Hoofdstuk 7
Als haar huwelijk goed was geweest, zou Julia het leuk hebben gevonden nog eens een bezoek te brengen aan de salon van Despoir, maar de gedachte aan de vragen waaraan ze onderworpen zou worden, vervulde haar met afschuw. Ze had al zo moeten huichelen tegenover de vrienden van Nigel dat ze, bij de gedachte dat ze dit ook bij haar eigen vrienden zou moeten doen, bijna besloot haar kleren ergens anders te kopen. Maar deed ze dat, dan zou Nigel vast en zeker naar de reden vragen, en ze wilde hem niet de voldoening geven te weten dat hun schijnhuwelijk haar net zoveel drukte als hem. Om deze reden alleen ging ze naar Despoir.
Angela was opgetogen dat ze haar weer zag en ze bekeek haar lang en kritisch. ‘Je bent magerder, lieverd, maar dat staat je wel. Ik ben blij dat je teruggekomen bent als cliënte. Nu zullen we je ook met veel respect moeten behandelen! Jackie! Stella! Komen jullie eens kijken wie er is.’
De twee meisjes kwamen de salon in en toen ze zagen dat er geen andere klanten bij waren, begroetten ze Julia heel uitbundig. Ze vroegen haar honderduit, en aan hun opgewonden gebabbel werd pas een eind gemaakt toen Despoir verscheen.
‘M’n beste Juliette!’ Hij liep met grote stappen het vertrek door en nam Julia’s hand in een ijzeren greep. ‘Je komt dus weer voor me werken?’ Hij keek haar stralend aan. ‘Je hebt toch zeker geen ruzie gehad met je man, hoop ik?’
‘Niet als ze het zich kan veroorloven hier als cliënte te komen,’ zei Jackie met haar liefste stemmetje.
‘Ik ben blij dat ik m’n baan nog steeds terug kan krijgen,’ lachte Julia, ‘ofschoon ik hem niet wil hebben.’
‘Wat een tragedie!’ zei Despoir.
‘Ik ben ervan overtuigd dat u me liever als cliënte hebt dan als mannequin,’ antwoordde Julia.
‘Maar natuurlijk!’ Despoir klapte in zijn handen. ‘Kom, Jackie. En jij ook, Stella. Laten jullie Juliette onze laatste creaties eens zien.’
Het was voor Julia een vreemde ervaring op een van de vergulde stoelen te zitten en toe te kijken, terwijl haar vriendinnen haar de prachtigste creaties toonden. Daar ze besloot Nigel aan zijn woord te houden, maakte ze ten volle gebruik van de rekening die hij voor haar had geopend en plaatste ze een bestelling die haar, alleen al door de prijs, enkele maanden tevoren met afschuw zou hebben vervuld.
Tegen de tijd dat alles uitgekozen was, waren er nog twee klanten binnengekomen en Angela fluisterde haar toe dat ze naar de paskamer moest gaan om met Jackie te praten, terwijl Stella en de mannequin die Julia’s plaats had ingenomen, zich met de zojuist gearriveerde klanten bezighielden.
De paskamer wekte zowel prettige als onprettige herinneringen op: de inspannende uren van het opmaken en het aan- en uittrekken van japonnen, de afschuwelijke ruzie met Claire, die gisteren nog voor zulke onverwachte reacties had gezorgd, en bijna het belangrijkste van alles, haar ontmoeting met Nigel.
Ze vroeg zich onwillekeurig af wat Despoir zou zeggen als hij wist dat zijn grapje, dat ze weer voor hem kon gaan werken, op een dag misschien ernstig door haar zou kunnen worden overwogen. Hoe ironisch om hier weer terug te keren als mannequin en misschien – als het lot werkelijk wreed zou zijn – kleding te showen voor het volgende meisje waarmee Nigel ging trouwen.
Jackie stormde op haar karakteristieke haastige wijze de kamer binnen en omhelsde Julia. Toen deed ze een stapje achteruit en nam haar met een warme blik op.
‘Goddank, eindelijk heb ik je voor mezelf,’ zei ze. ‘Vertel me eens, hoe voel je je nu als getrouwde vrouw?’
‘Niet veel anders dan ik me als mannequin voelde.’
‘Je dacht zeker dat ik dat zou geloven! Allemachtig, ik zou er alles voor over hebben om in jouw schoenen te kunnen staan. Niet om het geld, maar om Nigel. Ik heb een fantastische foto van hem in de krant gezien, toen hij na de verkiezingscampagne gekozen was. Ik zou zelfs zijn vrouw nog willen zijn, als hij geen cent bezat!’
Julia ging op het puntje van de tafel zitten en bood Jackie een sigaret aan. ‘Wanneer kom je eens bij me op bezoek?’
‘Zodra je de kans hebt gekregen een beetje tot rust te komen.’
‘O, ik ben al tot rust gekomen. Dat is geen excuus. Wil je niet bij me op bezoek komen?’
