7
Portia vertrok voordat ze klaar was met haar ontbijt. Ze vertelde me dat ze vanmorgen ging zwemmen en dan een massage en een sessie had met Claudine Laffette. Claudine had haar een nieuw kapsel beloofd, een stijl die nu de grote mode was in Parijs. Daarna ging ze lunchen en rusten voor het diner. Ze zei dat ze verwachtte me dan pas weer te zien.
‘Je zult het veel te druk hebben.’
‘Ja, dat zie ik,’ antwoordde ik, wijzend naar mijn werkrooster. ‘Hoe lang blijf je hier?’ vroeg ik voor ze de deur uitging.
‘Ik vertrek morgen. Je hebt het huis voorlopig alleen, al weet je het nooit. Succes.’
Ik keek naar de wandklok. Ik had nog tien minuten. Ik at het meeste van het fruit, dronk nog wat koffie, pakte toen mijn rooster en stond op toen Andy net terugkwam.
‘Helemaal alleen? Hebben ze je op je eerste dag in de steek gelaten? Schande,’ zei hij.
‘Ik ben heel wat langer dan nu alleen geweest.’
Hij begon de tafel af te ruimen. ‘Nou, ik hoop dat dat gauw, en voor eeuwig en altijd voorbij zal zijn,’ mompelde hij.
Ik keek toe terwijl hij zorgvuldig kopjes en borden oppakte, met precieuze gebaren, alsof hij probeerde geen geluid te laten horen. Hij glimlachte naar me en haalde zijn linkerschouder op.
‘Ik zie je bij de lunch. Maak je geen zorgen, ik zal mijn best doen je zoveel mogelijk te helpen tijdens je opleiding.’
Hij knipoogde en ging terug naar de keuken.
Lichaamsoefening stond boven aan het lijstje, dus liep ik naar de gymzaal, waar ik Lance Martin vond, die bezig was met stretchoefeningen. Hij zag me binnenkomen, maar stopte niet. Ik bleef bijna vijf minuten staan kijken en wachten.
‘Sorry,’ zei hij, overeind komend van de mat. ‘Sorry, maar het is heel belangrijk dat je, als je eenmaal begonnen bent met stretchen, je concentratie niet verbreekt. Ik ben Lance Martin.’ Hij stak zijn hand uit.
‘Roxy Wilcox.’
Het had weinig weg van iemand de hand schudden, het was niet meer dan een vluchtige aanraking alsof hij bang was een gevaarlijke bacterie op te lopen.
‘Heb je veel aan fysieke training gedaan?’
‘Helemaal niks. Tenzij je ’s morgens en ’s avonds mijn tanden poetsen daartoe rekent.’
Hij knikte zonder een spoor van een glimlach. Ik veronderstelde dat gevoel voor humor niet op het programma stond.
‘Je ziet er niet veel ouder uit dan zestien. Ik denk dat mevrouw Brittany je wel als ingénue op de markt zal brengen.’
‘Ik? Lief en onschuldig, maagdelijk? Dat betwijfel ik.’
Dat deed hem glimlachen. Hij had een krachtige mond en diepliggende lichtbruine ogen. Hij had een zwembroek en een strak T-shirt aan, en ik kon duidelijk de volmaakte symmetrie van zijn spieren zien. Er zat geen greintje vet op zijn lichaam. Hij zag er onwerkelijk uit, meer als een etalagepop die het ideale mannelijke lichaam uit moest beelden. Ik dacht dat zijn taille niet meer dan ruim twee centimeter smaller was dan die van mij. Met zijn gebruinde huid en fraai geknipte korte donkerbruine haar, was hij een van de gezondst uitziende mannen die ik ooit had gezien. En toch had hij ook iets bijna aseksueels. Ik voelde geen enkele erotische opwinding of aantrekkingskracht. Het was of alles aan hem, zelfs de expressies van zijn gezicht, gesteriliseerd was. Hij was het type man dat zich zo druk maakte over zijn eigen welzijn en gezondheid, dat hij waarschijnlijk alle seks vermeed, behalve met een ander gezondheids- en fitnessideaal. Mevrouw Pratt hoefde zich niet bezorgd te maken dat hij mij zou verleiden of ik hem, dacht ik.
‘Ingénue,’ herhaalde hij, me van top tot teen bekijkend. ‘Het is een kwestie van marketing, niet van realiteit. Heb je je sportbeha en slipje aan?’
‘Ja. Waarom?’
‘Trek alles uit behalve dat,’ zei hij en pakte toen de centimeter die naast een klembord op de mat lag. Hij keek me verbaasd aan toen ik niet onmiddellijk mijn joggingpak uittrok. ‘Vertel me niet dat je verlegen bent. In dat geval zou je de eerste zijn hier.’
