Hoofdstuk 8

 

 

 

De bouwvakkers kwamen ook de volgende dag weer onredelijk vroeg. Met enorm kabaal haalden ze complete muren neer.

Jack zag ze pas weer toen ze uit haar werk kwam. Hij bleek van de tuin een soort skateboardpark te hebben gemaakt waar hij allerlei sprongen kon oefenen. Hij klopte niet op haar deur om van haar keuken gebruik te maken, en het kostte haar de grootste moeite om niet nieuwsgierig uit het raam te kijken toen ze de wieltjes van zijn skateboard over het beton van het tuinpad hoorde rollen.

Goed, ze werden dus geen vrienden, ze werden helemaal niets.

Dat nam niet weg dat ze het grootste deel van de nacht wakker had gelegen, hevig naar hem verlangend, luisterend of ze ook iets van hem kon horen. Tegen de ochtend was ze zover dat ze serieus overwoog om naar hem toe te gaan en zich in zijn armen te storten, maar die impuls wist ze nog net te onderdrukken.

Veel te vroeg was het weer ochtend. Toen ze naar haar werk ging, begon hij net aan een training op zijn skateboard. Blijkbaar had hij al hardgelopen, want hij zag er bezweet uit. ‘Is zo’n skateboard nuttig bij je trainingen?’ vroeg ze in een poging een normaal gesprek met hem te voeren.

‘Eigenlijk niet,’ antwoordde hij vriendelijk. ‘Snowboarden is een totaal andere sport, waarbij je voeten vast zitten aan je snowboard. Skateboarden doe ik vooral om me te ontspannen en om mijn evenwicht te oefenen.’ Hij keek haar aan. ‘Was je van plan om lopend naar je werk te gaan?’

‘Ja, het leek me wel goed voor mijn conditie om wat vaker te lopen.’

Volgens hem was ze fit genoeg, maar uit beleefdheid knikte hij toch. Besefte ze wel hoe sexy ze eruitzag in die lange jurk? ‘Je hebt toch niet van die belachelijk hoge hakken aan?’ vroeg hij, opeens bezorgd dat ze zou struikelen en vallen.

Lachend tilde ze de stof van haar jurk een paar centimeter op, om hem een paar All Stars te tonen.

Voor hem waren dat de skateboardschoenen bij uitstek. Ze moest ze pas geleden hebben gekocht, want ze zagen er gloednieuw uit. ‘Leuk,’ zei hij, ‘maar je moet ze wel op de juiste manier inwijden.’ Uitdagend rolde hij zijn skateboard een stukje in haar richting.

Ze begreep direct wat hij bedoelde. ‘Ik hou niet van skateboards.’

‘Zoals je ook niet van het strand houdt?’

Ze beet op haar lip.

‘Ik daag je uit, Kelsi,’ fluisterde hij.

Haar aarzeling duurde niet lang. ‘Heel voorzichtig dan.’

‘Til eerst je rok maar een stuk op,’ ried hij aan. ‘Anders val je daar nog over.’ Het liefst had hij natuurlijk dat ze haar hele jurk uittrok. Hij wist dat hij met vuur speelde, maar hoe kon hij deze kans onbenut laten? Zo ging het altijd met Kelsi: hij kon geen weerstand aan haar bieden.

Ze tilde haar rok twintig of dertig centimeter op. Hij zag een stuk bleke blote enkel verschijnen en besefte dat hij wel heel erg wanhopig moest zijn dat hij daar zelfs opgewonden van raakte.

Voorzichtig hielp hij haar op het skateboard, en toen ze stevig stond, begon hij haar zachtjes voort te trekken. ‘Leuk?’

Haar ogen straalden.

Het kostte hem de grootste moeite haar niet in zijn armen te trekken en mee het huis in te sleuren.

‘Ik zie er vast heel gek uit.’

‘Je ziet eruit als iemand die plezier heeft.’ Hij ging nog een beetje sneller.

Nu lachte ze hardop. ‘Ga nog maar een beetje sneller.’

Een hele tijd trok hij haar het tuinpad op en neer. Toen wilde ze het zelf proberen.

Ze trok haar rok nog hoger op en duwde zichzelf met een uiterst geconcentreerd gezicht voort. Eerst zwabberde ze een beetje, maar langzaam kreeg ze de slag te pakken en werd het spoor dat haar skateboard trok rechter en rechter. Daarna probeerde ze verschillende bochten uit.