‘Wat een absurde vraag! Natuurlijk wil ik dat. Ik veronderstelde alleen dat je me liever niet wilde zien.’
‘Waarom?’
‘Omdat ik niet in het soort leven pas dat jij nu leidt. Zou jij weten wat je man tegen iemand als ik moest zeggen?’
‘Ik was net als jij toen hij met me trouwde.’
‘Jij was anders.’
‘Ik zie niet in waarom,’ protesteerde Julia.
Jackie glimlachte vaag. ‘Ik weet dat je geen cent bezat toen je hier kwam werken, maar toch was je geen meisje dat aan werken gewend was.’
‘Ik ben echt niet getrouwd vanwege het geld,’ antwoordde Julia.
‘Dat bedoel ik niet. Eerlijk, Julia, je moet weten wat ik bedoel zonder dat ik het nog duidelijker zeg.’ Jackie keek op haar horloge. ‘Hemel, ik moet opschieten! Ik heb een lunchafspraak.’
‘Een bijzonder iemand?’
Het gezicht van het meisje verzachtte. ‘Heel bijzonder. Hij is modeontwerper – pas voor zichzelf begonnen. Twee kamers en een atelier, meer niet. Maar het is althans een begin. Op een dag zal hij even goed zijn als Despoir – dat weet ik zeker. Ik zou graag willen dat je eens kennis met hem maakte, Julia — je zult weg van hem zijn.’
‘Dat ben jij zeker ook?’ Jackie knikte. ‘En houdt hij ook van jou?’
‘Dat schijnt zo.’ Jackie rommelde in haar tas en haalde er een gouden ring met een amethist uit. ‘Die heeft hij me gisteravond gegeven – als dat iets kan betekenen.’
‘O, Jackie, wat ben ik blij voor je!’ Julia omhelsde haar impulsief. ‘Ik weet zeker dat je vriend een schat is. Je vergeet niet me op de bruiloft te vragen, hè?’
‘Daar kun je op rekenen.’ De opgewektheid in haar stem werd gelogenstraft door Jackies vochtige ogen. ‘Ik reken op een geweldig huwelijksgeschenk van je!’
Julia begon te grinniken. ‘Zeg maar wat je wilt hebben.’
‘Ik wil alleen Joe hebben,’ klonk het antwoord. ‘Wanneer ik bij hem ben, heb ik nergens anders behoefte aan.’
Toen Julia even later buiten liep dacht ze na over hetgeen Jackie had gezegd. En ofschoon ze blij was om het geluk van haar vriendin, had ze toch een beetje te doen met zichzelf, omdat Jackie – die per slot zo weinig bezat – in feite zoveel meer had dan zijzelf.
Een paar dagen later moest Nigel zijn eerste toespraak in het Lagerhuis houden. Zoals afgesproken, was Julia bij de plechtigheid aanwezig. Maar haar dag was grandioos bedorven toen ze onder de belangstellenden ook Sylvia ontdekte. En haar woede steeg toen ze op een gegeven moment zag dat Nigel meer belangstelling voor de andere vrouw koesterde dan voor haar.
Na afloop speelde hij echter weer de gelukkige pasgetrouwde man om de schijn op te houden voor de anderen.
‘Nigel heeft fantastisch gesproken,’ liet Sylvia zich horen. ‘Maar ja, hij is ook in alles fantastisch.’
Julia kreeg een kleur en vroeg zich af of ze achter deze woorden soms dingen zocht die er helemaal niet waren. Als om haar echtelijke rechten te laten gelden, legde ze een hand op Nigels arm. ‘Zullen we nu thee gaan drinken, lieveling?’ zei ze. ‘Ik weet zeker dat je enorme dorst hebt.’
‘Dat heb ik inderdaad.’ Hij nam glimlachend afscheid van de mensen met wie hij had staan, praten en ging toen met haar mee. ‘Jij zult ook wel trek hebben in iets, veronderstel ik,’ zei hij tegen haar. ‘De lunch was helaas nogal aan de karige kant.’
‘De mijne niet,’ zei Sylvia, en ze glimlachte onschuldig tegen Julia. ‘Nigel was te zenuwachtig om te eten. Hij zat steeds op hete kolen.’
Opnieuw had Julia moeite om haar woede te onderdrukken. Hoe durfde Nigel te zeggen dat hij de schijn van een gelukkig huwelijk wilde ophouden, terwijl hij zo kortzichtig was om vooral op deze dag in het openbaar te lunchen met een andere vrouw? Sylvia’s gelaatsuitdrukking was spottend, alsof ze zich er terdege van bewust was wat er allemaal in Julia omging. Maar Nigel scheen niets ongewoons te merken, en terwijl hij zijn aandacht tussen de twee vrouwen verdeelde, liep hij met ze naar een terras.
Het thee-uurtje waarnaar Julia zo had verlangd, werd een bijna ondraaglijke aangelegenheid voor haar. Sylvia nam Nigel op het onbeschofte af in beslag, en pas nadat de maaltijd beëindigd was, deed de vrouw een poging ook haar bij het gesprek te betrekken.
