Hoofdstuk 6

Ofschoon Nigel haar tijdens hun korte verloving wel meer had gekust, was haar reactie altijd aangemoedigd door het besef dat ze toneel moest spelen. Maar vanavond had ze uit eigen vrije wil gereageerd, overweldigd door een hartstocht die al haar plannen dreigde te vernietigen. Hoezeer ze ook de wraaklust betreurde die haar ertoe had aangezet met hem te trouwen, ze was toch niet van plan om hun verhouding tot een echt huwelijk te laten uitgroeien – zelfs al wilde Nigel dit nog steeds. Daarom walgde ze van zichzelf omdat ze zo hartstochtelijk had gereageerd.

Ze sliep die nacht weinig, zich er scherp van bewust dat ze maar hoefde te roepen om hem naast zich te hebben. En wat zou er gebeuren als ze dat deed? Wat zou hun lichamelijke vereniging zijn? Een vleselijke bevrediging waardoor ze later nog meer van zichzelf zou walgen? Nee, zo mocht liefde niet zijn. Wanneer die kwam, moest het een totaal geven en een totaal aanvaarden zijn, met een herinnering eraan die even mooi was als de ervaring zelf. En met Nigel als minnaar zou dat nooit kunnen. De logica zou het verlangen altijd vernietigen, ervoor zorgen dat ze van zichzelf walgde omdat ze naar zo’n man verlangde.

De dageraad brak al aan toen ze tenslotte in slaap viel, en ze werd niet wakker voordat Hilda binnenkwam met haar ontbijt en haar vertelde dat Mr. Winster aan de telefoon was.

‘Ik hoop dat ik je niet wakker heb gemaakt?’ begon hij.’

‘Nee,’ loog ze, ‘ik lag in bed de krant te lezen.’

‘O, dan hoop ik dat je niet te moe bent om vandaag met me te lunchen?’

Ze aarzelde even, toen zei ze vlug: ‘Een fantastisch idee. Het zal me goed doen.’

‘Mooi, dan zie ik je om één uur in de Savoy Grill.’

Nigel had die nacht eveneens slecht geslapen en hij was vroeger beneden dan gewoonlijk. Hij brandde van verlangen om Julia weer te zien, want hij was vastbesloten eens ernstig met haar te praten. Ofschoon hij een drukke ochtend had, bleef hij speciaal daarvoor thuis. Toen Julia echter maar niet beneden kwam, trok hij zich geërgerd terug in de bibliotheek. Hij zat achter zijn bureau in een stapeltje papieren te rommelen toen Hilda hem kwam vertellen dat de lunch gereed was.

‘Is mijn vrouw al beneden?’ vroeg hij.

‘Die is een paar minuten geleden uitgegaan, meneer’ klonk het onpersoonlijke antwoord.

‘Voor een wandeling?’

‘Ik – dat geloof ik niet. Ik meen te weten dat mevrouw een lunchafspraak had met Mr. Winster.’

Nigel kon zijn woede nauwelijks verbergen. Ofschoon hij niet het soort man was dat er bezwaar tegen maakte dat zijn vrouw haar eigen vrienden had, koesterde hij instinctief een hevige afkeer tegen Winster. Zijn stemming werd niet verbeterd door het besef dat hij zijn oordeel eerder baseerde op gevoelens dan op feiten, iets waartoe iemand met een juridische opleiding absoluut het recht niet had!

Toen Julia de vorige avond van hem was weggelopen, was hij ervan overtuigd geweest dat ze dit deed omdat ze wist dat ze, als ze gebleven was, zich aan hem zou hebben overgegeven. Haar hartstochtelijke reactie, die feller was geweest dan hij ooit had meegemaakt, vertelde hem meer dan woorden dat haar gevoelens voor hem niet zo onpersoonlijk waren als ze hem wilde doen geloven. Het had hem al zijn zelfbeheersing gekost haar niet achterna te lopen naar haar slaapkamer en haar te smeken haar liefde voor hem niet te vergiftigen door wraakgevoelens. En alleen het feit dat hij wist hoe moe ze was, had hem daarvan weerhouden. Het was beter haar goed te laten uitrusten en de volgende morgen, wanneer ze allebei minder gespannen waren, met haar te praten.

Maar de ochtend was vruchteloos geweest. Julia had het huis verlaten zonder dat hij het in de gaten had gehad en hij was verplicht in zijn eentje te lunchen. Terwijl hij dit deed, bedacht hij wat hij bij Julia’s terugkeer allemaal tegen haar zou zeggen. Hij was aan zijn koffie toe, toen de telefoon rinkelde. Het was Sylvia Arundale, wier stem vlug en ademloos in zijn oor klonk.

‘Nigel, lieverd, wat fijn dat jij de telefoon beantwoordt! Ik had niet gedacht dat je thuis zou zijn. Ik bel alleen maar om Julia te bedanken voor het heerlijke feestje.’

‘Ze is er helaas niet. Ze is uit eten.’

‘Wat een energie! Als ik in haar schoenen had gestaan, zou ik uitgeteld zijn – tenzij het natuurlijk een heel speciaal iemand was.’ Sylvia zweeg even. ‘Toch ben ik blij dat ik jou aan de lijn heb, in plaats van haar. Ik geloof niet dat Julia me erg mag.’

‘Onzin!’ Hij voelde zich verlegen, maar probeerde het niet te laten merken.

‘Nee, het is geen onzin, lieveling. Ze is een beetje – eh – een beetje vijandig tegen me. Maar laten we er niet over praten. Ik had m’n mond beter kunnen houden.’ Haar stem werd zachter. ‘Nu ik zo gelukkig ben geweest om jou aan de lijn te krijgen, kunnen we misschien wel een afspraak maken? Ik wil zo gauw mogelijk Geralds zaken regelen – zou je me vandaag dus nog kunnen ontmoeten?’

‘Dat betwijfel ik. Ik wilde juist naar het gerechtsgebouw gaan toen je belde.’

‘Morgen dan?’

Hij dacht even na en lachte toen spijtig. ‘Dan ben ik de hele dag in het gerechtshof. Luister, ik zal je bellen wanneer ik gelegenheid heb.’

‘Goed.’ Ze liet haar stem iets dalen. ‘Laat het niet te lang duren, Nigel?’

‘Nee, dat beloof ik.’ Nigel hing op en keerde terug naar zijn koffie. Hij wenste dat Julia niet zo duidelijk had laten merken dat ze zijn nicht niet mocht. Sylvia was een gevoelig persoontje en het was onnodig haar te kwetsen.

Intussen was Julia, terwijl ze met Conrad lunchte, spraakzamer dan ze ooit tevoren was geweest. Omdat ze niet wilde denken aan Nigel of de gebeurtenissen van de vorige avond, concentreerde ze zich uit alle macht op de man in haar gezelschap, in de hoop dat ze daardoor de gedachten die haar kwelden een poosje zou kunnen verdrijven.

