HOOFDSTUK 7
Een halfuurtje later zaten ze met z’n drieën achter grote glazen ijskoffie aan een tafeltje op een klein maar gezellig terras aan de haven. Voor hen stond een schaal vol heerlijk geurende kleine filodeegbroodjes, die gevuld bleken te zijn met spinazie.
Emily hapte enthousiast in haar derde broodje en voelde haar energie met de minuut toenemen. Damian deed zijn uiterste best zijn goede wil te tonen. Hij wees haar wel vier verschillende bijzondere vogelsoorten aan voor hij zijn mond afveegde met zijn servet en met een lichte zucht opmerkte: “Dus je wilt echt bij die bespreking met Yoshi zijn?”
“Natuurlijk. Ik ben heel benieuwd naar wat hij te vertellen heeft.”
“Waarschijnlijk niet veel.”
“Dat doet er niet toe. Ik wil het weinige dat hij te vertellen heeft uit zijn eigen mond horen.” Emily leunde met haar ellebogen op tafel, haar hoofd op haar handen gesteund, en keek Damian ernstig aan. “Lichaamstaal is net zo belangrijk als wat er wordt gezegd. Jij als fotograaf zou dat toch moeten weten. Of wou je soms beweren dat het niet zo is?”
Damian schudde zijn hoofd. “Nee, daar heb je helemaal gelijk in.”
“Precies. En drie mensen horen en zien meer dan één.” Emily leunde triomfantelijk achterover.
“Ook dat is waar,” gaf Damian toe. “Het enige is dat…”
“Prrrrrr,” deed Emily’s mobiel in de citybag. “Prrrrrr.”
Verstoord door de onderbreking haalde ze het apparaat tevoorschijn. “Ja?”
“Emily? Met Isa. Waar ben je?”
“Ik zit op een terras aan een meer ergens in Noord-Griekenland,” rapporteerde Emily braaf.
“O? Echt? Dat klinkt helemaal fantastisch. Heb je je zigeuners al gevonden?”
“Nog niet.” Vanuit haar ooghoeken zag Emily een vissersboot op de kade afstevenen.
Milosh en Damian zagen het ook. Ze schoven onmiddellijk hun stoelen achteruit, schoten overeind en keken Emily vragend aan.
“Ga maar, ik kom er zo aan,” siste ze, met haar hand het mondstuk bedekkend. “Even dit telefoontje afhandelen.”
Damian knikte en duwde een bankbiljet in het glaasje met het bonnetje voor hun consumpties. “We zien je zo. Het duurt toch nog wel even voordat de boot is afgemeerd,” zei hij voor hij zich omdraaide en druk pratend met Milosh naar de kade beende.
“Sorry, Isa, ik was even afgeleid. Wat zei je?”
“Ik vroeg of Mr. Hark je al zijn liefde heeft betuigd?”
“Eerder het tegendeel.” Emily verschoof de telefoon naar haar andere oor. “Hoor eens, ik wil niet onbeleefd zijn, maar waarom bel je? Ik kan namelijk niet lang praten, ik moet zo weg.”
“O. Ja. Ik begrijp het.” Het bleef even stil aan de andere kant. “Ik bel omdat ik jouw Mr. Hark vanmorgen heb gegoogeld. En je raadt nooit wat ik heb ontdekt.”
“Kan het niet wachten tot vanavond? Ik…”
“Letitia heeft vroeger voor hem geposeerd. In haar blootje!”
“Ze heeft wát?”
“Ja, je hoort het goed. Voor een of andere kunstzinnige fotoserie. Daar kennen ze elkaar van.” Isa’s bulderende lach schalde door de telefoon. “Ik wed dat die hoofdredactrice van jou er geen idee van heeft dat die compromitterende foto’s van haar nog steeds in omloop zijn.”
