Hoofdstuk 5
Jack klopte voor de zoveelste keer op de deur en schreeuwde: ‘Kelsi? Gaat het? Doe eens open!’
Er kwam geen enkele reactie. De afgelopen tien minuten was het volkomen stil gebleven.
‘Als je die deur nu niet opendoet, breek ik hem open!’ Hij meende het. Het slot zag er niet al te stevig uit, en op dit moment stroomde er meer adrenaline door zijn bloed dan bij de gevaarlijkste sprongen die hij op de piste maakte.
Ze mompelde iets.
Dat klonk niet goed.
De deur ging open, en toen hij haar gezicht zag, wist hij dat het inderdaad goed mis was.
‘Maak je geen zorgen,’ zei hij direct, niet wetend of hij dat nu tegen haar of tegen zichzelf zei. ‘Het komt allemaal goed.’
Ze overhandigde hem de test, die nog steeds in neonletters het woord ‘zwanger’ deed oplichten, en een andere test, die twee blauwe lijntjes liet zien.
Had hij haar soms dáárom de afgelopen weken maar niet uit zijn hoofd kunnen zetten? Bestond er zoiets als mannelijke intuïtie?
Nee, hij had alleen maar lichamelijk naar haar verlangd. Zozeer zelfs dat er van trainen bijna niets terecht was gekomen en hij zijn trainingsschema uiteindelijk maar had afgebroken om naar haar toe te gaan en af te maken waaraan ze waren begonnen. Dat op zich was al een nachtmerrie geweest, maar op dit moment bevond hij zich in een regelrechte horrorfilm.
Zijn hersenen werkten op volle toeren. Toen ze hem daarnet op de stoep had zien zitten, had ze heel koeltjes gereageerd. Zou ze toen al geweten hebben dat ze zwanger was? Was ze soms van plan geweest hem daar niets over te vertellen?
Nee, onmogelijk. Niemand kon zo’n schrik en afschuw veinzen. Maar zou ze het hem hebben verteld wanneer ze er uiteindelijk zelf achter was gekomen?
‘We kunnen dit wel aan,’ zei hij om de stilte te verbreken.
Nog steeds zei ze niets.
Op dat moment sloeg de paniek ook bij hem toe. Hij was altijd goed geweest in het oplossen van problemen, maar nu kon hij helemaal niets bedenken. De gedachte aan een zwangerschap en een baby verlamde hem volkomen. Hij dacht aan zijn eigen onwelkome komst op aarde.
‘Het is van mij, hè?’
‘Ja,’ snauwde ze.
Natuurlijk had hij die vraag op dit moment niet moeten stellen, maar hij moest het zeker weten. ‘Dan neem ik de volledige verantwoordelijkheid,’ probeerde hij het goed te maken. ‘Ik ben degene die jou zwanger heeft gemaakt.’
‘Ja,’ herhaalde ze iets toeschietelijker. ‘Maar ik verwijt je niets. Ik was er zelf ook bij, weet je nog?’
Er viel een lange stilte.
‘Mag ik je iets vragen?’ vroeg hij uiteindelijk.
Ze haalde haar schouders op. ‘Ga je gang.’
‘Als ik hier vanavond niet was gekomen, zou je me dan ooit over je zwangerschap hebben verteld? Had je contact met me opgenomen om te zeggen dat ik vader werd?’
Opnieuw haalde ze haar schouders op. ‘We kennen elkaar amper,’ antwoordde ze vlak. ‘Maar ik denk wel dat ik het je zou hebben verteld, ja.’ Ze liep naar het raam en staarde uitdrukkingsloos naar buiten. Wat een ellende. Jack was hier net zomin klaar voor als zij. Ze moest hem laten weten dat hij de verantwoordelijkheid niet hoefde te dragen. Een kind paste totaal niet in zijn leven. Hij was een charmeur die voortdurend de wereld rond reisde. Als ze hem dwong zijn verantwoordelijkheid te nemen, zou hij haar gaan haten. Hij zou het gevoel hebben dat hij in de val was gelopen. Uit plichtsbesef zou hij af en toe wel eens komen kijken hoe zij en het kind het maakten, maar daarna zou hij weer weggaan.
