HOOFDSTUK 2

 

Het vliegtuig onder water

 

Biggles wierp een tweede blik op de uitdrukking op het gezicht van zijn chef, aircommodore Baymond van de Speciale Luchtpolitie van Scotland Yard, toen hij ingevolge een desbetreffende opdracht het hoofdkwartier binnenstapte. 'Waarom kijk je zo naar me?' vroeg de aircommodore. Biggles lachte. 'Ik vroeg me af waarom u zo keek.' 'Ga zitten, dan zal ik het je vertellen. Hoe zou je het vinden als ik je vertelde dat er een vliegtuig staat op de bodem van een meer in de Schotse Hooglanden?'

'Ik hoop dat de piloot het gemakkelijk heeft,' antwoordde Biggles effen. 'Wat heeft dit te betekenen? Heeft de een of andere zonderling een vliegtuig uitgevonden om onder water te vliegen?'

'Het zou wel eens niet zo grappig kunnen zijn,' zei de aircommodore ernstig. 'Ik wil dat je erheen vliegt om de melding te onderzoeken.' 'Wie heeft u dit gemeld?'

'Ik heb zojuist een telefoontje gehad van een autoriteit van de hydra-elektrische werken in die streek. Hij dacht dat het ons wel zou interesseren.'

'Wat voor soort toestel is het: civiel of militair?' 'Dat weet hij niet. Dat zul jij moeten uitzoeken. Als het een toestel van de luchtmacht is, kan het ministerie van Luchtvaart de zaak overnemen. Dit is wat men mij verteld heeft. In de noordwestelijke hoek van Cairngorms is er een water dat Lochnaglash heet. Het is het laagste van drie meren in de bergen, die elk op hun beurt hun water krijgen van wat er overloopt uit het hoger gelegene. Lochnaglash is de bron van een klein riviertje, dat de Glash heet. Dat loopt naar de Spey, achttien kilometer verderop. Een ruw pad loopt vandaar naar het dorp Balashin. Dat is dan nog eens twintig kilometer.' 'Dat schijnt behoorlijk wild land te zijn,' merkte Biggles op. 'Dat is het ook. Enige maanden per jaar is het terrein onbereikbaar door de sneeuw. Vroeger diende de streek voor de hertejacht, maar dat raakte uit de mode, en toen de landheer stierf, werd de grond verkocht. De dienst Bosbouw kocht die en deed er wat proefaanplantingen, maar werkt er nu ook niet meer. De mensen van de hydro-elektrische dienst hebben echter kennelijk belangstelling voor het water. De meertjes krijgen hun water van de sneeuw, die op de bergtoppen smelt. Hoe dan ook, ze hebben een man erheen gezonden om eens te kijken hoe hoog het water er 's zomers staat. Hij constateerde dat het als gevolg van de droogte bijzonder laag staat. Boven de oppervlakte van het water steekt iets uit dat er uitziet als het roer van een vliegtuig. Het kan geen boom zijn, want er zijn geen bomen in die streek behalve de weinige die de dienst Bosbouw er geplant heeft, en dat is nog een heel eindje van die plaats vandaan.'

'Als het een vliegtuig is, moet het daar al een poosje zijn,' verklaarde Biggles. 'Het is jaren geleden sinds we voor het laatst bericht hebben gehad van een vliegtuig dat zonder spoor verdwenen was.'

De aircommodore knikte. 'Het zou een overblijfsel van de oorlog kunnen zijn. Maar de gemakkelijkste manier om dat uit te maken is erheen te gaan en zelf te kijken. Het lijkt me het beste dat je de Otter neemt en op het meer landt; anders zou je met een boot naar het toestel toe moeten varen. Er woont niemand in die streek, en dat was dan ook de reden dat die elektriciteitsiman verder niets kon doen.' 'Goed, mijnheer.' Biggles keek op zijn horloge. 'Ik zal nu maar meteen vertrekken, nu het nog mooi weer is. Als er boven de Gairngorms wolken hangen, is laag vliegen er niet meer mogelijk. Het kan niet lang duren voor we dit uitgezocht hebben.' Biggles ging terug naar zijn kantoor, waar zijn mensen wachtten.

'Wat is er aan de hand?' vroeg Ginger.

Biggles grinnikte. 'Het monster van Lochness, dat er genoeg van heeft niet au sérieux genomen te worden, is te voorschijn gekomen in een plaats die Lochnaglash heet. Het ziet eruit als een vliegtuig. We gaan er met de Otter heen om het bij de staart te pakken. We zullen een gedetailleerde kaart nodig hebben van Banffshire en waarschijnlijk ook onze zwembroeken. En Ginger, neem ook de lijst mee van vliegtuigen die sinds de oorlog verdwenen zijn, voor identificatie.'

'Hoe lang gaat dit karweitje duren?' vroeg Algy. 'Het hoeft niet lang te duren. Hoezo?'

'Kunnen we niet beter iets te eten meenemen voor het geval we er de nacht moeten overblijven?' 'Ja,' stemde Biggles in. 'Ter plaatse kun je niets krijgen. Kom, laten we gaan. Ik zal jullie onderweg wel vertellen wat er aan de hand is.'