‘Vergeet het maar,’ zei ik en trok het joggingpak uit. Hij staarde me even aan, liep om me heen en begon toen de maat te nemen van mijn dijen, kuiten, taille, armen, rug en schouders. Hij keek even naar mijn borsten. ‘Ben je stevig daaronder?’
‘Hè?’
‘Je bent toch niet een van die meiden die meestal behaloos rondlopen?’
‘Niet meestal. Waarom?’
‘Zwaartekracht heeft iets te maken met de vorm die je lichaam aanneemt. Je kunt uitdagend en vrij zijn als een feministe als je wilt, maar stretchen zal niet aantrekkelijk zijn.’
‘Bedankt voor het advies.’
Hij negeerde me, mat snel mijn borstomvang en pakte zijn klembord op om de maten op te schrijven die hij had genomen.
‘Op het ogenblik zit je behoorlijk in elkaar,’ zei hij. ‘Maar ik kan je wel vertellen dat je wat kleine problemen zult krijgen met je dijen. Je kuiten zijn niet zo strak als ik graag zou willen, en je armen, vooral het gebied van de triceps, zullen later een probleem worden als je niet oppast. Ze zijn feitelijk wat losjes voor een meisje van jouw leeftijd. Ik vermoed dat je de waarheid zegt als je vertelt dat je niet veel aan lichaamsbeweging doet.’
‘Dat kun je zo niet zeggen. Alles aan me is wat losjes voor een meisje van mijn leeftijd,’ mompelde ik, met een poging tot een geestige dubbelzinnigheid, maar hij gedroeg zich alsof hij het niet hoorde of het hem niet kon schelen.
‘Oké, we zullen beginnen met de basisstretchoefeningen. Dan zullen we een dagelijks programma voor je maken om de noodzakelijke plaatsen aan te pakken en beginnen met je conditie te verbeteren en je schouders en monnikskapspier te versterken en je snelheid te verhogen, voor we je over een dag of wat overdragen aan Brendon. Paardrijden is ook een voortreffelijke lichaamsoefening. Heb je dat vaak gedaan?’
‘Ik heb wel eens op een pony gezeten op een kermis, en in een draaimolen – telt dat mee?’
‘Nauwelijks. Je kunt grapjes maken als je dat wilt. Je realiseert het je misschien nog niet, maar houd er rekening mee dat je moet leren paardrijden. Je zult pijn krijgen op plaatsen waarvan je nooit geweten hebt dat je die had. Het is erg goed voor het stimuleren van de spieren in de rug- en buikstreek, die in het dagelijks leven zelden gebruikt worden. De meeste mensen begrijpen niet dat het ook erg veel calorieën verbrandt. Ze denken dat het paard al het werk doet.’
Ik keek om me heen in de gymzaal naar de diverse apparaten, die elk speciaal ontworpen waren voor een specifiek deel van het lichaam.
‘Het klinkt allemaal dodelijk vermoeiend,’ zei ik.
Hij glimlachte, maar heel neerbuigend. ‘Na een tijdje zul je het allemaal heel stimulerend en verkwikkend vinden, net als ik. Als je het juiste niveau hebt bereikt, is het net zo prettig als seks,’ zei hij.
Voor hem, dacht ik, was dat ongetwijfeld waar, maar nooit voor mij. Ik denk dat hij mijn gedachten kon lezen, want hij lachte.
‘Ik maak maar gekheid. Geen paniek. Maar één ding zal ik je vertellen,’ ging hij verder, bijna fluisterend. ‘Vrouwen die lichamelijk in topvorm zijn, zijn betere minnaressen. Zelfs seks vereist enig uithoudingsvermogen. Tot slot,’ vervolgde hij, terwijl hij rechterop ging staan om zijn woorden te benadrukken. ‘We gebruiken geen steroïden. Geen prestatieverhogende drugs.’
‘Prima. Ik heb geen behoefte aan een snor,’ zei ik droog.
Hij glimlachte zelfs niet. Was het gezond om zo verdomd serieus te zijn over je werk?
‘We gaan nu stretchen,’ zei hij. ‘Zoals ik je al heb gezegd, zo beginnen we elke dag. Ik ben er trots op dat niemand die ik heb getraind een spier heeft verrekt of een pees overbelast.’
Ik vond het stretchen moeilijker dan iets anders wat hij me in de gymzaal liet doen. Het was zelfs erg pijnlijk. Hij vertelde me dat ik door de pijn heen moest om die te elimineren. Ik kon me niet voorstellen dat ik ooit zou staan met mijn benen recht en stijf en dan mijn handen met de palmen plat op de grond zou leggen, maar hij garandeerde me dat het me binnen een week zou lukken.