Ofschoon hij gevleid was door haar belangstelling, was Conrad slim genoeg om te beseffen dat haar gedrag het gevolg was van zekere spanningen en geen ware afspiegeling van haar gevoelens. En hoe langer de lunch duurde, hoe meer hij ervan overtuigd raakte dat er een zekere crisis tussen haar en Farnham was geweest. Hij vroeg terloops of ze zin had in een autoritje, en ze stemde zo vlug toe dat hij moeite had om zijn opwinding te verbergen.

Toen de krachtige, mooi gelijnde auto op de buitenweg reed, zette Julia haar hoedje af en streek met haar vingers door haar haar. Het wapperde tegen haar wangen en ze leunde behaaglijk achteruit op haar zitplaats. Voor het eerst die dag voelde ze zich ontspannen.

Na een uur bracht Conrad de wagen tot stilstand op een vrij hoog punt bij de zee.

‘Er is iets tussen jou en Farnham voorgevallen, niet?’ vroeg hij, maar ze gaf geen antwoord. ‘Is hij er plotseling achtergekomen hoe verleidelijk je bent en heeft hij toen geprobeerd -’

‘Conrad, toe nou!’

‘Waarom? Het is zo, niet? Je verbergen voor de feiten heeft echt geen zin. Je bent mooi, Julia. Geen enkele normale man zou in je nabijheid kunnen zijn zonder naar je te verlangen.’

‘Uit jouw mond klinkt het zo – zo -’ Zij aarzelde, en hij maakte de zin voor haar af.

‘Zo grof? Wil je dat soms zeggen?’ Hij glimlachte een beetje toen hij de uitdrukking op haar gezicht zag. ‘Doe maar geen moeite het te ontkennen, lieve meid. Je hebt mijn gevoelens niet gekwetst. Ja, ik ben een grove kerel, Julia, self-made en van niks afkomstig. Maar ik heb een fortuin en een eigen leven opgebouwd zonder behulp van een naam of een achtergrond. Maar dat wil niet zeggen dat ik geen gevoelens heb. Die heb ik wel degelijk. Te veel zelfs voor mijn eigen gemoedsrust.’ Hij schoof wat dichter naar haar toe. ‘Ik verlang erg naar jou, Julia. Ik heb zo’n grote behoefte aan jou, dat ik tot alles bereid ben om je de mijne te maken.’

‘Dat moet je niet zeggen,’ protesteerde ze.

‘Waarom niet? Kom, lieve schat, verbaas je alsjeblieft niet over mijn onomwonden bewoordingen. Ik had het je al lang geleden moeten zeggen. Ik heb veel vrouwen in mijn leven gehad, Julia, maar nog nooit heb ik er een op zo’n hoog voetstuk gezet als jou. Ik heb je zo gerespecteerd, altijd zoveel rekening met je gevoelens gehouden, dat je me tenslotte niet meer als een man beschouwde. Ik had me op dat punt niet zo druk moeten maken. Als ik me normaal gedragen had, zou ik misschien degene zijn geweest die met je getrouwd was, in plaats van die pompeuze…’ Hij brak af, wachtte even en zei toen: ‘Nou, waarom zeg je niks?’

‘Wat valt er te zeggen?’

‘Vertel me op z’n minst dat ik abuis ben!’

‘Ik weet niet of je dat wel bent.’

‘Een paar weken geleden was je niet zo onzeker.’ Hij trok haar plotseling naar zich toe en perste zijn lippen op de hare.

Ze gaf zich over aan zijn streling, omdat ze wilde weten of ze op een andere man net zo kon reageren als ze op Nigel had gedaan. Maar hoe ze ook haar best deed, ze kon zich onmogelijk aan Conrad overgeven. Nigels hartstocht had de hare opgewekt, doch wat ze nu voelde stond haar alleen maar tegen. Na een ogenblik maakte ze zich uit zijn omarming los en herhaalde ze de woorden van de vorige avond:

‘Nee, Conrad, nee! Ik kan het niet -’

Winster haalde zijn zakdoek te voorschijn en veegde zijn lippen af. ‘Je zou wel kunnen, als je het maar wilde,’ zei hij zacht. ‘Ik had je zo al lang geleden moeten kussen. Als ik dat had gedaan, zou alles anders zijn gelopen. Ik bied je iets aan wat ik een vrouw nog nooit eerder heb aangeboden, Julia. Ik had graag dat je mijn vrouw werd. Ik kan je alles geven wat Farnham je kan geven, en nog veel meer ook.’ Hij vouwde zijn zakdoek op en stak hem terug in zijn zak. ‘Jij bent altijd eerlijk tegenover mij geweest – dat is een van de dingen die ik in jou heb bewonderd – en ik zal nu net zo eerlijk tegenover jou zijn. Je kunt niet onder één dak wonen met een aantrekkelijke man als Farnham – en ik geef toe dat hij aantrekkelijk is – zonder dat er iets gebeurt – het is banaal om dat te zeggen, maar met seksuele aantrekkingskracht is dat nu eenmaal vaak zo. Je moet nu met hem breken, Julia. Als je dat niet doet, zal het te laat zijn.’

‘Ik ben geen dier,’ zei ze kort. ‘Je praat alsof het onmogelijk is je te beheersen.’

‘Ik ben realistisch, niet alleen ten opzichte van jou en Farnham, maar ook ten opzichte van mezelf. Ik hou van je, en ik wil niet eeuwig op je blijven wachten.’

Ze draaide vlug haar hoofd naar hem toe. ‘Ik heb niemand anders behalve jou. Als jij me je vriendschap zou onthouden -’

‘Het is geen vriendschap die ik je aanbied,’ zei hij scherp. ‘Het vervelende met jou is, dat je nog niet geleerd hebt dat je niet van twee walletjes kunt eten. Je wilt met dit belachelijke huwelijk van je doorgaan en tegelijkertijd het geruststellende gevoel bewaren dat ik achter je sta als er iets mocht misgaan. Nou, dat zal niet het geval zijn. Ik ben niét al te jong meer en je kunt niet van me verwachten dat ik nog veel langer blijf wachten zonder er althans zeker van te zijn dat je besloten hebt je van Farnham los te maken en met mij te trouwen.’

Julia probeerde hem in de rede te vallen, maar hij gaf haar er de kans niet toe. ‘Ik heb rustig toegekeken terwijl jij je ideetje van wraak in praktijk bracht, omdat ik geloofde dat het de enige manier was waarop je er vanaf zou kunnen komen. Maar je hebt nu lang genoeg met vuur gespeeld en het wordt tijd dat je de feiten onder ogen ziet.’

‘Wat bedoel je?’

Hij boog zich naar voren. ‘Je mag Farnham in het begin dan gekwetst hebben, maar je maakt jezelf alleen wat wijs als je denkt dat je hem tot in het oneindige kunt blijven kwetsen. Te oordelen naar wat ik gisteravond heb gezien, zal het niet lang duren of hij zal ingepalmd zijn door die Sylvia Arundale.’

