HOOFDSTUK 12

“Ik heb trek,” zei Damian een paar uur later. Hij rekte zich uit en drukte een kus op haar kruintje. “Grote trek. Zullen we maar eens een hapje gaan eten? Gaan we daarna weer gezellig verder waar we gebleven waren. Lijkt me heerlijk.”

Emily tilde haar hoofd van zijn borst en keek hem plagend aan. “Heb je een time-out nodig?”

“Helemaal niet.” Hij liet zijn hand over haar blote rug naar beneden dwalen en streelde de zachte ronding van haar billen. “Ik kan nog uren doorgaan. Maar een man moet eten, en aangezien ze hier geen roomservice hebben, zullen we onze zeer aangename activiteiten even moeten onderbreken om de inwendige mens te versterken.” Hij keek haar sceptisch aan. “Je gaat me toch niet vertellen dat jij niet rammelt? Ik weet zeker dat ik daarnet vreemde geluiden hoorde toen ik die heerlijke buik van je kuste.”

“Ik ben uitgehongerd,” bekende Emily. “Dat krijg je van al die lichamelijke inspanningen.” Ze liet zich opzij rollen en ging rechtop zitten. “Die paar courgettechips die we hebben gegeten vanmiddag zijn allang verteerd.”

Damian keek vertederd naar haar verwarde haar en verhitte wangen. Ze zag er prachtig uit. Ze wás prachtig. Haar naakte huid glansde als zacht satijn en haar lippen waren vol en rood van zijn liefkozingen. Hij voelde zijn opwinding weer toenemen en stak loom zijn hand uit om haar tepel aan te raken. “Misschien moeten we het eten toch nog maar even uitstellen,” mompelde hij.

“Echt niet.” Emily duwde zijn hand weg, maar maakte geen aanstalten uit bed te stappen. Ze staarde naar iets op het nachtkastje en hij zag haar gezicht vertrekken.

“Wat is er?” vroeg hij.

“Niets.”

“Er is wel iets.” Hij ging ook rechtop zitten om te zien waar ze naar keek. Op het nachtkastje lag alleen de gouden Marco Bicego-ketting die ze haastig had afgedaan voor ze in bed stapte. Met een lichte zucht legde hij zijn arm om haar schouder en trok haar tegen zich aan. “Aha, Natasha’s ketting… dus dat zit je dwars.”

“Die ketting? Natuurlijk niet.” Emily schudde haar hoofd, maar ze sloeg haar ogen neer, alsof ze niet wilde dat hij de pijn erin zag. “Ik ben nu eenmaal niet de eerste vrouw in je leven, dat was me geheel en al duidelijk voordat ik bij je in bed stapte.”

“Natasha is…”

“Laat maar, Damian, ik wil het niet weten. Niet nu.” Ze duwde hem weg en zwaaide haar benen over de rand van het bed. “Het zou dat wat we zojuist hebben gedeeld een nare bijsmaak geven en dat wil ik niet. Daarvoor was het te speciaal, te heerlijk.”

“Het is niet wat je denkt.” Damian pakte haar hand en trok haar weer terug het bed in. “Kom hier. Dat eten kan nog wel even wachten. Eerst moet dit uit de wereld geholpen worden.”

“Damian, ik zit er niet mee. Echt niet,” protesteerde Emily. Ze probeerde zich uit zijn greep los te wurmen. “Ik…”

“Je zit er wel mee en dat kan ik me helemaal voorstellen.” Damian hield haar alleen maar nog steviger vast. “Luister naar me, Emily. Het is anders dan je denkt. Natasha is geen rivale. Natasha is… mijn halfzusje.” Hij zweeg en haalde even diep adem voor hij verderging: “Ze verdween twee maanden geleden tijdens haar vakantie hier in Griekenland. De politie gelooft dat ze is omgekomen, maar dat kan… dat wíl ik niet geloven. Ik denk namelijk dat ze nog leeft. Ik denk dat ze door de Kaleshki gevangen wordt gehouden.”