“O, Isa, je bent geweldig!” riep Emily uit. Haar ogen begonnen te schitteren. “Stuur je me de link even in een mailtje? Dat wil ik natuurlijk wel even zien.” Geen wonder dat Letitia zich in allerlei bochten had gewrongen om het Damian naar de zin te maken. Zou hij haar met die foto’s gechanteerd hebben? Ze zag hem er best voor aan.
“Ho, ho, zo eenvoudig is het nu ook weer niet.” Isa barstte los in een technisch verhaal over moeilijk toegankelijke links, elkaar tegensprekende berichten en verwijderde fora.
“Wat wil je daar nu eigenlijk mee zeggen?” viel Emily haar in de rede terwijl ze ondertussen Damian en Milosh met een half oog in de gaten hield. Helemaal vertrouwen deed ze hen nog niet. Voor hetzelfde geld was hun vriendelijkheid een afleidingsmanoeuvre en sprongen ze straks zonder haar op het bootje om hun bespreking met Yoshi ergens midden op het meer te houden.
“Dat ik die foto’s nog niet heb weten te achterhalen,” bekende Isa. “Op het net heb ik alleen over het bestáán ervan gelezen. De foto’s zelf zijn niet te vinden, maar ik blijf er natuurlijk naar zoeken.”
Emily dacht aan de spichtige gestalte van Hare Majesteit. Misschien waren die foto’s wel permanent verwijderd omdat ze te afschrikwekkend waren. Letitia als naaktmodel… ze moest er niet aan denken. “Oké, doe je best. Ik wacht wel af.”
Met de belofte dat ze weer snel zouden bellen of mailen verbrak ze de verbinding, borg het mobieltje weer in haar onafscheidelijke citybag en stond op. Hoog tijd om zich bij de heren te voegen. Ze was benieuwd wat Yoshi over de Kaleshki te zeggen zou hebben. Een ervaren journaliste die wist op welke momenten ze charmant moest glimlachen kreeg meer los dan een onbehouwen hark, daar was ze zeker van. En als ze dat meneer Damian d’Amancourt nu eens aan zijn botte verstand kon brengen, dan zouden ze eindelijk als een écht team kunnen gaan werken.
* * * * *
Yoshi Yanoro bleek een zwijgzame man te zijn. Zijn begroeting had slechts bestaan uit een frons, gevolgd door een opgetrokken wenkbrauw en het negeren van haar uitgestoken hand. Hij was gewoon verdergegaan met het versjouwen van kratten vis van zijn boot naar de kade.
Niet dat ze iets gehoord zou hebben als hij wel wat had gezegd. Hele troepen zeemeeuwen cirkelden rond de boot en produceerden een lawaai van jewelste in hun ijver een uit een krat gevallen vis te bemachtigen. De brutaalste doken als torpedojagers naar beneden om hun buit uit de volle kratten op de boot te graaien, triomfantelijk krijsend als ze met een vis in hun bek het luchtruim kozen.
De pelikanen waren iets minder brutaal en probeerden al klapperend en flapperend rond de boot hun maal te bemachtigen. Hun grommend gemurmel zwol door hun grote aantal aan tot een luid, bijna onderaards gerommel en verhinderde iedere communicatie op de kade. Er zat dus niets anders op dan te wachten tot de vangst van die ochtend afgevoerd was door de snel arriverende pick-up trucks van de plaatselijke vishandelaars.
Emily had al gauw haar heil gezocht op een bankje aan de kade van waar ze de bedrijvigheid bij de boot kon gadeslaan. Ze zag Damian de mouwen van zijn jeanshemd opstropen en krat na krat in de laadbakken van de pick-ups tillen, waarbij de aanzwellende spieren van zijn bovenarmen duidelijk zichtbaar waren.
Zijn atletische lichaam was een lust voor het oog, zeker toen hij na korte tijd zijn overhemd uitgooide en met ontbloot bovenlichaam verder werkte. Zweet glinsterde in het zonlicht op zijn gebruinde schouderbladen en liep in een dun straaltje langs de geul van zijn ruggengraat naar beneden om daar te verdwijnen tussen de band van zijn jeans, die strak om zijn billen spande.