Terwijl hij het trainingsprogramma dat speciaal voor mij ontworpen was, met me doornam, moest ik heimelijk lachen. Ik herinnerde me hoe weinig ik meewerkte en hoe weerbarstig ik was tijdens de gymnastiekles op school. Dit jaar gaf mijn gymnastieklerares, mevrouw Lecter, me zoveel minpunten dat ik in aanmerking kwam voor een dikke onvoldoende na de allereerste lesweek, en dat zou een bedreiging kunnen betekenen voor mijn afstuderen. Uiteindelijk, toen die consequentie geen verandering bracht in mijn gedrag, deed ze hetzelfde wat de meeste docenten deden; ze negeerde me en nam zelfs niet de moeite me naar de directeur te sturen.
Alweer, misschien omdat mijn vader zich zo druk maakte over het in goede conditie blijven, vooral als je jong was, was ik zo recalcitrant. Die omschrijving stond ook op mijn rapport. Ik haatte bijna elke vorm van lichaamsoefening, en ik wist dat het een ergernis was voor de meiden in mijn klas die wel goed hun best deden, maar bij lange na niet zo’n perfect figuur hadden als ik. Ze bekeken me met jaloezie en haat. Ze vonden het zo onredelijk. Waarom was ik zo bevoordeeld? Al die dikkerdjes leken me het liefst dood te slaan in de kleedkamer en me op te eten bij de lunch.
Ik gaf papa een grote mond als hij me een standje gaf omdat ik weigerde naar de winkel te lopen om iets te halen dat mama nodig had of zelfs iets dat ik nodig had. Hij wond zich vooral op als hij mijn cijfers zag voor gymnastiek.
‘Hoe kún je daar onvoldoende voor krijgen?’ schreeuwde hij, zwaaiend met mijn rapport, alsof hij iets bij me had gevonden dat verboden was. ‘Wat doe je in godsnaam?’
‘Niks. Dat is de reden.’
‘Je zet jezelf voor schut en ons ook!’ bulderde hij.
Ik keek hem kalm aan. ‘Dat moet jij nodig zeggen, papa. Je oefent niet meer zoals je hoort te doen. Toch? Je hebt zittend werk en je loopt niet naar je werk.’
Natuurlijk draafde hij erover door dat hij zo hard werkte om te zorgen dat wij een comfortabel leven hadden en het ons aan niets ontbrak. Hij probeerde echt elk weekend naar de fitnessclub te gaan, maar het stoorde hem als hij moest eten met cliënten. Ik denk dat hij dan meer dronk dan hij zou moeten doen. Het was de eerste keer dat ik serieus bedacht dat hij achteraf bekeken toch de verkeerde keus had gemaakt. Misschien had hij nu een hoge officier kunnen zijn. Ik weet dat hij meende dat hij een betere militair zou zijn geweest dan zijn oudere broer, die nog steeds maar luitenant-kolonel was, terwijl hun vader op zijn leeftijd al tot generaal was gepromoveerd.
Na mijn gymnastiekoefeningen gaf Lance me twee badpakken om te passen. Ze zaten allebei een beetje strak. Ik denk dat hij het met opzet deed om me een pessimistisch gevoel te geven over mijn figuur. Het eerste paste beter. Toen ik uit de badkamer kwam, gaf hij me een van zijn energiedrankjes. Hij dronk er zelf ook wat van. Ik zat aan het kleine tafeltje en proefde voorzichtig. Het was niet slecht. Ik had verwacht dat het als een soort medicijn zou smaken.
‘Je hebt een beetje slappe buik,’ zei hij. ‘De meeste vrouwen komen daar in gewicht niet aan, maar jij ziet eruit alsof je daar aanleg voor hebt. Zijn je ouders te zwaar?’
‘Nee. Nou ja, mijn vader nu wel, maar mijn moeder heeft een fantastisch figuur voor iemand van haar leeftijd. Dat heeft ze altijd gehad.’
‘Dus je lijkt meer op je vader.’ De manier waarop hij het zei ergerde me.
‘Dat geloof ik niet.’
Hij lachte. ‘Je bedoelt, je wilt het niet, maar je genen trekken zich daar niets van aan. We kunnen er niet al te veel aan doen. Wat eet je meestal als ontbijt?’ Hij vroeg het met een grimas, alsof hij het antwoord al wist.
