HOOFDSTUK 7

 

De fatale robijn

 

Biggles zat achter zijn bureau te werken toen Ginger er een recent exemplaar van een dagblad op legde dat zo gevouwen was, dat men de afbeelding van een man in een vliegerspak voor een vliegtuig zag.

'Herinnert hij je aan iemand?' vroeg Ginger wijzend. Biggles bestudeerde de foto. 'Ja,' zei hij. 'Maar voor het ogenblik kan ik hem niet thuisbrengen.' Ginger pakte een potlood en tekende een snor. 'Helpt dat je op weg?'

'Ja, nu weet ik het,' antwoordde Biggles. 'Hubert Gestner, alias Lancelot Seymour, de man die wij pakten toen hij gestolen bankpapier naar Frankrijk vloog. Hoewel hij al een volledig brevet had in Canada, kreeg hij toch het idee zich hier bij een club als leerling te melden. Toen, zogenaamd terwijl hij oefende voor een solovlucht bij nacht, verdween hij over Het Kanaal. Zijn strafregister mocht er ook zijn herinner ik me.'

'Dat is wie ik dacht dat het was,' ging Ginger verder. 'Ik had hem eerst niet herkend, omdat hij zijn snor afgeschoren heeft. Hij heeft ook weer eens zijn naam veranderd. Uit het onderschrift blijkt dat hij zich nu kapitein Carson noemt.' 'Ik dacht dat hij een straf uitzat.'

'Hij is vrij. Ik heb het juist nagekeken. Zes maanden geleden kwam hij los na drie jaar gezeten te hebben, na aftrek voor goed gedrag. Hij is nu weer in de circulatie en, wat meer zegt, in de vliegerij: hij heeft een onafhankelijke luchttransportmaatschappij, die Zonal Aircom heet.' Biggles trok zijn wenkbrauwen op. 'Het is niet waar!' 'Ik vraag me af hoe hij aan het geld kwam om ermee te beginnen,' zei Ginger argwanend.

'Ik maak me sterk dat het niet zijn eigen was,' antwoordde Biggles. 'Hij is van het welbespraakte, knappe soort, en die kunnen meestal wel iemand vinden die sullig genoeg is om voor het geld te zorgen. Je kunt er zeker van zijn dat hij geen kans laat voorbijgaan, ook al heeft hij niets om op het spel te zetten. En het is merkwaardig hoe het deze oplichters altijd weer lukt. Wat voor soort vloot heeft hij?'

'Hij heeft geen vloot. Alleen maar het ene toestel dat je op de foto ziet. Het ziet er uit als een van de Rapides van voor de oorlog.'

'Die moet hij nog erg goedkoop gekregen hebben ook,' merkte Biggles op. 'Nu, in elk geval is hij een volledig bevoegd piloot, dus misschien verdient hij nu op een eerlijke manier zijn brood. Waardoor is hij in het nieuws gekomen?' Langzaam verspreidde zich een veelbetekenende glimlach over het gezicht van Ginger. 'Hij is de piloot die op zich heeft genomen de beroemde robijn "Bloed van Azië" naar India over te vliegen.'

Biggles leunde achteruit, met ogen op steeltjes. 'Hoe is het mogelijk?' bracht hij uit. 'Hoe heeft hij dat voor elkaar gekregen?'

'Dat kun je allemaal in de krant lezen. Volgens de man die dit artikel heeft geschreven, gaven de grote maatschappijen er de voorkeur aan de steen niet te vervoeren.' Biggles keek verbaasd. 'Je wilt me toch niet vertellen dat ze er bang voor zijn!'