Ze kon haar ogen nauwelijks van hem afhouden.
Alsof hij het voelde, richtte hij zich in zijn volle lengte op, draaide zich om en staarde haar recht aan. Een lome glimlach verscheen om zijn mond toen hij haar starende blik onderschepte.
Onwillekeurig likte Emily over haar plotseling droge lippen voor ze haar hoofd snel afwendde en haar vreemd bonkende hart tot bedaren probeerde te brengen door haar aandacht op een half in het water liggende boomstronk te richten.
Wat mankeerde haar toch? Gewoonlijk reageerde ze nooit zo fysiek op een man. Maar ze begreep het wel. Dat ze nu zo hitsig was, kwam natuurlijk omdat het al zo lang geleden was dat ze seks had gehad. Onthoudingsverschijnselen, dat was het. Het had niets met Damian te maken. Het waren gewoon haar hormonen die opspeelden.
Geleidelijk aan werd het bonken van haar hart minder en ook haar onregelmatige ademhaling kreeg weer een normaal ritme. Misschien hadden ze in het hotel wel een fitnessruimte waar ze in de loop van de dag een work-out kon doen, dacht ze hoopvol. Dat zou de spanning in haar lijf wel wegnemen. Tijdens hun kampeertocht zou ze beslist vaker geconfronteerd worden met de halfblote lijven van Damian en Milosh.
Ze durfde er iets om te verwedden dat de plekken waar ze zouden overnachten niet voorzien zouden zijn van keurige badruimtes met gescheiden douches. Grote kans dat de wasbeurten plaats moesten vinden in snelstromende ijskoude riviertjes. Stel je voor dat ze iedere dag dit soort puberale reacties zou hebben. Ze moest er niet aan denken. Nee, het was beter om haar lichaam voor vertrek flink af te beulen, dan had ze daar vast en zeker geen last meer van.
“Emily!” Damian gebaarde vanaf het dek van Yoshi’s boot dat ze moest komen.
“O nee, hè?” Geschrokken greep Emily haar citybag en krabbelde haastig overeind. Ze was zo in zichzelf verdiept geweest dat ze niet eens had gemerkt dat alle kratten inmiddels afgevoerd waren. Yoshi’s boot stond op het punt weer uit te varen. Met Damian en Milosh aan boord!
“Ik kom eraan!” riep ze terwijl ze naar de boot sprintte, zich ondertussen afvragend hoe ze in vredesnaam aan dek moest komen. Van de loopplank was geen spoor meer te bekennen. Tussen de kade en de boot gaapte een gat van zeker anderhalve meter.
Damian zag haar aarzeling. Met een superieur glimlachje boog hij zich over de reling en stak zijn hand naar haar uit. “Hier, pak vast. Ik help je wel. Eén flinke stap en je bent er.”
Emily keek besluiteloos van zijn hand naar de boot. De afstand was te groot om zonder hulp te overbruggen. Als ze mee wilde, kon ze weinig anders dan zijn aanbod aannemen.
Dus haalde ze diep adem, greep zijn hand, en zette zich af om de sprong van de kade naar het dek te wagen.
Ze had alleen geen rekening gehouden met de gladde visschubben die overal verspreid lagen…
Tot haar grote afschuw voelde ze de voet waarmee ze zich afzette onder zich weg glibberen. Ineens bungelde ze hulpeloos aan Damians hand tussen wal en schip.
“Help!” gilde ze verschrikt.
“Zet je voet op de stootrand van de boot,” schreeuwde Damian boven het getjoektjoek van de motor uit. “Ik heb je vast, er gebeurt niets.”
Met haar ene hand aan haar citybag en haar andere angstvallig om Damians vingers geklemd, probeerde Emily houvast te krijgen op de rubberen rand. Haar voet bleef echter wegglijden.
“Het lukt niet,” hijgde ze angstig. “Mijn zool is te glad.”
