25

Branco had de auto amper geparkeerd bij een woonhuis met een loods of Tibor was al buiten. Het terrein leek verlaten. Branco liet de autodeuren open staan en volgde zijn baas naar het woonhuis. Bij de deur aangekomen nam hij het voortouw. Met getrokken pistool verschanste hij zich tegen de muur naast de voordeur en belde aan. Binnen klonk het gejank van een baby. De deur bleef gesloten. Hij belde nogmaals aan en schoot vrijwel meteen daarna het slot kapot. De demper op zijn pistool zorgde ervoor dat alleen het verbrijzelen van het slot te horen was. De baby krijste inmiddels zo hard dat de bewoners van het huis niet door leken te hebben dat er indringers waren. Niemand nam in elk geval de moeite om eens poolshoogte te gaan nemen.

Branco sloop door de gang en Tibor volgde hem op de voet. Ineens stonden ze oog in oog met een peuter. Het kind droeg slechts een luier, keek hen met grote ogen aan maar gaf verder geen kik. Branco trok hem aan de kant en nog steeds was het kind muisstil. Ineengekrompen liet het zich op de grond vallen en deed zijn armpjes beschermend voor zijn gezicht. Het kind zat vol blauwe plekken en kleine wondjes. Zijn luier zat duidelijk vol met uitwerpselen. Tibor haalde zijn neus op. Branco sloeg rechts af richting woonkamer en nam het tafereel in zich op. Een vrouw zat op haar knieën met de rug naar hen toe en verschoonde een luier van een spartelende baby. Ze had nog steeds niet in de gaten dat er indringers waren.

Tibor stopte zijn pistool weg achter zijn broeksband en pakte het mes. Hij liep geruisloos naar de vrouw toe en voordat ze doorhad wat er gaande was, deed hij zijn hand voor haar mond en zette hij het mes tegen haar keel. Haar lijf verstijfde kort van de schrik en werd daarna slap en meegaand, alsof dergelijk geweld haar dagelijks overkwam. Tibor sleurde haar overeind. ‘Waar is hij?’ De vrouw maakte wat onverstaanbare jammergeluiden. ‘Als je gaat gillen snijd ik je strot door, begrepen?’ De vrouw knikte. Tibor haalde zijn hand van haar mond. ‘Waar is hij?’

‘Dat weet ik niet.’ Tibor duwde het mes steviger tegen haar keel. De punt stak in haar huid en een klein straaltje bloed liep langs haar hals naar beneden. ‘Ik weet het echt niet,’ kermde de vrouw.

‘Doorzoek het huis,’ commandeerde Tibor Branco. ‘Ik vermaak me wel even met haar.’ Hij trok de vrouw ruw naar achteren en gooide haar op haar rug op de grond. Voor ze de kans kreeg overeind te krabbelen zat hij al bovenop haar. Haar armen lagen onder hem en werden door zijn gewicht tegen de grond gedrukt. Ze kon geen kant op.

‘Nee, alsjeblieft.’

‘Kop houden tenzij ik zeg dat je mag spreken.’ Dreigend hief hij het mes. ‘Waar houdt hij Fleur gevangen?’

‘Wie is Fleur?’

‘Oké, nu ben ik dat onnozele gedoe zat. Laatste kans.’

‘Ik ken geen Fleur.’

Tibor pakte het mes en liet het langzaam naar haar voorhoofd gaan. De vrouw begon ongecontroleerd te ademen en haar ogen werden groot van angst. Tibor zette de punt van het mes op haar voorhoofd. Het drong moeiteloos door haar dunne huid heen. Met een snelle beweging trok hij een verticale streep. De vrouw slaakte een kreet en de tranen sprongen in haar ogen. Ze probeerde zich los te worstelen maar maakte geen enkele kans. Tibor negeerde haar verzet en trok nog twee bloederige strepen in haar huid. ‘Fleur, waar is ze?’

‘Ik weet het niet,’ gilde de vrouw.

‘Dan moet je het zelf maar weten.’ Weer kerfde hij iets in haar voorhoofd. Deze keer liet hij het mes nog dieper doordringen. Een straaltje bloed liep in haar oog. Toen hij klaar was keek hij de vrouw aan. ‘Nou?’

‘Hij vertelt me nooit iets,’ was haar paniekerige reactie.