Met de herinnering aan Nigels kus nog warm op haar lippen, wilde Julia protesteren, maar ze wist dat ze daarmee tevens de waarheid van Conrads beschuldiging zou toegeven, een waarheid die ze voortdurend geweigerd had te geloven. Toch had Conrads opmerking twijfels wakker geroepen die in haar geest gesluimerd hadden, en ze vroeg zich nu af hoeveel Nigel nog om haar gaf. Stel je voor dat hij troost bij een andere vrouw ging zoeken? – als zijn kussen van de vorige avond alleen maar de onvermijdelijke uitbarsting waren geweest van de spanning die de afgelopen maanden tussen hen was ontstaan?

Omdat ze wist dat Conrad op haar reactie wachtte, dwong ze zich te zeggen: ‘Ik geloof dat jij meer ziet dan er werkelijk bestaat. Ik geef toe dat het verkeerd van me was met Nigel te trouwen – niet omdat het me spijt dat ik hem gekwetst heb,’ voegde ze er haastig aan toe, ‘maar omdat ik besef hoe diep ik me zelf erin heb gewerkt. Als hij zich wendt tot een vrouw als Sylvia Arundale, bewijst dat alleen maar dat hij hard genoeg gekwetst is geworden om zijn liefde voor mij te doden.’

‘Is dat wat je wilde? Of dacht je soms dat hij eeuwig van je zou blijven houden?’

‘Geen enkele liefde duurt eeuwig,’ antwoordde ze.

‘Ga dan nu van hem weg.’

‘Dat zal ik doen zo gauw ik kan. Maar ik heb Nigel beloofd dat ik voorlopig zou wachten, en ik kan niet op m’n woord terugkomen.’

‘Waarom moet je wachten?’

‘Omdat hij pas gekozen is voor het parlement en een scheiding nu een schandaal zou veroorzaken.’

‘Ik dacht dat jij zo iets juist wilde. Ik had de indruk dat je hem wilde treffen.’

‘Dat wil ik ook – maar alleen persoonlijk. Ik wil niet zijn carrière vernietigen.’

‘Waarom niet? Als hij niet bij het gerecht was geweest -’

‘Ik weet het,’ zuchtte ze. ‘Ik ben niet logisch. Er zijn een paar dingen waartoe ik me niet kan brengen. Er is misschien een tijd geweest dat ik het zou hebben gekund, maar nu niet meer. Wraak is verkeerd. Op dat punt had je gelijk, Conrad. Ik heb er m’n zelfrespect door verloren.’

De beste manier om het terug te krijgen, is met me te trouwen,’ zei hij met een vaag glimlachje. ‘Als je dat doet, zul je je nooit schuldig hoeven te voelen aan ontrouw ten opzichte van je vaders nagedachtenis. Denk eens na over wat ik heb gezegd, Julia, en laat me niet te lang op je antwoord wachten.’

Hij startte de motor, keerde de auto en reed terug in de richting van Londen.

Toen Nigel terugkwam van zijn kantoor, was hij vastbesloten de situatie met Julia uit te praten. Hij had zich onmogelijk op zijn werk kunnen concentreren en had keer op keer moeten denken aan de tijd waarin hij haar voor het eerst had ontmoet. Julia was nog steeds niet thuis, en tegen etenstijd begon hij onrustig te worden en zich af te vragen of er misschien een ongeluk kon zijn gebeurd. Hij liet een halfuurtje met het opdienen van het eten wachten, maar toen ze daarna nog steeds niet verschenen was, ging hij alleen aan tafel. De bezorgdheid beroofde hem van zijn eetlust en hij dronk alleen zijn wijn maar op. Het was bijna negen uur toen hij haar sleutel in het slot hoorde, en enkele ogenblikken later kwam ze de eetkamer binnen.

‘Het spijt me dat ik zo laat ben,’ zei ze ademloos, ‘maar Conrad en ik zijn na de lunch een eindje gaan rijden en op de terugweg kreeg hij een lekke band.’

‘Ik zal Hilda vragen of ze iets te eten voor je wil klaarmaken.’

‘Nee, dank je, doe geen moeite. We hebben onderweg al gegeten.’ Er was iets in zijn houding dat haar eraan toe deed voegen: ‘Het werd zo laat, dat we het beter vonden wat te eten terwijl ze de band verwisselden.’

‘Je had me even kunnen bellen. Ik dacht dat er iets met je gebeurd was.’

‘Sorry, daar heb ik niet aan gedacht…’ Ze draaide zich om naar de deur. ‘Ik zal eerst m’n mantel uittrekken.’

‘Ik geloof dat het beter zou zijn als je die Winster niet meer ontmoette,’ merkte hij op.

Ze draaide zich met een ruk om. ‘Wat bedoel je?’

‘Precies wat ik zei. Ik geloof niet dat je Winster nog langer moet ontmoeten. Als iemand gezien heeft dat je samen met hem in het een of andere obscure wegrestaurantje gegeten hebt, dan zou men dat weleens verkeerd kunnen uitleggen.’

‘Dat zou dan alleen iemand met een vunzige geest kunnen zijn.’

‘Je onschuld doet je deugd,’ zei hij droog. Toen hij haar zag kleuren, werd hij nog bozer. ‘Zolang je mijn vrouw bent, wil ik niet dat onze naam bij een schandaal betrokken raakt.’

‘Je hebt geen recht mijn vriendschap met wie dan ook te verbieden.’

‘Dat recht heb ik wel.’

‘Maar niet de middelen het in praktijk te brengen,’ herinnerde ze hem scherp. ‘Ik ga uit met iedereen met wie ik wil, en wanneer ik wil.’ Ze opende de deur. ‘Als je me nu wilt verontschuldigen, ga ik naar mijn kamer.’

Toen hij weer alleen was, smeet Nigel z’n servet woedend op de tafel. Toen ging hij naar zijn studeerkamer, waar hij een whisky met soda voor zich inschonk. Hij verlangde er plotseling naar alles te vergeten wat er de afgelopen maanden was gebeurd en met iemand te praten die warmte en begrip voor hem had. Alleen op die manier zou hij de vrouw kunnen vergeten die hem zoveel narigheid had bezorgd. Gedreven door een impuls draaide hij het nummer van Sylvia.

Ze antwoordde meteen en scheen erg blij te zijn toen ze zijn stem hoorde.

‘Ik vroeg me af of je thuis zou zijn als ik vanavond even bij je aanwipte,’ zei hij zonder omwegen. ‘Ik heb m’n afspraken nagekeken en gezien dat ik de hele week bezet ben. Maar ik ben nu vrij, als het je schikt.’

‘Graag zelfs. Advocatenkantoren jagen me altijd angst aan, en ik zou het veel prettiger vinden met je over zaken te spreken in m’n eigen huis.’

‘Mooi. Ik kom meteen naar je toe.’

Hij legde de hoorn op de haak en haastte zich, zonder zich tijd te gunnen om na te denken, het huis uit.