Vier uur later cirkelde de Otter, een amfibievliegtuig van de luchtpolitie, bij helder weer laag over de plaats van bestemming, die niet moeilijk te vinden was geweest. Het was echter niet zo gemakkelijk om te dalen, want de bergen die de drie meren omringden waren behoorlijk hoog. De meren zelf lagen in een smalle vallei, zodat Lochnaglash wel lang was, maar niet erg breed. Pas nadat drie landingspogingen waren mislukt, slaagde Biggles er dan ook in de enige oplossing te vinden door een nauwe trechter te volgen waarlangs het overlopende water tijdens de voorjaarsdooi naar de Spey stroomde.

Even voordat het toestel het water raakte, dat er zelfs onder de zomerhemel donker en sinister uitzag, kon Ginger het voorwerp zien waarvoor zij gekomen waren. Het was de enige onderbreking in het heldere oppervlak, waarin de omringende bergen weerspiegeld werden met de getrouwheid van een spiegel. Slechts enkele centimeters van het voorwerp waren te zien, op ongeveer vijftig meter van een strook afgeschuurde rots, de enige plaats die enige overeenkomst met een kust had. Als een witte streep vertoonde zich een zonloze bergkom, waarin nog steeds sneeuw lag. Er was geen mens, geen levend wezen te zien, behalve een arend hoog in de lucht. Ook groeide er geen enkele boom, hoewel een kleine groep heesterachtige berken houvast had weten te krijgen op het strand. In een woord: het was het typische beeld van een afgelegen gebied in de Schotse Hooglanden. 'Een trieste plaats om te eindigen,' merkte Bertie op. 'Een plaats zo wild, als je je die maar kunt wensen,' antwoordde Biggles, terwijl hij langzaam naar de plaats taxiede die Ginger had aangewezen. 'Als het nu in de zomer al zo is, moet je er niet aan denken hoe het er hier in de winter moet uitzien met overal sneeuw en ijs in het meer.'

'Dat is inderdaad het roer van een vliegtuig,' stelde Algy vast, toen ze dichter bij het voorwerp kwamen. 'Wie op aarde zou geprobeerd hebben hier te landen?' 'Dat zullen we spoedig weten,' antwoordde Biggles, terwijl hij de Otter naar de plaats van het toestel stuurde en de motor afzette. 'Zorg dat je klaarstaat met het anker als we erlangs komen, Ginger. Het water kan niet diep zijn, anders zou er niets boven de oppervlakte te zien zijn.' 'Ik geloof dat dat roer van een Gipsy Moth is,' zei Algy. 'Dan moet hij hier al lang gestaan hebben,' antwoordde Biggles. 'De Havillands heeft honderden Gipsy's gemaakt, maar tegenwoordig zie je ze nog maar zelden.' De Otter dreef dichterbij en kwam langzaam tot rust. Toen ze zo dicht bij het roer waren dat Ginger het had kunnen aanraken, liet hij voorzichtig het anker vallen om het water niet in beroering te brengen.

Ze leunden allemaal over de zijkant om te wachten tot de rimpels op het water wegtrokken, maar zelfs voor dat gebeurde, konden ze door het kristalheldere water duidelijk de vorm van een vliegtuig zien. Het stond vlak, met de neus iets overleunend naar voren, wat maakte dat het staartgedeelte het enige was dat de oppervlakte van het water brak. Het toestel stond evenwijdig aan het strand op de licht glooiende bodem van afgebroken rots.

'Het is een Gipsy,' zei Biggles. 'Ik denk dat dit een oude geschiedenis is.'

Het was enige minuten stil terwijl ze naar beneden bleven kijken.

'Er is niemand in,' zei Ginger. 'Ik ben er zeker van dat beide stoelen leeg zijn.'

'Dat is een geluk,' mompelde Bertie. 'Van lijken krijg ik rillingen.'

'Kan iemand de kentekens lezen?' vroeg Biggles. Ook toen het water doodstil was, bleek dit echter niet mogelijk, blijkbaar omdat zich slib of wier op het vliegtuig had afgezet.

'De piloot, wie hij dan ook was, moet krankzinnig geweest zijn om te proberen hier te landen,' verklaarde Bertie. 'Niet beslist,' antwoordde Biggles. 'Denk je dat het een ongeluk was?'

'Je zou het kunnen denken, maar ik ben er beslist niet zeker van.'

'Wat bedoel je?' vroeg Ginger.

'We moeten het zo bekijken,' suggereerde Biggles. 'Als de vlieger de controle over het toestel was kwijtgeraakt, zou het stellig beschadigd zijn toen het het water raakte. In zo'n geval zijn de vleugels verbogen, als ze al niet helemaal afgeroken zijn; hier is het echter zo dat het toestel niet alleen intact is, maar dat het keurig recht staat. Als het toestel verongelukt was, zou er bovendien op zijn minst in een van de stoelen een lijk moeten zijn. Ik heb de indruk dat hier iets niet natuurlijks mee aan de hand is.'