'Misschien niet, maar gezien de geschiedenis ervan zijn ze misschien bang dat sommige passagiers er bezwaar tegen zouden hebben in hetzelfde vliegtuig te vliegen, en dat zou je ze niet kwalijk kunnen nemen ook. De laatste keer, en dat was tevens de enige, dat die steen door de lucht werd vervoerd, zakte het landingsgestel in elkaar bij de landing. Was dat bij de start gebeurd, met een volle benzinetank, dan zou het een nare geschiedenis geweest zijn. In elk geval schijnen de grote maatschappijen niet bereid te zijn hun naam op het spel te zetten door risico te nemen met een juweel, dat de halve wereld rond een spoor van dood en ongeluk achter zich heeft gelaten. Als er iets fout ging, zouden zij de schuld krijgen. En dus ging de opdracht naar een particuliere maatschappij en Zonal Aircom heeft hem gekregen.' Biggles staarde naar de foto. 'Er is een gezegde: eenmaal een dief, altijd een dief. Gestner, of Carson zoals hij zich nu noemt, zou niet eerlijk kunnen zijn ook al wilde hij dat. Ik ken het soort. Als hij met die steen in zee gaat zal niemand de steen of hem nog terugzien.'

'Dat dacht ik ook. Kun je de mensen, die verantwoordelijk zijn voor die robijn niet beter waarschuwen?' 'Dat kunnen we niet doen.' 'Waarom niet?'

'Gestner heeft zijn tijd uitgezeten. Als we, terwijl hij fatsoenlijk is, iets zeggen dat afbreuk doet aan hem of zijn verleden, stellen we ons bloot aan een vervolging wegens smaad. Het feit dat wat we zeggen waar is, maakt geen verschil. Een ex-misdadiger heeft dezelfde rechten als elke andere burger zolang hij eerlijk is. Dat is de wet.'

Bertie, die geluisterd had, bemoeide zich met het gesprek. 'De politie moet dus wachten tot Gestner de steen gapt. Bedoel je dat, ouwe jongen?' 'Daar komt het wel op neer.'

Algy sprak. 'Als je de verzekeringsmaatschappij een tip gaf, zouden zij de reis afzeggen.'

'En Gestner zou ons kunnen aanspreken voor schadevergoeding.'

'Hoeveel is die roze kiezelsteen waard?' vroeg Bertie. Ginger antwoordde. 'Volgens de krant is hij verzekerd voor twee en een half miljoen gulden, en dat is dus waarschijnlijk wat de eigenaar ervoor betaald heeft.' 'Hij moet gek zijn,' spotte Algy.

'Niet beslist,' antwoordde Ginger. 'De steen is gekocht door een Indiase radja, die waarschijnlijk meer geld heeft dan hij aan kan, en die wil dat hij teruggaat naar de plaats waar hij vandaan komt.'

'Dat is redelijk,' gaf Bertie toe. 'Waar kwam hij vandaan?' 'Het was oorspronkelijk het oog van een Indische god. Het hele verhaal staat hier in de krant en ik moet zeggen dat de steen een grimmige geschiedenis heeft, om niet te zeggen een merkwaardige.'

Biggles lachtte cynisch. 'Bijgeloof valt niet gemakkelijk uit te roeien. De mensen houden van deze griezelverhalen.' 'Je gelooft dus niet in het verhaal dat deze steen een vloek draagt?' vroeg Ginger.

'Absoluut niet. Wat gebeurd is was óf toeval óf een natuurlijke volgorde van gebeurtenissen. Het valt te begrijpen dat in een wereld vol dieven een juweel dat een vorstelijk vermogen waard is, een spoor van moeilijkheden achterlaat.' 'Wat denk je van de manier waarop de steen uit Amerika hier te lande is gearriveerd?' daagde Ginger uit. 'Wat deed het landingsgestel van het vliegtuig bezwijken toen het landde?'

'Een scheur in een van de delen of misschien metaalmoeheid. De steen was het zeker niet. Verwacht niet van me dat ik zal geloven, dat een stuk rood kristal dat zich binnenin een vliegtuig bevindt, van enige invloed kan zijn op een stuk stalen buis daarbuiten.'

'Er waren heel wat mensen die "Heb ik het niet gezegd" zeiden toen het gebeurde.'

'Natuurlijk. Dat is wat ze graag willen denken. Het landingsgestel stond op het punt te bezwijken. Toen het toestel aan het einde van zijn baan omdraaide en het volle gewicht op het zwakke onderdeel kwam, bezweek het. Dat is alles.' 'Die steen heeft een serie doden veroorzaakt,' zei Ginger, die zich niet uit het veld liet slaan.

