13. Liefdadigheid

Het belangrijkste wat ik voor Diana gedaan heb is haar leren om anderen te genezen. Dat stelde haar in staat om echte troost te brengen aan de vele honderdduizenden ernstig zieke mensen die ze ontmoette.

Ik geloof dat ze ook heeft geholpen om de manier te veranderen waarop heel veel mensen de wereld zien, en tegelijkertijd de Britse monarchie heeft gedwongen om haar eigen tekortkomingen onder ogen te zien. De koninklijke familie is nog steeds bezig om de lessen te verwerken die zij ze heeft geleerd, maar één ding is zeker: ze kunnen nooit terug naar hoe het vroeger was. Daar heeft Diana voor gezorgd.

Vóór Diana's tijd werd van de vrouwelijke leden van het Britse koninklijk huis verwacht dat ze goedgekleed, fatsoenlijk, bescheiden, elegant en welgemanierd waren. Ze mochten hun handen niet vuilmaken aan zwaar werk omdat men geloofde dat dat de illusie van hun rang zou aantasten. 'Denk aan je positie' is een kreet die al eeuwenlang weerklinkt. Er werd verwacht dat ze dat voortdurend deden. Gewone arbeid zou de sluier van het koninklijk mysterie hebben opgelicht. Zelfs gewone, menselijke emoties moesten beheerst worden. Pijn, vreugde, rouw of verdriet laten zien werd beschouwd als 'onwaardig'.

Diana moest daar niets van hebben. Ze was een jonge, moderne vrouw die reageerde zoals haar hart haar ingaf, en niet hoe de gewoonte voorschreef.

Als ze blij was, lachte ze - openlijk, ongegeneerd, op een ontwapenende manier die charmant was en iedereen betoverde die haar ontmoette. Als ze ongelukkig was, liet ze haar gevoelens zien; als ze iemand zag die fysieke pijn leed of emotionele steun nodig had, deed ze wat ze kon om die te geven. Daar was niets berekenends of vooropgezets aan. Ze zei vaak tegen me: 'Er is zo weinig tijd, dus je moet doen wat je kunt en tijd maken voor andere mensen. Want zonder hen kunnen we niet leven - we kunnen hooguit bestaan.'

Ze paste die houding ook toe in haar liefdadigheidswerk. De charitatieve instellingen waarmee zij te maken kreeg dachten dat ze gewoon een boegbeeld zou zijn (net als de rest van de koninklijke familie). Wat ze in plaats daarvan kregen was een beschermvrouwe die oprecht betrokken was.

Niets was te laag of te nederig voor haar. Ze omhelsde mensen die lepra of aids hadden. Ze knuffelde de gewonden en de zieken, en anders dan de koningin droeg ze geen handschoenen. Diana was zo toegewijd aan haar werk, dat ze leerde haar opmerkelijke gaven om te genezen te kanaliseren, zodat ze kon helpen.

Terwijl ik haar leerde mediteren begon ik haar te trainen om haar energie naar degene te laten stromen met wie ze in contact stond. Dat kreeg ze snel onder de knie, en toen ze het eenmaal kon, oefende ze op iedereen - haar zonen William en Harry, haar vrienden en de mensen die ze ontmoette bij haar liefdadigheidswerk. Ze deed het ooit een keer op Kensington Palace bij mij, toen ik veel last van mijn rug had, en het hielp de pijn echt te verlichten. Het duurde ongeveer een kwartier, en als ze langer was doorgegaan zou ik in slaap gevallen zijn op de vloer.

Als ik werk houd ik mijn handen een stukje bij de patiënt vandaan. Diana had ze liever dichterbij. Ze raakte graag mensen aan en zei me dat ze als kind altijd aankroop tegen degene die haar in bed voorlas, omdat ze hield van het gevoel van menselijk contact. Bij haar bezoeken aan ziekenhuizen en gasthuizen pakte ze de hand van de patiënt en keek in zijn ogen, zodat ze haar energie en liefde kon voelen stromen. Ze legde uit: 'Niets doet me meer plezier dan proberen om de kwetsbaarste leden van de samenleving te helpen. Dat is mijn eigenlijke doel in het leven - het is mijn bestemming.'