'Het kan zijn dat de piloot een motorstoring heeft gehad en dat hij heeft willen landen op dat strand, maar het net niet gehaald heeft,' opperde Ginger.

'Dan zou de neus in de richting van het strand staan. Ik vraag me bovendien af of dat strand van bovenaf te zien valt. Verplaats jezelf nu eens in de positie van die piloot. Je hebt motorstoring. Wat zou je kiezen: hier naar beneden komen waar je kilometers van de bewoonde wereld verwijderd bent of het verderop op droog land proberen, ook al zou je dan de kans op beschadiging hebben?' 'Ik zou naar de hei gaan.'

'Ik ook,' bevestigde Biggles. 'Herinner je je nog hoeveel last ik had om hier te landen, zelfs met een toestel dat goed in orde was? De manier waarop ik naar beneden kwam was de enig mogelijke, maar ik zou dat met een toestel dat niet in orde was, niet aandurven.'

'Ja maar allemaal goed en wel, ouwe jongen,' protesteerde Bertie. 'Het alternatief van wat je zegt is dat de piloot dit vliegtuig hier vrijwillig neergezet moet hebben. Valt dat te verklaren?'

'Nee,' gaf Biggles toe. 'Maar er zijn zoveel onverklaarbare zaken. Ik kan me niet indenken dat dit toestel verongelukt is, waarbij het water hard geraakt moet zijn. Natuurlijk kan het zijn dat de piloot een buiklanding heeft willen maken. Maar waarom zou hij dat hier doen, als het betekende dat hij zou moeten zwemmen? Ik heb het gevoel dat dit toestel hier met een bepaald doel is gekomen, al weet ik dan ook nog niet welk. Ik kan maar een andere mogelijkheid zien, namelijk dat het vliegtuig hier 's winters is geland toen het meer met ijs bedekt was. Bij het smelten van het ijs zou het toestel dan langzaam in zijn huidige positie zijn gezakt. Daar zijn echter twee argumenten tegen. De piloot zou hebben moeten weten dat het meer bevroren was en in de tweede plaats zou hij, na geland te zijn, zomaar wegwandelen en zijn toestel in de steek laten zonder iemand iets te melden?' "s Winters moet het niet mogelijk zijn hier een reddingsploeg te krijgen,' opperde Algy. 'Hij zou van uitputting gestorven kunnen zijn op weg om hulp te halen.'

'In dat geval zou zijn lichaam gevonden zijn na het smelten van de sneeuw. Vergeet niet dat de mensen van het Boswezen bezig zijn geweest de streek te verkennen.' 'Hij zou verdronken kunnen zijn,' zei Ginger. 'In dat geval zou het lijk aan de oppervlakte komen. Hij was niet ingesloten in de cockpit. Maar waarom verdoen we onze tijd met gissingen? Hoeveel Gipsy Moth-toestellen heb je in die map met vermiste vliegtuigen, Ginger? Ik zag dat je hem op weg hierheen doornam.'

'Ik kan me er maar drie herinneren,' antwoordde Ginger, terwijl hij de map te voorschijn haalde. 'De eerste verdween op een vlucht naar de Kaap. De tweede was van een planter, die uit Malakka kwam. Hij kwam naar beneden boven Het Kanaal of ergens in Europa.'

'Die zullen niet hierheen gekomen zijn. Ga verder.' 'De derde was van een man, die de politie graag had willen spreken in verband met een moord. Een zekere Alva Murray, een ex-commando, die ervan verdacht werd zijn vrouw doodgeschoten te hebben. Hij verdween in een Gipsy en niemand heeft hem ooit meer gezien. Wij hebben toen nog helpen zoeken. Jij kwam toen tot de conclusie dat hij een schuilplaats ergens op het Europese vasteland gevonden moest hebben.' Biggles fronste zijn voorhoofd. 'Ik herinner me die zaak. Het moet zeven of acht jaar geleden zijn. Het gebeurde in juni. Als dit het toestel blijkt te zijn, kunnen we de ijs-theorie dus vergeten. Als er ooit een goed voorbereid plan is geweest, was dat het wel. Murray werd lid van een vliegclub, naar hij zei om zijn brevet te halen. Toen moet hij zijn plan al gereed gehad hebben, want terwijl hij nog les kreeg, haalde hij al zijn geld van de bank, telkens met een paar duizend gulden tege lijk tot het totaal van veertigduizend gulden. Daar leek het tenminste veel op. Wat waren de registratieletters?' 'GB-XKL.'

