18
Mijn eerste cliënt was een Aziatische man die minstens zo oud was als mijn vader. Later, toen er voldoende tijd voorbij was gegaan om mevrouw Brittany’s vertrouwen in me te vestigen, vroeg ik haar naar mijn eerste opdracht. Ik koesterde enige argwaan waarom ze hem had gekozen, en daarin gaf ze me gelijk.
‘Omdat je relatie met je vader zo slecht was, wilde ik zien of je met een man kon omgaan van, laten we zeggen, die vintage.’
Het gebruik van het woord ‘vintage’ om aan mannen te refereren, was niet toevallig. Meer dan één keer had mevrouw Brittany haar theorie verkondigd dat mannen te vergelijken waren met wijn. Ze werden beter naarmate ze ouder werden, kalmer en zelfverzekerder. Dat wil zeggen, succesvolle mannen. Natuurlijk waren er, merkte ze op, mannen die altijd jongens zouden blijven, en als je een echte Brittany-girl was, zou je precies weten met wie je te doen had en dienovereenkomstig handelen.
‘Wanneer houden die tests op?’ had ik me hardop afgevraagd. ‘Of nooit?’
‘Nooit, als je voor mij werkt,’ had ze geantwoord, en daar hield ze zich aan.
Een deel van het succes van de escortservice was follow-up. Ze vroeg haar cliënten niet een vragenlijst in te vullen. Nee, niets zo alledaags. In plaats daarvan ondervroeg ze bij de eerste de beste gelegenheid elke cliënt persoonlijk en gebaseerd op die bevindingen besloot ze hoeveel werk een van haar meisjes zou krijgen.
Precies zoals ze aanvankelijk de jonge, wilde, ongedisciplineerde en opstandige Roxy had beloofd (ik kon zo denken omdat ik in gedachten een ander mens was geworden), hield negentig procent of meer van mijn opdrachten een flirt in maar geen intieme seksuele relatie. Ik was absoluut niet lelieblank. Sommige mannen waren zo charmant, knap en sexy, dat het onvermijdelijk was ze de nacht in mijn appartement te laten doorbrengen of met een privéjet een weekend met ze naar een huis op een of ander exotisch Caribisch eiland te gaan. Die mannen overlaadden me met dure cadeaus en waren bereid bijna elke prijs te betalen die mevrouw Brittany verlangde.
Mijn bankrekening en investeringen begonnen te groeien. Jaren nadat ik van start was gegaan, fantaseerde ik dat mijn vader mijn kapitaal zou beheren. Het wekte een glimlach op maar ook een gevoel van verlies, omdat denken aan hem leidde tot gedachten over mijn moeder en Emmie, die ik lang geleden de bijnaam M had gegeven.
Maar pas twee jaar nadat ik was begonnen als een volleerde Brittany-girl, ging ik mijn familie bespioneren. Natuurlijk vroeg ik me af of ze nog steeds woonden waar we vroeger met elkaar hadden gewoond. Ik had ze goed genoeg in de gaten gehouden om te weten dat ze nog steeds in dezelfde buurt woonden. Ik slenterde door Central Park en nam de uitgangen naar de straten in East Side, waar ik op de hoeken het huis van mijn ouders kon zien. Ik wilde echt graag zien hoe M er nu uitzag. Leek ze ook maar een klein beetje op mij? Leek ze meer op onze vader of onze moeder? Hoe zagen zij eruit? Ouder? Waren de jaren hun goedgezind geweest of had het verlies van mij zijn tol geëist?
Soms bleef ik bijna een uur staan zonder iets of iemand te zien. Maar soms, misschien omdat ik toegaf dat ik ze wílde zien, plande ik de timing beter en zag ik M thuiskomen uit school of mama na het boodschappen doen. Mijn vader zag ik zelden, maar áls ik dat deed, zag ik hoe langzaam hij liep. Hij was ook zijn militaire houding kwijt, en zijn haar was grijzer geworden.
