HOOFDSTUK 1
‘Oeps!” Verschrikt sprong Emily opzij, uit de baan van de lange donkerharige man die in grote haast over de gang stormde en haar bijna van de sokken liep. Het blad met lege koffiekopjes dat ze net naar het kleine keukentje van de afdeling had willen brengen, tuimelde met veel kabaal en geluid van brekend aardewerk op de betegelde vloer.
Woedend draaide ze zich om. “Hé, onbehouwen hark! Kun je niet uitkijken?”
De man bleef abrupt staan. “Hárk? Noemde je míj een hark?” vroeg hij ongelovig.
Emily deed behoedzaam een stapje achteruit. Je wist het maar nooit tegenwoordig. Misschien was het wel iemand die meteen om zich heen ging slaan. Of een mes trok.
“Heb je er enig idee van wie ik ben?” De man keek haar dreigend aan.
De haren in Emily’s nek gingen acuut overeind staan bij het horen van zijn arrogante toon. Haar kin ging strijdlustig omhoog. Wat kon het haar schelen wie hij was? Al was hij de koning van Spanje…
Wat hij trouwens best zou kunnen zijn met zijn zwart golvende haar, zijn felle donkerbruine ogen en bronskleurige huid, dacht ze er onwillekeurig achteraan. Meteen duwde ze die onzinnige gedachte weg. Koningen stormden niet als dollemannen door de gang van een tijdschriftredactie. Daar hadden ze hun mensen voor. Bovendien gaf een koningschap hem nog niet het recht om haar zonder enige verontschuldiging omver te lopen.
“Wat is dat voor lawaai?”
“Iemand gewond?”
“Wat gebeurt er?”
Aan beide kanten van de gang werden deuren opengegooid en staarden mensen nieuwsgierig naar de puinhoop aan Emily’s voeten. Ze kreeg het er warm van. Waar bemoeiden ze zich mee? “Niets aan de hand,” zei ze snel. “Ik liet alleen maar een blad vallen.”
“Alleen maar?” riep de dikke chef van de boekhouding spottend uit. Hij keek misprijzend naar de riviertjes koffiedrab, die zich vrolijk door de gang kronkelden.
“Ik ruim het heus allemaal netjes op,” snauwde Emily kribbig. Wat maakte iedereen er toch een drama van! Ze deden net alsof ze een bom had laten ontploffen. En het was niet eens haar schuld. Als ze niet opzij had moeten springen voor die vent…
“Wat is hier aan de hand?” klonk een snerpende vrouwenstem door de gang.
De stem van de nieuwe hoofdredactrice.
Emily verstijfde.
Om haar heen werd het stil. Doodstil. Op het driftige geklikklak van naderende hooggehakte schoenen na.
Vanuit haar ooghoeken zag ze hoe haar collega’s zich haastig terugtrokken in hun kantoren. Deuren werden met een zachte klik gesloten tot de gang er weer net zo verlaten bij lag als voor de grote klap. Blijkbaar was ze niet de enige die liever een straatje omliep als Hare Majesteit in de buurt was.
Nog vijf meter, nog vier… De lange spichtige gestalte kwam snel dichterbij. Emily zag dat de twee dunne streepjes die voor wenkbrauwen door moesten gaan een afkeurende frons vormden boven de smalle haakneus. Foute boel, dat was duidelijk.
Op veilige afstand van de smeerboel bleef Hare Majesteit staan. Priemende ogen keken Emily aan, gleden van de koffievlekken op haar knalgele T-shirt naar de drab op de vloer en verder, naar de man die nog steeds met een verontwaardigde uitdrukking op zijn gezicht net achter Emily stond.
“Wat…” snerpte Hare Majesteit weer, om vervolgens abrupt af te breken toen ze de man herkende. Als bij toverslag verdween de frons, verdween de misprijzende uitdrukking op het smetteloos opgemaakte gezicht. “Damian, schattebout! Jij hier?”
“Letitia…” De onbehouwen hark gaf haar een minzaam knikje ter begroeting.
Verbijsterd staarde Emily naar het tafereeltje dat zich voor haar ogen ontvouwde. Hare Majesteit – nee, Letítia – kronkelde zich in allerlei bochten om de man te begroeten. Als ze in hem kon kruipen, zou ze het ter plekke doen, dacht Emily minachtend. Wat een poppenkast. Alsof hij echt de koning van Spanje was…
“O, lieverd, kom snel mee naar mijn kantoor,” kirde Letitia. Haar hand klauwde gretig in zijn in colbert gestoken arm. “Zo énig om je te zien.”