Biggles stond op. 'Dit zou het kunnen zijn. Als hij het is, dan is het geen wonder dat we hem nooit gevonden hebben. Maar dat zullen we spoedig weten. Een man die wilde verdwijnen, zou geen betere plaats hebben kunnen vinden en geen betere methode ook. Ik ga eens kijken. De zijkant van het toestel is verticaal en moet dus vrij van aanzetsel zijn.' Biggles trok zijn zwembroek aan, liet zich voorzichtig in het water zakken en dook naar beneden. De anderen zagen hem ongeveer een halve minuut bezig aan de zijkant van het vliegtuig; toen kwam hij weer aan de oppervlakte.' 'Brrr, wat is dat water koud!' riep hij uit, terwijl hij weer aan boord klom. 'Maar dat doet er niet toe. We weten nu tenminste waar GB-XKL zijn einde heeft gevonden. Nu is het nog een lange weg om te weten te komen, wat van Murray is geworden. Zet ons vliegtuig maar op het strand terwijl ik mijn kleren aantrek. Dan kunnen we onze benen een beetje strekken en een boterham eten terwijl we erover nadenken.' Een paar minuten later zaten ze op droge stenen in de warme zonneschijn.

'Gaan we proberen de Gipsy aan wal te trekken?' vroeg Ginger.

'Voor het ogenblik niet,' besliste Biggles. 'Hij kan beter blijven waar hij is.' 'Waarom?'

'Ik neem aan dat Murray nog steeds in leven is. Als dit verhaal de ronde doet, zal hij het horen en bang worden. Per slot van rekening moet hij na al die tijd wel denken dat hij veilig is. Als hij hoort dat het toestel gevonden is, kon het wel eens moeilijker worden om hem te vinden dan het nu is. Hij moet stellig behoorlijke hersenen en sterke zenuwen hebben om een plan als dit uit te werken!'

'Je denkt dus dat hij het toestel vrijwillig hier in 'het water heeft gezet?' vroeg Bertie.

'Zoals je je zult herinneren, dacht ik dat al voor ik wist wie het was,' antwoordde Biggles. 'Alles wees erop. Maar er blijven toch nog een paar dingen een raadsel voor me. Murray moet een nauwgezet plan gehad hebben, wat inhoudt, dat hij be paalde voorbereidingen getroffen moet hebben. Dat betekent dat hij alles van deze plaats geweten moet hebben: het strand, de diepte van het water enz. Kennelijk was hij hier eerder geweest. Uit zijn naam blijkt dat hij een Schot is; het kan dus zijn dat hij uit deze streek kwam. Het is de aard van iedere Hooglander, die van huis weggaat, om op een goede dag terug te keren naar zijn geliefde hei. Dat zit in het bloed. Murray kon ook wel eens naar huis teruggekeerd zijn. 'Wat die voorbereidingen betreft waar je het over had,' merkte Ginger op, 'ik zie eigenlijk niet in waarom hij die getroffen zou moeten hebben. Na het toestel neergezet te hebben, was al wat hij te doen had naar de wal te zwemmen.' 'Hij moest ook nog andere dingen aan wal brengen dan zichzelf. Als hij zich een poosje verborgen wilde houden, had hij voedsel nodig. Hij zal ook zijn kleren hebben willen drogen. Verder had hij dan nog de kleinigheid van veertigduizend gulden bij zich. Hij zal stellig niet zo dom geweest zijn meteen naar het dorp te gaan, wetende dat in deze streek de komst van een vreemdeling stellig onderwerp van gesprek en veronderstellingen is.' Biggles stond op en liep naar het berkenbosje.

'Wat ga je doen?' vroeg Algy.

'Ik ga eens kijken of Murray geen tekenen van zijn aanwezigheid heeft achtergelaten. Hij zal stellig niets op het strand hebben laten liggen en er zijn hier niet veel plaatsen om iets te verstoppen.' Ze liepen daarop allemaal naar de struiken. Bijna meteen kwamen ze bij een plaats waar lang geleden een vuur had gebrand.

'Het komt me voor dat hij hier zijn kleren gedroogd heeft,' zei Biggles. 'En wat is dit?' Terwijl hij zich bukte, haalde hij uit een wirwar van in elkaar gekronkelde hei een stuk gordijnkoord te voorschijn. Naarmate hij harder trok, kwam er steeds meer te voorschijn totdat het in totaal een vijftig meter lang was. Aan het einde zat een zo vreemd voorwerp, dat allen, behalve Biggles, uitroepen van verbazing slaakten. Het waren de resten van een paar watervleugels, zoals die wel voor zwemles gebruikt worden. 'Hij kon dus niet zwemmen,' zei Ginger. 'Een commando moet kunnen zwemmen,' herinnerde Biggles hem. 'Maar hij had andere dingen aan wal te brengen dan zichzelf. Een plunjezak, bijvoorbeeld. Ik heb nooit geprobeerd om er met een te zwemmen, maar ik kan me indenken dat het lastig is. Vergeet niet dat hij veertigduizend gulden in bankpapier bij zich had. Hij zal stellig niet gewild hebben dat dat kletsnat werd. Met behulp van deze vleugels kon hij zijn bagage droog houden terwijl hij ze met het koord aan wal trok. Ik zei jullie al dat deze kerel zijn plan goed uitgewerkt had. Als hij het toestel voorzichtig neerzette, moet het niet meteen gezonken zijn. Hij had dan de tijd om een deel van zijn kleren uit te trekken en ze in een tas te doen, die hij voor dat doel had meegebracht. Het enige dat hij daarna hoefde te doen was de vleugels opblazen, er het touw aan vastmaken en aan wal zwemmen en zijn bagage achter zich aantrekken. Wel, dat beantwoordt één vraag. We hoeven nu alleen zijn spoor nog maar te volgen, maar dat zal na al die tijd wel niet zo gemakkelijk zijn. Kom, laten we teruggaan.' 'Je zult hem nu nooit meer te pakken krijgen,' beweerde Algy. 'Deze jongen was te handig om een spoor achter te laten.' 'Dat moet je niet zeggen,' antwoordde Biggles. 'Ook de knapste moordenaars maken meestal een fout. Deze heeft er alvast een gemaakt door dat koord hier achter te laten. Hij had stellig haast om weg te komen.'