Julia zou nooit geweten hebben waar Nigel de avond had doorgebracht, als Sylvia de volgende dag Hilda niet had gebeld met de boodschap dat hij enkele papieren in haar flat had laten liggen die hij beloofd had mee naar huis te nemen om ze door te lezen. Toen Julia de boodschap in het stuntelige handschrift van Hilda op de blocnote zag staan, verbaasde ze zich over de jaloezie die ze plotseling voelde. Was Nigel voor zaken naar Sylvia toegegaan, of was het alleen maar een excuus geweest? Het was waarschijnlijker dat het excuus van de kant van Sylvia zelf was gekomen, en ze vroeg zich af of het de blonde weduwe veel moeite had gekost Nigel ertoe te bewegen op dat uur nog naar haar toe te komen.

Die avond was ze bijtijds beneden voor het eten en toen Nigel de eetkamer binnenkwam, gaf ze hem persoonlijk het briefje met Sylvia’s boodschap. Hij nam het met een kort bedankje aan en verscheurde het nadat hij het gelezen had. Onder het eten nam Julia hem tersluiks op, maar uit zijn gezicht viel niets op te maken; zijn woorden waren even beleefd en leeg als gewoonlijk wanneer Hilda erbij was. Pas toen Julia na de maaltijd opstond, veranderde zijn toon en vroeg hij haar formeel of ze weer wilde gaan zitten.

Ze bleef echter naast haar stoel staan. ‘Als het soms over Conrad gaat…’ begon ze.

‘Nee, daar gaat het niet over. Maar wat ik gisteravond heb gezegd, mag je vergeten.’

‘Ben je van gedachten veranderd over eventuele roddel?’ vroeg ze sarcastisch.

Hij aarzelde. ‘Misschien heb ik het wat te scherp gesteld. Maar ik zou het nog steeds prettig vinden als je hem ’s avonds of in de weekends niet in obscure gelegenheden ontmoette.’

Ze kreeg een kleur. ‘Als je uitgesproken bent -’

‘Nog niet. Dit is niet hetgene waarover ik je wilde spreken. Ik wilde je namelijk vertellen dat ik een bankrekening op je naam heb geopend en er wat geld op heb gezet.’

‘Ik zit niet om geld verlegen,’ zei ze ijzig. ‘Het huishoudgeld is voldoende om er tevens de nodige persoonlijke dingen voor te kunnen kopen.’

‘Dat is wel mogelijk, maar niet voldoende om je ervan te kleden.’

Het bloed steeg naar haar wangen. ‘Heb je soms klachten over de manier waarop ik me kleed?’

‘Voor de te verwaarlozen hoeveelheid partijtjes die we tot nu toe hebben gegeven, heb ik op dat punt geen reden tot klagen.’

‘Moet je praten alsof je in de rechtszaal bent?’ Zodra de woorden eruit waren, betreurde Julia ze, want ze wilde niet dat hij zou merken dat hij haar had weten te ergeren.

‘Het spijt me als mijn manier van spreken je prikkelt,’ zei hij stijfjes, ‘maar de gesprekken die we de laatste tijd hebben gevoerd zijn zo beperkt geweest, dat ik bijna zou vergeten dat je niet een van mijn collega’s bent. In elk geval heb ik geen rekening voor je geopend als filantropisch gebaar, maar omdat je als mijn vrouw een positie hebt op te houden.’

‘Ik heb kleren genoeg.’

‘Je hebt nieuwe nodig. We zullen verscheidene uitnodigingen krijgen om hier en daar te komen dineren en ik wil dat je er dan op je voordeligst uitziet. Ook zal ik binnenkort mijn debuut moeten maken in het Lagerhuis, en dan verwacht ik dat je erbij bent.’

‘Om te applaudisseren?’

‘Echtgenotes en naaste bloedverwanten zijn gewoonlijk aanwezig,’ zei hij met een vernietigende blik, ‘en ik zou graag willen dat je er dan tiptop uitzag.’

‘Je geeft me het gevoel een kapstok te zijn.’

‘Ik kan je moeilijk met het woord echtgenote betitelen.’

Er viel een gespannen stilte. Toen stond Nigel op. ‘Je kunt over het geld beschikken. Ik ben ervan overtuigd dat Despoir je graag als klant zou willen hebben in plaats van employée.’

‘Dat zou je misschien meer kosten dan je had verwacht!’

‘Ik zie je aan voor een heleboel dingen, Julia,’ antwoordde hij, ‘maar niet voor iemand die erop uit is om me te plukken.’ Hij liep naar de deur. ‘Met koffietijd ben ik niet thuis, want ik ga naar Sylvia.’

‘Wordt het de gewoonte dat je zo laat nog zakelijke afspraken hebt?’

Hij trok een van zijn donkere wenkbrauwen op. ‘Probeer jij me nu soms de wet voor te schrijven?’

‘Helemaal niet. Ik wilde je er alleen maar aan herinneren dat geroddel ook door jouw houding kan ontstaan, en niet alleen door de mijne.’

Ze liep zwijgend langs hem heen, maar toen ze de salon bereikte, was ze woedend omdat ze haar zelfbeheersing had verloren, en het haar moeite kostte om haar tranen te bedwingen. De avond lag lang en leeg voor haar, en impulsief draaide ze het nummer van Conrad.

In de loop van de volgende week had Nigel verscheidene ontmoetingen met Sylvia. Geleidelijk begon hij haar mee uit eten te nemen, waarbij hij die restaurants uitzocht waar ze al meer waren geweest voordat ze naar Zuid-Afrika was gegaan. Hij was zich voldoende van zijn beweegredenen bewust om te weten dat hij de klok probeerde terug te zetten, alsof hij daardoor het leven kon hervatten dat hij geleid had voordat hij Julia ontmoette.

Sylvia, die de redenen van zijn gedrag wel door had, voelde zich triomfantelijk. Maar ze zorgde er wel voor dat ze haar gevoelens voor hem verborg, want heel geleidelijk aan wilde ze zich weer stevig in zijn leven dringen. En ofschoon ze brandde van verlangen om te weten waarom hij plotseling liet merken dat zijn huwelijk niet normaal was, was ze pienter genoeg om hem er niet naar te vragen.

Er verstreek een maand, en zijn bezoeken aan Sylvia waren nu gewoonte geworden. Ze bewoonde een flat in de buurt van Sloane Square, en wanneer hij daar over de drempel stapte, kreeg hij een weldadig gevoel van rust.

Dit gevoel was nog sterker dan gewoonlijk toen hij op een avond na een bijzonder inspannende dag naar haar toe ging. Toen ze de deur had geopend, voelde hij zich door een sterke genegenheid tot haar aangetrokken. Hij mikte zijn jas en handschoenen op een stoel in de hal en stapte de ruime, lage zitkamer binnen. In de open haard brandde een gezellig houtvuur dat een warm schijnsel wierp op de met brokaat beklede bank en stoelen en de vrolijk gekleurde tapijtjes op de donkere parketvloer. Een paar moderne reproducties en grote vazen met bloemen gaven de kamer nog meer kleur dan hij al bezat.