'Met uitzondering van de eerste misschien zouden ze toch gebeurd zijn. De robijn had er niets mee te maken. Ik ken het verhaal. Twee blanken stalen het oog van de god. Toen vermoordde de een de ander om het alleen te krijgen. Lodewijk de Zestiende kocht het en gaf het aan Marie-Antoinette. Allebei gingen ze naar de guillotine. De steen ging toen naar Oostenrijk, waar hij deel uitmaakte van de kroonjuwelen van de Habsburgers. De kroonprins schoot zichzelf dood en het rijk stortte ineen. Toen kwam de steen bij de Russische kroonjuwelen, en je weet wat er met de tsaar en zijn familie is gebeurd. Na de revolutie kocht een Amerikaanse miljonair de steen. Zijn enige zoon werd gedood bij een auto-ongeluk. Toen verloor hij al zijn geld, wat maakte dat hij uit het hoogste raam van een hotel sprong en de dood vond. Zijn vrouw stierf in een gekkenhuis. De robijn is nu gekocht door een rijke Indiër, die van plan is hem weer in de oogholte van de god, waaruit hij gestolen is te plaatsen, en dat is stellig de beste oplossing. Ik geloof dat de steen op het ogenblik in het bezit van de agent van de vorst in Londen is.' 'En ik denk dat hij erg blij zal zijn, als hij er vanaf is,' verklaarde Ginger.

'Is dat de reden dat hij de steen naar India laat vliegen in plaats van hem over zee te verzenden?' vroeg Biggles. 'Nee. De radja wil de steen zo vlug mogelijk hebben om hem nog op zijn plaats terug te kunnen brengen voor een religieuze ceremonie, die ongeveer over een week wordt gehouden.' Biggles stak een sigaret op. 'Als Gestner ermee te maken krijgt, mag die radja blij zijn als hij wat te zien krijgt.' 'En laten wij die oplichter zijn gang dan gaan?' vroeg Ginger. 'Waarom zou ik een heleboel onprettige publiciteit riskeren door tussenbeide te komen? We hebben geen bewijs dat Gestner de steen wil stelen. Er zouden heel wat mensen beginnen te schreeuwen dat wij de arme man onrecht aandeden. Nee. Dit is een van de gevallen waar ik me buiten houd. Ik zal de aircommodore echter vertellen wat er aan de hand is en het aan hem overlaten. Misschien kan hij een manier bedenken om de verzekeringsmensen een tip te geven zonder er direct bij betrokken te raken.' Biggles stond op. 'Ik kom terug,' zei hij.

Hij bleef ongeveer twintig minuten weg. 'Wat vindt de baas ervan?' vroeg Algy toen hij terugkwam. 'Hij maakt zich zorgen,' antwoordde Biggles. 'Hij is er evenals ik tegen iets officieel te doen. Hij heeft de verzekeringsmaatschappij opgebeld en heeft hun gevraagd een van hun topmensen bij hem langs te sturen, zodat ik denk dat hij hem in vertrouwen een tip wil geven. Hij stelt niets op schrift. Ik hoop dat we er zo buiten blijven.'

Die hoop werd niet verwezenlijkt. Een uur later werd Biggles over de huistelefoon naar het kantoor van de aircommodore geroepen, waar hij werd voorgesteld aan twee hoge functionarissen van de maatschappij die twee en een half miljoen zou verliezen als de steen zou verdwijnen. 'Deze heren zijn erg verontrust over wat ik hun zojuist verteld heb,' zei de aircommodore.

'Waarom?' vroeg Biggles. 'Ze zijn op tijd gewaarschuwd. De steen is het land nog niet uit. Kunnen ze de transactie niet afzeggen?'

'Ik ben bang, dat dat niet zonder schandaal kan,' zei een van de verzekeringsmensen. 'Die steen is nieuws. Er is al te veel ongewenste publiciteit over geweest. De verzekeringspolis is getekend en de premie betaald. Als we nu proberen terug te krabbelen, zal men ons verwijten dat we bang zijn het risico te nemen, mogelijk vanwege de reputatie van de steen. Dat zou onze reputatie geen goed doen.' 'Maar u hebt een heel goede reden om terug te krabbelen,' merkte Biggles op.