'Het was een kans van één op duizend dat iemand het zou vinden,' zei Ginger.

'Het kan zijn, dat hij dat gedacht heeft. Maar ook een kans van één op duizend kan verwezenlijkt worden zoals je ziet. De moeilijkheid met deze opdrachten op het platteland is, dat er niemand is om te ondervragen,' besloot Biggles, terwijl ze gezeten op de stenen hun maal van brood met kaas en koffie uit de thermosfles beëindigden. 'Er komt nu anders iemand aan,' merkte Ginger op. Ze keken allen op. Langs een hertepad op de berg achter hen kwam een krachtig gebouwd man met een zwarte baard op hen toe. Hij droeg een kilt van tweed, en had in zijn hand een cromach, een lange sterke essehouten stok met een bocht aan het einde, die in een dergelijke streek voor vele doeleinden dient. Op het hoofd droeg hij een Laggan-muts, ter plaatse ook wel een hertesluiper geheten. Met het heft Schots rokje van een skean-dhu, de plaatselijke naam voor een dolk, boven zijn kous uitstekend, de plaats waar deze doorgaans wordt gedragen, paste hij precies in de omgeving. 'Ik vraag me af wat hij hier uitvoert,' zei Biggles. 'Hij ziet er niet uit als iemand van het Boswezen. Het zou een herder kunnen zijn, die verloren schapen zoekt, maar dan zou hij een hond bij zich moeten hebben. Om dezelfde reden kan hij ook geen jachtopziener zijn.'

De man kwam naar hen toe. Biggles zei: 'Goeden morgen, mijnheer . . .'

'Macrae is de naam. Ik zag het vliegtuig cirkelen en kwam eens kijken wat u hier doet.'

'Wat denkt u dat wij hier zouden kunnen doen?'

'Ik dacht dat u misschien arendseieren zocht.'

Biggles glimlachte. 'Daar zou ik nooit aan gedacht hebben.

Komen er wel eens mensen voor arendseieren?'

'Zeker wel, met die fanatici van verzamelaars in Londen, die vijftig gulden per stuk en tot vijfhonderd gulden voor een heel nest betalen.'

'U past dus op de eieren?' informeerde Biggles. 'Zeker. Voor de Schotse Vereniging voor Vogelbescherming.' 'Interessant werk. Doet u dat al lang?' 'Vijf jaar.'

'Woont u hier het hele jaar?' 'Zeker.'

'Hoe komt u de winter door?' 'Prima.'

'U hebt hier dus een huis?'

Macrae wees met zijn stok. 'Ik heb een huisje in het dal. Vroeger was het van de jager.'

'Dat is zeker het enige huis aan deze kant van Balashin?' 'Inderdaad.'

'Wat is dat grote geval omringd door bomen, dat ik zag toen ik overvloog?' Biggles wees in de richting. 'O, u bedoelt het oude jachthuis. Het is een ruïne. De landheer deed er niets meer aan, hoewel hij dat wel had moeten doen.'

'Waarom, als er toch niet meer op herten wordt gejaagd?' 'Hij kreeg geld van de regering om het op te knappen. Die nam het gebouw over tijdens de oorlog.' 'Waarvoor?'

'Ze brachten er wat troepen in onder, en die vernielden het hele huis, zoals ze altijd dóen.' 'Wat voor troepen waren dat?'

'Dat zou ik u niet kunnen zeggen. Maar u vraagt maar. Wat doet u hier eigenlijk?'

'We hebben een picknick, zoals u ziet. Ik neem aan dat het de eerste keer is, dat er een vliegtuig op het meer is geland.' 'Ja, dat denk ik ook. Nu goed, ik ga eens naar mijn nesten kijken. Goeie dag, heren.'

'Goedemorgen, mijnheer Macrae. We zullen niet aan uw arenden komen.'

'Als u het wel doet, kom ik achter u aan. Ze zijn bij de wet beschermd, weet u.'

De man liep weg met de lange passen van iemand die in de bergen geboren is.

'Wel, ouwe jongen, die man zal tenminste niet bij een verkeersongeluk om het leven komen,' merkte Bertie op. Biggles stak een sigaret op.

'Wat gaan we nu doen, naar huis?' vroeg Ginger. 'Nee.'

'Maar er valt niets anders te doen.'

'En toch is er een ding dat ik ga doen. Ik ga eens een kijkje nemen in dat lege jachthuis.'