Emily totaal negerend trok ze de niet al te enthousiast kijkende hark mee in de richting van haar privékantoor, waar ze hem bijna over de drempel dúwde. In de deuropening draaide ze zich nog even om. “Jij daar! Breng ons onmiddellijk koffie, ja? Zonder het te laten vallen graag. Die troep kun je later wel opruimen.” En met een driftige klik werd de deur van het heilige der heiligen gesloten.
Emily hapte verontwaardigd naar adem. Wat dacht dat mens wel? Als ze koffie wilde hebben kon ze dat net als iedereen aan de kantinejuffrouw doorgeven. Zíj had al genoeg tijd verloren door dit akkefietje. Als die vent niet zo achterlijk door de gang was gestormd, zou ze nu achter haar bureau zitten om haar artikel over de Spaanse Costa’s af te schrijven. Ze was alleen maar even met het blad naar de keuken gelopen omdat ze niet op het goede woord kon komen. Een klein loopje wilde dan nog wel eens helpen. Over twintig minuten moest haar pennenvrucht op het bureau van de adjunct-redactrice liggen en die kostbare tijd ging ze echt niet verspillen door een beetje met koffie te gaan lopen zeulen omdat Hare Majesteit blijkbaar vond dat de huisregels voor haar niet opgingen.
Met driftige bewegingen schoof Emily met haar voet de grootste scherven een beetje bij elkaar voor ze zich terugrepte naar haar bureau. Daar greep ze de telefoon en toetste het nummer van de huishoudelijke dienst in. Freddy, het manusje van alles, zou het vast wel voor haar willen opruimen als ze het hem lief vroeg. En daarna zou zíj dan wel de kantine bellen om koffie te bestellen. Die paar minuten konden er nog wel af.
Even later legde ze met een tevreden glimlach de telefoon neer. Freddy zou meteen komen en ook de kantinejuffrouw had beloofd zo snel mogelijk een kan vers gezette koffie naar boven te brengen.
Zie je wel? Het was allemaal niet zo moeilijk. Delegeren was dé oplossing als een deadline wat al te zwaar in je nek hijgde. En zij had weer genoeg afleiding gehad om haar Spaanse Costa’s-artikel in prachtige volzinnen af te kunnen schrijven.
Emily boog zich over haar toetsenbord en begon driftig te tikken.
Dankzij haar ‘loopje’ rolden de woorden nu inderdaad zonder enig haperen uit haar digitale pen, zodat ze met een triomfantelijk yes! haar stukje nog net voor de gestelde sluitingstijd uit de printer kon rukken. Op een drafje rende ze de gang door naar het kantoor van Maribelle, de adjunct-redactrice, met wie ze het gelukkig uitstekend kon vinden.
Maribelle keek met een zuinig mondje op haar horloge toen Emily lichtelijk hijgend van het rennen voor haar bureau opdook.
“Het is dat je zo lekker schrijft, anders had ik je allang ontslagen,” merkte ze misprijzend op. “Je bezorgt me iedere keer weer een hartverzakking door zo op het laatste moment aan te komen. Is het nu echt zoveel moeite om je kopij iets eerder in te leveren?”
“Ik werk nu eenmaal het beste onder druk.” Emily trakteerde haar op een brede grijns en ging gezellig op het hoekje van Maribelles bureau zitten. “Het komt altijd goed, dat weet je toch?”
“Ja, ja,” mompelde Maribelle. Ze schoof haar leesbril wat hoger op haar neus en las het artikel snel door. “Hm, het ziet er goed uit,” moest ze onwillig toegeven. “Oké, stuur het maar door naar Annika voor de puntjes en de komma’s, dan kan het daarna geplaatst.”
Emily knikte afwezig. “Heb je hier al iemand voor?” informeerde ze met een gebaar naar een vel papier dat ze brutaalweg van het bureau had gegrist en aandachtig zat te lezen. “Een reisje naar Hawaï… Als je nog niemand hebt, geef ik me acuut op als vrijwilligster.”
“Geef terug,” siste Maribelle geschrokken. “Dat is helemaal niet voor jouw ogen bestemd. Het komt bij Hare Majesteit zelf vandaan. Ze wil dat ik een namenlijst maak van personen die ik ervoor geschikt acht, maar zij is degene die uiteindelijk de job toewijst.”
“O?” Emily trok verbaasd haar wenkbrauwen op. “Heeft ze niets beters te doen? Inge liet dat soort dingen toch altijd aan jou over?”
Maribelle kneep even haar lippen op elkaar. “Ja. Inge wel. Maar Inge is weg en nieuwe bezems vegen schoon, zo werkt dat nu eenmaal. En onze nieuwe bezem verkondigt aan wie het maar horen wil dat zij van Reizen & Zo het beste reismagazine van Nederland zal gaan maken.”