‘Koffie en iets zoets. Mijn moeder is Française. Petit déjeuner is meestal een café au lait en een zoet broodje of croissant. Mijn vader krijgt vaak havermout of eieren met spek.’ Ik glimlachte even bij mezelf, denkend aan zijn klachten over de ontbijtgewoontes van mijn moeder. Haar reactie was altijd: ‘Wie lijden meer aan overgewicht, de Fransen of de Amerikanen?’
Emmie at meer dan hij, wat hem verheugde.
‘Ja. Nou ja, je krijgt een goed dieet hier,’ zei Lance. ‘Waarschijnlijk zul je je ontbijtgewoontes niet veranderen na je vertrek, maar in ieder geval zul je ze aanvullen. En je merkt gauw genoeg waarom dat nodig is. Goed, heb je veel gezwommen?’
‘Bijna helemaal niet. Mijn school had geen zwembad, al zou ik er toch niet in zijn gegaan. En we gingen niet vaak naar het strand. Eigenlijk moet ik zeggen, ik niet. Mijn jongste zusje is er dol op, en mijn moeder kan goed zwemmen. Toen ze jonger was en nog in Frankrijk woonde, bracht de familie de zomer door in Juan-les-Pins, waar mijn oom een huis aan het strand had. Ik ben er nooit geweest, maar ze heeft het er vaak over. Mijn vader groeide op in een militaire familie en was…’
Ik legde mezelf het zwijgen op. Waarom praatte ik zoveel over mijn moeder en haar familie en mijn vader? Ik was ervan overtuigd dat de meeste kandidaten voor mevrouw Brittany’s onderneming net zo afgesneden waren van hun familie als ik, maar er niet zoveel over praatten, als ze er al iets over zeiden.
Lance’ strakke gezicht bevestigde hoe weinig het hem interesseerde er iets over te horen.
‘Nee,’ bekende ik, ‘ik ben niet goed in zwemmen. Ik vind het zelfs vreselijk om met mijn gezicht onder water te komen.’
‘Daar zullen we verandering in brengen,’ zei hij achteloos.
‘Waarom is zwemmen zo belangrijk?’ vroeg ik bijna kermend. Wat ik eigenlijk wilde vragen was of hij wist dat ik met een cliënt zou moeten gaan zwemmen of zo.
‘Het is een uitstekende oefening. Ik denk dat je het leuker zult vinden dan rondjes rennen rond het landgoed. Je ziet er niet naar uit dat je veel aan teamsport hebt gedaan.’
‘Nee. En ik ben ook nooit lid geweest van de padvinderij. Zoals Groucho Marx zei: “Ik ga bij geen enkele club die mij als lid wil hebben.”’
Geen spier in zijn gezicht vertrok en zijn lippen ontspanden zich niet.
‘Heb je weleens van Groucho Marx gehoord?’ vroeg ik.
Hij schudde zijn hoofd. ‘Iets zegt me dat ik wat training in zelfverdediging in je programma moet opnemen,’ zei hij.
‘Ik ben niet zo slecht op dat gebied,’ merkte ik op. Ondanks de moeilijkheden die ik me later op mijn hals zou halen op speelvelden en in kleedkamers, had mijn vader me wat zelfverdediging geleerd toen ik nog een kind was. Het maakte deel uit van zijn opleiding in een militaire familie, waar het net zo belangrijk was als zindelijk worden. Daar vertelde ik niets van aan Lance. De gedachten vlogen even door mijn hoofd en verdwenen in de ruimte.
‘Oké, we zijn klaar voor het zwembad.’ Hij stond op. ‘Zullen we beginnen? Ik wil je vrije slag zien.’
Ik keek naar het restant van mijn drankje. Ik zei niet dat ik liever naar het zwembad buiten ging om me te ontspannen, maar het zat wel in mijn hoofd. Voorlopig was ik bang om ergens over te klagen. Ik volgde hem de gang door naar het binnenbad. Zodra ik in het water lag en begon, stopte hij me. Hij sprong naast me het zwembad in en liet me zien hoe ik mijn hoofd in het water moest houden, hoe ik moest ademhalen, en hoe ik elegantere slagen moest maken. Hij liet het me steeds weer herhalen tot hij vond dat ik een betere techniek had. Toen zag hij me worstelen om een baan af te leggen en schudde zijn hoofd.
‘Je rookt niet, hè?’
‘Soms. Wat wiet, een paar sigaretten. Een enkele keer een sigaar, alleen om sommige meiden op stang te jagen.’
‘Nou, je gebrek aan lichaamsoefening, samen met dat gedrag, is je wel aan te zien. Je moet elke dag minstens tien baantjes kunnen trekken,’ zei hij.
Ik kreunde. ‘Tien? Dat meen je niet.’