Tevreden keek hij toe. Ze leerde het snel. Misschien werkte haar geringe lengte in haar voordeel bij het bewaren van haar evenwicht.

Voordat hij het goed en wel in de gaten had, versnelde ze haar tempo nog meer en rolde ze in de richting van het parcours dat hij voor zichzelf had uitgezet.

‘Kelsi! Niet doen!’ Hij zette het op een rennen voor het geval hij haar val moest breken. Dankzij zijn jarenlange training was hij snel genoeg om haar in te halen. In volle vaart greep hij haar beet, trok haar van het skateboard in zijn armen, en draaide met haar rond. Het skateboard rolde zonder haar door.

‘Zet me neer! Pas op je knie!’ schreeuwde ze.

Zijn knie kon hem op dat moment niets schelen. Het bloed klopte luid in zijn oren. ‘Dat kun je niet zomaar doen!’ zei hij, nog steeds geschrokken, terwijl hij haar nog steviger in zijn armen trok. ‘Springen moet je leren, en dat gaat gepaard met veel vallen en opstaan.’

Tot zijn opperste verbazing lachte ze luid. Haar hele lichaam schokte mee. Het deed hem denken aan haar lichamelijke reactie op het strand, en meteen verstarde hij.

Eindelijk was ze uitgelachen. ‘Dat wil ik vaker doen,’ verklaarde ze.

Het vermanende praatje over risico’s dat hij had willen houden verstomde op zijn lippen. Hij zou haar nog iets steviger in zijn armen kunnen nemen en kunnen kussen. Hij zou met haar in het gras kunnen gaan liggen en haar lichaam opnieuw kunnen laten schokken, maar dan van een totaal ander soort plezier.

‘Wil je me leren hoe ik een sprong kan maken?’

‘Pas als je elleboog-, pols- en kniebeschermers hebt, plus een goede helm,’ antwoordde hij, en in stilte voegde hij daar nog aan toe: en pas na de bevalling. Toch wilde een deel van hem het haar graag leren. Het leek hem heerlijk om haar te zien, terwijl ze zich zo vrij bewoog en daarvan genoot, om haar rokken achter haar aan te zien wapperen en om de pure vreugde die ze daarbij ervoer mee te maken. Maar voorlopig kon het niet. Nu ze zwanger was, kon hij niet toestaan dat ze ook maar het kleinste risico nam.

Pas nu leek ze zich bewust te worden van het feit dat hij haar in zijn armen had. Haar wangen werden rood. ‘Nu moet ik echt naar mijn werk.’

Ja, hij kon haar maar beter laten gaan, naar haar veilige plekje op kantoor, achter haar computer, waar ze aan geen enkel gevaar blootgesteld zou zijn. Haar met tegenzin loslatend, liep hij verder de tuin in om zijn skateboard te pakken en zijn eigen training te hervatten.

Kelsi liep ondertussen energiek naar haar werk, haar hele lichaam nog vol adrenaline. Dat kwam niet van het skateboarden, maar van die korte tijd in Jacks armen. Er kwam maar geen einde aan haar verlangen naar hem. Ze vond het vreselijk, en voelde zich een grote idioot omdat hij totaal geen oog meer voor haar had op dat vlak.

Met moeite kwam ze de dag door. Het avondeten, dat hij weer voor haar kookte, was een nog grotere kwelling, want achter elke opmerking die hij maakte en elke blik die hij haar toewierp, zocht ze een diepere betekenis die er niet was. Van de weeromstuit zei ze steeds minder, waardoor de spanning tussen hen toenam.

Ze probeerde zich het leven voor te stellen dat hij voor ogen had. Zij zou met de baby in het grote deel van het huis wonen, terwijl hij af en toe naar haar voormalige appartementje kwam, al dan niet in het gezelschap van zijn nieuwste vriendin.

Ze dacht niet dat ze die kwelling aan zou kunnen. Het idee alleen al deed zoveel pijn dat ze bang was dat ze uiteindelijk toch niet met zijn regeling akkoord zou kunnen gaan.

Later die avond staarde ze naar hem vanuit het raam, terwijl hij nog wat evenwichtsoefeningen op zijn skateboard deed. Ze had die ochtend zelf voor het eerst op een skateboard gestaan en had nooit gedacht dat ze het zo leuk zou vinden. Alles wat Jack deed was leuk, en ze wilde deel van zijn wereld uitmaken, een wereld waarin je voortdurend verre reizen maakte, waarin je naar het strand ging als je daar zin in had, en waarin je je vrij en zorgeloos kon voelen op een skateboard.

