onmiddellijk verzonden toen ik hoorde, dat u ook een moord in behandeling had van een man met een afgesneden penis.'
De Cock stak de middel- en de wijsvinger van zijn rechterhand omhoog. 'Twee... twee leraren van een middelbare school.' Sietse van der Meer liet zijn hoofd iets zakken. 'Ik zie weinig verband,' sprak hij somber, 'leraren en een bankbediende. '
De Cock negeerde de opmerking. 'Waar is het gebeurd?'
Barry van Bockel draaide zich om en liep naar een wand met een plattegrond van de binnenstad van Sneek. De Cock volgde haar. 'Om op de bank waar hij werkte vooruit te komen.' begon ze haar uitleg, 'volgde Sjoerd Sierkema een paar avondcursussen. In zijn vrije tijd was hij een verwoed verzamelaar van modelsporen. Uit pure liefhebberij verzorgde hij een avond in de week de treinen in ons modeltreinenmuseum aan het Kleinzand. Zo ook die bewuste avond.' De jonge politievrouw wees met een ballpoint in haar hand. 'Kijk, daar is het Kleinzand, met dat smalle watertje in het midden.
Vanaf het Kleinzand moet hij, zo rond de klok van elf, via de Stokvissteeg en een stukje Oosterdijk rechtuit naar de smalle steeg zijn gelopen, die naar de parkeerplaats aan de Prins Hendrikkade leidt. Daar had hij die avond zijn wagen geparkeerd. In die smalle naamloze steeg, waarin men elkaar nauwelijks kan passeren, is een scherpe haakse bocht. Daar moet iemand Sjoerd Sierkema hebben opgewacht en doodgestoken. In die haakse bocht hebben we hem gevonden.'
'Hebben jullie zijn auto onderzocht?' Barry van Bockel knikte.
'Het leverde niets op. De wagen was afgesloten en bij de dode Sjoerd Sierkema vonden we de autosleuteltjes in zijn broekzak.' De Cock plukte nadenkend aan zijn onderlip. 'Avondcursussen... wat voor opleiding had Sjoerd Sierkema genoten?'
Sietse van der Meer haalde zijn schouders op.
'Ik dacht, dat hij hier een middelbare school had gevolgd.'
De Cock slikte.
'Een middelbare school?'
Sietse van der Meer maakte een verontschuldigend gebaar. 'Ik heb de levensloop van het slachtoffer nog niet helemaal nageplozen. Daar ben ik nog niet aan toe gekomen.' De Cock stak zijn handen trillend omhoog.
'Kan het zijn,' vroeg hij gejaagd, 'dat Sjoerd Sierkema hier in Sneek op de middelbare school zat ten tijde... in de tijd, dat hier een leraar... een zekere Bouke Anne Minnertsga opereerde?'
Sietse van der Meer keek hem verrast aan.
'Dat... dat weet ik niet.'
De Cock kneep zijn ogen half dicht.
'Is dat na te gaan?'
Sietse van der Meer plooide zijn lippen in een tuitje.
'Dat dacht ik wel,' antwoordde hij kalm. 'Een kwestie van een paar telefoontjes.'
De Cock gebaarde in zijn richting.
En probeer ook de naam en het adres van een leerkracht te vinden, die op diezelfde school nog met die Minnertsga heeft samengewerkt.'
Sietse van der Meer keek hem onderzoekend aan. 'Is het erg belangrijk?'
De Cock strekte de wijsvinger van zijn rechterhand naar hem uit.
'Als het je lukt,' riep hij enthousiast, 'als het je lukt de juiste man te vinden, dan lever ik je binnenkort de moordenaar van Sjoerd Sierkema... op een zilveren presenteerblaadje.'
Sietse van der Meer keek hem lachend aan.
'Dat hoeft niet,' reageerde hij Fries nuchter. 'Het mag ook met een ambtelijk proces-verbaal.'
Barry van Bockel en Sietse van der Meer liepen vanaf het politiebureau aan de Van Giffenstraat met de Amsterdamse rechercheurs mee naar de oude binnenstad van Sneek en lieten hen de haakse bocht zien in de nauwe steeg naar de Oosterdijk, waar de dode Sjoerd Sierkema met afgesneden penis was aangetroffen. Daarna geleidden zij de beide rechercheurs naar de ruime parkeerplaats aan de Prins Hendrikkade en wuifden hen na toen ze wegreden. Vledder gebaarde achter zich. 'Aardige mensen.' De Cock gromde. 'Politiemensen zijn altijd aardig.' Vledder grinnikte.
'Ik denk niet, dat iedereen het met je eens is.' De Cock trok zijn schouders op. 'Weet je de weg naar Bolsward?' Vledder knikte.
'Dat is niet zo moeilijk. Dat wijst zich vanzelf. Het is van hier maar zeven kilometer.' De jonge rechercheur plukte een notitieblaadje uit het borstzakje van zijn colbert en reikte het De Cock aan. 'Ik heb opgeschreven waar we moeten zijn.'
De Cock streek het verkreukelde papiertje op zijn knie glad. 'Veertien uur,' las hij hardop, 'afspraak met oud-leraar Foppe van Harinxma in het eetcafé van Rudi en Annie Postma aan de Dijkstraat nummer eenenveertig. Parkeergelegenheid aan de Nieuwmarkt.' De oude rechercheur blikte opzij. 'Dat heeft Sietse van der Meer toch mooi voor ons geregeld.' Vledder knikte.
