7
De Cock keek van Caroline Hoogwoud naar Vledder. 'Roeland is onschuldig.' Het klonk als een verrassende constatering. Caroline Hoogwoud knikte heftig.
'De hele school denkt dat hij Minnertsga heeft doodgestoken. Iedereen weet dat Roeland het bloed van die leraar wel kon drinken.'
De Cock keek haar verrast aan. 'Zo erg?'
'Zeker. Het was oorlog tussen die twee. Een maand geleden hebben ze samen nog in de klas gevochten en Roeland heeft toen waar iedereen bij was geroepen; rotvent, ik steek je nog eens overhoop.' Ze zweeg even. Haar tong gleed langs haar volle lippen. 'Iedereen weet ook dat Roeland een mes heeft.' 'Wat voor een mes?'
'Zo'n knipmes... datje uit kan klappen.' 'En dat droeg hij altijd bij zich?' Caroline Hoogwoud schudde afkeurend haar hoofd. 'Roeland doet altijd zo flink, zo stoer... slooft zich uit voor mij en de andere meiden in de klas. Maar dat zegt niets. Roeland is gewoon een aardige jongen... een lieve knul.' De Cock trok zijn wenkbrauwen samen.
'En Roeland weet, dat iedereen denkt, dat hij Minnertsga heeft doodgestoken?'
Caroline Hoogwoud slikte.
'Natuurlijk weet hij dat. Toen vanmorgen het bericht uitlekte, dat Minnertsga was vermoord, hebben ze het tegen hem gezegd... de anderen uit de klas... Roeland, dat heb jij geflikt.' 'Is Roeland daarom gevlucht?'
'Hij was bang dat hij door de politie zou worden opgepakt.'
De Cock schudde zijn hoofd. 'De politie pakt geen onschuldige mensen op.'
Op het gezicht van Caroline Hoogwoud kwam een grijns. 'Roeland en ik vinden, dat je daar toch erg voorzichtig mee moet zijn,' sprak ze aarzelend. 'Je weet het nooit helemaal zeker.'
De Cock glimlachte om het antwoord. In het hart van de oude CA rechercheur begon enige sympathie voor de jonge pittige vrouw te gloeien.
'Waarom had Roeland van Ieperen zo'n hekel aan die Minnertsga?' Caroline Hoogwoud zwaaide met een arm. 'Minnertsga pestte Roeland altijd.' 'Waarom?'
Caroline Hoogwoud trok haar linkerschouder iets op. 'Ik denk om mij.'
De Cock keek haar vragend aan. 'Dat begrijp ik niet.'
Caroline Hoogwoud zuchtte. 'Roeland en ik gaan met elkaar. Dat weet ook iedereen... zelfs de leraren. Roeland is mijn vriend... al meer dan twee jaar. We hebben op het Bartholinus ook samen een klas gedoubleerd. Maar Roeland is echt niet stom, zoals Minnertsga altijd zei. Roeland en ik vinden soms andere dingen leuker om te doen dan dat vervelende leren... dan krijg je vanzelf slechte cijfers.'
De Cock gebaarde in haar richting. 'Wat dacht je met jouw valse bekentenis te bereiken?'
Caroline Hoogwoud keek verwonderd naar hem op. 'Begrijpt u dat niet?'
'Niet helemaal.'
'Als ik het heb gedaan... dan kan Roeland het toch niet hebben gedaan? Simpel... vindt u niet?' De Cock glimlachte.
'Je wilde door jouw bekentenis Roeland vrij pleiten?'
'Precies.'
'En daarvoor was je zelfs bereid om de gevangenis in te gaan?' Caroline Hoogwoud keek verrast naar hem op. Haar jong gezicht stond ernstig. 'Hebt u weleens van iemand gehouden?' De Cock verborg een lach achter de rug van zijn hand, maar antwoordde niet.
Vledder kwam tussenbeide. De jonge rechercheur vond de aanpak van De Cock te vriendelijk, te gezapig. 'Was het Roeland?' vroeg hij streng.
Caroline Hoogwoud draaide zich half om en keek Vledder vernietigend aan. 'Hoe bedoelt u?' vroeg ze bits. 'Stak Roeland Minnertsga dood?'
Caroline Hoogwoud kneep haar lippen op elkaar. 'Hij was het niet,' siste ze. 'Hoe weet je dat?'
'Ik heb het Roeland gevraagd en hij heeft tegen mij gezegd, dat hij het niet heeft gedaan.'
Vledder trok zijn gezicht strak. 'En dat is voor jou voldoende?'
'Ja.'
De jonge rechercheur schudde zijn hoofd. 'Voor ons niet.' 'Moeten jullie weten.' Vledder negeerde het botte antwoord.
'Wist Roeland van Ieperen, dat jij die valse bekentenis zou doen?' Caroline Hoogwoud schudde haar hoofd.
'Dat wist Roeland niet. Ik ben vanmiddag pas op het idee gekomen, nadat zijn moeder mij had gebeld om te zeggen dat Roeland was gevlucht.'
