11
Dineren met mevrouw Brittany was al intimiderend genoeg, maar het feit dat wij tweeën alleen in die grootse eetkamer zaten, gaf me het gevoel dat ik op een groter podium en in een fellere schijnwerper zat. De kamer leek spelonkachtig nu er verder niemand aanwezig was. Toen ik over het betegelde deel van de vloer liep, klonk de echo van mijn voetstappen op de nieuwe hoge hakken als spijkers die in de vloer werden getimmerd. Ik probeerde wat minder luidruchtig te lopen.
Ze zat aan het hoofd van de tafel en sloeg me gade toen ik dichterbij kwam. Haar ogen waren als röntgenstralen die elke draai, elke wending van mijn heupen volgden terwijl ik liep. Ik geloof niet dat iemand me meer bewust kon maken van elke beweging van me, elke ademhaling. Zodra ik in die indrukwekkende eetkamer kwam, rechtte ik mijn rug en hield het hoofd hoog. Ze leek groter en imponerender te worden naarmate ik dichterbij kwam, terwijl alles om haar heen leek te krimpen.
‘Heb je jezelf bekeken voor je uit je slaapkamer kwam?’ vroeg ze zodra ik bij de tafel stond.
‘Ja.’
‘Je hebt te veel lippenstift op. Aan de rechterkant is het zelfs uitgesmeerd.’
‘O.’ Ik hief mijn hand op om het euvel te herstellen. ‘Ik denk dat ik te veel haast had.’
‘Laat dat. Je smeert het zo alleen maar verder uit.’
Ze maakte de tas open die aan haar stoel hing en overhandigde me een ivoren etuitje, dat een klein spiegeltje bleek te zijn toen ik het openklapte. Ik zag wat ze bedoelde, en met een papieren zakdoekje dat ze me gaf, veegde ik de overtollige lippenstift weg. Ik dacht dat ze microscopen had voor haar ogen om het zo gauw te kunnen zien. Ik bekeek het etuitje toen ik het weer sloot.
‘Mooi.’
‘Een cadeautje van een kabinetslid,’ zei ze en pakte het weer aan. Ze knikte naar de stoel rechts van haar, en ik ging zitten. ‘Als er één ding is waarvoor je je nooit mag haasten, is het de verzorging van je uiterlijk. Elke Brittany-girl is trots op haar verschijning, niet alleen voor degene die ze vergezelt maar ook voor haarzelf. Daarom heb ik deskundigen voor make-up, kapsel en stijl. Wat voor zin zou dat hebben als je er niet uiterst oplettend mee omgaat? Zorg er altijd voor dat je ruim de tijd hebt. Als je bij een cliënt komt die de topprijs betaalt, en je ziet er zo uit…’
‘Het zal niet meer gebeuren,’ zei ik.
Misschien wel om me te hulp te schieten, kwam Randy binnen met een fles witte wijn in een ijsemmer. Hij zette hem snel neer. Ik zag dat de fles al geopend was.
‘Het was niet nodig je daarvoor nog eens te testen,’ zei mevrouw Brittany, toen ze zag dat ik ernaar keek. Randy trok de kurk eruit en schonk voor elk van ons een glas in. ‘Je kunt onze salades binnenbrengen, Randy,’ zei ze.
Hij wierp me een vluchtige blik toe en ging toen terug naar de keuken.
‘Hoe ver weg is de keuken?’ vroeg ik haar.
‘Maak je je nu ongerust dat Randy te hard werkt? Wat is er gebeurd met dat egocentrische kind dat hier aankwam?’
‘Misschien heb ik een beetje genoeg van haar,’ antwoordde ik. ‘Ze was maar een fase.’ Ik zag aan de tinteling in haar ogen dat ze mijn reactie waardeerde.
‘Je blijft veel lof krijgen van mijn teamleden,’ zei ze, ‘maar denk niet dat ik daardoor overtuigd ben. Je hebt zojuist aangetoond dat er nog een lange weg voor je ligt.’
‘Ik begrijp het.’
‘Doe je dat heus? De meeste meisjes van jouw leeftijd verwachten tegenwoordig direct succes.’
‘Ik ben niet als de meeste meisjes van mijn leeftijd,’ protesteerde ik heftig. Als ik hier was ontboden om langzaam gegrild te worden op de hete kolen in haar ogen, dan zou het haar niet meezitten.