'Nu, laten we dan gaan.'

'Nog niet.'

'Waarom niet?'

'Omdat die man op de berg ons in de gaten houdt. Ik wil niet dat bekend wordt dat wij hier aan het rondsnuffelen zijn.' 'Denk je dat Murray nog steeds in deze buurt is?' 'Dat zou best kunnen.'

Algy mengde zich in het gesprek. 'Maar wat denk je in dat jachthuis te vinden?'

'Volgens Macrae heeft de regering het tijdens de oorlog gevorderd. Er waren troepen in gelegerd en ik wil weten wat voor troepen dat waren.' 'Aan wat voor troepen denk je?' vroeg Ginger. 'Het zou wel eens een trainingscentrum van commando's geweest kunnen zijn,' antwoordde Biggles. 'Ik zeg niet dat het er een was, maar er waren er een paar in de Schotse Hooglanden tijdens de oorlog. Als ik gelijk heb, zou dat bewijzen hoe Murray van het meer kon weten. Hij was een commando. Kom, laten we er maar heengaan. Het heeft geen zin nu naar huis te gaan om morgen weer hierheen te komen. Haal de zaklantaarn uit het vliegtuig, Ginger. Die zouden we wel eens nodig kunnen hebben.'

Ze wachtten tot de zon achter de heuvels verdwenen was, waarbij de vallei er somber begon uit te zien, en zetten er toen flink de pas in.

Het was een lange wandeling over moeilijk terrein en Ginger was dan ook blij toen ze de Schotse pijnbomen, waarachter het jachthuis lag, donker tegen de hemel zagen opdoemen. Het eens fraaie jachthuis, nu stil en vervallen, met rottende barakken eromheen, bood een droevig beeld. Het inwendige dat zich vertoonde toen Biggles de deur opendeed, bleek daarmee in overeenstemming. Alle meubilair was verdwenen. Enkele betypte vellen foliopapier hingen aan de muur in de lege hal.

Biggles liep er naartoe. 'Zevende trainingseenheid van de Commando-troepen. Orders van de dag,' las hij hardop. Terwijl hij zich omdraaide naar de anderen, ging hij verder: 'Zo, dat weten we dus. Murray heeft hier tijdens de oorlog gelegen. Daardoor kende hij de plaats. Wat een prachtig punt om je te verbergen! Het lijkt me waarschijnlijk dat hij hier terugkwam.'

Gevolgd door de anderen ging Biggles door een gang naar de keuken. Een koekepan en een waterketel stonden op het fornuis. In de gootsteen stond een emaille bord met een vork en mes erop. Hij opende de achterdeur en ging naar buiten. Daar lag een grote hoop dode hei. Hij schopte ze opzij en daar kwam een hoeveelheid lege blikken te voorschijn. 'Deze waren niet van het leger,' zei hij, terwijl hij een leeg sardineblikje oppakte en bekeek. 'Ja,' ging hij verder, 'het is nu dus wel duidelijk dat dit Murray's doel was toen hij het vliegtuig deed onderduiken.'

'Is er een reden waarom hij hier niet nog zou kunnen zijn?' vroeg Ginger enigszins verschrikt.

'Vele redenen. Een daarvan is dat de mensen van Boswezen hier geweest zijn.' Hij wees op een aantal lange be zems. 'Dat behoort bij hun uitrusting voor de bestrijding van bosbrand. Nee, Murray is hier alleen geweest toen hij nog volop gezocht werd, lang genoeg misschien om zijn uiterlijk te veranderen. Hij kon niet veel voedsel meebrengen. Voor een week of twee op zijn hoogst. Daarna heeft hij ergens heen moeten gaan waar hij een nieuwe voorraad kon inslaan.' 'De vraag is dus waar hij hiervandaan heenging,' zei Ginger. 'Precies.'

'Het kan zijn dat er nog vingerafdrukken op die koekepan zitten,' merkte Algy op.

'Ook al zou dat zo blijken te zijn, dan zouden we hem daarmee toch nog niet vinden. Daar hoeven we ons voor het ogenblik niet druk over te maken.' 'Wat gaan we dan doen?'

'We gaan terug naar het vliegtuig, waar we de nacht kunnen doorbrengen. Morgenochtend zullen we eens verder rondkijken. Murray zou wel eens niet ver weg kunnen zijn.' De wandeling in de duisternis terug naar het meer was vermoeiend. Zij zou ook nog gevaarlijk zijn geweest, als ze niet het licht van de bijna volle maan hadden gehad. Toen zij over het stenige strand naar hun toestel sukkelden, stopte Ginger plotseling, terwijl hij over het de sterren weerspiegelende water staarde.

'Kunnen jullie zien wat ik niet zie?' vroeg hij met verbaasde stem.

'Wat kun je niet zien?' vroeg Algy. 'Het roer.'

'Wel heb ik ooit!' mopperde Bertie. 'Het water rijst zeker.' 'Ja, of Biggles heeft het toestel van positie doen veranderen toen hij het van dichtbij ging bekijken,' merkte Algy terloops op.