Ze weigerde dezelfde weg te bewandelen als haar moeder had gedaan. Die had haar vader elke keer weer zijn slippertjes vergeven en hem tegen beter weten in steeds weer in huis genomen. Om uiteindelijk voor een nieuwe liefde voorgoed aan de kant te worden gezet. Ze wilde niet dat haar kind zo’n toekomst tegemoet ging. Hoe vaak was ze zelf als kind niet teleurgesteld als haar vader het weer eens liet afweten bij een belangrijke gebeurtenis? Daar kwam nog bij dat zijn vraag of hij de vader was haar diep had gekwetst. Dat hij elke week of misschien zelfs wel elke dag een ander vriendinnetje had, betekende niet dat zij ook zo leefde.
Resoluut draaide ze zich naar hem om. ‘Zal ik je eens wat vertellen? Ik heb geen spijt van wat er op het strand is gebeurd. Ik heb ervan genoten, en dat weet je. Maar daar gaat het nu niet om. Ik moet aan deze nieuwe situatie wennen, en dat gaat even duren. Ik wil graag alleen zijn en bedenken wat ik nu ga doen.’
‘Heb ik ook iets over dat besluit te zeggen?’
‘Nee, want je kent mij niet eens.’
‘Dan stel ik voor dat we elkaar leren kennen.’ Hij liep naar haar toe. ‘En snel ook.’
Kelsi verstijfde bij het zien van de ingehouden agressie in zijn manier van lopen. Als hij maar niet dacht dat hij haar kon vertellen wat ze moest doen. Als hij van plan was dat kleine beetje wat er nog aan geluk in haar leven over was te verpesten door haar een relatie met hem op te dringen, was hij aan het verkeerde adres. Zonder kind zou hij er nooit een seconde over hebben gedacht een relatie met haar te beginnen. Dan moest hij dat nu dus ook niet doen.
‘Ik laat je niet in de steek, Kelsi,’ zei hij resoluut, in de veronderstelling dat ze dat wilde horen. Ze verwachtte natuurlijk dat hij als man de touwtjes in handen zou nemen en haar gerust zou stellen. En dat zou hij doen ook. ‘Ik laat jou niet met deze ellende zitten. Zo ben ik niet. Er is altijd een oplossing.’
‘Als je maar niet denkt dat we gaan trouwen,’ zei ze snel, voordat hij zoiets belachelijks ging doen als haar ten huwelijk vragen. ‘Ik trouw niet met je. En dat is ook helemaal niet nodig.’
Met grote ogen staarde hij haar aan.
‘Maak je geen zorgen,’ zei ze kwaad. ‘Ik heb geen vader die met een buks achter je aan komt als je niet als de bliksem met zijn zwangere dochter trouwt.’ De tranen brandden inmiddels achter haar ogen. Hij moest nu weggaan, zodat ze in haar eentje een flinke huilbui kon krijgen en daarna haar schouders onder dit probleem kon zetten. Zijn aanwezigheid maakte haar alleen maar nog erger van streek.
Hij haalde diep adem. ‘Kelsi,’ zei hij toen, ‘ik wil helemaal niet met je trouwen.’
Ze werd rood. Waar was dat bekende gat in de grond om in te verdwijnen als je het nodig had?
‘Je hebt gelijk,’ ging hij verder. ‘Mensen trouwen tegenwoordig niet meer vanwege een ongeplande zwangerschap.’
Ook al was ze het helemaal met hem eens, toch maakten zijn woorden haar kwaad. ‘Tegenwoordig kunnen mensen ongeplande zwangerschappen afbreken.’ De woedende blik in zijn ogen deed haar bijna achteruitdeinzen, maar ze hield stand. ‘Dit komt op een heel slecht moment in mijn leven,’ zei ze. ‘Ik ben bezig carrière te maken, en ik moet werken om in mijn levensonderhoud te voorzien.’
‘Geld is geen probleem,’ zei hij direct. ‘Op financieel gebied zullen jij en het kind niets te kort komen. Ben je werkelijk van plan het weg te laten halen?’