‘Waarom kijk je zo ernstig, Julia? Je maakt je toch geen zorgen omdat je nu de vrouw van een Lagerhuislid bent?’
‘Ik ben gewend in de publieke belangstelling te staan,’ zei Julia, maar op hetzelfde ogenblik had ze al spijt van haar woorden toen ze de uitdrukking op Sylvia’s gezicht zag. Ze kleurde licht.
‘Het leven van een Lagerhuislid bestaat niet alleen uit party’s en andere prettige gelegenheden,’ grinnikte Nigel. ‘Als de zittingen dit jaar net zo erg uitlopen als vorig jaar het geval was, mag je blij zijn als je me eens per week ziet.’
‘Dat zou dan niet ongewoon zijn,’ merkte Julia droog op. ‘Sylvia is een erg veeleisende cliënte.’
Nigel kreeg een kleur, en Sylvia uitte een afkeurend lachje. ‘O hemel, maak alsjeblieft geen ruzie om mij.’
‘We maken geen ruzie,’ antwoordde Julia liefjes, ‘wat u hoort, is alleen maar een kibbelarijtje van twee tortelduifjes!’
Zo, die zat! Het allerminste wat ze kon doen, was een klap toebrengen aan Sylvia’s arrogantie. En als de vrouw aan het twijfelen kon worden gebracht over Nigels eigen versie van hun huwelijk, des te beter.
Nigel, die de spanning voelde, nam het gesprek over. ‘Ik geloof dat ik gastheer moet spelen voor de twee bestuitziende vrouwen op het terras!’ Hij keek naar Sylvia. ‘Dat pakje staat je beeldig, zeg. Je moet die kleur altijd dragen.’
‘Ik ben blij dat je er zo over denkt. Het is m’n lievelingskleur.’ Sylvia keek onderzoekend naar Julia. ‘Je ziet er ook aardig uit. Vind je ook niet, Nigel?’
Julia kreeg een kleur van ergernis. Ze schoof haar stoel naar achteren en stond op.
‘Ik hoop dat jullie me willen verontschuldigen, maar ik moet gaan. Ik ben al aan de late kant voor een andere afspraak.’ Zonder op een antwoord te wachten, draaide ze zich om en liep het terras af.
In de gang haalde Nigel haar in.
‘Waar is de brand, Julia?’ vroeg hij met gedempte stem. ‘Of is je afspraak werkelijk zo dringend?’
‘Ik heb geen afspraak,’ beet ze hem toe. ‘Maar als je soms denkt dat ik me door Mrs. Arundale laat beledigen, dan heb je het mis !’
‘Beledigen?’ Nigels stem klonk nu werkelijk geamuseerd. ‘Je hebt haar opmerkingen toch zeker niet als beledigend beschouwd? Ze waren volkomen onschuldig -’
‘Onschuldig!’ onderbrak Julia hem. ‘Zij en onschuldig!’
Even bleef het stil, toen zei Nigel: ‘Ik heb je in lange tijd niet zo boos gezien, Julia. Het staat je goed. Je moet vaker boos zijn, in plaats van je te beperken tot het tonen van je koelere emoties. Vandaag heb je voor het eerst gereageerd alsof je jaloers was.’
‘Jaloers?’ Ze draaide met een ruk haar hoofd naar hem toe. ‘Je verbeeldt je nogal wat!’
‘Ach, waarom ook niet?’
Hij nam haar abrupt in zijn armen, en terwijl hij zijn vingers als stalen klemmen om haar schouders sloeg, perste hij zijn mond op de hare. Even gaf Julia zich bij zijn aanraking gewonnen, maar toen maakte ze zich los. Het bloed gonsde in haar oren en haar lichaam trilde van hartstocht.
Nigel staarde haar met een vreemde uitdrukking in zijn ogen aan. ‘Je hebt zojuist gevoel voor me getoond,’ zei hij zacht. ‘Dat kun je niet ontkennen!’
‘Ik wil het ook niet proberen.’ Ze wendde haar blik af en probeerde haar stem niet te laten trillen. ‘Je bent een aantrekkelijke man, Nigel, maar vat -’ Ze aarzelde even en voegde er toen vlug aan toe: ‘Maar vat zuiver lichamelijke tekenen niet al te ernstig op. Het betekent niets anders dan dierlijke reactie.’
Alle kleur trok weg uit zijn gezicht. ‘Je hebt het kwetsen nog niet verleerd, hè?’
‘Ik ben precies zoals ik altijd ben geweest. Jij bent degene die anders dacht.’
‘Ik geef toe dat ik abuis was. Je bent nog even harteloos als je altijd bent geweest – ofschoon misschien een betere actrice. Daar straks op het terras wist je me even beet te nemen.’
‘Omdat je dacht dat ik jaloers was? Maar Nigel toch, is Sylvia’s aanbidding niet genoeg?’
Hij draaide zich abrupt om. ‘Ik zal je naar je taxi brengen. Je bent hier lang genoeg geweest.’