'Zeker, maar die openbaar maken, zou door de rechter als smaad worden beschouwd. Gestner is het soort om daar alles van te weten en om geen vervolging achterwege te laten. Het gevolg zou zijn dat we een zware schadevergoeding moesten betalen.'

'Dat zou goedkoper zijn dan de steen kwijtraken.' 'Het zou tot een heleboel onaangename publiciteit leiden van het soort dat een maatschappij van onze standing tracht te vermijden.'

Biggles haalde zijn schouders op. 'Dat is uw zaak. Wij hebben in elk geval verteld wat voor man u uitgezocht hebt om de robijn aan toe te vertrouwen. Wat kunnen we verder doen? Zoals de zaak er nu voorstaat, kunnen we Gestner van niets beschuldigen.'

'U kunt ons wat inlichtingen geven. Stel dat hij van plan is er met de steen vandoor te gaan, hoe denkt u als vlieger dan dat hij dat doen zal?'

Biggles dacht even na. 'Er zijn natuurlijk tal van mogelijkheden. Hij kan over de Atlantische Oceaan vliegen, en ik betwijfel dat hij dan naar Azië zou gaan, waar men hem gauw in de gaten zou hebben als hij de steen wilde verkopen. Ik twijfel zelfs of hij Europa zou verlaten, want met de politie op wacht in elke haven zou het niet gemakkelijk voor hem zijn terug te komen. Zijn grootste probleem zou wel eens kunnen zijn hoe het vliegtuig kwijt te raken. Hij zou dat waarschijnlijk doen door de schijn te wekken dat hij op een afgelegen plaats was verongelukt of in zee was ondergegaan en de reputatie van de steen zou aan een dergelijk verhaal stellig een schijn van waarschijnlijkheid geven.' 'Maar als hij dat deed, zou hij een waardevol vliegtuig kwijt zijn.'

Biggles schudde zijn hoofd. 'Het is een oud toestel. Het kan niet veel waard zijn. Het is misschien niet eens zijn eigendom. Voor de robijn zou hij een vloot nieuwe vliegtuigen kunnen kopen als hij door zou willen gaan met vliegen. Kent u de route die hij wil nemen?'

'Marseille, Rome, Alexandrië ... de gebruikelijke route naar het Verre Oosten.'

Biggles streek bedachtzaam langs zijn kin. 'Iemand zou hem in het oog kunnen houden gedurende het eerste deel van zijn reis. Als hij het eenmaal tot Alexandrië had gebracht, zou het er wel naar uitzien dat hij zijn opdracht zou uitvoeren. Als het zijn bedoeling is te verdwijnen, zal hij de tekenen daarvan wel voor Marseille tonen, waar zijn aankomst gemeld zou worden.'

'Zou u hem kunnen volgen?' 'Misschien.'

'Waarom misschien? U bent toch van de politie?' 'Ja.'

'Als een politieman op de grond een man zag, van wie hij wist dat het een misdadiger was, die zich gedroeg op een manier die hem reden gaf te denken dat er een ernstige misdaad werd begaan, zou hij er iets aan doen.'

Biggles lachte zuur. 'Het volgen van een man op de grond en van een vliegtuig in de lucht is niet bepaald hetzelfde. Bovendien kun je een man op de grond arresteren zodra hij aanstalten maakt een misdaad te begaan. Een man in de lucht kun je echter niet arresteren.'

'Ik had het er niet over Gestner te arresteren,' zei de functionaris. 'Als u hem volgde dan zou u weten waar hij naartoe ging voor het geval dat hij de route verliet. Er zouden dan maatregelen genomen kunnen worden om hem te pakken, waar hij ook heen mocht gaan in West-Europa, en het is niet waarschijnlijk dat hij het achter het IJzeren Gordijn zou zoeken.'

