Hoofdstuk 9
Nadat Perdita Jared had zien wegrijden, liep ze naar haar kamer, waar ze de kleren die ze wilde meenemen op het bed legde. Het enige geschikte voor de avond was een zwart cocktailjurkje, en daar legde ze een paar hoog gehakte sandaaltjes bij, een tasje en het met fluweel beklede doosje waarin ze haar juwelen bewaarde.
Intussen gingen haar gedachten naar de laatste keer dat ze een tas voor Las Vegas had gepakt. Ze woonde toen in het huis van Elmer in San Jose, en ze was opgewonden geweest, vol verwachting over wat komen zou.
Haar geluk was enigszins bedorven toen Martin, van wie ze had gedacht dat hij nog aan het werk was, opeens in de hal was verschenen, juist toen zij met haar weekendtas de trap af kwam. Eerder had ze een briefje voor hem geschreven, waarin ze uitlegde dat ze een lang weekend met een ‘kennis’ ging doorbrengen.
Geagiteerd had hij haar tegengehouden. ‘Waar ga jíj heen?’ had hij dringend gevraagd.
‘Dat gaat je niets aan.’
‘Als je stiekem wegsluipt om –’
‘Ik sluip niet stiekem weg, dat is niet nodig. Ik heb niets te verbergen.’
‘Dan kun je me ook wel zeggen waar je heen gaat.’
‘Ik ga naar Las Vegas met een kennis.’
‘Jared Dangerfield, veronderstel ik.’
‘Dat veronderstel je goed.’
‘Ik kan het niet toestaan.’
‘Je kunt me niet tegenhouden. Ik ben geen kind meer, hoor! Ik ben oud genoeg om te doen wat ik wil. Hoe dan ook, het gaat je niets aan.’
‘Voordat je vader naar het ziekenhuis ging, heb ik hem beloofd dat ik op je zou passen.’
‘Me zou bespioneren, bedoel je!’
‘Ik probeer alleen maar voor je te zorgen. Je weet niet wat je doet –’
‘Ik weet precies wat ik doe. Wil je nu aan de kant gaan zodat ik er langs kan?’
‘Als je echt gaat, moet ik het je vader vertellen.’
Ze keek hem koppig aan. ‘Ik ga, en als je het mijn vader vertelt en hem juist nu ongerust maakt, vergeef ik het je nooit. Nooit!’
In het besef dat ze het werkelijk meende, sloeg hij opeens een heel andere toon aan. ‘Alsjeblieft, Dita, wees nu verstandig.’
Op dat moment hoorde ze de auto van Jared, en ze probeerde Martin opzij te duwen.
Hij pakte haar pols vast en keek haar dringend aan. ‘Vertel me in elk geval waar je logeert.’
‘We logeren in het Imperial Palace Hotel.’
‘Dat ken ik, dus als ik je op de een of andere manier moet bereiken –’
‘Ik ben van plan zelf contact met het ziekenhuis te houden, dus je hoeft me niet te bereiken.’ Ze trok zich los en rende naar buiten.
Jared ving haar op met een innige kus, waarna hij haar tas naast de zijne op de achterbank zette en haar in de auto hielp. Omkijkend ving ze een glimp van Martin op die door het raam naar hen keek, zijn gezicht vertrokken van woede.
Toen ze San Jose uit reden naar het zuiden, haalde Perdita haar verlovingsring uit het medaillon en schoof hem aan haar vinger.
Jared zag het en vroeg: ‘Voel je je wat minder schuldig over dit weekend als je die ring om hebt?’
‘Ik voel me niet schuldig,’ antwoordde ze, en ze wist dat hij haar niet geloofde.
Hij kende haar beter dan ze zichzelf kende. Het was haar gelukt haar schuldgevoelens weg te duwen, maar door de goedbedoelde tussenkomst van Martin waren die weer in alle hevigheid opgelaaid. Denkend aan de vervelende scène in de hal zuchtte ze diep. Ze wist dat hij haar alleen maar wilde beschermen, maar ze wilde zijn bescherming niet. Toch had ze niet zo rot tegen hem moeten doen…
Jared keek schuins naar haar en vroeg: ‘Is er iets?’
‘Nee, niets,’ verzekerde ze hem, omdat ze hun samenzijn niet wilde bederven. Even legde ze haar hoofd op zijn schouder. ‘Wat kan er zijn nu we zo’n heerlijk weekend voor de boeg hebben?’
Hij lachte en gaf een kneepje in haar hand.
Perdita vond het een heerlijke tocht. Het was druk op de weg, zodat ze niet hard konden rijden en ze de omgeving goed kon bekijken. Later werd het rustiger en konden ze sneller opschieten. Toch was het al donker toen ze in de buurt van hun bestemming kwamen, en ze was half in slaap gesukkeld.
‘Kijk,’ zei Jared zacht.
Ze deed haar ogen open en hield haar adem in.
Vóór hen lag Las Vegas als een met juwelen bezette mantel uitgespreid over de bodem van de vallei. De schitterende Strip verlichtte de nachtlucht met een uitbarsting van lichtjes en kleurige watervallen van neon. Het was een aanblik die ze nooit zou vergeten, en ademloos zei ze: ‘Wat romantisch, hè?’
‘Hiervandaan zeker,’ beaamde hij, waarna hij er enigszins cynisch aan toevoegde: ‘Het is de afstand die het zo betoverend maakt.’
Terwijl ze de stad in reden, zag ze al die hotels en casino’s vol drukte, beweging en lawaai. Alle lichten en flitsende neonreclames maakten de nacht tot dag, en ze kon heel goed geloven dat deze stad nooit sliep.