'Dat zou kunnen zijn,' stemde Biggles in. Hij liep naar het bosje.

'Wat ga je doen?' vroeg Ginger.

'Ik wil nog even naar dat koord kijken,' antwoordde Biggles. 'Geef me de zaklantaarn eens.' Hij ging alleen en was vlug terug.

'Dat is genoeg voor vandaag,' zei hij. 'Laten we gaan slapen.' De volgende dag was het wederom helder en mooi weer.

'Waar beginnen we naar Murray te zoeken?' vroeg Ginger. Biggles, die wat teruggetrokken was, antwoordde: 'Om te beginnen ga ik naar het dal om nog eens met Macrae te praten. Zijn huisje moet aan de rivier staan en kan dus niet moeilijk te vinden zijn.'

Weldra vertrokken ze, een oud hertepad volgend dat om het meer heenliep. Vandaar kwamen ze al spoedig bij een rotspartij, waarover water vloeide dat zo het riviertje de Glash vormde. Toen ze de stroom volgden, die schitterde in de zonneschijn, zagen ze na een minuut of twintig een stenen huisje liggen, omringd door pijnbomen en zilverberken. Erlangs liep een wagenspoor, dat de rivier volgde. Macrae, die hen blijkbaar aan had zien komen, stond te wachten met de handen in de zij.

'Wat kan ik voor u doen?' was zijn begroeting. 'Wij zijn van de politie,' verklaarde Biggles. 'Ik heb reden om aan te nemen dat u de Alva Murray bent, die wij graag eens willen spreken over de moord op zijn vrouw zeven jaar geleden. Ik moet u waarschuwen dat alles wat u zegt. ..' Biggles kwam niet verder. Nog zelden had een man zo snel gehandeld als deze die zich Macrae noemde. Hij trok zijn skean-dhu en met dit mes in de hand retireerde hij naar het huis. 'Kom niet in mijn buurt,' gromde hij. 'Je krijgt me niet levend.'

'Wees verstandig, Murray,' zei Biggles kortaf. 'Dat soort praat zal je niet helpen.'

Murray schoot het huis binnen en sloeg de deur dicht. 'Pas op,' schreeuwde Ginger waarschuwend toen een raam werd geopend en de loop van een geweer verscheen. Ze stoven naar de dichtstbijzijnde dekking, een vervallen voorraadschuur voor wildbraad.

Het geweer knalde en een kogel sloeg tegen de muur van het gebouw.

'Als we proberen in dat huis te komen, vallen er slachtoffers,' zei Biggles rustig. 'Ik had er rekening mee moeten houden, dat we te maken hadden met een man met een commandoopleiding. Hij kan niet wegkomen en dat weet hij; maar daar hij al een moord op zijn geweten heeft, kan het hem niet schelen wie hij nog meer doodt. Ik had gerekend op moeilijkheden, maar niet op een 12-kaliber.' 'Wat zullen we doen,' vroeg Algy bezorgd, 'het zou zelfmoord zijn om voor dat geweer te gaan staan.' 'Hij is gewapend en biedt weerstand. We hebben dus het recht gebruik te maken van onze wapens,' zette Bertie uiteen. 'Dat doe ik liever niet,' zei Biggles. 'Er is maar een ding dat we doen kunnen. Algy, ga terug naar het vliegtuig, vlieg naar het zuiden en neem, zodra dat mogelijk is, over de radio contact op met de Yard. Vertel de baas wat er gebeurd is en vraag hem de plaatselijke politie te waarschuwen. En doe het vlug!'

Algy rende er vandoor. De anderen gingen zitten om te wachten en op te letten.

De dag ging langzaam voorbij. De zon bereikte zijn hoogste punt en begon weer te dalen. Hoog in de lucht hing een arend. Van tijd tot tijd kraste een haan een waarschuwing tegen zijn soortgenoten.

Laat in de middag hoorden ze het geweer nog een keer afgaan, ten teken dat Murray nog steeds binnen was. 'Op wie schiet hij?' vroeg Bertie.

'Hij wil ons alleen maar laten weten dat hij er nog is, denk ik,' antwoordde Biggles.

'Ik hoor een auto aankomen op de weg,' zei Ginger. Spoedig werd hij zichtbaar. Uit een jeep stapten vier politiemannen met een inspecteur. 'Pas op,' riep Biggles.

De inspecteur negeerde de waarschuwing. Hij liep rechtstreeks naar de deur van het huis. 'Kom te voorschijn, Murray,' riep hij. 'Laten we geen grapjes maken.' Na tot de ontdekking gekomen te zijn dat de deur gesloten was, liep hij om het huis heen en keek door een raam naar binnen. Daarna, terwijl hij zich omdraaide, wenkte hij. Biggles en zijn groep voegden zich bij hem voor het venster. Binnen, op de vloer, als een verfrommelde hoop, lag Murray, het geweer naast zich.