Met het gemak van iemand die zich thuisvoelt, schonk hij een borrel voor zich in en ging ermee voor de haard zitten.

Sylvia ging naast hem zitten en zei enkele ogenblikken lang niets. Ze wachtte eenvoudig tot zijn gezicht zich ontspande. Toen nam ze met een tedere beweging zijn hand in de hare en streelde hem.

‘Arme jongen, je ziet er doodmoe uit. Is het een zware dag voor je geweest?’

‘Ja, het viel niet mee. De verdediger is een geslepen duivel.’

‘Ik weet zeker dat je het zult winnen. Dat doe je altijd.’

‘Ja, meestal wel.’

Zijn stem klonk zo neerslachtig, dat ze tersluiks even naar hem keek. Toen besloot ze tot actie over te gaan.

‘Je hebt te hard gewerkt, lieveling. Je hebt vakantie nodig.’

‘Dat is het laatste ter wereld dat ik wil. Als ik de hele dag niets anders te doen heb dan denken -’ Hij brak abrupt af en dronk zijn glas leeg.

‘Waarom ben je bang voor tijd om te denken?’ vroeg ze zacht. ‘In je huidige geestestoestand zou ik zeggen dat je dat juist nodig had.’

Hij keek haar verbaasd aan, maar toen hij het blijkbaar niet nodig vond er verder op in te gaan, besloot ze de gok te wagen. ‘Bekijk jezelf eens in de spiegel, Nigel,’ zei ze. ‘Als je spiegelbeeld me vertelt dat je een gelukkig getrouwde man bent die nog in het wittebroodsstadium verkeert, dan mag ik hangen!’

Er viel een lange, gespannen stilte. Toen stond Nigel op en liep naar de schoorsteenmantel. Hij roffelde er even met zijn vingers op, alsof hij over iets nadacht. Toen draaide hij zich naar haar toe. ‘Ik ben geen gelukkig getrouwde man. Verre van dat.’

Nu de woorden eruit waren, ondervond hij een gevoel van opluchting. Hij wist niet wat hem ertoe bewogen had Sylvia iets te vertellen dat hij geheim had willen houden. Alles wat hij wist, was dat er nu een geweldig gewicht van zijn schouders was gewenteld. Misschien was het een behoefte aan sympathie en begrip van iemand van wie hij wist dat ze erg op hem gesteld was.

‘Verbaast je dat?’ vroeg hij.

‘Een beetje,’ loog ze. ‘Weet je zeker dat het niet zo maar een ruzietje is?’

‘Ik weet heel zeker dat het dat niet is!’ zei hij bitter. ‘Mijn huwelijk is alleen maar een technische aangelegenheid.’

De opmerking kwam zo onverwacht, dat ze haar verbazing niet kon verbergen. Ze had wel verondersteld dat Nigel ongelukkig was – anders zou hij niet zo vaak naar haar toe zijn gekomen – maar ze had nooit geloofd dat zijn huwelijk doodgewoon komedie was.

‘Zijn er nog meer mensen die het weten?’ informeerde ze.

‘Nee. Het is niet iets waarmee ik graag te koop loop.’

‘Het is ongelooflijk! Ik bedoel dat je zo iets meestal alleen maar in ouderwetse romans leest. Ik heb nooit geloofd dat het vandaag de dag nog zou kunnen gebeuren.’ Ze keek op. ‘Wat is er mis gegaan?’

‘Is dat van belang?’ Zijn stem klonk hees. ‘Geloof me alleen maar op m’n woord dat het inderdaad mis is.’

Ze hield haar stem zacht en sympathiek. ‘Het was je bedoeling om… Ik wil zeggen dat je niet verwachtte dat het zo zou zijn, hè?’

‘Het was wel het laatste ter wereld dat ik verwachtte. Ik hield van Julia. Ze was alles dat ik ooit had gewenst.’

De woorden sneden door Sylvia heen en wekten haar venijn op.

‘Vergeef me dat ik het zo zeg, Nigel, maar volgens mij was je gek dat je ooit met haar trouwde. Je kende haar nauwelijks, en het was iemand uit heel andere kringen dan jij. Het zat er dik in dat er moeilijkheden van zouden komen.’

‘Wat ben jij ouderwets,’ zei hij verbaasd. ‘Ik heb je nooit voor een snob aangezien.’

‘Het heeft niets met snobisme te maken,’ zei ze vlug. ‘Ik ben alleen maar realistisch. Jij bent een intelligente, goedopgevoede man en je hebt een vrouw nodig met wie je behalve vrijen ook kunt praten.’

Hij glimlachte zuur.

‘Als je kunt vrijen, heb je geen behoefte aan praten.’

‘O, doe je zelfs dát niet!’ Bang dat ze te hard was geweest, veranderde ze opzettelijk van tactiek. ‘Is het niet iets wat jij en Julia kunnen rechtzetten? Misschien is het allemaal maar bedeesdheid. Ik heb zelf m’n uiterste best gedaan vriendschap met haar te sluiten, maar ze heeft nooit gereageerd. Het zou een verkeerde karaktertrek van haar kunnen zijn.’

‘Dat geloof ik niet. Het huwelijk was een vergissing. Dat is alles.’

Sylvia genoot, en heupwiegend liep ze op hem toe. ‘Jij hebt je geluk zo ten volle verdiend, Nigel. Ik wou dat ik je op de een of andere manier kon helpen.’

Hij greep haar hand. ‘Het feit dat ik met je kan praten, is meer dan genoeg.’

‘Ik kan Julia niet begrijpen. Het is zo makkelijk om van jou te houden, dat ik het afschuwelijk vind dat je op deze manier je leven verknoeit.’ Sylvia keek hem met grote onschuldige ogen aan. ‘Weet Julia dat je me zo vaak ziet?’

‘Ja.’

‘Vindt ze het erg?’

‘Waarom zou ze?’ vroeg hij vermoeid. ‘We zijn in het stadium waarin we allebei onze eigen gang gaan.’

‘Waarom gaan jullie niet scheiden?’

‘Om een heel aardse reden,’ zei hij droog. ‘Mijn carrière.’

“Maar als je huwelijk niets is, dan kun je toch zonder enige publiciteit scheiden?’

‘Er zou geen sprake zijn van een scheiding,’ zei hij vermoeid. ‘Zoals de zaken ervoor staan, zou ik een nietigverklaring kunnen krijgen.’

‘Nou dan…’

‘Dat zou nog meer geroddel veroorzaken dan een scheiding,’ klonk het antwoord. ‘Ik kan me precies voorstellen hoe de sensatiebladen het zouden uitleggen.’

‘Maar je kunt je leven niet opofferen voor je carrière!’

‘Dat ben ik ook niet van plan. Over een paar maanden zal ik kunnen doen wat ik wil. Maar op dit ogenblik moet mijn naam uit de kranten blijven.’