Vledder keek haar ongelovig aan. 'En daar hebben jullie voordien niet samen over gesproken?' 'Nee.'
Vledder kwam uit zijn stoel omhoog en strekte zijn rechterhand beschuldigend naar haar uit.
'Ik zal jou eens precies zeggen waarom jij vanavond naar de Warmoesstraat kwam om te vertellen dat jij Minnertsga had vermoord... omdat jij... net als al die anderen in de klas... voor jezelf verdraaid goed wist, dat Roeland het wel had gedaan.' Caroline Hoogwoud kwam met een ruk overeind. Haar hele lichaam trilde en haar lichtgroene ogen schoten vuur. 'Het was Roeland niet.' Ze schreeuwde; haar armen opgestoken en haar vuisten gebald. 'Het was Roeland niet. Dat heb ik toch gezegd. Roeland heeft er niets mee te maken. Het was... eh, het was Marijke.' Vledder kwam achter zijn bureau vandaan en liep op haar toe. Dreigend. Zijn rug iets gekromd. 'Wie is Marijke?'
Caroline Hoogwoud plofte uitgeblust terug op haar stoel.
'Een meid... een meid uit de klas. Ze was verliefd op Minnertsga.'
Toen De Cock in de recherchekamer terugkwam, keek Vledder hem schuins achterdochtig aan.
'Je hebt haar toch uit laten schrijven?' De Cock knikte. 'Dat kind hoort vannacht niet in een cel. Ik heb haar door een oude diender met een wagentje naar huis laten brengen.' Vledder snoof.
'Ze heeft je van het begin af aan helemaal ingepalmd,' sprak hij met enige verachting. 'Als ik er niet op tijd tussen was gekomen, dan hadden we nooit geweten dat Marijke het had gedaan.' De Cock liet zich in zijn stoel achter zijn bureau zakken en schudde zijn hoofd. 'Het was Marijke niet,' stelde hij kalm. Vledder keek zijn oudere collega niet-begrijpend aan. 'Je hebt haar verhaal toch gehoord?' riep hij verwonderd. 'Marijke was verliefd op Minnertsga... was zelfs een paar maal heimelijk met hem weg geweest... maar de laatste maanden toonde Minnertsga geen enkele interesse meer in haar. Dat was voor Marijke onverdraaglijk.'
Over het brede gezicht van de grijze speurder gleed een trieste glimlach. 'Hoeveel meisjes op middelbare scholen worden verliefd op hun leraar? Als al die verliefdheid tot een moord op zo'n aanbeden leraar leidde, dan...' Hij maakte zijn zin niet af. 'Die beschuldiging van Caroline Hoogwoud aan het adres van Marijke was vals... net zo vals als haar bekentenis, dat zij Minnertsga had vermoord.' De oude rechercheur ademde diep. 'Je moet met de uitlatingen van zo'n meisje heel voorzichtig omgaan. Als je die Carrie nog verder onder druk had gezet, dan was ze met nog een reeks andere beschuldigingen gekomen... uit angst en vertwijfeling. Haar enige zorg is Roeland. .. hem mag niets overkomen.' Vledder snoof minachtend. 'Kalverliefde.'
De Cock reageerde niet. Hij stond op en slofte naar de kapstok.
De jonge rechercheur kwam hem na. 'Waar ga je heen?'
De Cock draaide zich half om. 'Naar Smalle Lowietje... mijn droge keel dorst naar het fluweel van een cognackie.'
Lowietje, ter aanduiding van zijn geringe borstomvang meestal Smalle Lowietje genoemd, trok zijn levendig muizensmoeltje in een vriendelijke plooi, staakte het glazenspoelen, veegde zijn vingers langs zijn morsige vest en stak de oude rechercheur spontaan een hand toe. 'Welkom in mijn etablissement.'
De Cock hees zijn zware bovenlijf op een barkruk naast Vledder. 'Ook goedenavond,' reageerde hij laconiek. 'Hetzelfde recept?' Zonder op antwoord te wachten dook de tengere caféhouder onder de tapkast en kwam weer boven met een fles pure Franse cognac Napoleon, die hij met een haast devoot gebaar voor de grijze speurder neerzette. 'Nog van mijn oude voorraad,' lispelde hij vergenoegd. Hij pakte drie bolle glazen en schonk in, plechtig, als gold het een ceremonieel gebeuren.
Rechercheur De Cock keek vrolijk glunderend toe. Hij hield van die momenten. En hoewel hij wist, dat de smalle caféhouder een dief was, een heler, een man die in zijn leven vrijwel alles had gedaan wat God in zijn wijsheid had verboden... hield hij van Lowietje. 'Proost.' Hij nam het glas op, schommelde het in zijn hand en snoof de prikkelende geur van de cognac op. Voorzichtig nam hij een slokje. Zacht gleed het fluwelen vocht langs zijn dorstige keel. Hij keek met een peinzende blik naar het glas en zette het met een teder gebaar op de tapkast terug.