Ze knikte. Blijkbaar zag ze ook het vuur in míjn ogen. ‘Oké, we laten dat voorlopig even rusten. Vertel me meer over je familie, waarom er zulke problemen waren tussen jou en hen, wat je verwacht dat er in de naaste toekomst met hen zal gebeuren, met betrekking tot jou, bedoel ik,’ zei ze, meer ontspannen.
Randy kwam met onze salades. Ik wachtte tot hij ons bediend had en weer vertrokken was, voor ik begon aan de beschrijving van mijn ouders en hoe mijn leven was geweest, opgroeiend in het huis waar mijn vader het bevel voerde als een generaal van het leger. Ik gaf haar zoveel mogelijk details, maar legde de schuld niet uitsluitend bij hem. Ik bekende alle misstappen die ik had begaan, voor zover ik ze me kon herinneren, weidde uit over sommige belangrijke incidenten op school.
‘Het verbaast me dat ze je niet naar een opvoedingskamp hebben gestuurd,’ merkte ze op.
‘Mij ook, al zat dat er waarschijnlijk wel in als ik daar nog langer was gebleven. Maar ik denk dat mijn vader vond dat het zelfs daarvoor te laat was. Als ik uit mijn lichaam was getreden, en eens goed naar mezelf had gekeken, dan denk ik niet dat ik mij om me heen zou willen hebben.’
Al pratend, wist ik dat ze scherp naar me luisterde, maar ook oplette hoe ik mijn salade at en sprak zonder voedsel in mijn mond. Nigel Whitehouse, alsof hij wist waarop hij me voor vanavond moest voorbereiden, had het uitvoerig gehad over de manier waarop mensen praatten tijdens een lunch of diner. Hij noemde het ‘finesses van een verfijnde levensstijl’.
‘Het zal je de uitstraling geven van een distinctie die de mannen in wier gezelschap je verkeert waarderen, wensen en feitelijk ook eisen. Het maakt deel uit van de reden voor de hoge kosten, comprenez, kindlief?’
‘Mais oui,’ verzekerde ik hem.
Een week geleden zou ik de neiging hebben gehad iemand in het gezicht te spuwen die me vertelde dat mijn manier van eten of zitten niet erg verfijnd was, maar het leek of er een ander raam naar de wereld was geopend. En als ik erdoor keek, zag ik wat er te verwachten viel voor iemand die meer dan een oppervlakkig laagje distinctie bezat. Toen ik hier pas aankwam, stond ik sceptisch en onverschillig tegenover de waarde van die hele culturele opleiding, maar dat scepticisme was al aardig verdwenen. Ik wilde het nu goed doen, ik wilde meer.
Aan mevrouw Brittany’s gezicht kon ik zien dat ik voor deze speciale test was geslaagd. Ze concentreerde zich nu op wát ik zei en minder op hóé ik het zei. Ze wilde écht meer over me weten, en ik wist dat ze geen belangstelling zou tonen voor iemand die geen blijk gaf van enig succes. Toen ik klaar was met mijn beschrijving van het leven dat ik achter de rug had, liet ze Randy terugkomen om de borden weg te halen.
‘Geef ons tien minuten voor je het hoofdgerecht binnenbrengt, Randy,’ zei ze.
‘Ja, mevrouw,’ antwoordde hij en gaf me een knipoog. Ik nam aan dat dit geen slecht teken was. Ze zou me niet de les lezen en wegsturen.
Ze zweeg even, boog zich toen naar voren en sprak op zachtere toon dan ik ooit van haar gehoord had. ‘Normaal ben ik er afkerig van dat ikzelf, mijn gezelschap en mijn medewerkers betrokken raken bij jonge vrouwen die zo’n problematische achtergrond hebben als jij. Eerlijk gezegd, als Bob niet zo had aangedrongen, zou ik je hier nooit hebben toegelaten. Ik hou er niet van om te beginnen met iemand die zoveel bagage meedraagt. Het duurt te lang om alles uit te laden, en ik ben er nooit zeker van of iets ervan niet zijn lelijke kop weer opsteekt op een moment dat je dat het minst kunt gebruiken.