Eigenlijk zagen ze er in mijn ogen nu allemaal anders uit. Het was alsof ik ze bekeek op de televisie of in een film, misschien omdat ik ze ongezien gadesloeg. Ik probeerde uitdrukkingen op hun gezicht te bestuderen of ik op de een of andere manier zou kunnen onderscheiden of ze aan me dachten of nieuwsgierig naar me waren en bedroefd om me. Ik kon het natuurlijk niet weten, maar ik verbeeldde me dat ze dat deden, dat het de reden was waarom mijn vader zo grijs was en gebogen liep.
Een paar keer zag ik mijn moeder stilstaan op de stoep voor de deur en achteromkijken. Ik trok me terug om niet gezien te worden, maar ik kon naar haar kijken en zien hoe ze de straat bestudeerde. Kon ze mijn aanwezigheid voelen? Was het waar dat moeders een zesde zintuig hadden waar het hun kinderen betrof? Een zintuig dat ze nooit zouden verliezen? Ik zag hoe ze om zich heen keek alsof ze hoopte me te zien. Ik vroeg me af of ze vaak naar me uitkeek als ze liep of in een taxi zat.
Onveranderlijk, na een van die spionagetochten, gaf ik mezelf een uitbrander. Werd ik zwak, kreeg ik spijt? Het kon alleen maar leiden tot veel schuldbesef en een slechte invloed hebben op mijn werk. Ik was bang dat mevrouw Brittany maar één blik op me hoefde te werpen om het te weten. Misschien had ze altijd vermoed dat ik dit zou doen en liet ze me volgen. Alle Brittany-girls waren een beetje paranoïde. We wisten hoe scherp ze ons en alles wat we zelfstandig deden, observeerde. Daar moest ze natuurlijk hulp bij hebben.
Mijn paranoia werd zo erg dat ik vaak even bleef staan en me omdraaide om te zien of ik door iemand werd gevolgd. Soms sloeg ik met opzet een bocht om of liep een winkel binnen die me niet interesseerde, alleen om te weten of iemand me buiten zou opwachten en mijn gangen zou nagaan. Natuurlijk verwachtte ik dat elk telefoontje dat ik kreeg zou worden afgeluisterd en elk pakje dat ik kreeg zou worden gecontroleerd door iemand van het hotel. Ik had zo’n beetje het idee dat ik leefde in de wereld van Big Brother in Orwells roman 1984 of een ander soort dictatorschap waar iedereen elkaar bespioneerde. Ik werd soms zo paranoïde dat ik in het appartement op zoek ging naar verborgen microfoons en camera’s. Ik vond er nooit een, maar dat overtuigde me er niet van dat ze er niet waren.
Door dit alles waren er vaak momenten, vooral in langere periodes tussen afspraken door, dat ik serieus in overweging nam bij mevrouw Brittany weg te gaan. Alsof ze het aanvoelde, werd er dan iets bijzonders voor me gedaan. Ik werd op vakantie gestuurd met een van de andere meisjes. Geen kosten werden gespaard. We hadden periodieke herhalingstrainingen in haar landhuis op Long Island, die altijd eindigden in grote feesten. Ik leerde een paar van de nieuwe meisjes kennen en zag hoe ze me benijdden en respecteerden en bij mij kwamen voor advies en leiding. Als dat mevrouw Brittany’s opzet was, dan had het succes, want het verhoogde mijn ego en verdrong alle gedachten aan ontslagname.
Bovendien, waar zou ik naartoe moeten? Wat zou ik moeten doen? Waar was ik verder nog voor opgeleid? Ik had niet genoeg geld om mijn leven lang een luxe bestaan te kunnen leiden. Alles wat ik verdiende was zogezegd illegaal. Bob noemde het onder de radar. Het resultaat was dat ik geen geschiedenis had. Als ik een cv had moeten schrijven voor een of andere baan zou die grotendeels blanco regels bevatten. Ik begon me te realiseren dat ik als gevolg daarvan onzichtbaar werd. Soms vroeg ik me zelfs af of ik mezelf in een spiegel zou kunnen zien.