Haar eigen vroegere ongeluk gaf haar inzicht in de problemen van anderen. Carl Jung, een van de grondleggers van de moderne psychotherapie, merkt op in het boek The Wounded Healer of the Soul: 'De arts is alleen effectief als hijzelf ook heeft geleden. Alleen de gewonde arts kan helen. Maar als de arts zijn persoonlijkheid als een harnas draagt, heeft hij geen effect.'

Haar ervaringen hebben Diana zeker littekens bezorgd, maar ze ontdekte dat ze haar ook in staat stelden om mee te voelen met de problemen van anderen. Toen ze bijvoorbeeld een tehuis voor mishandelde vrouwen bezocht, begon ze te begrijpen dat zij niet de enige was die leed onder een relatie, en dat inzicht was een keerpunt.

Haar eigen kwetsbaarheid raakte vaak een gevoelige snaar. Zonder dat ze het bewust probeerde, werd ze een voorbeeld voor vrouwen met moeizame relaties. Ze zagen hun problemen terug in de hare en haalden kracht uit de manier waarop ze weigerde het onderspit te delven en terugvocht, moedig en met haar kin in de lucht. Ze werd een rolmodel voor alle vrouwen en daardoor ging ze waarderen hoe ze anderen kon helpen, door gewoon door te gaan en niet te buigen voor de druk die op haar werd uitgeoefend. Als de gelegenheid zich voordeed, wist Diana dat ze kon helpen, op een praktische, directe manier.

Ze zei niet tegen mensen dat ze probeerde om ze te genezen; ze liet het gewoon gebeuren. Ik denk dat ze meestal niet eens merkten wat ze probeerde te doen, maar ik twijfel er niet aan dat het heel gunstig werkte. Als ik haar dit in Kensington Palace met haar zonen en een paar patiënten zag doen, kon ik het verschil merken. Diana liet ze stralen.

Lucia Flecha de Lima was dat met me eens. Ze herinnerde zich: 'Mijn man kreeg in Washington een ernstige beroerte, en toen ik dat tegen prinses Diana zei nam ze natuurlijk het eerste vliegtuig uit Londen om ons op te zoeken.' Lucia en haar zoon hadden allebei contact met hem geprobeerd te maken toen hij met gesloten ogen in bed lag in het ziekenhuis, maar zonder succes. 'En toen zei Diana: "Mag ik het proberen?" en ik zei: "Natuurlijk."' Toen Diana zijn naam zei 'deed hij zijn ogen open en kwam hij bijna overeind. Dit is echt gebeurd, ik overdrijf niet. Ik denk dat ze heel bijzondere krachten had.'

Er zijn een heleboel foto's waar de prinses met gesloten ogen en haar geest gespitst in concentratie op staat, terwijl ze probeert om haar genezende kracht te kanaliseren naar de zieken en gewonden. In Bosnië zag de bekroonde Britse buitenlandcorrespondent Christina Lamb haar de hand vasthouden van een kind wiens ingewanden uiteengereten waren door een landmijn. Lamb schreef na afloop dat 'het meisje tegen haar pijn vocht om me te vragen of de mooie mevrouw een engel was'.

Diana was geboren met een buitengewoon talent dat lag te wachten om wakker geroepen te worden. Tegen 1996, toen ze voor het eerst in haar leven helemaal zelf de touwtjes in handen had, kon ze veel mensen troost en bemoediging bieden.

De prinses kreeg daar destijds nauwelijks aandacht voor. Iedereen leek zich te concentreren op haar negatieve aspecten. In plaats van te zien hoe betrokken ze was, beschuldigden ze haar ervan dat ze het voor de publiciteit deed. Dat was ten enen male niet waar. Ik ging vaak naar haar toe als ze terugkwam na een dag werk en dan was ze zo uitgeput dat alleen huilen haar kon opluchten. Ze was altijd onder de indruk van wat ze gezien en beleefd had en was vastbesloten om iets te vinden waarmee ze kon helpen.