Maar hij zou haar nooit vragen om deel uit te gaan maken van zijn leven.

Eindelijk werd het vrijdagochtend. Ze keek uit naar het weekend, waarin ze kon uitslapen zonder wakker te schrikken van de bouwvakkers beneden. Met een beetje geluk ging Jack ook ergens naartoe, en dan had ze het rijk alleen om in alle rust de nodige beslissingen over haar toekomst te nemen.

Terwijl ze hem die ochtend bij de voordeur passeerde om naar haar werk te gaan, hield hij haar staande.

‘Je krijgt niet genoeg slaap,’ constateerde hij. De donkere kringen die hij onder haar ogen zag en de vermoeide tred waarmee ze de trap af was gekomen, spraken boekdelen.

‘Jij ook niet,’ zei ze. Hij was afgevallen en zag zo wit als de sneeuw waar hij zo van hield.

‘Komt het door de bouwvakkers?’ negeerde hij haar opmerking. ‘Ik zal ze opdracht geven om vanaf volgende week pas te beginnen als jij naar je werk bent, en om niet al te veel lawaaierige klussen meer te doen als je thuis bent.’

Dat ze amper sliep, kwam vooral omdat hij ’s nachts zo dichtbij en tegelijkertijd zo onbereikbaar was. Voor het eerst in haar leven voelde ze zich ’s nachts eenzaam.

Het was haar opgevallen dat hij geen last meer van zijn knie had. Hij liep totaal niet mank meer, en de rek- en strekoefeningen die ze hem in de tuin zag doen, deed hij met een glimlach op zijn gezicht. Ook op zijn skateboard leek hij zijn knie volledig te belasten. Dat betekende vast dat hij zijn training in de sneeuw weer snel zou hervatten.

‘De overlast van de bouwvakkers valt wel mee,’ zei ze, omdat het inderdaad niets voorstelde bij het ongemak dat zijn aanwezigheid veroorzaakte.

‘Ben je vaak misselijk?’ vroeg hij.

‘Nee, nooit.’

‘In heb je anders tien minuten geleden nog horen overgeven.’

Geweldig. Dus zelfs op het toilet had ze al geen privacy meer. ‘Waarom vraag je dan naar de bekende weg?’ vroeg ze snibbig.

‘Omdat ik wilde weten of je wel eerlijk tegen me bent.’

Ze kreeg een kleur en wilde iets zeggen, maar hij hief zijn hand op.

‘Laat maar. We komen er wel uit, Kelsi. We staan nog maar aan het begin van alles. Ik weet hoe moeilijk het is om als alleenstaande ouder een kind groot te brengen. Als ouder moet je dan opeens zoveel dingen opofferen. Maar als we het ouderschap zo veel mogelijk delen, hoeven we allebei niet al te veel op te geven.’

Ze wilde hem de komende twintig jaar niet in de buurt hebben, want daarvoor waren haar gevoelens veel te ingewikkeld. Vermoeid leunde ze tegen de deurpost. ‘Wat heeft jouw vader dan allemaal moeten opgeven?’

Jacks antwoord klonk vlak. ‘Zijn dromen.’ Maar dat was nog niets vergeleken bij wat zijn moeder had moeten geven. Die was haar leven kwijtgeraakt. Het liefst wilde hij op zijn knieën vallen en Kelsi smeken om alsjeblieft, alsjeblieft, alsjeblieft voorzichtig te zijn. Zijn eigen lichaam werd met de dag sterker nu zijn knieblessure tot het verleden behoorde, maar hij zag Kelsi zwakker en zwakker worden. Eerst die kringen onder haar ogen, toen die vermoeide blik, en nu ook nog dat overgeven ’s morgens voor ze naar haar werk ging. Het liefst had hij haar ogenblikkelijk weer naar bed gestuurd, maar hij wilde geen ruzie riskeren. De hele situatie joeg hem enorme angst aan.

‘Je bedoelt het hotel?’

‘Nee, hij is weliswaar overleden voordat het hotel af was, maar dat hotel is nooit zijn droom geweest. Dat was alleen maar een investering.’

‘Waar droomde hij dan van?’