De grote en enige liefde van mijn leven was getrouwd en stond op het punt de zaak van zijn vader over te nemen. In het begin had ik vaak aan Paul gedacht en me afgevraagd of Norbert hem ten slotte had verteld wie en wat ik was of dat hij het altijd had geweten en van begin af aan voor mevrouw Brittany had gewerkt. Als ik het haar vroeg, glimlachte ze slechts en weigerde te antwoorden. Ze plaagde me niet. Ze wilde gewoon dat ik geloofde dat ze alles wat mij betrof onder controle had.
Eindelijk, bijna twee jaar later, kwam Paul speciaal naar New York om mij te zien. Hij moest het aanvragen bij de escortservice en mevrouw Brittany stond het toe. Geen andere opdracht had me zo nerveus en onzeker gemaakt. Ik beefde over mijn hele lichaam toen hij naar mijn appartement kwam om me af te halen voor een diner en een Broadway-show.
Toen ik opendeed bleven we elkaar domweg tien of vijftien seconden aanstaren. We wisten geen van beiden hoe we moesten beginnen. Ten slotte zei hij: ‘Ik ben altijd weer verrast hoeveel mooier je wordt, Roxy.’
‘Jij verrast me nooit met je complimentjes,’ zei ik, en we moesten allebei lachen.
Ik vond dat we maar moesten beginnen met een drankje aan mijn bar. Hij vertelde me dat hij tegenwoordig graag een Cosmopolitan-cocktail dronk. Alle Brittany-girls konden cocktails mixen als bartenders in de beste clubs, hotels of restaurants. Op het landgoed was een heel weekend gereserveerd voor precies die opleiding, en we hadden altijd een hoop pret als we daarbij een beetje aangeschoten raakten.
Meestal nam ik een alcoholvrij drankje als ik met een cliënt eerst een paar cocktails dronk in mijn appartement. Mevrouw Brittany’s waarschuwing voor dronkenschap was angstaanjagend, allereerst omdat het haar woedend zou maken als een van ons zich zo kwetsbaar zou opstellen. Een cliënt profijt van je laten trekken stond gelijk aan het verwoesten van je toekomst, en voor mevrouw Brittany betekende dat het verlies van haar investering in jou. Bovendien deed het afbreuk aan de distinctie van het hele gebeuren, en als er één ding was wat mevrouw Brittany ten koste van alles wilde handhaven, was het die bijzondere elegantie van haar onderneming. Ten tweede was er het reële gevaar dat we ons in het openbaar gênant gedroegen en daarom meer de aandacht vestigden op de Brittany Escortservice. Hoe geheimer het was, hoe exclusiever, en hoe exclusiever, hoe duurder. Duurder betekende exclusiever, zodat het een vicieuze cirkel was, die veel winst opleverde om Brittany’s financiële machine draaiende te houden.
Maar het was die avond, toen we allebei iets dronken, dat ik eindelijk de waarheid te horen kreeg. Paul bekende dat hij van begin af aan geweten had dat ik een van de Brittany-girls was.
‘Natuurlijk had Norbert het me verteld, maar het heeft nooit enig verschil voor me gemaakt. En ik wist dat je pas op het punt stond te beginnen, zogezegd nog een maagd.’
‘Nauwelijks.’
‘Nee, maar een maagd wat betreft de Brittany Escortservice.’
‘Heb je gedaan wat ze wilde, een rol spelen in de test die ze had bedacht?’
‘Ja en nee. Aanvankelijk had Norbert me precies om die reden meegebracht, maar toen ik je leerde kennen, vond ik het idee afschuwelijk om iets te doen, iets te zeggen, dat in enig opzicht een soort verraad was. Bovendien werd ik echt verliefd op je. Ik zal altijd van je blijven houden.’
‘En hoe staat het met je huwelijk?’ vroeg ik scherp.
Hij knikte. ‘Ik kan het je niet kwalijk nemen dat je zo’n toon aanslaat. Mijn huwelijk is een succes voor zover het mijn vader en het economische imperium betreft. Maar het is gemakkelijk te zien dat het een verstandshuwelijk is. Meestal gaan we onze eigen weg. De laatste tijd drinken we ’s morgens niet eens meer koffie samen.’