Paniek rees in haar op. De kademuur lag inmiddels al een paar meter achter haar, want blijkbaar was die stomme Yoshi niet op het idee gekomen om de motor af te zetten. Als Damian haar nu losliet, zou ze pardoes kopje ondergaan in het water van Lake Kerkini.
Aten pelikanen ook mensenvlees?
“Help,” gilde ze weer.
“Stel je niet zo aan,” snauwde Damian. “Ik hijs je wel gewoon op.”
Emily voelde een flinke ruk aan haar arm, draaide half om haar as en hing toen ineens als een vaatdoek dubbel geklapt over de reling. Voor ze begreep wat er gebeurde werd ze bij kop en kont gepakt, over de reling getild en op het dek gedeponeerd.
“Welkom aan boord.” Damian keek spottend op haar neer. “Misschien de volgende keer toch maar iets eerder aan boord stappen? Over de loopplank?”
Woedend krabbelde Emily overeind. “Als jullie even op me hadden gewacht, was er niets aan de hand geweest.” Een scherpe vislucht drong haar neusgaten binnen en vol afschuw keek ze naar haar jeans, die onder de viezigheid zat van het niet al te schone dek. “O, nee! Ook dat nog! Die stank krijg ik er nooit meer uit!”
“Had je liever de rest van de trip blijven bungelen?” informeerde Damian liefjes.
“Nee, natuurlijk niet, maar…” Emily slikte de rest van haar verontwaardiging in toen ze de sardonische glinstering in zijn ogen zag. Alsof hij stond te popelen om haar weer te laten bungelen. “Eh… nee, ik heb nog wel een andere bij me. In het hotel.” Ze beet even op haar lip en voegde er omwille van de lieve vrede aan toe: “Bedankt voor je hulp.”
“Graag gedaan.” Fluitend draaide Damian zich om en liep naar de stuurhut.
Emily keek hem een beetje besluiteloos na. Was het de bedoeling dat ze met hem meeliep? Hielden ze die bespreking hier aan boord of zouden ze ergens naar toe varen? En waar was Milosh eigenlijk gebleven?
“We zijn op weg naar Yoshi’s huis,” zei Milosh achter haar. “Zijn vrouw heeft een lunch voor ons klaarstaan. Tijdens en na het eten kunnen we praten.”
Met een ruk draaide Emily zich om. Het leek wel of die man haar gedachten kon lezen. Dit was al de tweede keer dat hij antwoord gaf op een vraag die ze niet hardop had gesteld.
“Yoshi en zijn gezin wonen aan de andere kant van het meer.” Milosh gebaarde naar de snel naderende oever. Een paar houten huizen, die meer weg hadden van hutten dan van degelijke gebouwen, stonden vlakbij het water broederlijk tegen elkaar aangeleund. Aan de kleine steiger waar ze op afstevenden, lag nog één andere boot. Yoshi meerde ernaast af en gebaarde dat ze van boord moesten gaan.
Over de wiebelende loopplank stapte Emily de houten steiger op. Vanuit een van de hutten kwam een donkerharige vrouw aangelopen. Ze was gekleed in een rood T-shirt met mouwtjes en een lange kleurige rok die om haar benen fladderde. Een kleuter van een jaar of vier dribbelde achter haar aan, zijn knuistje stevig in de plooien van haar rok geklemd.
De vrouw keek nieuwsgierig naar Emily en vroeg iets aan Yoshi, die zijn schouders ophaalde in een ‘ik-kan-er-ook-niets-aan-doen’ gebaar. Ondertussen wenkte hij naar zijn gasten dat ze met hem mee moesten komen naar zijn huis.
“Wonen hier nog meer mensen?” wilde Emily weten, toen ze met z’n allen over een smal paadje naar de scheefgezakte gebouwtjes liepen.