De aircommodore bracht zijn mening te berde. 'Ik geloof dat daar iets inzit, Bigglesworth. Je vermoedt dat hij er vandoor zal gaan voor hij Marseille bereikt. Prachtig, volg hem dan tot Marseille. Als hij daarna naar het oosten vliegt, kennelijk met de opzet naar Rome door te vliegen, kun je terugkeren. Ik geef toe dat er geen sprake van kan zijn dat je hem helemaal tot Bombay zou volgen. Als je in Frankrijk hulp nodig hebt, kun je de medewerking inroepen van Marcel Brissac van de Süreté.'

Biggles scheen erin te berusten. 'Goed, mijnheer. Als u wilt dat ik dat doe, zal ik het doen. Het zal niet moeilijk zijn als het weer tenminste goed blijft. Maar ik wil wel graag instructies van u hebben wat ik moet doen als Gestner zijn koers verlaat en ergens landt.'

'Ik zal dat aan jou over moeten laten, waarbij je er rekening mee moet houden dat het inderdaad voorkomt dat vliegers per ongeluk hun koers kwijtraken en dat er zulke dingen bestaan als echte noodlandingen.' 'Zoals u wilt, mijnheer. Is dat alles?'

'Voor het ogenblik wel. Houd je gereed in de commandopost, dan zal ik maatregelen treffen om je te laten weten waar en wanneer Gestner de grond verlaat.' 'Heel goed, mijnheer.'

Biggles keerde terug naar zijn kantoor. 'We zitten eraan vast,' kondigde hij somber aan. 'We moeten Gestner schaduwen en controleren wat hij doet. We kunnen beter voorbereidingen treffen.'

Twee dagen later, kort na zonsopgang, was het Proctorvliegtuig van de luchtpolitie in de lucht, vliegend in zuidelijke richting over Het Kanaal op dezelfde koers als de Rapide van Gestner, die ongeveer twee kilometer verderop als een zwarte stip in de lucht hing.

'Hij klimt nog steeds,' merkte Ginger op, terwijl hij zijn ogen een ogenblik van de Rapide naar de hoogtemeter op het instrumentenbord van de Proctor deed dwalen. De naald wees bijna vierduizend meter aan. 'Wat is zijn bedoeling bij dit weer zo hoog te vliegen?'

'Ik denk dat zijn reden is dat hij niet van de grond waargenomen wil worden,' antwoordde Biggles. 'Als ik gelijk heb, dan is dat op zichzelf al verdacht.'

'Dat is ook het feit dat hij volgens de aircommodore solo vliegt,' merkte Ginger op. 'Je zou verwachten dat hij een tweede piloot meegenomen zou hebben om hem gezelschap te houden.'

Biggles en Ginger waren alleen in de Proctor, daar Biggles dacht dat zij met hun tweeën elke situatie wel onder ogen zouden kunnen zien als die zich voordeed. Twee uren gingen voorbij zonder dat zich een wijziging in de onderlinge positie van de twee toestellen had voorgedaan, al vlogen ze nu dan ook nog zeshonderd meter hoger. 'Het zet in elk geval nog steeds koers naar Marseille,' merkte Ginger op, toen ze boven het Rhönedal kwamen. 'We zullen spoedig weten wat hij van plan is,' antwoordde Biggles. 'Als hij zijn toestel kwijt wil raken, krijgt hij al gauw goed terrein daarvoor aan beide kanten, de Plaine de la Crau ten oosten en de Cevennes of de Pyreneeën ten westen van hem.'

Nadat nog een uur was verstreken, waarbij de Rapide zijn hoogte en zijn koers naar Marseille had behouden, werd het duidelijk dat Gestner geen plan had in deze dunbevolkte Franse streken te landen. Ginger begon al te denken dat ze hun tijd verknoeiden, toen de Rapide naar het westen afboog. 'Ha! Daar gaat-ie,' zei Biggles.

'Ik dacht al dat het toch nog Marseille zou worden,' merkte Ginger op.

'Nee. Als hij van plan geweest was daar te landen zou hij eerder hoogte geminderd hebben. Waarom zou hij voor niets benzine verstoken?'