‘Kinderen?’
‘Nog niet. Een beetje problematisch voor beide families. Mijn vader denkt zelfs dat ik mijn sperma onder controle houd of zoiets. Hoe zegt hij dat ook weer? Ik houd “psychologisch die kleine sodemieters in bedwang”.’
Ik lachte. ‘Misschien doe je dat ook wel.’
Hij nam een slok van zijn cocktail en keek om zich heen. ‘Mooi appartement.’
‘Het beantwoordt aan zijn doel.’
‘En dat is?’
‘Een succesvolle Brittany-escort zijn, wat anders?’
‘Ben je gelukkig?’ vroeg hij.
‘Comfortabel.’
‘Is dat genoeg?’
‘Ik weet het niet,’ bekende ik. ‘Is wat jij hebt genoeg?’
Hij staarde in zijn glas.
‘Is het nog steeds zo dat ego en hebzucht voor je werken?’ vervolgde ik.
Hij haalde diep adem en keek me aan. ‘Ik lijk minder op mijn vader dan ik dacht. Ik vreesde dat ik op hem leek.’
Toen we elkaar nu aankeken, wendden we geen van beiden onze blik af. Hij glimlachte. Onze hoofden kwamen dichter bij elkaar, en toen we zoenden leek het op geen enkele kus die ik ooit een cliënt zou geven.
We gingen die avond nergens heen. Het was te moeilijk om niet sensueel naar elkaar te reiken, niet te kussen, niet aan te raken, en als we ergens naartoe gingen zouden we ons moeten bedwingen. Een paar uur lang was het alsof er geen tijd voorbij was gegaan, alsof ik mijn ogen had gesloten in mevrouw Brittany’s villa aan de Rivièra en ze weer had geopend om hem naast me te zien zoals hij altijd geweest was, zijn knappe gezicht rustig en ontspannen terwijl een gevoel van een wonderlijke vrede zich als een zijden deken over me heen spreidde.
Toen we de volgende ochtend afscheid namen beloofde hij zo vaak mogelijk te komen. Ik zei hem dat hij geen beloftes moest doen.
‘Maak liever afspraken.’
‘Ja,’ zei hij. ‘Je hebt gelijk.’
‘Bovendien vind ik het prettiger als het elke keer een verrassing is, iets onverwachts, in plaats van iets waarnaar je verlangt. Het verlangen wordt te pijnlijk.’
‘Ik begrijp het. Pas goed op jezelf, wil je?’
‘Dat hoort bij mijn baan.’
Hij lachte, maar na een tijdje geloofde ik echt dat ik zo door kon gaan: mevrouw Brittany’s schoonheidstechnieken gebruiken, mijn lichaamsoefeningen en voedingsvoorschriften blijven volgen, de laatste mode aan- en uittrekken, mijn culturele kennis updaten. Ik droomde er zelfs van dat ik op een dag mevrouw Brittany zou worden, het beheer van de service en over mijn eigen Wilcox-girls beschikken. Was dat pure eerzucht of pure stommiteit?
Reizen, entertainen, in gezelschap verkeren van de rijkste en machtigste mensen isoleerde me en belette me te denken aan wat ik had verloren of opgeofferd. Ik voelde me precies wat ik Paul had verteld: comfortabel.
En toen, een keer laat in de middag, toen ik met de limousine een cliënt ging ophalen en de chauffeur het portier voor hem opendeed, zag ik dat de cliënt naast mijn vader stond. Het was alsof er een ijzige pijl door mijn hart werd geschoten. De uitdrukking op zijn gezicht leek de ruimte tussen ons te versplinteren. Ik dook ineen, maar het was al te laat. De cliënt, een man die niet veel jonger was dan mijn vader, stapte in de auto. Ik keek niet achterom toen we wegreden, maar ik kon de ogen van mijn vader in mijn achterhoofd voelen prikken. Ik was versuft, sprakeloos en verschrikkelijk gezelschap, zoals ik voor elke andere cliënt ook zou zijn geweest.