“Nee, alleen Yoshi en Marita met hun zoontje,” vertelde Milosh. “Maar in de zomer komen er vaak kennissen en familieleden langs, die een poosje blijven hangen. De vrouwen helpen Marita mee met het bewerken van het land terwijl de mannen reparaties aan het huis uitvoeren of het meer opgaan om te vissen. Ze hebben het in verhouding goed hier. Het land is vruchtbaar en Yoshi kan met zijn visvangst een aardige boterham verdienen.”
“Een zigeuner die visser is…” Emily schudde glimlachend haar hoofd. “Het strookt niet met het beeld dat ik van ze heb. Zigeuners horen in woonwagens te wonen en avond aan avond rond het kampvuur gitaar te spelen, terwijl de vrouwen met wapperende rokken en rinkelende armbanden verleidelijk om hen heen dansen.”
Milosh lachte. “Als dat zou kunnen! Maar ik vrees dat de werkelijkheid iets anders in elkaar steekt. Hoewel dans en muziek uiteraard nog steeds deel uitmaken van het Romaleven. Veel zigeuners verdienen de kost door als muzikant van taverne naar taverne te trekken.”
“Speel jij ook?” vroeg Emily nieuwsgierig.
“Natuurlijk, ik ben een Roma. Maar geen gitaar. Ik speel bouzouki.”
“Milosh is een echte snarenvirtuoos,” mengde Damian zich nu ook in het gesprek. “Als we geluk hebben, krijgen we een dezer dagen vast nog wel een leuke bouzouki boogie van hem te horen.”
“Een bouzouki boogie?” Emily schoot in de lach. “Wat moet ik me daar nu weer bij voorstellen?”
“Gewoon, een lekker boogie-deuntje, maar dan op de bouzouki,” zei Damian droogjes. “Hou je van muziek?”
“Jawel, maar al die muziektermen zeggen me niet zo veel,” bekende Emily. “Ik vind iets mooi of niet, en hoe het dan heet of welk genre het is, maakt me niet uit. Ik hou niet van etiketjes en hokjes, of dat nu om muziek of om mensen gaat.”
“Een loffelijk streven,” vond Damian. “Maar niet echt reëel. In het dagelijks leven ontkom je namelijk niet aan etiketjes plakken en mensen in hokjes stoppen. Kijk maar naar je eigen ideeën over zigeuners.”
Emily kreeg een kleur. “Dat is niet…”
“Kom, we moeten Yoshi niet laten wachten.” Damian beende voor hen uit naar het huisje waar Milosh’ neef hen vanuit de deuropening met zwierige gebaren naar binnen loodste.
Emily keek even hulpeloos opzij naar Milosh, die bij wijze van troost laconiek zijn schouders ophaalde. “Damian staat nu eenmaal niet bekend om zijn sociale vaardigheden,” merkte hij op, terwijl hij hoffelijk een stapje opzij deed om haar voor te laten gaan. “Maar hij is wel een heel goede fotograaf. Dat maakt een hoop goed.”
“Hm, ik heb hem anders nog geen foto zien maken,” mopperde Emily humeurig. Ze stapte langs Milosh heen over de drempel het huisje in, waarbij ze zich een beetje moest bukken, omdat het zo laag was. De voordeur kwam meteen uit in de woonkamer, een vierkante ruimte met weinig meer dan een kast, een rechthoekige houten tafel en een paar keukenstoelen. Maar op de lemen grond lag een groot fleurig kleed en aan de wanden hingen vrolijke schilderijtjes en plankjes waarop kleine snuisterijen stonden.
Marita wees naar de tafel waarop een dienblad stond met drie glaasjes en een doorzichtige karaf waarin een donkerrode likeurachtige vloeistof zat. Met een schuine blik naar Emily vroeg ze iets aan haar man. Die knikte stuurs, waarop ze uit de kast nog een glaasje pakte en schielijk op het blad zette. Blijkbaar had ze er niet op gerekend dat Emily met de mannen mee zou drinken.
“We brengen eerst een toost uit op het huis, daarna gaan we eten en pas dan kunnen we het onderwerp waarvoor we gekomen zijn echt aansnijden,” fluisterde Milosh Emily toe terwijl Yoshi met een ernstig gezicht de glaasjes volschonk en ze plechtig aan zijn gasten overhandigde.