'Hij zei ook, dat als we toch in Bolsward waren, wij beslist even het stadhuis moesten gaan bekijken. Volgens Sietse van der Meer het mooiste van heel Friesland.' De Cock trok zijn gezicht strak.
'Wij zijn hier,' gromde hij, 'om een reeks moorden op te lossen en niet om ons te vergapen aan een toeristische attractie.' Vledder snoof. 'Uitslover.'
Met boven hun hoofden fel krijsende meeuwen in de vrolijke trillingen van het carillon in de toren van het imposante raadhuis, sjokten de rechercheurs in het oude stille Bolsward langs pittoreske geveltjes aan de Appelmarkt verder naar de Dijkstraat en gingen op eenenveertig naar binnen.
Het eetcafé van Rudi en Annie Postma bleek een stemmig lokaal met een houten lambrizering, een uitstekend billard, twee flipperkasten en fraaie wollen kleden op de tafeltjes. Van achter uit het lokaal klonken, niet storend, country- en westernklanken.
De Cock keek rond, maar kon in geen van de bezoekers een man ontdekken in wie hij een oud-leraar vermoedde.
Ze namen plaats aan een tafeltje met uitzicht op de toegangsdeur en Vledder bestelde koffie bij een struise blonde Friezin.
De Cock keek op zijn horloge.
'Hij behoeft er nog niet te zijn. Het is vijf voor tweeën.'
'Heeft Sietse van der Meer die oud-leraar verteld waarover wij hem wilden spreken?'
De Cock schudde zijn hoofd.
'Dat leek mij niet juist. De heer Van Harinxma stemde na enige aarzeling toe om met een paar Amsterdamse rechercheurs te praten. Maar om een of andere reden wilde hij ons niet thuis ontvangen... vandaar de afspraak in dit café.' 'Weet hij dat Minnertsga dood is?' De Cock trok zijn schouders op.
'Ik weet niet of hij een landelijk dagblad leest. Ik denk, dat de plaatselijke pers weinig belangstelling heeft voor Amsterdamse moorden.'
De deur van het eetcafé ging open en een bejaarde man trad binnen. Hij was lang en statig, droeg een antracietgrijze mantel en onder zijn zwarte muts golfde lang zilverwit haar.
De Cock kwam onmiddellijk overeind, liep op hem toe en maakte een lichte buiging. 'Heer Van Harinxma?' De man knikte.
'En u komt uit Amsterdam... rechercheur De Cock?' De grijze speurder knikte.
'De Cock met... eh, met ceeooceekaa.' Hij leidde de heer Van Harinxma naar het tafeltje. 'Dat is mijn jonge collega Vledder.' Hij zweeg even. 'Wij hebben koffie besteld... wilt u ook?' De heer Van Harinxma knikte, nam zijn muts af, knoopte zijn deftige mantel los en ging bij hen aan het tafeltje zitten. 'Uw komst houdt verband met de moord op Bouke Anne Minnertsga?' vroeg hij vriendelijk.
De Cock keek de man verrast aan. 'U weet van die moord?' De heer Van Harinxma glimlachte.
'Ik heb het gelezen in de krant en het verbaast mij niets, dat het spoor naar Friesland leidt.' De Cock veinsde onbegrip. 'Hoezo?'
Foppe van Harinxma schudde afkeurend zijn hoofd. 'Die Minnertsga heeft in Sneek de dolste dingen uitgehaald. Het verwondert mij, dat ze hem in Amsterdam zo lang ongemoeid hebben gelaten. Sommige ouders in Sneek waren destijds zo woedend om hetgeen hij met hun dochters had uitgespookt, dat ik weleens voor zijn leven heb gevreesd.' De Cock kuchte.
'Het spoor leidde aanvankelijk niet naar Friesland. Dat wij u hier in Bolsward komen lastig vallen is het gevolg van het feit, dat in Sneek een jongeman is vermoord. Die jongeman werd op exact dezelfde wijze om het leven gebracht als Bouke Anne Minnertsga... vandaar onze belangstelling.'
De heer Van Harinxma keek De Cock onderzoekend aan.
'U... eh, u bedoelt de moord in Sneek... op Sjoerd... Sjoerd Sierkema?'
'Inderdaad.'
De heer Van Harinxma knikte traag voor zich uit.
'Ik heb er van gehoord,' sprak hij somber. 'Ik was er erg door geschrokken... geschokt. Je hoopt toch altijd, dat het die kinderen goed gaat. Sjoerd... Sjoerd Sierkema was een leerling van mij.'
De Cock kneep zijn wenkbrauwen samen.
'En van Bouke Anne Minnertsga?'
Van Harinxma zuchtte.
'Ook... ook van Bouke Anne Minnertsga.' De oud-leraar streek met zijn vlakke hand nadenkend over zijn grijze haren. 'Ik ben destijds nog voor die jonge Sjoerd Sierkema in de bres gesprongen. Als ik niet tussenbeide was gekomen, hadden ze hem onverwijld van school gestuurd.' 'Waarom?'
Van Harinxma zuchtte opnieuw.
'Sjoerd was een knappe jongen... groot en sterk... erg in trek bij het jonge vrouwvolk.' De Cock glimlachte.
'Dat is toch geen reden om een jongeman van school te sturen?' Van Harinxma schudde zijn hoofd.
'Daarvoor niet,' antwoordde hij mijmerend. 'Maar hij had een verhouding met Ranske.'
De Cock keek de oud-leraar verbijsterd aan. 'Ranske... Ranske Rauward?' Foppe van Harinxma knikte. 'De jonge vrouw van Minnertsga.'