Haar bezoekjes aan de ziekenhuizen 's avonds laat moesten geheim worden gehouden. Ze legde ze zeker niet af om zichzelf te promoten of een goed gevoel te geven. Ze wist hoe frustrerend het is om alleen te zijn in een ziekenhuis. Personeel en patiënten waren altijd verrast en heel blij om haar te zien. Ze deed er altijd luchthartig over en zei: 'Ik kwam alleen maar even kijken of er nog meer mensen zijn die niet kunnen slapen!' Hoewel Diana de voordelen inzag van formeel bezoek en opgewonden werd als het geld binnenstroomde bij haar liefdadigheidsinstellingen, deed ze die onofficiële bezoekjes veel liever. Dan kon ze met mensen praten en meer horen over hun ziekte en hoe ze zich voelden, op een heel gewone manier, zonder dat horden mensen elk woord wat ze zei noteerden. Ze probeerde geen leegte te vullen. Andere mensen helpen was geen therapie: ze legde zich erop toe uit altruïsme.

Ze was ook heel nieuwsgierig, en omdat ze van alles het naadje van de kous wilde weten, sloeg ze verschillende bypassoperaties door sir Magdi Yacoub gade. Eén keer, in april 1996, verscheen ze in het Harefield Hospital en ontdekte ze dat Sky TV klaar zat in de operatiekamer. Ze wist niet dat er televisiecamera's bij zouden zijn, maar tegen die tijd was ze zo gewend aan media dat ze zich niet liet storen. Ze zei tegen me: 'Het kon me niet schelen.' In plaats van boos te worden, concentreerde ze zich op wat ze in boeken had gelezen en wat er op de operatietafel gebeurde. Dit was een kwestie van leven en dood, en dat vond ze altijd interessant. Ze leerde veel van de ingrepen. En als gevolg van het zien van zulke operaties begon ze serieus te hardlopen. 'Ik vond het zo verschrikkelijk om die dichtgeslibde aderen te zien,' legde ze later uit. Ook hoopte ze dat haar aanwezigheid het werk van haar vriend, de chirurg sir Magdi, zou bevorderen.

Ondanks dat kreeg ze een heleboel bijtende kritiek over zich heen omdat ze zich had laten filmen tijdens de operatie. De koningin was 'sprakeloos'. Ze begreep gewoon niet waarom haar schoondochter zoiets 'gruwelijks' wilde zien. De diehards aan het hof liepen achter hun koningin aan en grepen de kans aan om de prinses te kleineren. Ze waren behoorlijk geschokt door de sympathie die Diana had opgeroepen tijdens de scheiding, en als wraakoefening probeerden ze haar nu neer te zetten als onstabiel persoon met een morbide belangstelling voor andermans lijden. De vrienden van prins Charles droegen hun steentje bij door verhalen te laten uitlekken naar de pers die de prinses in een slecht daglicht zetten.

Het was schandalig dat ze dat deden, maar ze waren in paniek - door haar hartelijke en actieve betrokkenheid bij anderen stak de rest van de koninklijke familie afstandelijk en ongevoelig bij haar af.

Op haar beurt begreep Diana niet waarom de leden van de koninklijke familie altijd zo vlak deden en nooit lieten zien wat ze voor anderen voelden. Ze had vooral kritiek op prinses Michael van Kent.

Diana had vanaf het moment dat ze elkaar leerden kennen al een hekel aan haar, en het feit dat ze buren waren in Kensington Palace was een garantie voor het voortbestaan van hun vijandigheid. Wat Diana ook van Camilla vond, het was niet zo erg als wat ze dacht over Marie-Christine. In haar opvatting was zij 'ruimteverspilling'.