‘Goed, zolang je maar niet al te lang op deze manier hoeft door te gaan, voel ik me niet zo ongerust.’

Hij trok een van zijn donkere wenkbrauwen op. ‘Ongerust?’

‘Natuurlijk.’ Ze schoof nog wat dichter naar hem toe en liet haar hoofd tegen zijn arm rusten. ‘Ik ben ervan overtuigd dat je over een heleboel zelfbeheersing beschikt, lieveling, maar je bent tenslotte ook maar een mens. Op deze manier kun je niet doorgaan.’ Ze schoof opnieuw wat dichter naar hem toe en liet haar hoofd tegen zijn schouder rusten. ‘Zal er geen tijd komen dat je naar iets meer verlangt?’

‘Wat bedoel je?’

‘Doe nou niet alsof je het niet begrijpt!’ fluisterde ze. Ze sloeg haar armen om zijn hals en trok zijn hoofd omlaag, zodat zijn wang tegen de hare rustte. Bij het voelen van haar warme lichaam sloeg hij zijn armen eveneens om haar heen en zachtjes beroerden zijn lippen de hare. Een ogenblik bleven ze passief onder de zijne, toen weken ze uiteen en drukte ze haar lichaam steviger tegen hem aan, terwijl ze zijn kus beantwoordde met een hartstocht die hem verraste. En Nigel zou geen man zijn geweest als hij niet had gereageerd.

Pas toen ze zijn naam mompelde, keerde hij terug tot de werkelijkheid. Hij liet haar los en schoof een eindje opzij. ‘Dat had ik niet moeten doen, Sylvia. Ik heb er het recht niet toe.’

‘Je hebt er het volste recht toe.’

‘Nee. Het is niet sportief van je. Zolang ik met mijn gevoelens nog niet in het reine ben -’

‘Laat mij je daarbij dan helpen.’ Ze legde haar hand op zijn arm. ‘Wil je dat ik altijd alles onder woorden breng? Weet je dan niet wat ik voor je voel?’

Terwijl hij in haar zwoele, halfgesloten ogen keek, voelde hij de verleiding in zich opkomen om alles te nemen wat ze hem aanbood. Haar openhartige verklaring had hem helemaal niet verbaasd, want ze had het hem altijd duidelijk gemaakt dat ze hem graag mocht. Maar het zou gevaarlijk zijn iets aan hun verhouding te doen voordat hij de zaak tussen hem en Julia in het reine had gebracht.

‘Je wijst me af, hè?’ zei Sylvia half spottend, half ernstig. Hij schrok op uit zijn gedachten en bracht haar hand naar zijn lippen.

‘Zou je me nog ouderwetser vinden dan je al doet, als ik zei dat het komt omdat ik je te veel respecteer?’

‘Niet ouderwets – alleen ridderlijk en sympathiek.’

‘Jij bent degene die sympathiek is. Je bent de afgelopen weken fantastisch voor me geweest. Dat is één reden waarom ik geen gebruik maak van dat wat je me zojuist hebt aangeboden.’ Hij fronste zijn wenkbrauwen. ‘Hemel, wat bekrompen klinkt dat. Zo had ik het werkelijk niet bedoeld. Het is alleen maar -’

‘Ik weet wat je wilt zeggen, Nigel. Ik begrijp je beter dan je beseft. Wat zou je ervan zeggen als we eens gingen eten? Ik heb broodjes met koude kip en foie gras.’

“Zou je niet liever buiten de deur gaan eten?’

‘O nee, ik probeer veel liever jou te verleiden! Oké, ik ga even het serveerwagentje halen.’

Nigel keek haar verwonderd na. Hij kon eenvoudig niet geloven dat het hartstochtelijke schepseltje dat hij zoëven nog in zijn armen had gehad, plotseling veranderd was in de beheerste vrouw die zojuist de kamer had verlaten. Niettemin was hij blij dat ze haar gevoelens zo had weten te beheersen. Was hij daar ook maar toe in staat! Het was ongelooflijk dat Julia hem nog steeds zoveel deed.

Zijn gedachtengang werd verstoord toen Sylvia terugkwam met het serveerwagentje. En terwijl ze de verrukkelijke koude maaltijd nuttigden, verstreek de tijd zo snel dat hij verbaasd opkeek toen hij de vergulde klok op de schoorsteenmantel twaalf hoorde slaan.

‘Ik had er geen idee van dat het al zo laat was,’ zei hij, terwijl hij opstond. ‘Je bent een goede gastvrouw, lieverd.’

‘Ik reageer alleen maar op de gast!’ Ze schonk hem een ondeugend glimlachje. ‘Ik vind je schattig wanneer je zo formeel doet, Nigel. Dan lijk je wel een held uit een roman van Jane Austen.’

‘Zo heb ik me vanavond anders niet gedragen.’ Hij greep haar hand. ‘Ik had het recht niet je te kussen.’

‘Daar had je het volste recht toe.’ Plotseling knuffelde ze hem even. ‘Jij was Geralds beste vriend, Nigel, niet alleen maar zijn neef. En dat geeft me het gevoel dat ik heel dicht bij je sta. Als het je kan helpen naar me toe te komen…’ Haar stem stierf weg, maar de manier waarop hij haar hand steviger beet greep, wees erop dat hij haar woorden waardeerde.

‘Je moet je tijd niet door mij in beslag laten nemen,’ waarschuwde hij. ‘Dat is niet sportief tegenover jou.’

‘Laat mij dat maar beoordelen.’ Ze liep met hem mee naar de hal en opende de voordeur. ‘Morgen?’

Hij trok even zijn wenkbrauwen samen. ‘Ja,’ zei hij toen zacht, ‘morgen.’

Julia, die heel goed wist dat Nigel voortdurend bij Sylvia op bezoek ging, vroeg zich af hoe lang hij hun huwelijk zou laten voortdobberen. Wat haar betrof, mocht hij er zo vlug mogelijk een eind aan maken. Steeds wanneer ze Nigel zag, werd ze namelijk herinnerd aan haar dwaasheid. En ofschoon ze wist dat haar vrijheid een probleem met Conrad zou veroorzaken, besloot ze het met Nigel op de spits te drijven.

Op een avond, na een heel saaie dag, besloot ze met hem over hun toekomst te praten. Maar haar plan viel in duigen toen hij niet thuis kwam om te eten, en ze werd nog bozer toen ze uit de mond van Hilda moest horen dat hij weg bleef.

‘Mr. Farnham zei dat ik maar geen moeite moest doen u aan de telefoon te roepen,’ zei het meisje bij wijze van verontschuldiging. ‘Maar hij moest overwerken en zei dat u met het eten maar niet op hem moest wachten.’ Terwijl ze alleen aan tafel zat, was Julia ervan overtuigd dat Nigel bij Sylvia was. Conrad had dus gelijk gehad. Als een man de ene vrouw niet kon krijgen, dan duurde het niet lang of hij zocht troost bij de andere.