Jack zuchtte. Hij voelde zich veel te emotioneel om erover te praten, maar hij wilde haar ook niet met een kluitje in het riet sturen. Hij wilde echt proberen de dingen die hem bezighielden met haar te delen, hoe zwaar hem dat ook viel. ‘Mijn vader was bergbeklimmer in hart en nieren, maar toen mijn moeder was overleden, is hij ermee gestopt. Hij moest voor mij zorgen, en er moest op de een of andere manier geld in het laatje komen. Omdat hij alleen maar verstand van bergen had, is hij gids geworden. Eerst organiseerde hij alleen kleine tochten, maar later, toen zijn onderneming groeide, ook grotere expedities, naar China bijvoorbeeld. Hij had charme, en trok vooral een rijk publiek aan.’

‘Dan heb jij zijn charme geërfd,’ zei ze zacht.

Hij wist niet zeker of hij dat wel goed had verstaan, dus ging hij verder: ‘Ik ging overal mee naartoe. Dat kon, als zoon van de grote baas. Mijn vaders rol werd steeds meer die van manager. Hij regelde de overnachtingen, trok ervaren gidsen aan en zorgde ervoor altijd in het basiskamp aanwezig te zijn om aan alle wensen van zijn klanten te kunnen voldoen. Maar zelf heeft hij nooit meer geklommen. Ik had mijn moeder al verloren, en hij wilde niet dat ik hem ook nog eens kwijt zou raken. Dus heeft hij zijn ambities jarenlang in de ijskast gezet. Al die tijd is hij wel van plan geweest om weer te gaan klimmen, wanneer ik eenmaal oud genoeg zou zijn om op eigen benen te staan. Maar het is er nooit meer van gekomen.’

‘Wat had hij dan nog willen doen?’

‘De Mount Everest beklimmen. Inmiddels is dat al heel vaak gedaan. Het is niet eens meer de moeilijkste berg, maar nog wel de hoogste. Mijn vader was van plan een poging te wagen als het hotel af was, maar toen kreeg hij zomaar opeens een hartaanval.’

Als Jack terugkeek op zijn jeugd, vond hij de opoffering die zijn vader zich had getroost zonde van de tijd, want een vader verliezen deed altijd pijn, of je nu acht, achttien of achtenveertig was.

‘Denk je dat hij verbitterd was omdat hij door jouw komst zijn droom heeft moeten opgeven?’

‘Hij zei altijd van niet.’ Maar Jack had dat nooit kunnen geloven. Waarschijnlijk had zijn vader hem willen ontzien. Als kind had hij hem wel eens gevraagd waarom hij niet ook naar de top klom, zoals de toeristen deden. Zijn vader had toen geantwoord dat er grotere uitdagingen in zijn leven waren.

Wat Jack van dit alles had geleerd, was dat je je dromen niet moest uitstellen, want voor je het wist, kwam er afstel van. Als je iets werkelijk wilde, moest je het op de eerste plaats zetten, vóór al het andere in je leven.

Zijn eigen passie was snowboarden, en daarin wilde hij de absolute top bereiken. Als hij die gouden medaille wilde winnen, moest hij nog een paar nieuwe sprongen leren, en dat zou in het komende jaar moeten gebeuren. Kelsi’s zwangerschap kwam op een slecht moment, maar hij bevond zich in een betere positie dan zijn vader destijds. Hij had tenminste geld waarmee hij Kelsi en de baby kon onderhouden. Het was misschien niet ideaal om het zo te regelen, maar het was ook niet slecht. Hij zou nog steeds zijn droom kunnen najagen.

‘Heb jij nooit willen klimmen?’

‘Nee, ik ga liever naar beneden dan naar boven. Dat gaat een stuk sneller.’ Hij grinnikte. ‘Maar de bergen zitten me wel in het bloed. Ik ben ermee opgeroeid. Zodra ik klaar was met mijn huiswerk ging ik oefenen met mijn snowboard.’

‘Vanwege al dat reizen kon je niet naar een normale school, neem ik aan?’

‘Dat klopt. De meeste winters zaten we in Nieuw-Zeeland, en dan bezocht ik daar elk jaar een paar maanden dezelfde school. De rest van het jaar kreeg ik privéles. Ik heb niet zo lang doorgeleerd, want als tiener kreeg ik al snel de kans om prof te worden.’

Ze fronste haar wenkbrauwen. ‘En daar ben je nog steeds gelukkig mee?’

‘Ja. Als ik dat olympische goud win, heb ik iets bereikt wat nog niemand voor mij heeft bereikt.’

‘En dan, Jack? Hoelang kun je daarop teren? Wat is dan je volgende uitdaging?’