Ze liet me een kerstkaart zien van Marie-Christine en haar man prins Michael, de neef van de koningin. Het was een foto van hen tweeën op een heuvel met de prinses, die veel langer is, achter hem, wat het verschil in lengte nogal benadrukte. 'Je kunt wel zien wie hier de broek aan heeft!' verklaarde Diana.

Ze spotte altijd met haar in Australië opgegroeide buurvrouw, wier verheven ideeën over status de koningin een keer tot de opmerking bewogen: 'Zij staat zo ver boven ons.' De vader van Marie-Christine, baron Gunther von Reibnitz, had in Hitlers pantserdivisie gediend bij de invallen in Polen en Rusland, en hij had de rang van majoor gehad in de elite-SS. Een aantal van prins Philips Duitse kennissen had veel nauwere banden gehad met de nazi's. Maar ondanks het feit dat de SS-rang van Von Reibnitz maar een eretitel was geweest en hij op geen enkele manier in verband gebracht kon worden met moordzuchtige gruweldaden die Hitlers Pretoriaanse Garde had begaan, had zijn dochter toch een stigma opgelopen - en om die reden noemde Diana haar 'de SS' of 'de Wehrmacht'. Als ze zin had om in de tuin van Kensington Palace te wandelen, keek Diana uit het raam en zei: 'De Waffen-SS rukt uit,' en één keer deed ze zelfs de paradepas recht voor de ogen van Marie-Christine.

'Even de benen strekken,' legde Diana uit toen ze voorbij kwam en haar benen hoog de lucht in gooide. Marie-Christine reageerde door Diana voortaan 'dat stomme buurmeisje' te noemen.

Het werd een echt gevecht. Prinses Michael hield Burmese raskatten. Om ze te beschermen tegen de ongewenste aandacht van loslopende straatkatten, zette ze vallen in de tuin van Kensington Palace die later werden weggehaald door de dierenbescherming. Diana kroop bij zonsopgang vaak door de bosjes om de gevangen katten vrij te laten, en een keer liet ze in hun plaats een speelgoedkat op batterijen achter, die miauwde als een echte.

Diana stond gewoonlijk vrij onverschillig tegenover katten, maar die van Marie-Christine vond ze eng. Ze waren koel, arrogant en uit de hoogte en ze zetten heel snel hun stekels op - net zoals hun vrouwtje, zei Diana. Ze klaagde altijd als ze door haar raam naar binnen sprongen, maar Marie-Christine antwoordde alleen maar: 'Zij waren hier vóór jou.' Op een ochtend sprong er een kat door het raam van Diana's appartement en ging meteen op mijn schoot zitten spinnen. Diana riep onmiddellijk haar butler, Paul Burrell, en vroeg hem een doos te zoeken zodat ik hem mee naar huis kon nemen. Ik vroeg wiens kat het was en toen ze zei: 'Van de SS,' zei ik: 'Die ga ik echt niet mee naar huis nemen; ze is gechipt!'

Diana's houding lijkt misschien eerder kinderachtig dan gemeen. Maar de vete ging dieper dan streken uithalen. Personeelsleden op Kensington Palace die een probleem hadden, gingen altijd naar Diana toe, die deed wat ze kon om te helpen. Ze nam hun klachten op met een apparaat dat ze van Sony gekregen had. Een aantal tapes, waaronder die waarop een lakei zich beklaagt over verkrachting door een personeelslid van prins Charles, verstopte ze zorgvuldig in haar appartement. Andere nam ze mee om ze af te spelen voor haar juridisch adviseurs, onder wie graaf Mischon en Anthony Julius, die haar scheiding behartigd had. Ze was te onschuldig om te beseffen dat haar rekeningen steeds als ze een van beiden consulteerde, verder opliepen. Maar zelfs toen de rekeningen in de brievenbus vielen (en ze waren heel hoog, wat haar verschrikkelijk irriteerde), bleef ze ze consulteren namens het personeel van Kensington Palace.