Na het eten ging ze terug naar de salon, waar ze een boek opnam. Ze kon zich onmogelijk concentreren en legde, het weer neer. In plaats van te lezen, maakte ze in gedachten een lijstje van wat ze allemaal tegen Nigel zou zeggen wanneer hij thuiskwam.

De uren kropen voorbij, en het was al na middernacht toen ze zijn sleutel in het slot hoorde en hij de hal binnenkwam.

‘Nigel!’ riep ze.

De deur ging open en hij bleef op de drempel staan.

‘Ja?’ Hij trok vragend z’n wenkbrauwen op.

Ze pakte haar zakdoek om haar plotseling klamme handen af te vegen en zei vlug: ‘Ik wil met je praten.’

‘Waarover?’

Hij keek zo afwijzend, dat ze niets kon zeggen. Ze bevochtigde haar plotseling droog geworden lippen, haalde diep adem en begon. Maar het waren niet de woorden die ze zo zorgvuldig keer op keer had herhaald. ‘Ik wil ons huwelijk ongeldig laten verklaren.’

Zijn gezicht bleef onveranderd.

‘Heb je gehoord wat ik zei?’ vroeg ze ademloos. ‘Ik wil vrij zijn.’

‘Zeker om met Winster te kunnen trouwen?’

Zijn toon was zo minachtend, dat ze uitdagend zei: ‘En wat gebeurt er als ik dat inderdaad doe?’

Hij haalde alleen maar zijn schouders op.

‘Ik zie niet in waarom het iets zou uitmaken wat ik doe,’ vervolgde ze. ‘Het zal in elk geval het einde van deze farce betekenen. Ik weet dat het voor jou even onaangenaam is als voor mij. Vooral nu je iedere avond zo in beslag wordt genomen.’

‘De een vindt z’n pleziertjes hier, de ander daar.’

De grofheid van zijn verklaring trof haar als een lichamelijke klap en enkele seconden lang kon ze niet horen wat hij zei, ofschoon ze wist dat hij sprak.

‘…we moeten het logisch bepraten.’ Eindelijk drongen zijn woorden tot haar door.

‘Ga zitten, Julia. Het zal niet veel tijd vergen het uit te leggen.’

Ze deed wat van haar werd verlangd en hij ging bij de schoorsteenmantel staan, lang en mager tegen de witte muur.

‘Toen we het er voor het eerst over hadden ons huwelijk ongedaan te maken, zei ik, zoals je je waarschijnlijk wel zult herinneren, dat ik ermee akkoord zou gaan wanneer het me gelegen kwam. Maar op dit ogenblik is het iets dat ik alleen maar wil vermijden.’

Bij deze woorden werd ze overweldigd door een enorme opluchting. Het gevoel was zo intens, dat het bloed door haar lichaam begon te jagen en haar handen begonnen te trillen. Plotseling besefte ze glashelder waarom zijn woorden haar opluchtten in plaats van haar te ergeren. En op datzelfde ogenblik drong het tot haar door waarom het idee van een huwelijk met Conrad nooit mogelijk had geschenen. Hoe blind was ze geweest! Wat dom en kinderlijk dat ze zich niet bewust was geweest van wat er diep in haar hart gesluimerd had.

Ze hield van Nigel.

Ze hield van de man die ze gedreigd had te ruïneren, de man met wie ze uit wraak getrouwd was. De woorden die ze op de avond van hun trouwdag gezegd had, klonken nu spottend in haar oren en maakten haar zo beschaamd, dat ze er alles voor zou hebben willen geven om ze ongedaan te maken. Ze hief haar hoofd op en keek hem aan. Ze zou hem vertellen dat ze zich schaamde. ‘Nigel, ik -’

‘Maak er alsjeblieft geen woorden over vuil,’ onderbrak hij haar ruw. ‘Ik verlang net zo naar mijn vrijheid als jij. Maar op dit ogenblik is het onmogelijk. Een schandaal kan ik nu echt niet gebruiken. Jij bent met me getrouwd om je wraakgevoelens te bevredigen. Het minste dat je nu kunt doen is me een maand of drie, vier de tijd geven.’

Zijn woorden gonsden in haar oren. Drie, vier maanden samen zijn, hetzelfde huis delen, samen eten – al zou dat dan ook steeds minder worden.

‘Goed, Nigel.’ Ze was zelf verbaasd over haar rustige stem.

‘Ik zal het aan jou overlaten me te vertellen wanneer we een eind kunnen maken aan deze… deze lachwekkende situatie. Ik weet zeker dat Conrad het zal begrijpen.’

Boven, in haar kamer, begon Julia heen en weer te lopen. Haar geloof dat ze met Conrad misschien een beetje gelukkig zou kunnen worden, verdween in het licht van haar pas ontdekte liefde voor Nigel. Conrad had zelf toegegeven dat hij niet tevreden zou zijn met vriendschap alleen, en daar ze hem niets anders kon geven, lag haar toekomst troosteloos en leeg voor haar. Zodra Conrad ontdekte dat haar gevoelens veranderd waren, zou hij uit haar leven verdwijnen en zijn trots zou hem beletten om daarmee te wachten tot ze van haar man af zou zijn. Het zou haar ondraaglijk zijn wanneer Nigel geloofde dat Conrad haar had laten zitten. Het zou veel makkelijker zijn zich Conrads attenties te laten welgevallen – hoe onwelkom die ook waren – dan Nigels medelijden te moeten verdragen.

Tot Julia’s opluchting was haar volgende ontmoeting met Conrad minder moeilijk dan ze had verwacht, want hij verkeerde in de veronderstelling dat haar verzoek het huwelijk te ontbinden, een stilzwijgende toestemming was met hem te trouwen. Hij had al zo lang gewacht, verklaarde hij terwijl hij haar in zijn armen nam, dat het er niet op aan kwam als hij nog een paar maanden langer zou moeten wachten.

Kort hierop voelde Julia dat hij in beslag werd genomen door andere dingen. Ofschoon hij even attent was als altijd wanneer ze samen waren, moest hij veelvuldig weg voor zaken, en uit de cadeautjes die hij voor haar meebracht, maakte ze op dat hij op zijn reizen vaak naar het vasteland ging. Maar hij vertelde haar niets over zijn activiteiten, en zelf vroeg ze er niet naar. Naar aanleiding van de andere dingen waarmee hij bezig was, besefte ze tot haar opluchting dat zijn aandacht niet enkel en alleen op haar geconcentreerd was.

Door haar pas ontdekte liefde voor Nigel werd ze zich steeds scherper bewust van zijn aanwezigheid in het huis. Zijn bewering dat hij aan een nieuwe, belangrijke zaak bezig was, werd bevestigd door het feit dat hij minder tijd bij Sylvia doorbracht en meer tijd in de bibliotheek, waar hij begraven zat in enorme stapels documenten. Niettemin dineerde hij vaak op zijn club, maar tijdens de schaarse gelegenheden dat ze samen aten, bestudeerde ze heimelijk zijn gezicht, waarbij het verlangen in haar opkwam de vermoeide trekken weg te strijken die er zes maanden geleden nog niet waren geweest. Soms keek hij op en ontmoetten hun ogen elkaar. Dan sloeg ze haar blik vlug neer, bang dat haar gezicht alle liefde zou verraden die ze in haar hart voor hem koesterde.