Emily klakte meelevend met haar tong. “Hoe durft ze.”
“Inderdaad!” Maribelle snoof verontwaardigd. “Dat we dat allang zijn, is haar blijkbaar even ontgaan. En wij zijn er de dupe van. Heb je die idiote memo’s gezien die ze rondstuurt? Ik word er niet goed van. Ineens moeten er voor alles regels en richtlijnen opgesteld worden. Ik kom aan mijn eigen werk niet eens meer toe.” Ze slaakte een diepe zucht en schudde mistroostig haar hoofd. “Ik weet niet of ik het hier nog wel zo leuk vind met haar aan het roer. Als ze niet snel bijdraait, zoek ik een andere baan.”
“Maribelle!” Geschrokken keek Emily haar aan. “Dat meen je niet? Je zit hier al zo lang als het tijdschrift bestaat. Jij bént Reizen & Zo. Niemand van ons begrijpt waarom ze jou geen hoofdredactrice hebben gemaakt toen Inge aankondigde dat ze wegging. Je bent geknipt voor die baan.”
“Echt niet. Dan had ik allang op die stoel gezeten. Ik denk dat ik al wel zes hoofdredactrices heb zien komen en gaan.” Maribelle trok haar bril van haar neus en begon hem driftig op te poetsen met de zoom van haar rok. “Nee, ik ben te rechtlijnig voor zo’n delicate functie. Ik zeg te veel waar het op staat. En niet altijd even tactvol, als je begrijpt wat ik bedoel. Bovendien ben ik niet krengerig aangelegd en kan ik ook nog eens heel slecht slijmen, wat een vereiste is als je in de hoogste regionen werkt.”
Emily grijnsde. Ze legde het vel papier weer terug op de stapel en liet zich van het bureau glijden. “Dus dat is wat je moet doen om hogerop te komen. Nou, dan vrees ik dat ik het ook nooit verder zal schoppen dan een simpel reportertje.”
“Dat vrees ik ook,” zei Maribelle. Haar ogen twinkelden ondeugend. “Je lijkt te veel op mij. Maar troost je, als simpel reportertje doe je het uitstekend. Ik heb je bovenaan de lijst gezet voor die Hawaï-reis. Het is een eenmansopdracht, dus je moet zelf de foto’s erbij maken, maar dat is jou wel toevertrouwd. Ik garandeer echter niets, Hare Majesteit heeft ditmaal het laatste woord.”
“Hare Majesteit blijkt Letitia te heten.” Emily trok een gezicht. “Le-ti-ti-a… dat verzin je toch niet? En haar bezoek heet Damian. Wat is er mis met gewone Hollandse namen als Miep en Kees?”
“Damian?” Maribelle veerde belangstellend op. “Je bedoelt toch niet Damian d’Amancourt? Die beroemde fotograaf?”
“Geen idee.” Emily haalde onverschillig haar schouders op. “Maar beroemd of niet, manieren heeft hij niet. Hij liep me in de gang zowat van de sokken en werd nog boos ook toen ik hem een onbehouwen hark noemde.”
“O nee,” kreunde Maribelle geschokt. “Dat heb je toch niet echt gezegd, hè? Damian is wereldberoemd vanwege zijn fantastische reisfoto’s. Inge heeft jarenlang geprobeerd hem te strikken voor een opdracht, maar hij wilde niet eens langskomen om erover te praten. Als Hare… als Letitia hem zover heeft weten te krijgen dat hij zich verwaardigt om ons gebouw alleen maar te betreden, dan heeft ze beslist meer in haar mars dan ik haar had toegeschreven.” Ze keek Emily ontzet aan. “Heb je hem echt een… een onbehouwen hárk genoemd?”
Emily’s kin ging onmiddellijk opnieuw strijdlustig omhoog. “Al was hij de koning van Spanje zelf geweest, dan nog had hij die benaming verdiend.”
“De koning van Spanje oké, maar Damian d’Amancourt?” Maribelle fronste bezorgd haar voorhoofd. “Weet je dan niet dat Damian voor de reiswereld belangrijker is dan welke royalty dan ook? Zijn foto’s zijn zo uniek dat hij het zich kan veroorloven om niet altijd even sympathiek te zijn. Ik heb wel eens horen zeggen dat hij nooit een belediging aan zijn adres vergeet.” Ze keek haar ondergeschikte medelijdend aan. “Het spijt me voor je, Emily Lensinck. Ik vrees met grote vreze dat je na deze blooper nog heel, heel lang een simpel reportertje zult blijven...”