Ze schudde haar hoofd. ‘Nee,’ antwoordde ze zacht. Ze was zelf het resultaat van een ongeplande zwangerschap. Dat was niet erg, maar wat wel erg was, was dat haar ouders direct met elkaar waren getrouwd. En zo’n huwelijk was gedoemd om te mislukken. Die fout zou zij niet maken. Ze zou van dit kind houden, en zorgen dat het in een harmonieuze omgeving opgroeide.
‘Daar ben ik blij om,’ zei hij. ‘Maak je geen zorgen, we komen er echt wel uit.’
Ze had geen enkele behoefte aan dergelijke clichés. ‘Nee, jij hoeft niets te doen. Ik kom er in mijn eentje wel uit.’
‘Hoe zit het met je ouders?’ informeerde hij. ‘Moet je moeder dit niet weten?’
Ook dat nog! Ze sloot haar ogen. Moest hij daar nu werkelijk over beginnen? ‘Mijn moeder vertel ik voorlopig helemaal niets,’ zei ze beslist. Dat was een probleem dat ze later wel onder ogen zou zien. Het zou vreselijk zijn om haar moeder te vertellen dat ze ongepland zwanger was geraakt. Haar vader had zich nooit iets van haar aangetrokken, hem zou het dus niets kunnen schelen, maar haar moeder had altijd gehoopt dat zij de kansen die het leven bood met beide handen zou grijpen. Haar hele opvoeding was daarop gericht geweest. Haar moeder had ervoor gezorgd dat ze een goede opvoeding had gekregen en daarna een goede opleiding had gevolgd. Dat ze al haar kansen nu had vergooid door een onbezonnen vrijpartij op het strand, zou heel hard bij haar moeder aankomen.
Jack voelde zich afschuwelijk. Blijkbaar zei hij voortdurend de verkeerde dingen. Ze zag er zo klein en kwetsbaar uit. Automatisch stak hij zijn armen naar haar uit, om haar in ieder geval een beetje troost te bieden.
Als door een wesp gestoken deinsde ze achteruit. ‘Niet doen!’
Hij streek langs zijn kin. Wat kon hij dan voor haar doen? ‘Je hebt nog niet gegeten.’
‘Ik heb geen honger.’
Dat had hij zelf ook niet, maar het zou de ergste spanning kunnen doorbreken. ‘Ik ga even wat voor ons halen. Over twintig minuten ben ik terug. Dan praten we verder.’ Als hij nu even wegging, konden ze het allebei wat laten bezinken.
Terwijl hij een paar minuten later naar de afhaalrestaurants verderop in de straat liep, deed zijn knie weer flink pijn, maar dat was niets vergeleken bij de stekende hoofdpijn die hij inmiddels ook had gekregen. Hij had nooit verantwoordelijk willen zijn, voor niemand. Hij had er juist altijd voor gezorgd alleen iets te beginnen met zelfstandige vrouwen, die zich niet aan hem zouden vastklampen. Hij wilde geen vaste relatie en geen gezin. Hij hield van afwisseling en uitdaging. Als een relatie te hecht dreigde te worden, zette hij er met instemming van de betreffende vrouw een punt achter. Hij wilde de vrijheid hebben om zijn carrière altijd op de eerste plaats te laten komen.
Hij zou dus juist blij moeten zijn dat Kelsi zich niet wanhopig aan hem vastklampte, maar dat was hij niet. Dat ze het tegenovergestelde deed, namelijk hem vertellen dat hij helemaal niet nodig was, zat hem niet lekker. Het was kinderachtig, maar door haar zelfstandige houding kreeg hij zin dwars te gaan liggen. Even had hij zelfs overwogen om op een huwelijk aan te dringen. Het was duidelijk dat ze weinig geld had. Goed, ze kon rondkomen, maar ze woonde in een klein huurappartement.
Gelukkig zou hij haar en het kind op financieel gebied alles kunnen geven wat ze maar nodig hadden. Financiële zekerheid vond hij heel belangrijk. Als kind had hij ervaren hoe het was om weinig geld te hebben. Zijn vader had het zwaar gehad, met het opzetten van een eigen bedrijf en een kind om voor te zorgen. Er was nooit geld geweest voor iets extra’s. Nu waren de omstandigheden gelukkig heel anders.