Ze veronderstelde dat hij zo nu en dan nog steeds naar Sylvia ging, en ze was geweldig blij toen hij na een paar weken zoveel werk kreeg aan de nieuwe zaak waar hij mee bezig was, dat hij iedere avond thuisbleef.

Op een van die avonden, toen Nigel in de studeerkamer aan het werk was en Julia in de salon zat, kwam Hilda zeggen dat Sylvia er was. Het was de eerste keer sinds de avond van de party dat ze zich liet zien, en Julia vroeg zich af wat de reden van haar komst was. Erg lang werd ze niet in twijfel gelaten, want Sylvia verscheen in een heel gesoigneerde cocktailjurk, een en al verontschuldiging dat ze Julia stoorde.

‘Ik heb tegen je meisje gezegd dat ik Nigel wilde spreken, maar òf ze heeft me niet gehoord, òf ze is niet goed snik.’

‘Dat laatste is op Hilda zeker niet van toepassing,’ antwoordde Julia koel. ‘Maar wanneer Nigel druk aan het werk is, weet ze dat hij niet gestoord wil worden.’

‘Het is niet zo dat ik jou niet wilde zien,’ zei Sylvia vlug. ‘Ik dacht alleen dat je mij niet wilde zien.’

‘Waarom niet?’

Ze zette grote ogen op. ‘Met de toestand zoals die tussen jou en Nigel is, dacht ik… nou ja, je weet wel wat ik bedoel.’

‘Het klinkt allemaal nogal vaag,’ zei Julia droog, terwijl ze achterover leunde in haar stoel en haar slanke benen over elkaar sloeg.

Sylvia kneep haar ogen samen, alsof ze overwoog wat ze vervolgens moest zeggen. ‘Je moet niet vergeten dat Nigel geen vreemde voor me is. De meeste mannen zouden het moeilijk vinden als een kluizenaar te leven, maar hij heeft zijn werk en daardoor kan hij zijn emoties onderdrukken – althans voor een zekere tijd.’

Julia gaf hier geen antwoord op.

‘Je vindt het niet prettig om de waarheid te horen.’ Sylvia’s stem klonk venijnig. ‘Ik vraag me af waarom je eigenlijk met Nigel getrouwd bent – of is het altijd je bedoeling geweest de maagdelijke bruid te blijven?’

‘Hoe durft u zo tegen me te spreken?’

‘Ik heb je al verteld waarom. Ik maak me bezorgd om Nigels geluk.’

‘Dat geeft u nog niet het recht om zo tegen me te spreken.’ Julia stond op. ‘Het lijkt me beter dat u vertrekt, Mrs. Arundale.’

‘Dat geloof ik ook, Mrs. Farnham,’ zei Sylvia spottend. ‘Maar aangezien je nog zo maagdelijk bent, kan ik je misschien beter Miss Trafford noemen!’

Julia bleef roerloos staan. Het was zo lang geleden dat ze haar familienaam hardop had horen noemen, dat het haar heel even moeite kostte om hem met zichzelf in verband te brengen.

‘Nou,’ onderbrak Sylvia haar gedachtengang, ‘moet je me niet vragen hoe ik erachter ben gekomen wie je bent?’

‘Dat zal Nigel u wel verteld hebben.’

Er was een lichte aarzeling voordat het antwoord kwam. ‘Nee, dat heeft hij niet. Ik heb het gehoord van iemand met wie je hebt gewerkt – Claire Severn. Die was eerst ook mannequin bij Despoir, voordat ze naar Sherridon ging. Daar koop ik mijn kleren namelijk.’ Sylvia leunde achteruit in haar stoel. ‘Wat me verbaast, is hoe je met Nigel kon willen trouwen na de manier waarop hij je vader had aangeklaagd.’

Julia ging met opzet niet op deze opmerking in. ‘Wat bent u van plan te gaan doen, nu u weet wie ik ben?’

‘Ik zal het niemand vertellen, als je dat soms bedoelt. Ik heb alleen jou verteld dat ik je ware identiteit wist, omdat ik nieuwsgierig was naar de reden van je huwelijk.’

‘Mijn redenen zijn privé.’

‘Je redenen mogen dan al privé zijn,’ klonk het antwoord, ‘maar het resultaat ervan zou wel eens openbaar kunnen worden.’

‘Wat bedoelt u daarmee?’

‘Alleen dat ik niet zeker weet of je er ooit aan gedacht hebt welke verwikkelingen je verleden zou kunnen geven. Ik weet dat het moeilijk is, maar ze zeggen altijd dat de zonden van de vaderen gewroken worden op de kinderen.’ Ze pakte haar handtas op. ‘Kom, dan ga ik nu maar. Zo te zien heb je rust nodig! Ik weet zeker dat Nigel het niet erg zal vinden als ik even naar hem toe ga.’

Ze verliet de kamer, en Julia hoorde hoe ze naar de andere kant van de hal liep. Ze hoorde het geluid van een opengaande deur, het gemompel van stemmen en toen stilte.

Julia bleef roerloos midden in de kamer staan. Sylvia’s woorden hadden het verleden zo duidelijk teruggebracht, dat het leek alsof alles gisteren pas was gebeurd. Ze had altijd geweten dat ze haar leven lang de schandvlek van de rechtszaak zou moeten dragen, maar tot nu toe had ze er nooit bij stilgestaan dat ook haar kinderen – als ze die ooit kreeg – hem zouden moeten dragen. Je kon nooit garanderen dat een geheim ook altijd geheim bleef. Op zekere dag kon door een enkel roddelpraatje het bouwsel van elk zelfbedrog vernietigd worden. Hoe zou het verhaal bij jonge mensen in de oren klinken? vroeg ze zich af. Kon van iemand verwacht worden dat hij in de onschuld geloofde van een man die hij nooit had gekend – een man die schuldig was bevonden door een rechtssysteem dat bekend stond om zijn onkreukbaarheid?

Julia liet zich in een stoel zakken en liet haar hoofd in haar handen rusten. Het maakte geen verschil dat haar gevoelens voor Nigel veranderd waren, want ze zou hem nooit kunnen laten weten dat ze van hem hield. Zijn kinderen – als hij die kreeg – mochten nooit in de schaduw leven van hun moeders tragische verleden.

Nee, het was duidelijk wat ze moest doen: ze moest hem verlaten, zodra hij zei dat dit mogelijk was. Pas dan zou hij de gelegenheid hebben zijn leven opnieuw op te bouwen. Maar niet met Sylvia, bad ze in stilte. Niet met een vrouw die zo boosaardig was!