'Waar zou hij nu in hemelsnaam naar toe gaan?' 'Ik denk de Camargue. Dat moet een ideale plaats zijn voor iemand die wil verdwijnen. Het is vlak, juist boven zee¬niveau; het strekt zich kilometers ver uit en het is vrijwel onbewoond. Voor een goed deel althans. Het is helemaal een merkwaardige streek: ondiepe lagunes, moerassen, zoutwoestijnen, droog zand, slangen en wat al niet meer. Maar je kent de streek en je weet er dus alles van.' 'Ja, ik geloof dat ze het het Afrika van Frankrijk noemen. Het is de enige plaats in Europa waar de rose flamingo broedt.'

'Inderdaad. En dat doet me eraan denken dat een groot deel van het gebied een vogelreservaat is en dat vliegtuigen er niet overheen mogen vliegen sinds een Duitse vlieger de flamingo's opjaagde en een groot aantal ervan doodde. In het voorjaar grazen er heel wat schapen, maar het belangrijkste bedrijf is, als ik me niet vergis, het fokken van stieren voor de Spaanse stieregevechten. Daar beneden ons ligt Arles, aan de noordgrens van de Camargue.'

'Als de Camargue zijn doel is, wordt het dan geen tijd dat hij gaat dalen? Ik zie de zee al.'

Biggles fronste zijn wenkbrauwen. 'Ja,' gaf hij toe. 'Ik begrijp het niet.'

'Hij vliegt recht op de zee af.'

'Hij kan Noord-Afrika niet halen zonder bij te tanken, zelfs niet als hij een extra tank heeft,' verklaarde Biggles. 'Hij kan niet veel benzine meer over hebben. Wij hebben ook niet veel meer trouwens.'

'Misschien heeft hij een medeplichtige, die op hem wacht met een boot.'

'Als dat zo is, kunnen we niets meer doen. Ik ga niet veel verder.'

De Rapide, nog steeds een stip in de lucht, ging nog steeds verder zee in. 'We zijn hem kwijt,' verklaarde Ginger. Biggles lette op de verdwijnende stip. 'Nog niet. Hij komt terug, al dalende. Ik denk dat ik weet wat hij doet. Hij probeert nog steeds niet vanaf de grond gezien te worden als een voorzorgsmaatregel voor tegen de tijd dat het navragen naar het toestel begint. Ik kan beter zien dat ik uit de buurt kom. Hij moet ons niet zien.'

Een tactiek uit oorlogstijd toepassend, draaide Biggles de Proctor in het beeld van de zon, en vanuit die positie zagen ze de Rapide zonder gebruik te maken van zijn motoren onder zich langs glijden, dalend met een scherpe hoek. 'Wat doe je als hij landt?' vroeg Ginger, want het was nu zeker dat dat Gestners bedoeling was. 'We zullen opletten wat hij doet,' besliste Biggles. 'Als hij het toestel in de steek laat, landen we naast hem en vragen hem wat hij uitvoert. We moeten voorzichtig zijn. Hij heeft de robijn nog niet gestolen. We weten beter, maar het zou moeilijk kunnen zijn te bewijzen dat hij liegt.' De Rapide draaide snel, daarbij S-bochten draaiende om hoogte te verliezen.

'Hij weet wat hij doet,' merkte Biggles op. 'Hij gaat naar het Bois de Riège, ongeveer het wildste gedeelte van het terrein.' De Proctor was nu laag genoeg om het Ginger mogelijk te maken de bijzondere aard van het terrein beneden hen te zien. Het was een kilometers lang vrijwel vlak terrein, nooit meer dan ongeveer een meter boven de zeespiegel gelegen, dat de kust volgde zover als men die in de glinsterende zon neschijn maar kon onderscheiden. Lagunes schemerden tussen stukken uitgedroogd zand met kloven, struikgewas of brede stroken reusachtig riet. Het enige teken van leven vormden vogels, een of twee kudden zwart rundvee en, op verre afstand, een ruiter, die een kleine stofwolk deed opstijgen bij het galopperen langs een bochtig pad. Ver weg naar het noorden verrezen de hoge toppen van de Pyreneeën. Toen hij weer naar de Rapide keek zag Ginger hoe deze een wat ruwe landing maakte bij een meer, dat bijna helemaal met riet was omgeven. Hoe hoog dat riet was realiseerde hij zich pas toen Gestner aan het einde van zijn landing er plotseling op afstuurde en er, kennelijk gasgevend, meteen in verdween, zodat er niets meer van het vliegtuig te zien was. 'Daar gaat het toestel,' zei Biggles kortaf. 'Dat was geen ongeluk. Ik ga naar beneden om hem ter verantwoording te roepen. Hij zal zijn motor intussen wel afgezet hebben en dan ziet hij ons in ieder geval.'