Natuurlijk zou hij er niet altijd voor Kelsi en de baby kunnen zijn. Zijn werk bracht nu eenmaal met zich mee dat hij het grootste deel van het jaar in het buitenland trainde. Dat zou hij niet opgeven. Maar hij wilde ook niet dat Kelsi hem volledig buitenspel zette, zoals ze van plan scheen te zijn.
Toen ze in de badkamer was, had hij al voor zich gezien hoe ze tevoorschijn zou komen. Met betraand gezicht zou ze zich in zijn armen storten. Volkomen hulpeloos zou ze wachten totdat hij het heft in handen nam.
Maar zo was het niet gegaan. Elke hulp van hem had ze tot nu toe afgewezen, en dat kwetste hem veel meer dan hij wilde toegeven.
Maar hoe pijnlijk dit alles ook was, de lichamelijke kant van de zwangerschap joeg hem nog de meeste angst aan. Het kneep zijn keel bijna dicht. Kelsi was zo klein. Op het strand was hij bang geweest haar onder zijn gewicht te verpletteren. Hoe kon een dergelijke vrouw ooit een kind dragen en ter wereld brengen?
Ze zou in het kraambed kunnen sterven. Dat was geen hersenspinsel van hem, maar een gerede kans. Zulke dingen gebeurden, daar wist hij alles van; zijn eigen moeder was twee uur na zijn geboorte overleden.
Kelsi moest de beste medische verzorging krijgen die maar mogelijk was. Zijn moeder was bij zijn geboorte van elke medische hulp verstoken geweest, en dat had tot haar dood geleid. De geschiedenis mocht zich niet herhalen, en daar had hij alles voor over.
Twintig minuten later, toen hij met een paar kartonnetjes Thaise noedels bij Kelsi’s appartement aankwam, was zijn woede gezakt, maar voelde hij zich nog steeds beroerd. Hij zou niet aan de zijlijn gaan toekijken, terwijl zij zwanger van zijn kind was.
Ze kregen allebei geen hap door hun keel.
Kelsi had een overdreven optimistische houding aangenomen. ‘Het lukt allemaal wel,’ zei ze met een onnatuurlijke glimlach. ‘Ik heb een baan, en in ieder geval voorlopig nog een dak boven mijn hoofd. Ik ben financieel onafhankelijk. Het zal niet altijd makkelijk zijn, maar het lukt me wel.’
Die opmerking zat hem niet lekker. Betekende het soms dat ze geen geld van hem wilde aannemen? Dat was belachelijk. ‘Hoe denk je je leven praktisch in te richten met een kind?’ vroeg hij.
‘De eerste tijd na de bevalling kan ik thuis werken,’ zei ze direct. ‘Later kan ik parttime op kantoor gaan zitten, en zodra er een plaatsje op de crèche beschikbaar is, is het helemaal geen probleem meer.’
‘Dat heb je allemaal snel bedacht,’ kon hij niet nalaten sarcastisch op te merken.
Ze hapte niet. ‘Dat was alles waar ik aan kon denken toen jij weg was.’
Goed, daar kon hij mee leven. Er waren veel werkende moeders, ook alleenstaande, en die wisten het allemaal te redden. Dat hij zo ouderwets was dat hij het liefst voor zijn vrouw en kind wilde zorgen, was zijn probleem. ‘En wat is mijn rol in dit hele verhaal?’
‘Die is er niet.’
‘Pardon?’
Ze ontweek zijn blik. ‘Zoals ik al zei, hoef jij je geen zorgen te maken. Ik red het wel alleen.’
Daar twijfelde hij inmiddels geen seconde meer aan. Kwaad liep hij om de tafel heen, om haar vervolgens woest in zijn armen te trekken.
Ze kon geen kant meer op. Haar hart ging wild tekeer, en haar hele lichaam verstijfde toen zijn lippen meedogenloos haar mond claimden.