Julia Dias, het kamermeisje van prinses Michael, vroeg haar om raad. Ze had borstkanker - en ze beweerde dat ze onmiddellijk ontslagen was door Marie-Christine, die nota bene beschermvrouwe van de Breast Cancer Research Society was.

Diana vroeg Julia op de thee en nam het hele verhaal op. Ze speelde de tape later voor me af, en we luisterden er in tranen naar. Diana nam de opname mee naar een van haar advocaten, die prinses Michael liet weten dat als Julia Dias inderdaad ontslagen was, de prinses voor het gerecht gesleept kon worden wegens oneigenlijk ontslag.

Prinses Michael ontkende met kracht dat ze het kamermeisje ontslagen had toen ze ziek werd, en ze bracht ertegenin dat ze haar juist geholpen had met haar doktersrekeningen. Ze hield vol dat Julia ontslag had willen nemen en daarom uit het appartement moest dat bij de baan hoorde. Julia, haar man en hun zoon moesten hun huis uit en ze stierf drie jaar later aan kanker. Diana bleef tot het einde toe contact met haar houden, wat haar relatie met de buurprinses niet ten goede kwam.

Tegen die tijd kon ze ook niet meer goed overweg met de meeste andere vrouwen in de koninklijke familie. Haar zelfvertrouwen was in de loop der jaren gegroeid, en ze was niet meer de onzekere jonge vrouw van vroeger die zo hard probeerde in de familie te passen. Nu was ze zelfstandig en zelfverzekerd genoeg om ze te beoordelen op wat ze echt vond - en ze vond ze tekortschieten. Ze waren te afstandelijk, te veel bezig met zichzelf, zich te bewust van hun 'positie', te ongevoelig voor het leed van anderen, om de goedkeuring te verdienen van de door en door moderne Diana.

De uitzondering was de hertogin van Kent. Net als Diana kwam ze uit een oude familie van Engelse aristocraten, wat in haar geval extra pikant was omdat een van haar voorouders Oliver Cromwell was, die in 1649 de belangrijkste aanzet gegeven had tot de executie van koning Charles I. Net als Diana had ze het verschrikkelijk moeilijk gevonden om haar plaats te vinden in de koninklijke familie.

Ze raakten bevriend toen Diana zich verloofde met de prins van Wales en de voormalige Kate Worsley haar door het mijnenveld van het geheimzinnige protocol leidde. Hun vriendschap bleef. 'Ik begreep Diana heel goed, om voor de hand liggende redenen,' herinnerde de hertogin zich. 'Ik begreep haar problemen net zo goed als het plezier, en we hielden contact door dik en dun.'

Ze waren allebei mooi en elegant, maar het was hun compassie die ze samenbracht. Diana omschreef haar als het op één na beste na een heilige, en wat de prinses betrof stond ze op gelijke hoogte met Moeder Teresa.

Omdat de traditie de hertogin verbood om te hebben wat in de moderne wereld 'een echte baan' heet, was ze betrokken bij verschillende liefdadigheidsinstellingen. Maar net als Diana had ze geen zin om alleen maar een naam op het briefhoofd te zijn en stond ze erop het echte vuile werk te doen. 'Ik heb nooit van beperkingen gehouden,' legde Kate uit.

Diana was precies zo. Ze vond het makkelijker om te gaan met mensen uit een andere sociale klasse, niet vanwege een soort omgekeerd snobisme, maar omdat ze het gevoel had dat de meeste mensen die ze kende, onder wie sommige vrienden, erg egocentrisch en leeghoofdig waren. Waar waren ze als ze hen nodig had?