* * * * *

De woorden drongen langzaam tot Emily door. “Je… je halfzusje,” stamelde ze verbijsterd. Ze had van alles verwacht: zijn verloofde, zijn ex-vrouw, zijn geliefde. Maar niet dit. Natasha was familie. Daarom was ze zo belangrijk voor Damian. Een groot gevoel van opluchting stroomde door haar heen. “Dus… dus daarom zijn we op zoek naar de Kaleshki.”

“Ja, inderdaad.” Damians gezicht kreeg een grimmige uitdrukking. “De politie beweert dat ze dood is, maar zolang haar lichaam niet gevonden is, blijf ik geloven dat ze leeft. En die ketting die jij vanmorgen hebt gevonden, bewijst dat het zo is. Ze heeft hem opzettelijk bij de Nestos achtergelaten in de hoop dat iemand hem zou vinden.”

Emily fronste haar voorhoofd. “Waarom houden de Kaleshki haar gevangen?”

“Dat weet ik niet, maar de Natasha die ik ken, zou nooit vrijwillig onder zulke primitieve omstandigheden willen leven,” zei Damian gedecideerd. “Ze houdt van luxe, van alles wat er maar met geld te koop is, en dat is precies waar het bij de Kaleshki aan ontbreekt. We weten dat ze bij hen is. Dat vertelde Yoshi ons. Hij zei dat de Kaleshki een tijdje geleden een zwaargewonde gadje-vrouw hebben gevonden en haar meenamen naar hun kamp. Maar daarna heeft niemand meer iets van of over haar gehoord. Het moet Natasha zijn. Dat kan niet anders. Hoe groot is de kans dat er in diezelfde tijd nog een vrouw is verdwenen?”

“Niet groot,” gaf Emily toe. “Maar als ze zwaargewond was toen ze haar vonden…” Haar stem stierf weg.

Damian maakte een ongeduldig gebaar met zijn hand. “Dacht je dat ik al niet duizend scenario’s heb bedacht? Het zou inderdaad kunnen dat ze aan haar verwondingen bezweken is. Misschien hebben de Kaleshki haar wel met ketting en al begraven bij de Nestos en hebben wilde dieren haar botten weer opgegraven. Misschien is die ketting wel het enige wat van haar is overgebleven.” Hij slaakte een diepe zucht. “Het kan allemaal, Emily, maar ik weet gewoon dat het niet zo is. Ze leeft en ik zal haar vinden.”

“Hoe oud is ze?”

“Zesentwintig. Ik was zes toen ze werd geboren. Mijn vader was toch al niet zo blij met mij, maar vanaf dat moment zag hij me helemaal niet meer staan. Natasha was alles voor hem.” Hij grimaste. “Maar ook weer niet zo veel dat het hem ervan heeft weerhouden zichzelf op te hangen.”

“Damian!” Geschrokken keerde Emily zich naar hem toe. “Heeft je vader zelfmoord gepleegd? Wat vreselijk.”

“Ja, het was niet bepaald een leuk gezicht om hem aan de kroonluchter te zien slingeren,” merkte Damian spottend op, maar zijn ogen verraadden de pijn die hij ongetwijfeld nog steeds voelde. “Vooral niet als je nog maar tien jaar bent. Ik dacht eerst dat hij een spelletje speelde. Pas toen het dienstmeisje achter me begon te gillen, begreep ik dat er iets anders aan de hand was.”

“Heb jij hem gevonden?” Emily’s hart liep over van medelijden. “O, Damian, dat moet verschrikkelijk voor je zijn geweest.”

“Ach, dat viel wel mee. Ik dacht er gewoon niet zo vaak aan.” Damian streek even met zijn hand over zijn gezicht, alsof hij de herinnering aan die dag opnieuw wilde wegwissen. “Mijn vader en ik waren geen vriendjes,” zei hij na een lange stilte. “Mijn jeugd was nogal gecompliceerd, Emily. Daarom praat ik er niet zo vaak over.”