Ze proefde zijn woede, voelde zijn kracht en brandde zich bijna aan de hitte die hij uitstraalde. Gek genoeg reageerde ze daarop door haar armen om zijn hals te slaan en haar lichaam tegen hem aan te vleien. Even probeerde ze het nog tegen te houden, maar de golf van verlangen die door haar lichaam trok, liet zich niet meer stoppen.
Ze voelde zijn woede pas verdwijnen toen ze hem hartstochtelijk terugkuste.
Waar was ze in hemelsnaam mee bezig? Meteen raakte ze in paniek van haar eigen gevoelens, en ze duwde hem hard van zich af.
‘Als je het zo goed alleen kunt redden, hoe denk je dit dan op te lossen?’ vroeg hij, doelend op de bijna tastbare seksuele spanning die tussen hen in bleef hangen.
Ze deed een paar stappen bij hem vandaan. ‘Mij kussen en de situatie daardoor nog ingewikkelder maken, is geen goed idee.’
‘Dat kan zijn, maar ik verlang nog steeds naar je.’
Die opmerking maakte haar razend. ‘Ach, jij verlangt naar alles wat maar beweegt.’
Ze zag hem wit wegtrekken. Goed, misschien ging haar opmerking iets te ver, maar dan moest hij haar maar niet zo kwaad maken. Ze was ook kwaad op zichzelf, omdat ze zijn kus had beantwoord. Haar hele leven lag in puin, en wat deed zij? Ze liet zich het hoofd op hol brengen en dacht aan seks. ‘Ja, kijk maar niet zo geschokt,’ sneerde ze. ‘Hoeveel vrouwen heb jij wel niet gehad? Neem je dan niet élke vrouw mee naar dat strand? Is dat niet gewoon je routine?’
‘Nee, want dan had ik wel meer condooms bij me gehad!’ schreeuwde hij terug. ‘En ja, ik heb vriendinnen gehad, maar ik heb nog nooit iemand meegenomen naar dat strand. En als je het per se wilt weten, ik heb ook nog nooit eerder een belangrijke vergadering laten schieten om een middag door te brengen met een raar uitziende vrouw die me bijna dood had gereden.’
Raar uitziend. Natuurlijk! ‘Waarom ga je niet gewoon weg, Jack? Je bent me niets verschuldigd. Ga gewoon weg en vergeet mij en de baby. Maak het niet zo moeilijk voor ons allebei.’
‘Dat zou ik wel willen, maar dat kan ik niet.’
O, dus dat zou meneer wel willen. Dat kwetste haar nog meer. ‘Jij bent geen man om je te binden, Jack. Een gezin is niets voor jou. Dat geeft niet, want het gaat nu ook helemaal niet om jou. Het gaat om de baby, en die heeft er het meeste baat bij als jij nu gewoon vertrekt.’
‘Mij wegsturen komt jou persoonlijk misschien het beste uit, Kelsi, maar het is zeker niet het beste voor ons kind. Een kind heeft de liefde van beide ouders nodig.’
Ja, zeker zoals haar vader haar liefde had gegeven. Dat soort liefde kon een kind missen als kiespijn.
Met haar eigen verleden in gedachten, sneerde ze: ‘Denk je dat je van je kind kunt houden, Jack? Kun je er voor je kind zijn als het je nodig heeft? Kun je die verantwoordelijkheid op je nemen, ook op momenten dat het je zelf totaal niet uitkomt?’
Pas toen de stilte ongemakkelijk werd, durfde ze hem aan te kijken. De woede straalde aan alle kanten van hem af.
‘Ik heb jou niet nodig om me op mijn verantwoordelijkheden als ouder te wijzen, Kelsi,’ zei hij onnatuurlijk kalm. ‘Jij weet duidelijk helemaal niets over mij, dus daar zullen we verandering in moeten brengen. Maar niet nu, want dan zeggen we misschien nog meer onvergeeflijke dingen tegen elkaar. Je hoort morgen wel van me.’
Even later sloeg de deur met zo’n klap achter hem dicht dat het hele huis, dat daar al bijna een eeuw stond, op zijn grondvesten trilde.