‘Mevrouw Brittany is onverbiddelijk; haar meisjes moeten in topvorm zijn, en onder mijn leiding zijn ze dat ook. Allemaal,’ zei hij vol trots. ‘Ze gaan pas aan de slag voor haar als ze zover zijn,’ voegde hij eraan toe bij wijze van aanmoediging. ‘Kom, we gaan verder. Vandaag doe je er tien, hoe lang het ook duurt.’
Tegen de tijd dat ik klaar was in het zwembad, was ik eraan toe om naar mijn kamer te gaan en in bed te vallen, maar in plaats daarvan werd ik voorgesteld aan Olga Swensen, die me garandeerde dat ze me mijn energie weer terug zou geven. Ik was verbaasd over de kracht van een vrouw die ruim 1,60 meter lang was en misschien 56 kilo woog. Maar haar vingers leken meer op die van mijn vader toen ze mijn spieren onderhanden nam. Ze gebruikte haar eigen recept massageolie. Ik voelde me vrijwel onmiddellijk warm en ontspannen worden.
‘Je bent gezegend met een geweldig spierstelsel,’ zei ze. ‘Is dit je eerste massage? Je lijkt me erg gespannen.’
‘Ja.’
‘Ik weet zeker dat je na je vertrek minimaal eens per week terugkomt, en niet omdat het je bevolen wordt.’
Ik kon niet anders dan het met haar eens zijn. Toen ze klaar was, voelde ik me niet langer een wrak. Ik nam een douche en wilde me verkleden, maar toen ik mijn joggingpak weer wilde aantrekken, zag ik dat iemand een van de dagelijkse jurken had gebracht die ik in mijn kast had zien hangen. Hij lag op de stoel, samen met een schone beha, slipje en sokjes, en een paar linnen schoenen. Er lag zelfs een nieuwe haarborstel.
Ik kleedde me aan en liep de kamer uit. Olga stond te praten met Lance. Ik had het idee dat ze het over mij hadden toen ze allebei zwegen om naar mij te kijken.
‘Hoe voel je je? Heb je honger?’ vroeg Lance.
‘Ja,’ zei ik, verbaasd over mijzelf. ‘Wat moet ik doen met mijn joggingpak? Ik had het hier laten liggen.’
‘Je doet er helemaal niets mee, Roxy. Er is hier altijd iemand die voor je zorgt.’
‘Zeg dat maar tegen mevrouw Pratt.’ Ze moesten allebei lachen.
‘Je gaat nu trouwens lunchen,’ zei Lance. ‘Meneer Whitehouse wacht op je.’
‘O.’ Ik zou niet alleen te eten krijgen. Ik besefte dat er een volgende les kwam.
‘Tot morgenochtend,’ zei Lance. ‘En reken maar op een paardenritje,’ riep hij me achterna.
Hij klonk alsof hij het iets geweldigs zou vinden. Ze lachten weer.
Zonder het me te realiseren, had ik dienst genomen in het leger, dacht ik. Misschien was dit een soort geheime speciale eenheid die alleen uit vrouwen bestond, die deden alsof het een escortservice was. Ik voelde me meer James Bond dan een snoepje aan de arm van een cliënt.
Meneer Whitehouse stond op van de kleinere tafel toen ik in het eetklaslokaal kwam. Hij was een kleine, rondbuikige man, met heel lichtbruin haar en keurig geknipte bakkebaarden. Hij droeg een helderblauw sportjasje, een donkerblauwe das, een wit overhemd en een blauwe broek. Zijn ogen waren matgrijs en rond, als twee ongepolijste munten onder zijn zwarte bril met dikke brillenglazen.
‘Ik ben Nigel Whitehouse,’ zei hij, en stak zijn hand uit. Ik nam die aan en voelde hoe zacht de palm ervan was. Het was alsof je de hand schudde van een make-upsponsje.
‘Ik ben Roxy.’
‘Ik weet wie u bent, miss Wilcox. Het juiste antwoord hoort te zijn “Hoe maakt u het”.’
‘Hoe maakt u het,’ zei ik droog. O, nee, niet weer zo’n droogkloot in mijn leven, dacht ik. Hij deed me denken aan mijn natuurkundeleraar, meneer Rumsfield, die door iedereen ‘Rummy’ genoemd werd, omdat hij altijd een rode neus had, als van een alcoholist. Hij werd er zelfs van verdacht dat hij tussen de lessen alcohol dronk uit zijn koffiethermosfles.