Wat mijn cliënt ook zei of probeerde, ik reageerde niet. Alleen al het feit dat hij mijn vader kende en daar naast hem had gestaan, bracht mijn vader bij ons in de auto, en de rest van de avond bleef hij in ons gezelschap. Als hij tegen me sprak of naar me keek, hoorde en zag ik alleen maar mijn vader. Eindelijk, teleurgesteld en geërgerd, maakte hij vroegtijdig een eind aan de avond. Ik wist dat dit mijn eerste misser was, maar ik kon er niets aan doen.
De volgende ochtend kwam mevrouw Brittany naar mijn appartement. Ik lag nog in bed, misselijk en uitgeput. Telkens als ik mijn ogen had dichtgedaan, zag ik het gezicht van mijn vader, voelde zijn verbazing en pijn. Ik verborg mijn gezicht in mijn kussen om mijn snikken te smoren en eventuele tranen onmiddellijk te drogen. Ik hoorde mevrouw Brittany zelfs niet mijn slaapkamer binnenkomen. Ze smeet de deur dicht en ik zat onmiddellijk rechtop. Eén blik op haar gezicht vertelde dat mijn cliënt haar onomwonden de waarheid had verteld.
‘Wat is er gebeurd?’ vroeg ze. ‘Waarom heb je die cliënt zo slecht behandeld? Wat bezielde je?’
‘Toen we hem op gingen halen bij het restaurant, stond hij daar met mijn vader.’
‘Je vader?’
‘Hij blijkt een van zijn compagnons te zijn. Hij was bij een lunchbespreking.’
Ze zweeg even. Toen knikte ze en zei: ‘Ik kan het begrijpen, maar ik kan het niet vergeven. Je weet dat ik geen missers tolereer. We hebben een bedrijf dat ervan afhankelijk is dat cliënten de service aanbevelen omdat ze een uitmuntende ervaring hebben gehad die volgens hen de kosten ruimschoots waard was. Alles wat daarmee contrasteert, beschadigt ons allemaal.’
‘Het spijt me. Ik kan me niet voorstellen dat het ooit nog gebeurt.’
‘Het zal niet meer gebeuren, of als het wél gebeurt, dan zal het niet meer gebeuren,’ maakte ze me duidelijk.
Ze kalmeerde en besloot me samen met Camelia en Portia een week op vakantie te sturen naar Dubai. Ik wist dat ze me wilde laten zien wat ik zou missen als ik weer in de fout ging. We werden alle drie overladen met kostbare cadeaus, dure reisarrangementen en luxueuze accommodaties in chique resorts. Het was een goed tegengif voor mijn nare ervaring. We hadden alle drie zoveel plezier in flirten met rijke jonge Arabieren van wie we wisten dat ze nieuwe cliënten zouden worden. Een van hen gaf me een diamanten armband van vijftigduizend dollar. Hij had hem voor het diner verstopt in een kom slagroom. Ik had nog nooit zoveel gelachen of me meer ontspannen en blij gevoeld.
Toen ik terugkwam, was ik weer de oude succesvolle Brittany-girl. Ik dacht dat dit het einde betekende van alle treurnis en gewetensbezwaren. Opnieuw had ik de herinneringen aan mijn familie weggeborgen in een kluis zonder sleutel, in de verste uithoeken van mijn geheugen.
En toen slaagde mijn moeder erin een bericht te sturen over de veiligheidsmuur die mevrouw Brittany om me heen had opgetrokken. Een betrekkelijk nieuwe receptionist hield me op een ochtend staande om me te vragen of ik een zekere mevrouw Wilcox kende.
‘Ik weet niet zeker of dit voor u is,’ zei hij. ‘Ik weet zelfs niet zeker of ik het wel mag vragen, maar toen ze me een beschrijving gaf van de vrouw met wie ze in contact wilde komen, dacht ik onmiddellijk aan u.’