‘Dat is heel jammer voor je.’ Stoïcijns sneed hij verder in haar voorhoofd.

‘Alsjeblieft, laat me gaan. Ik weet niks.’ Tibor ging stug door. De vrouw probeerde haar armen te bevrijden en hij sloeg haar hard in het gezicht. ‘Stil liggen, ik ben nog niet klaar.’

‘Niemand in het huis,’ klonk de stem van Branco achter hem.

‘Ik ben bijna zover.’ Met een verbeten gezicht maakte Tibor zijn klus af. De baby had al die tijd naast hen op de grond gelegen en zich verder muisstil gehouden. Slim kind. Tibor kwam overeind en bekeek de vrouw met een peinzend gezicht alsof hij een kunstwerk stond te bewonderen. ‘Netjes schrijven is nooit mijn ding geweest.’ Branco grinnikte. De vrouw lag verstijfd van angst op de grond en verroerde geen vin hoewel ze Tibors zware gewicht niet meer op zich had. In haar voorhoofd was een woord gekerfd dat door het bloed uit de wond moeilijk te lezen was. Branco kneep zijn ogen tot spleetjes en begon te lachen. ‘Kurva.’

Met de woorden ‘Doe je vriendje de groeten’ verlieten ze de woonkamer. Ze passeerden de peuter die nog steeds ineengedoken in de gang zat. In zijn troebele oogjes lag een afwezige blik, alsof zijn bewustzijn zijn lichaam had verlaten en was vertrokken naar betere oorden.

Goudkust
x9789044972764.html1.xhtml
x9789044972764.html2.xhtml
x9789044972764.html3.xhtml
x9789044972764.html4.xhtml
x9789044972764.html5.xhtml
x9789044972764.html6.xhtml
x9789044972764.html7.xhtml
x9789044972764.html8.xhtml
x9789044972764.html9.xhtml
x9789044972764.html10.xhtml
x9789044972764.html11.xhtml
x9789044972764.html12.xhtml
x9789044972764.html13.xhtml
x9789044972764.html14.xhtml
x9789044972764.html15.xhtml
x9789044972764.html16.xhtml
x9789044972764.html17.xhtml
x9789044972764.html18.xhtml
x9789044972764.html19.xhtml
x9789044972764.html20.xhtml
x9789044972764.html21.xhtml
x9789044972764.html22.xhtml
x9789044972764.html23.xhtml
x9789044972764.html24.xhtml
x9789044972764.html25.xhtml
x9789044972764.html26.xhtml
x9789044972764.html27.xhtml
x9789044972764.html28.xhtml
x9789044972764.html29.xhtml
x9789044972764.html30.xhtml
x9789044972764.html31.xhtml
x9789044972764.html32.xhtml
x9789044972764.html33.xhtml
x9789044972764.html34.xhtml
x9789044972764.html35.xhtml
x9789044972764.html36.xhtml
x9789044972764.html37.xhtml
x9789044972764.html38.xhtml
x9789044972764.html39.xhtml
x9789044972764.html40.xhtml
x9789044972764.html41.xhtml
x9789044972764.html42.xhtml
x9789044972764.html43.xhtml
x9789044972764.html44.xhtml
x9789044972764.html45.xhtml
x9789044972764.html46.xhtml
x9789044972764.html47.xhtml
x9789044972764.html48.xhtml
x9789044972764.html49.xhtml
x9789044972764.html50.xhtml
x9789044972764.html51.xhtml
x9789044972764.html52.xhtml
x9789044972764.html53.xhtml
x9789044972764.html54.xhtml
x9789044972764.html55.xhtml
x9789044972764.html56.xhtml
x9789044972764.html57.xhtml
x9789044972764.html58.xhtml
x9789044972764.html59.xhtml
x9789044972764.html60.xhtml
x9789044972764.html61.xhtml
x9789044972764.html62.xhtml
x9789044972764.html63.xhtml
x9789044972764.html64.xhtml
x9789044972764.html65.xhtml
x9789044972764.html66.xhtml
x9789044972764.html67.xhtml
x9789044972764.html68.xhtml
x9789044972764.html69.xhtml
x9789044972764.html70.xhtml
x9789044972764.html71.xhtml
x9789044972764.html72.xhtml