‘Maar,’ ging ze verder op meer ontspannen toon, ‘ik vertrouw ook heel erg op mijn eigen instinct. Ik geloof erin, en tot dusver heb je bewezen dat je over het vermogen beschikt jezelf te verbeteren, de nodige veranderingen aan te brengen je bagage van je af te gooien en op te bloeien. Het is niet mijn bedoeling je ego op te blazen met die opmerkingen. Feitelijk hebben de meeste jonge vrouwen, zelfs onder mijn personeel, moeite met complimentjes om te gaan. Iemand kan te zelfverzekerd worden, als je begrijpt wat ik daarmee bedoel, en ik geloof dat je dat doet.
‘De manier waarop je Sheena behandelt bevalt me, en niet alleen omdat ze mijn kleindochter is. Het heeft me iets belangrijks bewezen van je karakter, iets wat mijn eigen instinct over jou bevestigt. Ik geloof niet dat je zo egoïstisch en verwend bent als je zelf denkt. Maar dat is iets wat je in de loop van de tijd zelf wel zult ontdekken.
‘Nu dan,’ ging ze op formelere toon verder, ‘overmorgen gaan we naar een van mijn lievelingsboetieks in Manhattan om te beginnen met de aanschaf van je persoonlijke garderobe. Ik weet zeker dat Sheena je er wel iets over verteld zal hebben. Ze gaat met ons mee.’
‘Ja,’ zei ik. ‘Ze was erg enthousiast.’
Ik had me vast voorgenomen om nooit meer tegen haar te liegen of te doen of ik van niets wist. Het was het risico niet waard en ze was veel te slim om bedrog niet te doorzien. Ik dacht altijd dat ik daar goed in was, maar ik zat naast iemand die er een meesteres in was.
‘Van tijd tot tijd zal ik tijdens je verblijf hier andere gasten uitnodigen. Ik wil dat ze jou ontmoeten. Ik vertrouw hun indruk, maar zoals ik je heb gezegd, ik ben nooit afhankelijk van een van hen – of van wie dan ook – om een besluit te nemen ten opzichte van een van mijn meisjes. We zullen diners geven, cocktailparty’s, zelfs een soort picknick als het weer blijft verbeteren. Ik zal je meenemen naar Broadway-shows en concerten, hier en in andere steden, mettertijd zelfs in andere landen. Ik ben van plan je hoofd heel snel vol te stampen voor ik je erop uitstuur. Tegen de tijd dat ik klaar ben met je, zal elke gelijkenis tussen jou en de verwarde jonge vrouw die Bob hier bracht, moeilijk te ontdekken zijn. Ik heb zo’n idee dat je daar niet de minste moeite mee zult hebben.’
‘Nee,’ bevestigde ik.
Ze knikte en draaide even haar hoofd om naar Randy, die haastig ons diner serveerde, een verrukkelijke branzino, iets wat ik nog nooit had gegeten. Ze legde uit dat het een zilverkleurige vis was, die werd aangetroffen in Europese zeeën en zoutwatermeren.
‘Sommigen noemen het Europese zeebaars, spigola, loup de mer, robalo of lupina,’ zei ze.
Luisterend naar haar verhalen over gourmetgerechten, beroemde restaurants in wereldsteden, haar reizen en culturele ervaringen, en sommige kastelen die ze had bezocht, merkte ik dat ik steeds meer gesteld op haar raakte. De harde bolster uit het begin van onze kennismaking leek voortdurend af te brokkelen. Hoe langer hoe meer besefte ik dat ik op haar zou willen lijken. Ze zou heel gauw iemand worden die ik adoreerde. Ze steeg hoger op de lijst van vrouwen die ik wilde navolgen.
Even voelde ik me heel schuldig daarover. Vroeger, toen ik nog heel jong was, wilde ik op mijn moeder lijken, maar toen ik ouder werd, kon ik niet verdragen dat ze zich zo onderdanig gedroeg jegens mijn vader. Hij hield van haar, daar was ik van overtuigd, maar hij was blind voor de macht die hij uitoefende over haar emoties. Hij verbood haar tranen, wees haar protesten en klachten van de hand, weigerde elk compromis dat hem zou kunnen verrassen en hem ertoe zou kunnen brengen wat redelijker te zijn.
Mevrouw Brittany zou een geduchte tegenstander voor hem zijn, dacht ik. Zij zou hem de baas zijn. Hij zou niet zo snel in woede ontsteken tegenover haar of met ultimatums of bevelen strooien als rijst naar een bruid. Ik moest heimelijk lachen toen ik dacht aan een dag in de toekomst waarop ik hen aan elkaar voor zou stellen. Het was een hersenschim natuurlijk, maar een amusante fantasie.