‘Nee, dat is niet goed genoeg, kind. Je moet het zeggen alsof je het echt meent, of het waar is of niet. In het werk waarin je hoopt te beginnen, is het gezicht dat je laat zien, vooral tijdens lunches en diners, veel belangrijker dan je echte gezicht. Het gaat er uiteindelijk allemaal om het iemand naar de zin te maken, niet? Laten we het dus nog eens proberen. En kijk me dit keer aan met een glimlach die me vertelt dat je het meent. Overtuig me. Geef me een goed gevoel over mezelf.’
Ik begon al te meesmuilen bij zijn tirade, maar bedwong me. Hij hield nog steeds mijn hand vast. Ik had het gevoel dat iedereen tijdens de training die ik moest volgen, me een onvoldoende kon geven en ervoor zorgen dat mevrouw Brittany me wegstuurde. Mijn leven lang had ik het gehaat om voor iemand door het stof te gaan, niet alleen voor mijn vader. Ik veronderstel dat al mijn leraren in mijn gedachten op de een of andere manier in mijn vader veranderden; zelfs sommige leraressen herinnerden me te veel aan hem. Maar ik besefte nu dat uitdagingen en driftbuien dingen waren die ik buiten de deur van dit huis moest laten zodra ik de overeenkomst met mevrouw Brittany in haar kantoor had ondertekend. Ik haalde diep adem, glimlachte met alle warmte en charme die ik op kon brengen, en reageerde met de Franse versie van ‘hoe maakt u het’: ‘Enchanté.’
Nu was het zijn beurt om te glimlachen. Tevreden. ‘Veel, veel beter. En zo moeilijk was dat niet, hè?’
‘Nee, alleen anders,’ zei ik. ‘Er zijn maar zo weinig mensen die ik prettig vind te ontmoeten.’
Hij lachte niet hardop, maar ik zag de pret in zijn ogen. Misschien vond hij mijn onafhankelijke geest verfrissend.
Hij schoof een stoel voor me bij. ‘Miss Wilcox.’
‘Dank u, meneer Whitehouse,’ zei ik.
‘De rien.’
‘Spreekt iedereen hier Frans?’ vroeg ik terwijl hij om de tafel heen liep en tegenover me ging zitten.
‘Iedereen spreekt wel een woordje Frans, denk ik. Al is het moeilijk voor een Engelsman als ik om het toe te geven, het is de taal van stijl, welsprekendheid en cultuur. Je hebt geluk dat je het Frans als tweede taal thuis al machtig bent geworden.’
‘Dus u weet dat mijn moeder een Française is? U weet alles over me?’
‘Net zoveel als ieder ander over je weet. Maar elkaar goed leren kennen is niet de reden waarom we op het ogenblik hier zijn.’ Hij zei het op scherpe toon maar bleef glimlachen. Hij keek naar de gedekte tafel. ‘Raak je servet nog niet aan. In de meeste goede restaurants zal de ober het voor je openvouwen en op je schoot leggen. Je weet waarom je drie vorken hebt en hoe je ze moet gebruiken?’
‘Deze vork is voor het dessert?’ vroeg ik en raakte de vork aan boven mijn bord. ‘Deze, helemaal links, is voor de salade. We gaan van links naar rechts wat het bestek betreft.’
‘Precies.’ Hij knikte, maar ik meende dat het hem teleurstelde dat ik zoveel wist. ‘Gaven je ouders officiële diners?’
‘Niet erg officieel. Maar mijn ouders zijn beschaafde mensen en ontvingen gasten. Goed en behoorlijk eten en drinken was altijd belangrijk, vooral voor mijn moeder.’
‘Werkelijk? Tja, je bent een zeldzaamheid. Veel van mijn leerlingen komen uit een gezin waar ze met hun handen eten.’
Hij moest lachen om mijn verbazing.
‘Ik maak maar gekheid natuurlijk. Al hadden we onlangs een Marokkaans meisje, en in haar geval was het nauwelijks overdreven. Maar ik denk – ik hoop – dat we met jou een stuk minder te doen zullen hebben.’ Hij keek op toen Randy binnenkwam, die onmiddellijk op mijn servet afliep en de fles witte wijn ontkurkte.
‘We hebben gepocheerde zalm vandaag,’ zei meneer Whitehouse. ‘Een sauvignon blanc past daar het best bij. We krijgen een van mijn favorieten uit de Bordeaux, een Château de Roques.’
Randy schonk eerst mijn glas in en deed een stap achteruit.
‘Toe dan, laat zien hoe je de wijn proeft,’ zei Whitehouse op uitdagende toon.
Ik glimlachte vol zelfvertrouwen. Als er iets was waar we thuis allemaal goed in waren – zelfs Emmie, al was ze nog zo jong, was er enthousiast mee begonnen om mijn ouders een plezier te doen – dan was het in het proeven van wijn.