De drank smaakte zoet en bevatte een behoorlijk hoog alcoholgehalte, want Emily voelde haar eerste slokje als een brandend kooltje naar beneden glijden. Aandachtig luisterde ze naar de redevoeringen die Yoshi, Damian en Milosh na elkaar afstaken. Helaas verstond ze er geen woord van, want het ging allemaal in het Grieks.
Ook later, tijdens de overheerlijke maaltijd aan de houten tafel buiten, had ze geen enkel idee waar de geanimeerde gesprekken over gingen. Er werd wel veel gelachen, wat waarschijnlijk mede veroorzaakt werd door de rode zoete drank, die Yoshi maar bij bleef schenken.
Na twee glaasjes voelde ze zich een beetje licht in het hoofd worden, hield ze op met Milosh te vragen om een vertaling, en lachte ze hartelijk om grapjes die ze niet begreep, maar die vast wel heel leuk waren. En verder concentreerde ze zich maar op het eten, dat bestond uit gegrilde vis met een zachte muntsaus, gebakken plakken courgettes, gestoofde aubergines en een frisse komkommer-tomatensalade. Er waren ook nog kleine schaaltjes met olijven, geroosterde paprika en brokjes fetakaas om de gaatjes mee te vullen, en als dessert was er yoghurt met honing en grote plakken notengebak. Yoshi krulde trots zijn snorpunten op bij de complimentjes die hij kreeg over de kookkunst van zijn vrouw. Ook Marita genoot zichtbaar van de gezonde eetlust van haar gasten en bleef erop aandringen dat ze nog iets zouden nemen.
Het was al ver in de middag voor ze eindelijk toekwamen aan de eigenlijke reden van hun bezoek. Marita verdween met haar zoontje naar binnen en Yoshi’s nu weer ernstige gezicht gaf aan dat hij zijn taak als informant heel serieus nam. Hij schraapte zijn keel en begon te praten, daarbij Damian en Milosh om de beurt aankijkend.
“Heren! Hallo! Ik ben er ook nog.” Emily, weer helemaal alert na de sterke ijskoffie die Marita hen na het dessert nog had geserveerd, besloot meteen in te grijpen. Dat er tijdens de maaltijd grotendeels Grieks was gepraat, vond ze niet erg. Per slot van rekening was zij de enige van het gezelschap die die taal niet machtig was, maar nu wilde ze toch wel graag weten wat er werd gezegd.
Yoshi fronste zijn wenkbrauwen en vroeg iets aan Milosh. Er ontspon zich een kort en zo te horen nogal fel gesprek, waaraan ook Damian deelnam. Uiteindelijk bromde Yoshi wat en hij knikte. Maar echt van harte ging het niet, dat zag Emily wel.
“Zoals we al hadden aangegeven, vindt Yoshi het niet prettig om in het bijzijn van een gadje-vrouw over de Kaleshki te praten,” wendde Milosh zich in het Engels tot Emily. “Hij respecteert echter ons besluit om je erbij aanwezig te laten zijn. Hij spreekt alleen geen Engels, dus je zult er weinig aan hebben, want hij wil niet constant onderbroken worden omdat we alles voor jou moeten vertalen. Hij zegt dat we dat later maar moeten doen, als we weer in het hotel zijn.”
“Maar jullie kunnen toch wel om de paar zinnen even een samenvatting geven?” protesteerde Emily. Ze had zo’n donkerbruin vermoeden dat ze anders niet meer dan een zeer summiere versie van Yoshi’s verhaal zou krijgen.
“Sorry, Emily, Yoshi bepaalt de voorwaarden. Dat is de manier waarop Roma’s communiceren.” Damian keek haar aan met een blik die heel duidelijk zei dat ze er beter aan deed verdere protesten voor zich te houden. “Als je de regels die ik je heb gegeven had bestudeerd in plaats van ze in de prullenbak te deponeren, zou je dat geweten hebben.”