We kregen geen dessert. Ze wilde dat ik me bezig zou houden met de opdrachten van professor Marx en de lessen voor dictie die professor Brenner me had opgegeven. We liepen samen naar buiten en bleven in de gang staan om elkaar goedenacht te wensen.
‘Mag Sheena morgen echt met me gaan paardrijden?’ vroeg ik. ‘Ik bedoel, gezien haar lichamelijke conditie en alles. Ik wil niet dat u denkt dat ik haar in een of andere moeilijke positie breng of –’
Ze glimlachte. ‘Nee. De vraag is meer of het wel goed is dat jij met haar meegaat! Je hebt geen behoorlijke paardrijlessen gehad. Zij is een ervaren ruiter. Ze heeft veel dingen overwonnen, maar haar zelfvertrouwen moet worden versterkt. Ik denk dat het jullie beiden zal lukken. Goedenacht.’ Ze liep weg naar mevrouw Pratt die bij de deur van haar kantoor stond te wachten.
Haastig en hoopvol liep ik de trap op. Dit privédiner met haar was goed gegaan. Met mij zou het ook goed gaan. Ik was ervan overtuigd dat ik die – hoe noemde ze het ook alweer? – verwarde jonge vrouw achter me zou laten. Ik had me in lange tijd niet zo blij en optimistisch gevoeld. En dat kwam allemaal omdat ik sterker werd, niet alleen lichamelijk, maar ook in het geloof in mijzelf. Als mon père me niet op straat had gezet, was dit allemaal niet mogelijk geweest.
Ja, ik ben op de juiste plaats, dacht ik en ik haastte me naar mijn kamer om Sheena te zien en met haar het werk door te nemen dat professor Marx me had opgedragen. Ze zat achter mijn toilettafel en frutselde aan haar haar en wenkbrauwen. Ze draaide zich snel om toen ik binnenkwam.
‘Sorry. Het was niet mijn bedoeling jouw spulletjes te gebruiken.’
‘Dat is toch niet erg. Doe niet zo mal.’
‘O, ik maakte me zo ongerust over je.’
‘Waarom?’
‘Ik dacht… je bleef zo lang weg. Ik wist zeker dat oma je de les zou lezen, en misschien zou je dan kwaad worden en lelijke dingen zeggen omdat ze zo moeilijk kan zijn, en dan zou jij haar haten en meteen hier weg willen.’
‘O, nee, het was een geweldig diner en ik vind haar aardig,’ zei ik. ‘Ik vind haar heel erg aardig.’
Ze keek me met een stralende glimlach aan.
‘Maar ik mag haar niet teleurstellen,’ waarschuwde ik zowel mijzelf als Sheena. ‘Ik moet mijn best blijven doen, anders verbant ze me uit haar vorstendom. Daar is geen twijfel aan. Falen tolereert ze niet.’
‘Je hebt gelijk. Ik heb je huiswerk weer nagekeken. Laten we daarmee beginnen. Ik zal ook je spreekopdracht overhoren. Ik heb dat soort lessen ook gehad. Ik weet waarnaar ik moet luisteren. Laten we geen tijd verspillen.’ Ze glimlachte. ‘Per slot is er ook zoveel meer dat ik van jou wil leren. Hoe noemde je het ook weer, quid pro quo?’
‘Ja,’ zei ik lachend.
We gingen aan mijn huiswerk. Ze was een strenge en ijverige lerares. Soms keek ze naar me met een gezicht dat me aan haar grootmoeder deed denken als ik een fout maakte. Daarna, dat wist ik, bleven we te lang praten. Feitelijk praatte ik het meest. Ik vertelde haar over sommige jongens met wie ik was geweest, eindigend met Steve Carson. Ze was erg geïntrigeerd door een jongeman van zijn leeftijd die nog net zo maagdelijk was als zij toen ik hem leerde kennen.
‘En winkeldiefstal plegen alleen om zijn aandacht te trekken,’ merkte ze op. Ze wendde afkeuring voor, terwijl ik kon zien dat het verhaal haar opwond.