Ik hief mijn glas op en controleerde kleur en helderheid, draaide de wijn vervolgens rond in het glas, rook eraan en nam een slokje, liet het rondgaan in mijn mond, ademde door de wijn, waarbij ik mijn lippen tuitte alsof ik ging fluiten (mama’s aanwijzingen) en zoog wat lucht op. En ten slotte slikte ik de wijn door. Meneer Whitehouse zat van begin tot eind te glimlachen. Randy’s glimlach was warmer, zijn ogen waren vol trots, alsof ik zijn zusje was of iemand op wie hij erg gesteld was en die slaagde voor een belangrijke test.
‘En?’ vroeg meneer Whitehouse.
‘Mag ik de fles zien, Randy?’
Snel draaide hij het etiket naar me toe.
‘Ik heb die wijn al eens gedronken,’ zei ik. ‘Het voorafgaande wijnjaar was een beter jaar voor de sauvignon blanc, maar deze wijn is heel behoorlijk.’
Randy’s ogen rolden bijna uit zijn hoofd.
Meneer Whitehouse leunde achterover. ‘Behoorlijk? Nou,’ zei hij met een blik op Randy, ‘ik ben onder de indruk. Jij ook, Randy?’
‘En of, meneer.’ Snel schonk hij de wijn in voor meneer Whitehouse. ‘Maar ik moet zeggen, dat ik, zodra ik haar zag, dacht: dat is een topper.’
‘Daar drinken we op,’ zei meneer Whitehouse. ‘Op een zeer veelbelovende Brittany-girl.’
Hij boog zich voorover om zijn glas tegen het mijne te tikken, en we namen allebei een slokje.
‘Weet je waarom we met de glazen klinken in gezelschap van lunch- en dinergasten?’
‘Ja,’ zei ik.
Zijn wenkbrauwen wekten de indruk dat ze aan onzichtbare kabels bevestigd waren en nu omhooggetrokken werden. ‘Vertel maar,’ zei hij.
Ik herinnerde me de uitleg van mijn moeder van jaren geleden. ‘Vroeger dronken mensen uit dezelfde beker die de tafel rondging, en de gastheer dronk als laatste. Soms zat er een stukje brood in dat hij dan opat. Het versterkte vertrouwen en loyaliteit en vriendschap. Voordat men uit de eigen glazen begon te drinken, brachten ze een toost uit en klonken met de glazen om uiting te geven aan hun blijdschap over de samenkomst.’
‘Ik begrijp het. En als je te ver weg zit van een andere gast aan tafel?’
‘Dan hef je gewoon je glas op en zorgt voor oogcontact,’ zei ik. ‘Sommige onhandige mensen reiken te ver over tafel en gooien iets om,’ zei ik op dezelfde toon als mijn moeder vroeger.
Hij lachte. ‘Wie heeft je dat allemaal geleerd?’
‘Mijn moeder.’
‘Ze zou hier moeten werken,’ mompelde hij, zowel met bewondering als teleurstelling. Ik kon zien dat er zoveel was dat hij juist aan mij wilde vertellen. Ik veronderstelde dat niet veel kandidaten hem antwoord konden geven. Misschien Camelia, dacht ik, misschien ook niet.
Het was ironisch. Mama had me kunnen voorbereiden op het nieuwe leven dat ik op het punt stond te beginnen. Per slot was ze een Parisienne. Ze was altijd geïnteresseerd in mode en schoonheid, stijlvolle kleren, prachtige wijnen en goed voedsel. Ik wist zeker dat ze nooit beseft had hoeveel invloed ze op me had. Het was alsof ik altijd heimelijk naar haar keek. Ik kon niet verklaren waarom ik zo onwillig was toe geven hoe ik haar bewonderde en in hoeveel opzichten ik net zo wilde zijn als zij.
Mijn beste excuus was mijn wrok dat ze mijn vader zo toegewijd was, hem zo gehoorzaamde, zo oppaste hem niet op stang te jagen als ze probeerde mij te verdedigen of het niet eens was met iets wat hij gezegd had. Ik denk dat het veel te maken had met de reden waarom ik zo hardnekkig was in mijn gebrek aan respect en mijn onverzettelijkheid, zelfs tegenover haar.
Hoe dan ook, ik wist dat ze niet zou waarderen hoe ik gebruik zou maken van het gevoel voor stijl en de fijnzinnige dingen in het leven die ze me had bijgebracht. Je maakt je los van je moeder als je geboren wordt. Je maakt je opnieuw van haar los als je een eigen onafhankelijk leven begint. Dat wordt verwacht en begrepen. Je houdt elkaar nog op zoveel liefdevolle manieren vast. Maar wat ik nu deed was haar zo volledig en duidelijk alleen laten dat het zou zijn alsof ik nooit was geboren.