Ze begreep dat mensen hun tijd ook aan andere dingen moesten besteden, maar zij was bereid om alles uit haar handen te laten vallen als er een kind ziek was of een vriend om hulp belde. Dat doe ik ook, en dat is een van de redenen dat we zo goed met elkaar overweg konden. Op een dag werd ik opgebeld door een vrouw die zei dat haar baby blauw rond de mond werd. Ik haastte me erheen, voerde een korte genezende behandeling uit en het kind begon te spugen. Dat redde haar het leven, want het kind bleek allergisch te zijn voor melk. Ook de hertogin zette zichzelf altijd op de tweede plaats, en Diana sprak met ontzag over de dag dat ze haar vergezeld had op haar ronde door het ziekenhuis - ze had een schort omgedaan, haar mouwen opgerold, een patiënt op bed gewassen en de ondersteek geleegd, zonder zich een moment te bedenken.

'Ze is het enige lid van de koninklijke familie dat ik ooit zoiets heb zien doen,' zei Diana tegen me. 'Ze was heel praktisch, net als een verpleegkundige.'

Diana had haar koninklijke zielsverwant graag willen overtreffen, maar ze bekende dat ze het eng vond om een bejaarde patiënt te wassen, omdat ze bang was ze pijn te doen aan eventuele doorligwonden. Kate was pragmatischer en begon gewoon aan de klus.

Als minder belangrijk lid van het koninklijk huis trok de hertogin niet zoveel aandacht als Diana. Maar de onafhankelijke manier waarop ze haar liefdadigheidswerk opvatte bleef niet onopgemerkt door de familie. Eerst werd ze stilletjes afgedaan als 'excentriek'. Toen ze zich bekeerde tot het rooms-katholicisme, een religie die verboden is in de koninklijke familie (haar zwager prins Michael had zijn recht op de troon moeten opgeven om met Marie-Christine te trouwen), trok men geringschattend de wenkbrauwen op. En toen ze een tijdlang leed onder een slechte gezondheid, kreeg ze de wrede bijnaam 'krankzinnige Kate'.

Maar Diana noemde haar nooit zo. Ze zei tegen me: 'Kate is een van de meest altruïstische personen die ik ooit heb ontmoet.' Als ze haar vergeleek met de andere prinsessen, zei Diana: 'Haar waarden zijn humanitair. De hunne zijn materialistisch.'

Kate Kent was altijd bescheiden over het werk dat ze deed voor de zieken en de stervenden. 'Een levensbedreigende ziekte is echt een privé-zaak en ik vind het respectloos en ronduit verkeerd om je op te dringen op zo'n moment,' zei ze. Ze zat op dezelfde lijn als Diana met haar overtuiging dat 'elk mens met respect en waardigheid behandeld moet worden'.

Haar zorgen gingen vooral uit naar jonge mensen. Ze was gezegend met een prachtige stem (ze had op haar dertiende in het York Minster gezongen) en ze zong voor de terminaal zieke jongeren in de verpleeghuizen die ze bezocht. Ze ging ook regelmatig langs in een vervallen volkshuisvestingsbuurt in Humberside, waar ze gadesloeg hoe de jeugdcriminaliteit die voortkwam uit armoede bestreden werd.

Dat was een interessegebied dat Diana sterk bezighield. Ze was dol op kinderen en ze had kindertekeningen aan de muren van haar kleedkamer en badkamer in Kensington Palace. Een aantal ervan hadden William en Harry gemaakt. Eentje was een waterverfschilderij van een helderblauw huis met mamma ervoor, luciferslank met heldergeel haar, en een glimlachende pappa naast haar. Het was een krachtige herinnering aan het feit dat er tijden waren geweest dat Charles en Diana samen gelukkig waren. Ze waren gemaakt toen de jongens klein waren en ze was er erg trots op.

Maar ze koesterde niet alleen het werk van haar eigen zonen. Elke dag kreeg ze tekeningen van kinderen van over de hele wereld. Ze gooide ze nooit weg maar borg ze altijd veilig op, lijstte ze in of hing ze achter glas. Het onderwerp, zo eenvoudig maar toch zo vol levenslust, was fascinerend voor mij, en duidelijk ook voor haar. Toen ik haar vertelde hoe ongelooflijk ik ze vond, antwoordde ze: 'Daarom bewaar ik ze ook.'