“Omdat je dat niet wilt of omdat je dat niet kunt?” Emily keek hem onderzoekend aan. “Je hebt er toch zeker wel ooit met iemand over gepraat? Met een psycholoog misschien? Het moet traumatisch zijn geweest om je vader te vinden. Zoiets tekent je voor het leven.”

“Er was geen tijd voor gesprekjes met psychologen, geen tijd om zielig te zijn. Maya, mijn stiefmoeder, stuurde me meteen na de begrafenis van mijn vader naar kostschool,” zei Damian schouderophalend. “Zelf vertrok ze met Natasha voorgoed naar New York, waar ze tijdens haar huwelijk al vaak vertoefde. Ze mocht me niet. Ze heeft me nooit gemogen. Dat gevoel was wederzijds. Ze trouwde mijn vader om zijn geld, en bedroog hem aan alle kanten. Hij sloot zijn ogen voor haar fouten, droeg haar op handen, en zij… Ze was een loeder. Ze was vastbesloten zijn geld in handen te krijgen en dat lukte haar ook. Hij dacht dat ze een engel was. Tot hij haar in hun slaapkamer betrapte met een van haar minnaars. Ik weet niet waarom hij het nodig vond zichzelf daarvoor op te hangen. Hij had ook gewoon van haar kunnen scheiden.” Zijn stem kreeg een grimmige klank. “Ze heeft hem vermoord. Niet eigenhandig, zo slim was ze wel, maar ze heeft hem er wel toe gedreven. Met haar gedrag, haar gekijf, haar grip op hem… Mijn vader was een zwakke man, die door de veel te vroege dood van mijn moeder de weg kwijtraakte. Als zij was blijven leven…”

Hij zuchtte en haalde opnieuw zijn schouders op. “Begrijp je nu waarom ik niet graag over mijn jeugd praat? Het was niet de fijnste tijd van mijn leven.”

“En Natasha?”

“Ze groeide op in New York. Na mijn vaders dood kreeg Maya het vruchtgebruik van zijn erfenis. Ze leefde er goed van en negeerde mijn bestaan. Wat ik heb bereikt als fotograaf, heb ik op eigen kracht bereikt. Geld had ik niet. Pas na haar dood, nu tien jaar geleden, kreeg ik de beschikking over mijn rechtmatige erfenis. Natasha zag ik heel sporadisch. Maya probeerde ons uit elkaar te houden, maar Natasha wilde het contact niet verbreken. Zo nodigde ze me bijvoorbeeld ieder jaar uit voor haar verjaardagsfeest. Die ketting heb ik haar gegeven toen ze zestien werd. Maya is een paar maanden later overleden. Ze was al ruim een jaar ernstig ziek.”

Emily luisterde stilletjes toe. Ze probeerde zich voor te stellen hoe het voor Damian geweest moest zijn om op te groeien zonder liefhebbende ouders, met een stiefmoeder die zijn bestaan negeerde, en een halfzusje dat hij nauwelijks zag. “Zag je Natasha na haar dood vaker?” wilde ze weten.

“Niet echt,” bekende Damian. “Natasha had veel verdriet om de dood van haar moeder, maar ik kon haar daarin niet steunen. Daarvoor was er tussen Maya en mij te veel gebeurd. Ik haatte haar. De goede eigenschappen die Natasha haar toeschreef, heb ik nooit in haar kunnen ontdekken. Natasha begreep het wel, maar ze vond ook dat ik wel erg onverzoenlijk was ten opzichte van onze ouders. We kregen er steeds vaker ruzie over, en een paar jaar terug hebben we alle contact verbroken. De kloof die Maya tussen ons had geschapen, bleek uiteindelijk toch onoverbrugbaar.”

“Maar je geeft nog steeds om haar,” zei Emily zacht.

“Ze is en blijft wel mijn kleine zusje.” Damian slaakte een diepe zucht. “Nu weet je alles van me.”