‘Ik was niet zo erg verbaasd over zijn onschuld. Bijna alle jongens die ik heb gekend waren niet zo ervaren op het gebied van seks,’ vertelde ik. ‘Meestal stelde het niet veel voor. Ik zei zelfs tegen Steve dat vrijen met hem zoiets was als tandenpoetsen. Iets dat gewoon nodig was. Onnodig te zeggen dat het weer een grote teleurstelling was.’
‘Misschien is dat wel goed. Misschien moet seks niet iets zijn dat je er gewoon bij doet,’ zei ze. ‘Misschien maakt het ons goedkoop. Tenminste dat heb ik laatst in een boek gelezen.’
Ze wachtte op mijn reactie.
‘Ons lichaam hoort meer voor ons te betekenen, vind je niet?’ ging ze verder toen ik geen antwoord gaf.
Ik zag hoe bang ze was dat ze mijn gevoelens gekwetst kon hebben. Maar ik gaf niet zo snel antwoord, omdat een van de veranderingen die zich in me voltrokken juist te maken had met die opvatting over seks. In de wereld waarin ik nu kwam, leek het of alles wat ik vroeger normaal en alledaags had gevonden, plotseling van grote waarde en belang was, of het nu was hoe ik een broodje at, hoe ik liep of een gesprek voerde. En zeer beslist met wie ik seks had. Mevrouw Brittany en haar medewerkers isoleerden alles wat ik deed, de kleinste kleinigheid, en toonden aan hoe dat alles mijn persoonlijkheid kon bepalen, aantonen wie ik was, of, zoals mevrouw Pratt het uitdrukte, me van dienst kon zijn. Ja, Sheena, in al haar onschuld, had gelijk. Ze had al mijn ervaring niet nodig om aan te voelen wat instinctief juist was.
‘Seks hoort iets bijzonders te zijn. Vriendschap met “extraatjes” is niet zo geweldig als men zegt,’ zei ik.
Ze sperde haar ogen open. Na sommige dingen die ik haar had verteld die ik had gedaan, begreep ik waarom ze zo verbaasd was over mijn antwoord. ‘Geloof je dat echt?’
‘Nu wel. Het is of mijn denkwijze is opgeschoond. Als je jezelf zo weinig waarde toeschrijft, zullen anderen dat ook doen. En hoe moet het later, als je wílt dat het iets bijzonders is, als je iemand hebt leren kennen van wie je houdt en die je respecteert? Zal het niet te laat zijn om hem nog het gevoel te kunnen geven om zich bijzonder te voelen of hem ervan te overtuigen dat jij iets bijzonder bent?’
Ze staarde me met open mond aan.
‘Ik weet het,’ zei ik. ‘Ik weet het. Maar luister naar me. Ik kan zelf ook niet geloven dat ik dit allemaal zeg. Ik lijk wel een jaloerse muurbloem. Mijn moeder probeerde me die waarden bij te brengen, maar ik was te veel op mezelf gericht om te luisteren of het me aan te trekken. Ik denk dat ik seks meer uit wrok had dan uit verlangen. Misschien heb ik daarom, zelfs nu nog, niet veel blijvende herinneringen. Feitelijk zou ik het liefst willen vergeten dat het allemaal gebeurd is. Ik zou naar een kliniek willen waar ik mijn maagdelijkheid terug zou kunnen krijgen. Jammer dat je een bel niet kunt ontluiden.’
Ze lachte. ‘Ik vind het heerlijk om naar je te luisteren, Roxy. Je geeft me het gevoel dat ik… oké, dat ik niet echt veel gemist heb en niet zoveel medelijden met mezelf moet hebben.’
‘Ik zal je één ding vertellen, Sheena. Het enige wat ik van nu af aan gratis weg zal geven, is advies. En zelfs dat zal soms weleens zijn prijs hebben.’
Ze lachte weer en zei: ‘Ik kan er maar beter vandoor gaan en jou laten slapen. Je hebt morgen een hoop te doen. Vergeet je paardrijles niet. Je zult al je energie en kracht nodig hebben. Het paard doet niet al het werk. Toe, ga naar bed. Ik voel me nu verantwoordelijk voor je.’ Ze klonk als mijn oudere zusje of zelfs mijn moeder. Toen ze de deur achter zich gesloten had, lachte ik zoals ik in tijden niet gelachen had en sliep ook beter dan ooit. En ze had gelijk. Het was belangrijk dat ik dat deed.