‘U wordt niet geacht dat te vragen,’ zei ik. Ik wilde weglopen, misschien zelfs een klacht tegen hem indienen en hem laten ontslaan, maar ik aarzelde. Iets dat sterker was dan ikzelf hield me tegen.
Hij hield een velletje papier omhoog en haalde zijn schouders op. ‘Dit is het bericht. Degene voor wie het bestemd is zal zich niet gelukkig voelen. Ik vond dat ik het tenminste moest proberen.’
Ik staarde ernaar, verzette me tegen de drang het van hem aan te nemen, maar die was te sterk. Ik rukte het praktisch uit zijn handen en las het.
De woorden hamerden door mijn hoofd en benamen me de adem. Ik stond te wankelen op mijn benen en voelde een leegte in mijn hart.
Mijn vader was gestorven.
Zijn begrafenis was over twee dagen. Het stond zwart op wit. Ik vouwde het papier dicht.
‘Dat is niet voor mij,’ zei ik tegen de receptionist en gaf hem het papier terug.
‘O. Goed. Het spijt me dat ik u lastiggevallen heb.’
‘U hebt me niet lastiggevallen, maar als ik u was zou ik dat bericht maar weggooien en het vergeten.’
Hij knikte. ‘In orde.’
Ik keek hem streng aan en liep weg. Dat dacht ik tenminste. Mijn benen moesten alles zelf doen. Ik stapte in de lift en haalde diep adem.
De generaal was dood.
Ik had gedacht dat als ik dit nieuws later in mijn leven zou ontvangen, ik alleen maar opluchting zou voelen. Ik had niet dat kille, misselijke gevoel verwacht dat omhoog kroop uit mijn maag en mijn hart omsloot. Ik probeerde het te negeren. Ik maakte het belachelijk, mompelde dat de bedden nu niet meer goed zouden worden opgemaakt, het huis in wanorde zou raken en het iconische portret van de muur zou worden gehaald en weggestopt in een doos achter in een of andere kast. Maar niets hielp. Mijn hart werd niet lichter en mijn gelach leek meer op gesnik.
Gelukkig had ik de volgende dag of de dag erna geen opdrachten. Ik was er zeker van dat ik weer voor een teleurstelling zou hebben gezorgd, en mevrouw Brittany had er geen doekjes om gewonden. Ik wist wat het gevolg zou zijn. Ik deed wat ik kon om het bericht van mijn moeder te vergeten, maar het liet me niet met rust. Ik ging niet naar de kerkdienst. Ik liet me door de limousine erheen brengen en keek naar de mensen die in en uit liepen. Ik liet de chauffeur op verre afstand de begrafenisstoet volgen naar het kerkhof en uit het zicht blijven. Toen liep ik naar de uiterste rand van het gebied rond het graf en sloeg daar de begrafenis gade. Achter een boom, mijn blik strak gevestigd op mama en Emmie, die me beiden zo nietig en verloren leken. Ik dacht dat zelfs het van deze afstand bijwonen van de plechtigheid mijn woede jegens papa zou verminderen, maar zijn overlijden maakte me nog kwader. Hij kwetste de mensen die hij verondersteld werd lief te hebben door dood te gaan.
Ik wilde zo gauw mogelijk weg, in de verwachting dat ik het nu allemaal af kon sluiten en vergeten, en misschien zou ik dat ook gekund hebben als M er niet geweest was. Ik had er geen idee van dat ze me bespioneerd had en wist waar ik woonde en wat ik deed, maar het was Bob die zijn nek uitstak. Ik had altijd al geweten dat hij meer voor mij voelde dan voor enige andere Brittany-girl. Ik was zijn speciale persoonlijke ontdekking.
Ik had moeten verwachten dat mevrouw Brittany het zou weten van mijn vaders overlijden. Ze zei niets. Het was, vermoedde ik, weer een heimelijke test. Omdat ik geen afspraken had tijdens de begrafenis of vlak daarna, gingen die tests prima. De eerste afspraak die ik daarna had bracht ik er ook goed af.
Maar toen kreeg Bob een brief in handen die M had weten achter te laten bij de receptie van het hotel.