Emily zweeg. Ze vermoedde dat hij heel veel had weggelaten, maar ze wist ook dat het nu niet het juiste moment was om verder te vragen. Dat hij haar al zoveel over zijn verleden had verteld, was een kostbaar geschenk dat ze koesterde. Het betekende dat hij haar vertrouwde.

“Ik heb nog steeds trek,” zei Damian. Hij kuste het puntje van haar neus. “Kijk niet zo serieus. Ik zie je liever lachen. Dan krijg je van die schattige kuiltjes in je wangen.”

“Ik ben onder de indruk van je verhaal,” verdedigde Emily zich. “Je hebt aardig wat meegemaakt.”

“Het was niet altijd even makkelijk,” gaf Damian toe. Hij liet haar los en zwaaide zijn voeten over de rand van het bed. “Maar het leven valt nu eenmaal niet altijd mee. Kom, we gaan een hapje eten. En daarna… daarna gaan we verder waar we gebleven waren. Dat vind ik veel leuker dan over het verleden praten.” En zonder haar de kans te geven nog iets te zeggen verdween hij in de badkamer.

* * * * *

Hij kwam er inderdaad niet meer op terug toen ze een kleine twintig minuten later aan een tafeltje in de taverne van een uitgebreide maaltijd genoten.

Emily probeerde haar gedachten niet af te laten dwalen toen hij haar op humorvolle wijze vertelde over een aantal reportages die hij had gemaakt, maar dat viel niet mee. Ze zat vol vragen. Ze wilde dolgraag weten wat er vooraf was gegaan aan Natasha’s verdwijning. Op vakantie, had Damian gezegd. Was ze alleen geweest? Met een vriendin? En waarom hier, in de bergen van Noord-Griekenland en niet op een of ander zonnig vakantie-eiland, wat toch een logischer keuze zou zijn geweest voor een zesentwintigjarig meisje uit New York? Wie had haar voor het laatst gezien en waar? Had de politie er echt alles aangedaan om haar lichaam te vinden? En als ze inderdaad bij de Kaleshki was, als zij degenen waren die haar hadden gevonden, waarom zouden ze haar dan vasthouden?

Het was niet logisch.

De Kaleshki wilden niets met gadjes te maken hebben. Dan zou je toch denken dat zij zich zo snel mogelijk van zo iemand ontdeden? Waarom zouden ze Natasha al die tijd bij zich willen houden? Het klopte niet.

Hoe meer Emily erover nadacht, hoe meer ze ervan overtuigd was, dat Natasha dood was. De gruwelijke theorie dat haar lichaam in het dal van de Nestos begraven had gelegen en door dieren weer opgegraven was, klonk haar zeer aannemelijk in de oren. Aannemelijker dan een gadje-vrouw die door zigeuners gevangen werd gehouden.

“Zit je nog steeds te piekeren over het verlies van je baan?” onderbrak Damian haar gedachten. Hij nam haar onderzoekend op. “Je bent zo stil. Of heb je soms spijt dat je met mij het hemelbed bent ingedoken?”

Emily schudde haastig haar hoofd en zei glimlachend: “Wie zou daar nu spijt van kunnen hebben? Je hebt niets te veel gezegd. Je bent inderdaad een fantastische minnaar.”

“Maak je je dan zorgen over je baan?” hield Damian vol.

Ze haalde haar schouders op. “Een beetje.”

“Niet doen.” Hij schoof een stuk gebakken kaas op haar bord. “Hier, proef eens. Ik heb zelden zo’n lekkere saganáki geproefd.”

Gehoorzaam nam ze een hapje. Het smaakte inderdaad heerlijk, zacht en romig, niet taai zoals de saganáki die ze wel eens bij het Griekse restaurant in Amsterdam had gegeten.

“Misschien koop ik Reizen & Zo wel op,” zei Damian plompverloren.

Emily verslikte zich bijna in de kaas. “Wat zeg je?”