De volgende dag stonden het gezadelde paard en Sheena al te wachten. Brendon Walsh was een kleine, tengere man, nog net niet zo klein als een jockey, maar niet véél groter of zwaarder. Hij had rood krulhaar, en op zijn wangen en voorhoofd waren sproeten verspreid als rode pepertjes. Hij was heel serieus in zijn instructies, maar geduldig met mij.
Ik voelde me nogal stom in het rijkostuum dat mevrouw Pratt voor me had laten bezorgen. Sheena droeg net zo’n kostuum, maar haar stond het erg goed. Ik zag het zelfvertrouwen in haar gezicht terwijl ze op haar paard op me zat te wachten. Een van de dingen die ze me de vorige avond had verteld was dat paardrijden haar een compleet gevoel gaf.
‘Het paard en ik vormen een eenheid,’ had ze gezegd. ‘Ik heb weer gezonde benen. Maar elke goede ruiter denkt er zo over. Brendon zegt dat je dat weet als je je op je gemak voelt in het zadel en, wat nog belangrijker is, dat het paard zich op zijn gemak voelt met jou op zijn rug.’
Ik had geen idee wat ze bedoelde toen ik begon, maar dat duurde niet lang.
Lance had ook gelijk gehad met die nieuwe spieren die ik zou gaan oefenen. Die lieten het me de volgende ochtend wel weten, maar Brendon zei dat ik niet kon stoppen vanwege een paar pijntjes. Hij wilde dat ik om de dag zou gaan paardrijden. Sheena was enthousiast, en aan het eind van de week reed ik goed genoeg om samen een lange rijtoer te kunnen maken over paden die ze op het landgoed hadden aangelegd. Ik had nooit goed begrepen hoe groot het stuk land was dat eigendom was van mevrouw Brittany tot we te paard van het ene eind naar het andere reden.
We praatten veel tijdens onze rijtoeren. Sheena was nu vertrouwelijk genoeg met me om te vertellen hoe haar leven was geweest met haar ouders. Al luisterend was het me onbegrijpelijk hoe een moeder zo onverschillig kon zijn voor de pijn en ziekte van haar dochter. Sheena probeerde alles te verontschuldigen door de schuld te geven aan de zuippartijen van haar moeder en de woede van haar vader daarover. Ik begreep dat ze niet wilde geloven dat haar moeder zo weinig gaf om wat ze doormaakte en haar vader blind was voor wat er met haar aan de hand was. In de situatie die ze beschreef verscheen mevrouw Brittany, die, te oordelen naar Sheena’s verhaal, snel de touwtjes in handen nam zodra ze doorhad wat er gebeurde.
‘Het was de eerste keer dat ik oma zag optreden als een machtige koningin.’
‘En je hoort nooit meer iets van je ouders?’
‘Nee. Maar ik denk vaak aan ze,’ bekende ze. Toen ik zweeg, voegde ze eraan toe: ‘Maar ik ben blij voor oma.’
‘Na je verhaal te hebben gehoord, denk ik dat ik bijna net zo blij ben voor haar als jij,’ zei ik. Ze glimlachte.
‘Ik hoop dat als je voor haar gaat werken, je me niet zult vergeten.’
‘Natuurlijk niet. En je zult me komen opzoeken, waar ik ook ben.’
‘Meen je dat?’
Misschien moest ik niets beloven zonder het eerst met mevrouw Brittany besproken te hebben, dacht ik.
‘Laten we voorlopig alleen maar aan prettige dingen denken,’ zei ik, om haar tot rust te brengen.
Ze knikte, en we reden verder, beiden in de ban van onze eigen angst voor wat de toekomst zou brengen.
In de dagen daarop, met mevrouw Brittany’s zegen, werden Sheena en ik zo intiem alsof we zusjes waren. Bijna elke roman die professor Marx wilde dat ik las, had zij al gelezen, en ze was altijd bereid erover te discussiëren. Dat omvatte ook toneelstukken. Ze was werkelijk heel intelligent en had er zoveel plezier in haar kennis met mij te delen, dat ik niet anders kon dan zelf te willen leren en begrijpen. Wat een leerling had ik kunnen zijn als ik met haar bevriend was geweest toen ik naar school ging, dacht ik.