Hij zag er zo bars uit dat Emily niets anders kon dan zich gewonnen te geven. “Vooruit dan maar,” zei ze onwillig. “Maar krijg ik dan nog wel de kans om hem vragen te stellen?”
Damian slaakte een overdreven zucht en rolde demonstratief met zijn ogen. “Nee, natuurlijk niet. Hij praat niet met gadje-vrouwen over de Kaleshki, dat proberen we je nu al de hele tijd duidelijk te maken. Als je het niet zo druk had gehad met telefoneren, had ik je toen al verteld dat er alleen maar Grieks gesproken zou worden. Dan had je jezelf deze zinloze aanwezigheid kunnen besparen.”
“Maar…”
“Zou je nu alsjeblieft je mond kunnen houden en hem zijn verhaal laten doen?” viel Damian haar in de rede. “Als we nog langer zo heen en weer blijven bakkeleien, is het donker en moet hij het meer weer op om te vissen.”
Beledigd kruiste Emily haar armen voor haar borst. “Goed, dan houd ik mijn mond wel. Als je maar weet dat ik heel goed ben in het interpreteren van lichaamstaal. Dus als je van plan bent om de cruciale punten van zijn verhaal voor mij te verzwijgen, ben je bij mij aan het verkeerde adres. Ik waarschuw je maar.”
“Waarom weten vrouwen nooit van ophouden?” Damian hief zijn handen theatraal in de lucht, keek haar nog een keer boos aan en wendde zich vervolgens hoofdschuddend tot Yoshi.
Vróúwen! zei zijn hele lijf toen hij snel in het Grieks tegen hem begon te ratelen.
En om dat te zien, hoefde je beslist geen expert in lichaamstaal te zijn.
* * * * *
Emily verveelde zich. Stierlijk. Het gesprek duurde en duurde maar, en ze verstond er niets van. Hoewel ze het nooit hardop zou toegeven, had ze er inderdaad spijt van dat ze niet naar Damian had geluisterd en de mannen alleen had laten gaan. Dan had ze nu deelgenomen aan een leuke excursie in plaats van hier een beetje nutteloos aan de tafel te hangen en te luisteren naar klanken die geen enkele betekenis voor haar hadden. Het enige wat ze te doen had, was de lichaamstaal bestuderen, maar de gebaren waarmee Yoshi zijn verhaal kracht bijzette, verraadden helaas niets over de inhoud ervan.
Al na een kwartier verloor ze haar concentratie en wenste ze dat ze haar laptop niet in het hotel had achtergelaten. Dan had ze ondertussen met een van de meiden thuis kunnen chatten en haar beklag kunnen doen over de macho-houding van haar reisgenoten.
Hoewel Milosh beslist niet zo macho was als zijn zigeuneruiterlijk aangaf. Ze vond hem in ieder geval veel aardiger dan Damian, de beroemde en beruchte fotograaf, die volgens zijn vriend ‘beter was in foto’s maken dan in sociale vaardigheden…’
Eigenlijk, mijmerde Emily een beetje voor zich uit, eigenlijk had Damian nog het meeste weg van een kind dat altijd zijn zin had gekregen. Een verwend rijkeluisjongetje. Geboren met een zilveren lepel in zijn mond. Grote kans dat hij was opgegroeid in zo’n prachtige villa aan de Vecht, waarvan zij alleen maar kon dromen.
Wat ze dan ook regelmatig deed.