‘Ik heb erover gedacht hem te vernietigen,’ zei hij. ‘Maar ik heb nu meer vertrouwen in je. Wat er ook in staat, ik weet zeker dat je het kunt afhandelen. Maar dit blijft onder ons, hè?’
Ik wist dat hij bedoelde dat ik nooit iets tegen mevrouw Brittany moest zeggen.
‘Ja, natuurlijk. Dank je.’
Ik maakte de brief niet open waar hij bij was. Ik wachtte tot hij weg was, schonk toen een glas witte wijn in, ging aan de bar zitten en staarde naar de envelop. Onwillekeurig moest ik even glimlachen om de manier waarop M mijn naam had geschreven. Ze maakte nog steeds dezelfde R, met een klein gebogen staartje. Langzaam maakte ik hem open, ik haalde diep adem en ging hem toen zitten lezen.
Beste Roxy,
Jij en ik hebben elkaar in jaren niet gezien of gesproken. Je wist dat papa wist wie en wat je nu bent. Het heeft geen zin om te doen alsof. Het kan me niet schelen hoe kwaad je was op hem en op mama. Papa is gestorven, en mama liet een bericht voor je achter bij je escortservice en in je hotel, en ik weet dat je daar woont. Ze heeft geprobeerd je de hand te reiken, denkend dat je nog een greintje fatsoen bezat. Ik vind het afschuwelijk dat je zelfs niet wilde reageren.
Ik kan alleen maar zeggen dat je ondanks al je rijkdom iemand bent met wie ik medelijden heb.
Je zus Emmie
In de envelop lag de bedelarmband die ik haar eens gegeven had. Er hing een grote variatie aan bedeltjes aan, onder meer de Eiffeltoren, een paar balletschoentjes, en nog veel meer. De broer van mijn moeder, mijn oom Alain, had hem eens aan me gegeven toen mijn moeder en ik op bezoek waren. Dat was vóór M’s geboorte. Ik had hem een paar weken voordat mijn vader me het huis uitzette, aan haar gegeven.
Mijn eerste reactie was droefheid. De tranen sprongen in mijn ogen. Maar dat werd snel gevolgd door de vertrouwde woede die me in staat had gesteld mijn familie af te schrijven. Ik wilde niet boos op haar zijn, maar het was de veiligste reactie die ik kon hebben. Ik haatte mezelf omdat ik die woede had, maar ik had het nodig.
Dagenlang liet ik de brief en de armband op de bar liggen en deed mijn best er niet naar te kijken. Maar zo werkte het niet. Ten slotte stopte ik ze onder in een la. Ik dook in mijn werk, nam elke afspraak aan die mevrouw Brittany me voorlegde, en had een avond bijna te veel gedronken met een Franse minister, maar kon me beheersen. Ik wist dat ik van slag was, en die verdomde nachten waarin ik lag te draaien en te woelen in mijn bed nekten me.
Ten slotte, hopend op een afsluiting, haalde ik de armband uit de la en belde de limousine. Ik liet de chauffeur tegenover M’s school parkeren toen de school was afgelopen. Toen de eerste leerlingen verschenen, stapte ik uit en ging naast de limousine staan. Ze kwam naar buiten en zag me. Ik dacht dat ze zou weghollen in de andere richting, maar ze liep naar me toe. Ik had mijn best gedaan me te verharden, maar toen ze dichterbij kwam en ik zag hoe mooi en aantrekkelijk ze was en hoeveel ze op mama leek, verzachtte mijn stemming. Ik probeerde me ertegen te verzetten, maar het was alsof ik een waterval van herinneringen over me heen kreeg die ik onmogelijk kon stoppen. Ze stapte in de auto en ik liet de chauffeur door het park rijden. Ik hoopte haar voorgoed uit mijn leven te bannen.
‘Je loopt en beweegt net als ik. Het is die verdomde roede die papa in ons heeft geplant toen we geboren werden, die perfecte militaire houding. Ironisch genoeg is dat voor mij een voordeel gebleken. En waar zit je, in groep tien?’ vroeg ik, zo onverschillig en pissig mogelijk.