We hadden toestemming om samen uit eten te gaan, en mevrouw Brittany had haar beloofd dat we binnenkort naar een bioscoop mochten. Al was het waar dat ze door mijn vriendschap een nieuwe uitstraling en joie de vivre kreeg, profiteerde ik er bijna net zoveel van als zij. Voor het eerst in mijn leven had ik een echte vriendin.
Onze winkeltochten met mevrouw Brittany waren misschien wel onze gelukkigste momenten samen. Na de eerste keer shoppen in Manhattan was ik verbijsterd over het geld dat mevrouw Brittany uitgaf om mijn garderobe te starten, en het plannen van een volgende inkooptoer was altijd aanleiding tot veel opwinding en verwachting. Niet alleen om wat ze zou kopen voor mij en Sheena, maar ook de modezaken waar ze ons mee naartoe nam.
We vlogen in een privéjet naar Palm Beach om te shoppen op Worth Avenue, of gingen naar Boston of Chicago voor een of andere designer van wie mevrouw Brittany gehoord had. Soms kreeg ze een foto gestuurd, of zelfs een hele map met de nieuwste modellen. Er was altijd wel iets bij dat ze me wilde laten passen. Ze nam ons mee naar modeshows en veel privéshows in New York. Mensen die ze vertrouwde kwamen terug met foto’s van kleding die ontworpen was in Europa en het Verre Oosten.
Een van haar geliefde ontwerpers, Pierre Beaumont, kwam uit Parijs voor een verblijf in het landhuis en liet mannequins overkomen om sommige creaties van hem te tonen. Mevrouw Brittany wilde dat ik naar hem luisterde en leerde wat kleren zo mooi en aantrekkelijk maakt. Hij was goed op de hoogte van de geschiedenis van de mode. Ik leerde veel van hem tijdens onze lunches en diners samen.
Ik had de indruk dat de hele wereld haar op haar wenken bediende. Sheena had gelijk toen ze haar beschreef als een koningin. Ze kon de telefoon oppakken en rechtstreeks bellen met zoveel belangrijke mensen of een of andere beroemdheid die iets met glamour te maken had.
Soms had ik ’s avonds, na een hele dag training en aandacht voor iets cultureels, het gevoel dat ik op een ander niveau van onze planeet was beland, een niveau ver boven de gewone wereld waar mensen als mijn ouders leefden. Het begon tot me door te dringen wat Camelia en Portia me probeerden te vertellen, waarom ze zich zo bijzonder voelden en zo bijzonder waren.
‘Als je slecht denkt over jezelf, zul je anderen ertoe brengen hetzelfde te denken,’ zei mevrouw Brittany. ‘Je mag niet zo arrogant zijn dat anderen zich minderwaardig gaan voelen. Ook al zijn ze dat,’ voegde ze er met een glimlach aan toe. ‘Je wilt dat ze je bewonderen om je zelfvertrouwen, maar ook om het respect dat je voor ze laat blijken. Ze zullen het niet hardop zeggen, maar ze zullen zich gelukkig gevoelen als je hen respectvol behandelt, en daarvoor hoef je niet eens superieur over te komen of te handelen. Begrijp je?’
‘Ja,’ zei ik. ‘Ik begrijp het.’
Ze keek naar me met die blik die me zei dat ze me geloofde. Onwillekeurig kreeg ik het gevoel dat ze er niet alleen vertrouwen in had dat ik een van haar meisjes kon zijn, maar ook een oprechte genegenheid voor me had opgevat. Misschien was het wishful thinking, maar het hielp me om aan de gang te blijven, harder te studeren, meer te lezen, elke taak te volbrengen die me werd opgedragen en de bewondering te oogsten van elke docent of gentleman aan wie ik werd voorgesteld. Het ging allemaal zo goed dat ik me niet kon voorstellen dat iets me zou kunnen beletten zo succesvol te zijn als ze me had beloofd.
Misschien was ik daarom nu wat te arrogant. Dat was ook iets waarvoor ze me altijd had gewaarschuwd. Ze beschreef het als koorddansen boven de afgrond.
‘Zolang de koorddanseres haar blik naar voren gericht houdt, gaat alles goed, maar als ze vol trots omlaag kijkt om te zien hoe hoog ze is, raakt ze haar evenwicht kwijt. Ik wil dat je je dat herinnert.’
Ik kon het alleen mezelf verwijten dat ik dat vergat.