Een aantal van de schilderijen en tekeningen was haar gegeven door de kinderen van het Great Ormond Street Hospital for Sick Children in Londen. Ze kwam daar heel graag en zo vaak als ze kon. Ze kleedde zich zorgvuldig en trok altijd dingen aan die hun aandacht zouden trekken, bijvoorbeeld een hangertje dat ze konden grijpen of ermee spelen. Ze ging altijd op haar hurken zitten als ze met kinderen of ouderen sprak, zodat ze hen recht in de ogen kon kijken. Ze wilde zo dicht mogelijk bij ze zijn om de onzichtbare barrière te slechten die prinsessen omgeeft. Dat deed ze instinctief. Ze voelde aan dat hoe dichter ze bij iemand was, hoe minder die zich liet intimideren door de vooroordelen over hoe een prinses was. Het is moeilijk om stijf van ontzag te blijven staan als iemand je hand vasthoudt of haar wang tegen de jouwe wrijft. Het doorbreekt de grenzen en maakt alles persoonlijk; en het zorgde dat Diana kon doen waar ze zo goed in was, namelijk haar genezende energie in elk kind dat ze vasthield laten stromen.

Later vertelde ze me altijd wat er was gebeurd, en praatte ze over de gevallen die haar interesseerden. Ze nam haar zorgen mee naar huis en het hielp als ze erover praatte. Het was emotioneel en fysiek heel uitputtend voor haar, omdat ze er zo persoonlijk bij betrokken raakte. Ik luisterde en als ze de situatie geschetst had, stelde ik altijd een paar dingen voor. Ze wilde niet alles op zijn beloop laten en de liefdadigheidsinstelling ervoor laten opdraaien. Ze wilde zelf direct in actie komen.

Als het probleem medisch was, staken we de koppen bij elkaar en probeerden we een oplossing te bedenken. Als iets haar echt van streek bracht, deed ze haar best om de topspecialist te vinden - en die vond ze meestal. Ze had natuurlijk toegang tot mensen aan de top. Ze kon sir Magdi Yacoub of dr. Christiaan Barnard bellen om te vragen waar het medische probleem het beste aangepakt kon worden, of dat nu in Zuid-Afrika, de Verenigde Staten of Groot-Brittannië was.

Sommige kwesties inspireerden haar extra, en die gaf ze haar volle aandacht. Lepra bijvoorbeeld. Ze had op school geleerd dat lepra jaren geleden al was uitgeroeid. Ze zei tegen mij: Als je al die boeken leest, denk je dat lepra niet meer bestaat. Ik dacht dat het uitgeroeid was. Maar dat is niet zo, het bestaat nog. Vijftien miljoen mensen op aarde lijden nog aan die ziekte.'

In Indonesië greep ze de resten van een hand van een leprapatiënt. Je kon de fotografen zien terugdeinzen bij de gedachte dat ze besmet zou raken met de ziekte. Maar Diana wist wel beter - ze had gelezen dat lepra bij de eerste aanraking niet besmettelijk is en genezen kan worden met moderne medicijnen. Toen het beeld overal op de voorpagina's kwam, maakte dat een diepe indruk. Zoals dominee Tony Lloyd, directeur van de Lepra Mission, opmerkte: 'Daarmee hebt u meer gedaan aan het stigma op lepra bij het grote publiek dan wij in honderdtwintig jaar.'

Aids is vergelijkbaar met lepra in het opzicht dat het de diepste angsten raakt. In hun onwetendheid dachten velen (en denken velen nog steeds) dat aids overgebracht kan worden door een simpele aanraking - dat is een menselijke reactie op angstaanjagende zaken die niet zo gemakkelijk te begrijpen zijn.

Diana beschouwde het als haar plicht om de sluier van angst weg te trekken. Ze legde uit: Als het in mijn macht ligt om de positie van lijdende mensen in de maatschappij te veranderen, dan moet ik dat doen.'