‘Ja.’
‘En ik weet zeker dat je een goede leerling bent,’ zei ik en deed het slecht of stom klinken.
‘De laatste tijd niet, maar het gaat nu beter dan eerst.’
Het interesseerde me te horen hoe ze aan mijn adres was gekomen. Ze vertelde me dat ze het gesprek had gehoord tussen papa en mama, nadat hij mij met zijn compagnon had gezien. Ik vertelde haar dat ik op de begrafenis was geweest, maar zo ver weg dat ze me niet kon zien.
‘Mama had het graag geweten,’ zei ze.
Ze had hetzelfde lef als ik toen ik zo oud was als zij, dacht ik, maar ik zou niet dulden dat ze me een slecht gevoel gaf over mezelf.
‘Heus? Ik denk niet dat ze het zou hebben laten merken. Hij is er niet meer, maar zijn invloed op haar is waarschijnlijk nog net zo sterk.’
‘Dat is niet waar,’ snauwde Emmie terug. Haar ogen waren net zo groot en flitsend van woede als die van mij konden worden.
‘Alsjeblieft. Er is zoveel dat je niet weet. Waarschijnlijk moet ik haar niet zo verantwoordelijk stellen als ik doe. Ze was een Europese vrouw die uit een familie kwam waar de vrouwen altijd ondergeschikt waren aan hun mannen. En als je trouwde met een militair als papa, werd je getraind om gehoorzaam te zijn.’
‘Papa was geen militair en hij was ook je vader.’
‘Excusez-moi? Hij nam geen dienst en volgde geen officiersopleiding, maar hij was in het leger vanaf de dag dat hij geboren werd. Ik herinner me onze grootvader nog. Jij niet. Emoties als liefde en medelijden waren tekenen van zwakte voor de Wilcox-mannen. Het stond voor mij vast dat als je vader in het regiment van onze grootvader had gediend, hij geen seconde geaarzeld zou hebben hem naar het front te sturen. En als je vader in de strijd was gesneuveld, zou hij een brief schrijven aan zijn vrouw en hemzelf, met dezelfde officiële handtekening en een stempel. Zo is je vader opgegroeid, en zo wilde hij dat wij zouden opgroeien, althans ik.’
Ik haatte de verbitterde klank van mijn stem, maar het leek me het juiste medicijn voor haar. Even was ze sprakeloos, dus zei ik tegen de chauffeur dat hij ons naar huis moest rijden.
‘Ga je mee naar binnen om mama te zien?’ vroeg ze.
‘Nee.’
‘Waarom ben je dan gekomen?’ Haar woorden klonken als een zweepslag, snauwend, precies zoals papa kon doen.
‘Ik wilde weten hoe je eruitzag, hoe het met je ging. Nu ik je heb ontmoet denk ik dat je het wel zult overleven.’
‘Maar mama…’
‘Mama heeft me weg laten gaan. Dat kan ik haar niet vergeven.’
‘Ze hield van je, houdt van je. Ze haalt vaak je foto tevoorschijn en dan huilt ze.’
‘Hij heeft haar een foto van mij laten houden?’
‘Ze had hem stiekem weggestopt, maar ik geloof dat hij het altijd heeft geweten. Als hij niet was gestorven, wie weet –’
‘Dan kreeg ik misschien eervol ontslag?’
‘Je bent op het kerkhof geweest, zei je.’
‘Niet om hem om vergeving te vragen, maar om te zien of ik hém kon vergeven. Dat kon ik niet.’ Ik wenkte de chauffeur om haar portier te openen.
Toen overhandigde ik haar de bedelarmband.
‘Hou jij hem maar,’ zei ik. ‘Ik kan beter geen herinneringen hebben aan de familie.’
‘Wat je ook doet, hoe ver je ook weggaat, je zult altijd herinneringen hebben,’ zei ze. ‘Het is alsof je je schaduw probeert kwijt te raken.’
Ik kon niet snel genoeg wegkomen.
Want ik wist dat ze gelijk had.