Hij draaide snel een bocht om op dezelfde plaats als de Rapide te kunnen landen, en terwijl hij dat deed kwam Gestner te voorschijn uit de rand van het riet en begon naar hen te staren. Niet lang echter. Ongetwijfeld hadden de Engelse registratietekens van de Proctor hem verteld dat hij gevolgd was, want hij ging er op een draf vandoor in de richting van een wat hoger gelegen terrein, dat royaal bedekt was met struikgewas. Hij maakte ook een bocht om enige runderen heen, die daar aan het grazen waren geweest, maar nu naar hem keken. Een ervan, kop in de hoogte, stampte met zijn voorpoot.

'Pas op! Dat is een stier,' riep Ginger. 'Mijn hemel, hij valt hem aan.'

Biggles, die zijn aandacht bij de landing had gehad, had dat niet gezien maar bij Gingers plotselinge waarschuwing begon hij op te letten. Meteen gaf hij vol gas, draaide scherp en vloog recht op de dieren af met de bedoeling, zoals hij later aan Ginger vertelde, ze zo bang te maken dat ze er in paniek vandoor zouden gaan.

Dit gebeurde ook inderdaad, maar het was te laat om Gestner te redden, die misschien een noodlottige fout had gemaakt door weg te rennen; hij had toch moeilijk kunnen hopen eerder dan de stier bij het meer te zijn, de enige plaats waarheen hij kon vluchten binnen de kilometer. Zonder dat ze iets konden doen zagen ze hoe de stier hem inhaalde en hem hoog in de lucht gooide. Daarna werd hij weer in de lucht gegooid en vervolgens op de grond waar de stier hem knielend met de horens doorboorde. Biggles, de lippen strak op elkaar, vloog laag over het dier heen, waarop het weggaloppeerde achter de vluchtende koeien aan. Gestner lag stil. Biggles nam een risico, want de grond was zeker niet zo vlak als hij zou wensen, en landde. Zodra zijn wielen op de grond waren, keerde hij en taxiede naar de plaats waar de ongelukkige piloot in een verfrommelde hoop op de grond lag. Tas op,' waarschuwde Ginger, die bemerkte dat de stier stil was blijven staan en zich omgedraaid had om hen te bekijken. 'Hij kan nog terugkomen.'

'Hou je klaar om me op te pikken als het nodig is en stijg op als het moet. Hou hem in de gaten.' Biggles sprong naar buiten, terwijl hij de motor liet lopen, en rende naar de bewegingloze figuur in het zand. Hij knielde een ogenblik naast hem en keerde daarna met een klein pakje in de hand terug, terwijl hij de stier in de gaten hield.

'Hij is dood,' vertelde hij Ginger. 'Hij is verschrikkelijk toegetakeld. Hij zou geen enkele kans gehad hebben. Na die eerste aanval was er al geen mogelijkheid meer dat hij het zou overleven.' Hij haalde diep adem. 'Dat is dat. Het enige wat we nu nog kunnen doen is de plaatselijke politie waarschuwen en naar huis gaan.' 'Wat heb je in je hand: de robijn?'

'Ik denk het. Ik heb dit in zijn zak gevonden. Het is geadresseerd aan de radja.'

'Wat doen we ermee?' vroeg Ginger grimmig. 'Hoe bedoel je dat?'

'De vloek. Dit is weer een dode in de serie. Die duivelse steen heeft Gestner zijn leven gekost.'

Biggles haalde zijn schouders op. 'Zo mag het jou toeschijnen, maar ik zeg nog steeds dat het een natuurlijk gevolg van Gestners eigen gedrag was. Als hij eerlijk was geweest, was hij nu al een heel eind op weg naar Rome.' 'Maar hij ging niet naar Rome. Hij kwam hierheen.' 'Dat was niet de schuld van de robijn. Maar laten we er niet over redetwisten.'