Als ze ooit de hoofdprijs in de loterij zou winnen, zou ze zo’n huis willen hebben. Natuurlijk met een theehuisje in de tuin dat ’s avonds romantisch verlicht werd door tientallen waxinelichtjes in glazen drijfschalen. Overdag zou ze daar uren doorbrengen met theedrinken uit haar al jaren fel begeerde, maar tot nu toe veel te dure Wedgwood Cuckooservieskopjes, uiteraard in het gezelschap van Danielle, Rianne en Isa. En natuurlijk zou ze haar vriendinnen trakteren op flinterdunne komkommersandwiches met dilleboter, die de ongekend perfecte huishoudster kunstzinnig op de twee verdiepingen hoge Cuckoo-cakeschaal had gedrapeerd. En later, als de meiden weer naar huis waren, zou zij in de vallende schemering vertederd kijken naar haar knappe echtgenoot die met hun kraaiende zoontje op het gladgeschoren grasveld vader-en-zoon-spelletjes speelde, terwijl zij ondertussen glimlachend verder borduurde aan een wiegenkleed voor het dochtertje dat hun gelukkige gezinnetje compleet zou maken…
Met een ruk ging Emily overeind zitten. Wat zat ze nu toch weer stom te dagdromen. Die villa was nog tot daaraan toe, net als het servies, de huishoudster en de gezellige uurtjes met haar vriendinnen, maar door de rest kon een dikke streep. Geen echtgenoot, geen kinderen. Dat was de keuze die ze had gemaakt, dat was de toekomst die ze wilde. Het grasveld zou hooguit betreden kunnen worden door de voetjes van haar twee neefjes, de kinderen van haar broer Sebastian.
Maar zo vaak zou dat niet voorkomen, want Sebastian ging beslist liever met zijn gezin zeilen voor de kust van Portugal, waar hij een paar jaar geleden een tweede huis had laten bouwen. Hun verstandhouding was nu eenmaal niet van dien aard dat ze elkaar regelmatig zagen. Hoewel… een villa aan de Vecht zou haar zeker een heel stuk doen stijgen in zijn achting, daar was ze zeker van.
Ze begreep niet hoe twee kinderen uit hetzelfde gezin zo verschillend konden zijn. Hun ouders waren moderne, ruimdenkende mensen, die hen allebei dezelfde normen en waarden hadden bijgebracht. Vrijheid, zelfstandigheid, staan voor je principes… dat was wat hen met de paplepel was ingegoten. En toch was Sebastian opgegroeid tot een burgerlijke streber die niets liever deed dan nog meer geld en goederen vergaren, terwijl zij al van jongs af aan het liefst met alleen een plunjezak op haar rug de wereld wilde verkennen. Om misschien ooit, als ze oud en bedaard en het reizen moe was, neer te strijken in een villa aan de Vecht.
“…Natasha,” hoorde ze Damian ineens zeggen.
Emily spitste haar oren. Natasha? Een vrouwennaam. Of had ze het verkeerd verstaan? Waren de klanken onderdeel van een of andere Griekse zin?
Zo onopvallend mogelijk bestudeerde ze Damians gezicht. Zijn ogen waren half toegeknepen terwijl hij aandachtig naar Yoshi’s antwoord luisterde. Hij leunde voorover, zijn ellebogen op tafel, zijn vingers gespannen in elkaar gestrengeld. Absoluut een vrouwennaam, dat kon niet missen. De naam van een zigeunervrouw? Een Kaleshki-vrouw?
Damians lichaamstaal duidde erop dat deze Natasha belangrijk voor hem was, dacht Emily. Hij kénde haar. Hij stelde vragen over haar. Indringende vragen aan zijn houding te zien.
Emily’s interne antennes begonnen luid te zoemen. Haar journalistenneus rook een verhaal. Haar fantasie draaide op volle toeren. Was hier sprake van een love story? De rijke fotograaf en het arme zigeunermeisje?
Peinzend leunde ze achterover in haar stoel. Alles in haar zei dat ze iets op het spoor was. Iets wat te maken had met een vrouw die Natasha heette, en in relatie stond met deze reis.
Ze knikte tevreden in zichzelf.
Zie je wel, er was niets mis met haar instincten. Ze had meteen al geweten dat Damian een verborgen reden had om deze reis te maken. En als haar neus haar niet bedroog, dan was ze zojuist op die reden gestuit.
Een reden die Natasha heette…
Maar wie was Natasha?