Biggles' ogen gingen wijd open. 'Dat hebben wij niet gedaan,' vertelde hij de inspecteur. 'Hij moet zichzelf doodgeschoten hebben. We hebben een schot gehoord.' 'Ja, dat denk ik ook,' zei de inspecteur, zonder emotie. 'Dat kon je van hem verwachten, nadat hij zich gerealiseerd had dat hij geen kans had. Hij stierf liever hier in de hei, dan ergens in een gevangenis in de stad opgehangen te worden. Biggles, die erg bleek zag, schudde zijn hoofd. 'Ja, zo moet het geweest zijn. Ik zal deze zaak nu verder aan u overlaten, inspecteur, als u dat goedvindt,' zei hij, terwijl hij naar de Otter keek, die voorbijvloog op weg naar het meer. 'In het meer van Lochnaglash zult u een vliegtuig vinden, dicht bij het strand, dat Murray heeft gebruikt om hier te komen. Het zal de kosten van het bergen waarschijnlijk niet meer waard zijn, maar misschien hebt u het nodig als bewijsmateriaal. Wij gaan nu maar. Bedankt voor uw hulp.' Biggles draaide zich om en gevolgd door de anderen wandelde hij naar het meer, waar de Otter alweer op het strand stond.

'Gelukkig dat het allemaal voorbij is,' zei Biggles tegen Algy. 'Hij heeft zichzelf doodgeschoten en dat was voor hem waarschijnlijk de beste oplossing. Kom, we gaan naar huis. Ik ben bang dat ik deze zaak niet zo best behandeld heb.' 'Wat ik me nu nog afvraag is, hoe je wist dat Macrae Murray was,' zei Ginger.

'Je hebt hetzelfde gezien en gehoord als ik,' verklaarde Biggles. 'Ik zei je al dat alleen een bijzonder knappe moordenaar geen fout maakt. Murray heeft er verscheidene gemaakt. Zijn eerste was, dat hij naar ons toe kwam, anders waren we misschien nooit te weten gekomen, dat hij hier zat. Hij kon niet uit de buurt blijven. Hij zag ons naar beneden komen en zijn schuldig geweten en ongerustheid maakten, dat hij wilde weten wat wij aan het doen waren. Daarna maakte hij de fatale blunder om te liegen. Hij zei dat dit het enige huis tussen deze plaats en Balashlin was. Hij gaf pas toe dat het jachthuis er was toen ik zei dat ik het gezien had. Ook zei hij niet te weten wat voor troepen er gelegen hadden. Een regiment laat altijd zijn sporen achter, en dat kwam er dus op neer dat hij me wilde laten geloven dat hij er in al de jaren dat hij hier woonde, nooit geweest was. Bovendien was ik al argwanend toen ik het zwarte heft van het commandomes zag, dat hij als een skean-dhu gebruikte. Dat was heel dom. Misschien was hij in de loop der jaren onvoorzichtig geworden.'

'En ik zag niets,' zei Bertie droevig.

'Er was nog meer,' ging Biggles verder. 'Ik denk dat hij zich niet gerealiseerd had dat het water zover gezakt was. Hoopte hij dat wij het roer niet gezien zouden hebben? Hij moet het hebben kunnen zien terwijl wij stonden te praten. Elke man die niets te vrezen had, zou er de aandacht op gevestigd hebben. Gedurende de uren dat wij weg waren, is hij er, denk ik, naar toe gezwommen om het onder water te drukken of af te hakken. Ik wist dat hij er geweest was.' 'Hoe?'

'Hij maakte zich zorgen over onze aanwezigheid en begon zich af te vragen of hij iets vergeten had. Hij herinnerde zich het koord en de watervleugels. Gisteravond ging ik kijken of ze er nog waren en het verbaasde me niet dat dat niet het geval was. Alleen Murray kon weten dat ze er waren. Dat was dan ook voldoende om mijn verdenkingen te bevestigen. Misschien was de manier waarop ik hem aanpakte dom, maar ik hoopte dat de schok hem zou verleiden zichzelf te verraden, en dat gebeurde ook. Ik had echter moeten begrijpen dat hij als commando zou vechten. Maar laten we naar huis gaan. We kunnen nog net vertrekken voor het donker wordt.'

Het onderzoek dat volgde maakte uit dat Murray tijdens de oorlog in het jachthuis in Lochnaglash had gelegen. Hij moest zich er enige tijd verborgen gehouden hebben, want pas enkele maanden na zijn verdwijnen kocht hij het huisje van de eigenaar, waarbij hij contant betaalde. In de tussentijd had hij een baard laten groeien en was hij Schotse kleding gaan dragen. Toen hij niet meer bang was voor herkenning begon hij regelmatig de winkels in het dorp te bezoeken, waar hij vertelde dat hij ver weg in het bergdal woonde waar hij werkzaam was als opziener voor de Vereniging voor de Bescherming van Vogels. Dat was hij trouwens ook, honorair, kennelijk als een dekmantel.

Het was een knap plan dat misschien nooit uitgekomen zou zijn als de droogte de staart van de Gipsy niet te voorschijn had doen komen. De weersomstandigheden vielen buiten de calculatie van de moordenaar, maar ze leverden, zoals Biggles zei, het bewijs van het oude gezegde, dat moorden altijd opgehelderd worden.