'Wil je naar huis vliegen met dat ding in je zak?' 'Natuurlijk.'

'Dan kun je alleen vliegen,' kondigde Ginger kortaf aan. 'Ik loop wel.'

'Zoals je wilt. Ik ben niet zo voor lopen. Ik ga naar Marseille en met het vliegtuig.'

'Je vraagt om moeilijkheden.'

'Ik ben niet bang voor een stuk gekleurde kool, en meer is die robijn niet, als je dat bedoelt,' 'zei Biggles kortaf. 'Daar komt iemand aan,' verklaarde Ginger onverwacht. Een ruiter kwam aangalopperen. In zijn hand had hij een stok met een drietand en aan zijn kleding herkende Ginger hem als een van de zogenaamde gardiens die op het vee moeten passen.

Hij keek naar het lijk op de grond. Vervolgens keek hij naar Biggles met koele afkeuring. In het Frans zei hij: 'Weet u niet dat het verboden is hier overheen te vliegen?' 'Ja, dat wist ik,' antwoordde Biggles en hij zette uiteen wie zij waren en waarom ze daar waren, maar zonder melding te maken van de robijn. 'Ik zal de zaak volledig rapporteren als ik in Parijs kom,' besloot hij. 'Zou monsieur in de tussentijd misschien zo vriendelijk willen zijn de dichtstbijzijnde politieman te waarschuwen, zodat maatregelen getroffen kunnen worden om het lijk weg te halen.

De gardien zei, ietwat kortaf, dat hij het politiebureau in Arles zou telefoneren en ging er in galop vandoor. 'We kunnen beter zien dat we wat benzine krijgen en verder gaan naar huis,' vertelde Biggles Ginger. 'Ik zal Marcel vanaf het vliegveld opbellen en hem vragen ons in Parijs te ontmoeten. Als je liever de trein neemt kun je beter beginnen te lopen. Het is een lange weg, en je kon nog wel eens meer stieren tegenkomen.'

'Ik zal met je meegaan, maar ik houd mijn vingers gekruist,' mompelde Ginger. 'Je mag zeggen wat je wilt, maar die steen doodt. Ik heb net gezien hoe het werkt. Laten we weggaan voor ik mijn moed verlies. En pas alsjeblieft op wat je doet.' Biggles lachte. 'Komt in orde,' beloofde hij. De Proctor keerde zonder moeilijkheden naar Londen terug. 'Hèhè,' zuchtte Ginger toen hij eruit sprong. 'Ben ik even blij dat ik eruit ben? Ik viel bijna flauw bij elke beweging.

Ik durfde nauwelijks adem te halen.'

'Loop door,' spotte Biggles. 'Wees jezelf. Ik heb je gezegd dat het ding zonder gevaar was.'

Twee dagen later keerde Biggles met een merkwaardige lach op zijn gezicht van het kantoor van de aircommodore terug naar zijn eigen bureau. 'Maak je veiligheidsgordel vast,' zei hij tegen Ginger. 'Je krijgt de schrik van je leven.'

'Ga je gang,' nodigde Ginger. 'Ik hou me vast.'

'Kennelijk hebben de verzekeringsmensen de inlichting die wij hun gaven, doorgegeven aan de agent van de radja in Londen. Hij nam onmiddellijk maatregelen. Zonder iemand iets te zeggen, zelfs Gestner niet, stak hij de robijn in zijn zak en nam het eerste BOAC-vliegtuig naar India.'

Ginger zette grote ogen op. 'Bedoel je te zeggen, dat Gestner de robijn niet bij zich had?'

Biggles' lach werd breder. 'Dat zei ik.'

'Maar ... maar het pakje dan?' stamelde Ginger.

'Dat was een dummy.'

Wat zat erin?'

'Een stuk steenkool.'

Bij het zien van de uitdrukking op het gezicht van Ginger ging Biggles achter zijn bureau zitten en lachte bulderend.