Waarschijnlijk zou ik papa achteraf toch een plezier doen, dacht ik met een mengeling van woede en droefheid.
Meneer Whitehouse bleef maar doorgaan over diverse gerechten, hoe ik die moest eten, hoe ik keurig aan tafel moest zitten en, voortbordurend op wat ik had gezegd over het uitbrengen van een toost, dat ik nooit iets over de tafel heen mocht pakken. Hij benadrukte het belang van het gebruik van het servet, over het afvegen van alle restantjes voedsel van mijn lippen. Ik was geneigd hem te vragen of het toegestaan was om van voedsel te genieten of het zelfs te verteren, maar ik hield mijn mond en luisterde, ook al wist ik al veel van alles wat hij zei. Hij maakte duidelijk dat hij vanavond tijdens het diner aan tafel zou zitten, in het bijzonder om te zien wat was blijven hangen van zijn eerste les, en wat niet.
Aan het eind van de lunch besefte ik dat dit de eerste keer was dat ik zo lang over een lunch had gedaan, zelfs thuis.
‘We hebben hier veel meer gedaan dan normaal is,’ legde hij uit. ‘Maar één ding mag je nooit doen en dat is te snel eten, haastig een lunch of diner naar binnen schrokken, zoals zoveel Amerikanen doen.’
‘Ja, dat is een van mijn moeders geliefde vergelijkingen tussen ons en de Fransen.’
‘O? En bij wie nam ze de Engelsen op, bij de Amerikanen of de Fransen?’
‘De Amerikanen,’ zei ik zonder enige aarzeling. ‘Haar favoriete gezegde is dat we eten in Amerika, en dineren in Frankrijk.’
Hij keek een beetje geërgerd, maar toen glimlachte hij. ‘Je hebt geluk gehad. Je ligt kilometers voor op de meeste meisjes die bij me komen. Gefeliciteerd,’ voegde hij er met een lichte hoofdbuiging aan toe. ‘En, hoe wil je dit vandaag beëindigen?’ vroeg hij. Randy was teruggekomen en pakte de vuile borden en de lege wijnfles. Hij bleef staan om mijn antwoord af te wachten.
Weer dacht ik aan mama en de keren dat zij en ik waren gaan lunchen bij een van haar vriendinnen of de echtgenote van een van papa’s collega’s.
‘Merci, meneer Whitehouse. Ik heb genoten van uw lunch, en ik hoop dat we gauw de gelegenheid hebben weer samen te lunchen.’
Hij boog waarderend zijn hoofd.
‘Je geeft met het gevoel dat ik een rudimentair orgaan ben,’ zei hij.
Ik sjeesde door mijn woordenschat en glimlachte toen ik me herinnerde wat dat betekende: een orgaan dat zijn doel, zijn functie, had verloren.
‘Dat is niet waar, meneer Whitehouse. Ik weet zeker dat er altijd iets is wat ik van iemand als u kan leren.’
Hij straalde zoveel plezier uit dat zijn wangen een roze kleur kregen en zijn ogen glinsterden als van een pasgeboren baby.
‘Schoonheid, cultuur, charme en ook nog diplomatie. Mevrouw Brittany heeft inderdaad goud gevonden,’ zei hij.
Hij gaf me het beste gevoel van die dag. Ik bedankte hem en ging weg.
Ik had twintig minuten om me op te frissen. Ik kon naar boven gaan naar mijn kamer of buiten een heel korte wandeling maken. Mijn volgende opdracht was de bibliotheek. Er waren tweeënhalf uur voor uitgetrokken en ik zag er nog meer tegenop dan tegen het zwemmen. Ik kan beter een luchtje gaan scheppen, besloot ik, om straks niet flauw te vallen in een duf klaslokaal. Ik liep door een van de patiodeuren naar buiten om de warmte van de zon te voelen en de geur op te snuiven van pas gemaaid gras. Ik had altijd van die lucht gehouden. Het maakte dat ik me fris en energiek voelde. Daarom, ging ik, zodra ik de kans kreeg, naar Central Park.
Ik liep langzaam, met gebogen hoofd, tot ik me herinnerde dat mevrouw Pratt me een standje gegeven had omdat ik dat deed en een onzekere indruk maakte.
Dat was het moment waarop ik haar voor het eerst zag – het jonge meisje dat alles hier voor me zou veranderen.
En misschien wel alles voor de rest van mijn leven.