Daarna draaide hij zich op zijn kruk naar Vledder.
'Gelet op onze... eh, in het harnas gesneuvelde leraar,' sprak hij licht spottend, 'zouden nu een paar klassieke Latijnse kreten niet misplaatst zijn. Wat dacht je van: 'bene-audire-alterum-patrimo-nium-est."
De jonge rechercheur bekeek zijn oudere collega met enige achterdocht.
'En dat betekent?' De Cock glimlachte.
'Een ernstige vingerwijzing voor ons beroep: goed luisteren is een tweede erfgoed.' 'Heb je er nog meer?' De Cock knikte.
'En voor de ontmaskering van onze moordenaar geldt: 'experto credite'... gelooft hem, die het uit ondervinding weet.' Vledder beluisterde de toon. 'Wat wil je daarmee zeggen?'
De grijze speurder stak waarschuwend zijn rechterwijsvinger omhoog.
'Elke bekentenis... zeker een bekentenis van een moord... moet volledig zijn... volledig in alle details... geen verhaal van horen zeggen of een weergave van een krantenbericht.' Vledder knikte begrijpend.
'Je bedoelt: als wij de pers gisteren volledig hadden ingelicht... ook over die penis... dan hadden wij de valse bekentenis van Caroline Hoogwoud heel moeilijk als zodanig kunnen onderkennen.'
'Precies.'
Smalle Lowietje trok zijn wenkbrauwen op. 'Wat zijn jullie ernstig.' De Cock zwaaide afwerend. 'Even niet op letten, Lowie,' sprak hij vriendelijk. 'We zijn bezig met een moord op een leraar klassieke talen. Een lastige zaak, die ons nogal wat hoofdbrekens kost.' 'Vandaar jouw potjeslatijn.' De Cock grinnikte.
'Een van mijn oude vader geërfde hobby.' Hij hief lachend zijn glas op. 'Gaudeamus igitur... laat ons vrolijk zijn.'
Smalle Lowietje trok een dwarse denkrimpel in zijn voorhoofd.
'Leraar klassieke talen... is dat het geval dat vandaag in de krant stond... een leraar van het Bartholinus Gymnasium?'
'Inderdaad.'
'Heet hij Minnertsga?'
De Cock keek hem verrast aan.
'Stond die naam vanmorgen in de krant?' vroeg hij ongelovig. De tengere caféhouder schudde zijn hoofd.
'Dat niet. Maar ik ken een leraar Minnertsga, die hier in Amsterdam aan het Bartholinus Gymnasium aan het Linnaeushof is verbonden.'
'Hoe?'
'Wat bedoel je?' 'Hoe ken je hem?'
Smalle Lowietje gebaarde om zich heen.
'Hij komt hier vrij geregeld. Ik bedoel hier, in mijn etablissement.' 'Alleen?'
Op het vriendelijk muizensmoeltje van Smalle Lowietje verscheen een grijns. 'Hij houdt het al jaren met Agneet, oudste dochter van Rooie Betsy.'
'Rooie Betsy... hier van de Wallen?' De tengere caféhouder knikte.
'Rooie Betsy, die zover ik weet, haar hele leven al voor hoer heeft gespeeld, wilde haar oudste dochter een behoorlijke opleiding geven.'
De Cock knikte instemmend. 'Terecht.'
'Het lukte Rooie Betsy met veel moeite om Agneet na de basisschool op het Bartholinus Gymnasium geplaatst te krijgen.'
De Cock keek hem onderzoekend aan.
'En... kreeg Agneet haar opleiding?'
Het gezicht van Smalle Lowietje versomberde.
'Een paar jaar ging het goed. Toen kreeg ze les van die Minnertsga... maar niet in klassieke talen.'
De Cock knikte met een grijns op zijn gezicht.
'Ze kreeg van hem privé-onderricht op seksueel gebied.'
De tengere caféhouder knikte.
'Toen dat uitlekte werd Agneet van school gestuurd. Rooie Betsy was woedend... des duivels. Ze vertelde aan een ieder die het maar horen wilde, dat Minnertsga haar Agneet had verkracht.' 'Kwam het tot een aanklacht?' Smalle Lowietje schudde zijn hoofd.
'Agneet wilde daar niet aan meewerken. Ze bleef ook nadat ze van school was gestuurd met die Minnertsga omgaan.'
De Cock plukte aan zijn onderlip. 'En Rooie Betsy?'
Smalle Lowietje keek naar hem op. 'U kent haar?'
'Min of meer.'
De tengere caféhouder zuchtte.
'Geen gemakkelijke tante. Zelfs Rinus, haar eigen pooier, is bang voor haar. Vorige week kwam ze toevallig mijn etablissement binnen op een moment, dat Agneet hier met die Minnertsga aan de bar zat. Ze liep op hem toe en zei: viezerik, vuile verkrachter... ze moesten jou je pik afsnijden.' 'En dat hoorde iedereen?' Smalle Lowietje knikte. 'De tent zat vol.'