“Ja, waarom niet? Het lijkt me best leuk om m’n eigen tijdschrift te hebben.” Damian tuitte nadenkend zijn lippen. “Als ze failliet zijn, kan ik het vast wel voor een zacht prijsje overnemen en een doorstart maken. Het eerste wat ik dan doe, is Letitia ontslaan. Volgens mij is ze een vreselijke hoofdredactrice. Ze was al vreselijk als model en daarna is ze volgens mij alleen maar vreselijker geworden. Had ik al verteld dat ze probeerde mij te chanteren? Het is dat ik mijn eigen redenen had om die opdracht aan te nemen, anders zou ik onmiddellijk een aanklacht tegen haar hebben ingediend.”

Emily staarde hem zwijgend aan. Was hij nu serieus of zat hij zomaar een beetje gekkigheid te maken?

“Die Maribelle… is dat een beetje goede redactrice? Zou die niet zolang de boel draaiende kunnen houden tot ik tijd heb om er mijn eigen invulling aan te geven?” Damian fronste zijn voorhoofd. “Het is tegenwoordig toch helemaal hot om zo’n blad je eigen naam te geven? Ik zie het al voor me: ‘Damian’… In gouden, sierlijke handgeschreven letters. Een catching name voor een tijdschrift, vind je niet?”

“Dit meen je toch niet serieus, hè?” vroeg Emily voorzichtig.

“Ja, natuurlijk wel, wat dacht je dan?” Damian keek haar verbaasd aan. “Het is toch een prima idee? Ik wil best een tijdschrift met mijn naam erop, en als jij en je collega’s daarmee jullie baan kunnen behouden, wat is er dan op tegen? Weet je wat? Ik ga er meteen werk van maken.” Hij haalde zijn mobiel tevoorschijn en toetste een nummer in. Het was voor het eerst dat Emily hem zijn mobiel zag gebruiken. Voor iemand die zo beroemd was, deed hij er verdraaid weinig mee.

“Leroy? Damian hier. Je moet iets voor me doen.” Damian schoof zijn stoel achteruit en gebaarde dat hij het gesprek in een rustig hoekje van de taverne verder wilde afhandelen.

Emily keek verbijsterd zijn verdwijnende rug na. Hij zou toch niet echt Reizen & Zo gaan kopen? Zulke dingen gebeurden niet in een opwelling, daar moest je goed over nadenken. Zelfs als je rijk en beroemd was.

Maar ze had het mis. Toen Damian na een minuut of tien weer terugkwam, had hij een grote grijns op zijn gezicht. “Met een beetje geluk heb je zeer binnenkort een nieuwe baas,” zei hij vergenoegd. “Leroy, degene die mijn zaken behartigt, gaat er meteen achteraan. Ik heb er alle vertrouwen in dat het hem gaat lukken.”

Emily staarde hem met open mond aan. “Je… je bent gek. Je gaat toch niet zomaar een tijdschrift kopen? Gewoon voor de lol?”

“Waarom niet? Wat moet je anders met je geld doen? Ik geef het graag voor de lol uit.” Damian moest lachen om haar verbijsterde gezicht. “Dat is het voordeel van rijk zijn, Emily. Maar om je gerust te stellen, het komt niet helemaal uit de lucht vallen. Ik zat al een tijdje te spelen met de gedachte een eigen magazine uit te geven. Het was er alleen nog niet van gekomen omdat ik zo met Natasha’s verdwijning bezig ben geweest.”

“Je kunt toch niet…” begon Emily, maar ze zweeg abrupt toen Milosh ineens naast hun tafeltje opdook. Zijn hoed stond achterover op zijn hoofd, zijn snor krulde alle kanten op, en zijn ogen waren donkere kooltjes van opwinding. Hij schoof een stoel achteruit en liet zich er plompverloren op neerzakken.

“Milosh, alles goed?” Emily keek hem bezorgd aan.

Milosh knikte. Zijn mond plooide in een triomfantelijke glimlach. “Heel goed zelfs. Het is me gelukt.” Hij keek hen met stralende ogen aan. “Ik weet eindelijk waar het kamp van de Kaleshki is…”