Ze had gelezen over de ellende van de aids-wezen in de Wall Street Journal. En toen ze in 1989 in Amerika was stond ze erop om een ziekenhuis in de New Yorkse wijk Harlem te bezoeken, waar ze gefotografeerd werd met een seropositief kind in haar armen. De volgende dag publiceerde de New Yorker een artikel waarin de politieke machthebbers in Washington werden aangevallen. Het stelde de vraag waarom er een Britse prinses voor nodig was om aandacht te vragen voor een Amerikaans probleem. Haar inspanningen hadden het beoogde effect, en dat moedigde haar aan om door te gaan. Terug in Engeland bezocht ze aids-slachtoffers en gaf ze ze een grap, een lach en een vriendelijke aanraking. Het was grotendeels haar verdienste dat er meer begrip en veel meer sympathie voor aidspatiënten kwam.

Op 11 december 1995, zeven dagen voordat ze de brief ontving waarin de koningin om een scheiding verzocht, werden haar inspanningen beloond met de Humanitarian of the Year Award. Deze werd aan haar uitgereikt door de voormalige Amerikaanse minister Henry Kissinger, tijdens een benefietdiner in het Hilton Hotel in New York. In haar dankwoord zei Diana: 'Gewoon vriendelijk zijn is alles wat de wereld nodig heeft.'

Het was een hele eer, maar Diana vond het gênant. Het was niet alleen uit bescheidenheid dat ze zei: 'Dit verdien ik helemaal niet.' In haar ogen was doen wat ze kon op zichzelf geen prestatie - het werd pas een prestatie als de situatie werd rechtgezet.

Omdat ze niet voldoende positieve resultaten boekte, kondigde ze in juli van het jaar daarop aan dat ze ruim honderd van haar liefdadigheidsprojecten opgaf om zich nog maar op zes te concentreren: het Royal Marsden Hospital, het Great Ormon Street Hospital for Sick Children, het English National Ballet, de Centrepoint Charity voor daklozen, de Leprosy Mission en de National Aids Trust.

Ze dacht lang en diep na voordat ze besloot om in haar verplichtingen te snoeien. We spraken er al maandenlang af en toe over, en ik zei tegen haar dat veel liefdadigheidsgeld nooit op zijn bestemming komt. Daar had ze geen idee van, en omdat ze Diana was, trok ze het zich aan. Ze vroeg al haar liefdadigheidsinstellingen om financiële verslagen. Toen ze ontdekte hoeveel geld er in 'administratie' ging zitten, raakte ze erg van streek. 'Een paar van deze instellingen gebruiken mij gewoon voor het geld,' klaagde ze.

Maar dat verminderde nooit haar vastbeslotenheid om te doen wat ze kon om de mensen in nood te helpen. Ze was altijd op zoek naar nieuwe projecten die konden profiteren van haar betrokkenheid. Haar aandacht werd getrokken door kindermishandeling en gedwongen prostitutie in Azië. We hadden beiden in een televisieprogramma gezien hoe kleine kinderen min of meer ontvoerd worden en dan gedwongen om hun lichaam te verkopen voor seks.

Diana zei tegen me dat ze wilde doen wat ze kon om dit gemene misbruik uit te roeien, dat voorkomt in India, Pakistan en vooral in Thailand. Het bleek een van haar laatste wensen te zijn. Ze had geen idee hoe ze het precies wilde doen en had nog geen plan, maar ze zou wel een manier hebben gevonden; daar twijfel ik absoluut niet aan. Als Diana iets in haar hoofd had, liet ze zich door niets tegenhouden. Zoals ze zei: 'Ik moet mijn macht gebruiken omdat ik hem heb,' en dat deed ze - ze vestigde de aandacht op een probleem en liet haar ongelooflijke genezende krachten los op de slachtoffers. Dat is ook precies wat ze deed in haar campagne tegen landmijnen.