Jared had een betrekkelijk rustig gelegen hotel gekozen, met een klein casino voor de hotelgasten, maar zonder de fruitmachines die de meeste andere hotels wel hadden. Zodra ze zich in hun suite geïnstalleerd hadden, vroeg hij: ‘Wil je beneden eten en misschien later een bezoek brengen aan het casino?’
‘Het maakt me niet uit.’ Eigenlijk trok geen van beide opties haar echt aan. ‘Wat wil jij?’
Hij schudde zijn hoofd. ‘Ik wil liever hier boven eten, en hoewel ik wel eens roulette speel, ben ik geen gokker.’
En dus aten ze rustig in hun suite, waarna ze douchten en naar bed gingen. Na een heerlijke nacht vol tedere en hartstochtelijke liefde, werden ze vroeg wakker. Ze ontbeten op hun balkon en genoten van de zon en de warme woestijnlucht. Perdita voelde zich heerlijk zorgeloos, en zich loom uitstrekkend merkte ze op: ‘Als dit nou zo’n “gevaarlijke escapade” is waarvoor mijn vader me altijd waarschuwt, dan heb ik spijt dat ik niet eerder ongehoorzaam ben geweest.’
Ze had een even luchtige reactie verwacht, maar Jared zei ernstig: ‘Misschien had je het ook nu niet moeten doen. Ik had je nooit moeten overhalen.’
‘Je hoefde me nauwelijks over te halen, hoor,’ hield ze hem voor.
‘Hoor eens, mijn lief…’ Hij nam haar hand in een stevige greep. ‘Dit stiekeme gedoe is niets voor ons. Laten we trouwen.’
‘Maar dat gaan we toch doen zodra mijn vader –’
‘Nee, ik bedoel nu. Vandaag. Ik wil dat iedereen weet dat je mijn vrouw bent, en niet zomaar een lekker ding om mijn bed te warmen.’
‘Wat kan het je schelen wat iedereen denkt?’
‘Heel veel.’ Hij drukte zijn lippen tegen de palm van haar hand. ‘Laten we een ring gaan kopen, en dan trouwen we in een van die trouwkapelletjes.’ Toen ze haar hoofd schudde, ging hij door: ‘Het lijkt wat armetierig, maar zodra je vader beter is, houden we een bruiloft met alles erop en eraan.’
‘Nee, dat is het niet…’
‘Wat dan?’
‘Ik wil hier wel trouwen, als we het voorlopig maar geheimhouden.’ Bij het zien van zijn frons vervolgde ze snel: ‘Mijn vader mag het niet weten voordat alle onderzoeken achter de rug zijn. Pas dan weet ik of zijn hart sterk genoeg is om de schok aan te kunnen.’
‘En als dat nooit gebeurt?’
‘O, dat gebeurt wel,’ verzekerde ze hem vol vertrouwen.
Ze trouwden die middag in een klein kapelletje aan de rand van de stad. Het was een eenvoudig wit gebouwtje, er stonden wat bloemen en de kleine klok luidde feestelijk. De eenvoudige plechtigheid was snel voorbij, en toen Jared en zij naar buiten liepen, de zon in, waren ze man en vrouw.
‘Wat zou je nu willen doen?’ vroeg hij.
Dolgelukkig vertelde ze vrolijk: ‘Eigenlijk wil ik heel graag iets van de woestijn zien.’
‘Dan gaan we een eind rijden, en later vanavond gaan we eten bij de Santecopa, en als je dat leuk vindt, blijven we daar voor het cabaret en om te dansen.’
‘Dat klinkt fantastisch,’ zei ze.
Na een prachtige tocht door het gevarieerde woestijngebied waren ze teruggegaan naar hun hotel in Las Vegas om te gaan douchen voordat ze naar de Santecopa zouden lopen. Toen Perdita net had gedoucht, en Jared haar voorbeeld volgde, ging de telefoon.
‘Hallo?’ zei ze verbaasd.
‘Dita, ik probeer je de hele middag al te bereiken.’ Martins stem klonk dringend. ‘Je vader heeft weer een hartaanval gehad, en deze keer is het levensbedreigend.’
‘O lieve hemel!’ riep ze uit. ‘Wat moet ik nu doen?’
‘Laat het maar aan mij over. Ik ben net in Las Vegas aangekomen en ik sta nu in de lobby van je hotel. Er staat een taxi te wachten, en ik heb twee tickets voor het volgende vliegtuig naar Los Angeles. Maar dan moeten we wel op tijd bij de luchthaven zijn.’
‘Ik kom meteen naar beneden.’
Ze smeet de telefoon neer en rende naar de slaapkamer, waar Jared net uit de douche kwam. ‘Mijn vader heeft weer een hartaanval gehad,’ bracht ze gesmoord uit.
Jared gooide zijn handdoek neer en reikte naar zijn kleren. ‘We vliegen direct naar Los Angeles.’
‘Nee, het is beter dat jij hier blijft –’
‘Doe niet zo gek, ik kan je niet alleen laten gaan.’
‘Martin is er,’ zei ze ademloos. ‘Hij is hier in de lobby. Hij heeft tickets voor de volgende vlucht, en er staat een taxi te wachten.’
Ze greep haar tas en jasje, en wegrennend riep ze over haar schouder: ‘Zodra ik meer weet, bel ik je.’
In de lift naar beneden viel haar blik op de ringen die ze om had. Ze deed ze snel af en stopte ze in haar tas.
De vlucht naar Los Angeles duurde gelukkig maar kort, en al snel landden ze in de smog, maar de taxirit naar Mardale duurde haar veel te lang.
Toen ze eindelijk ’s avonds laat bij het moderne ziekenhuis aankwamen, werden ze door de receptie naar de afdeling voor hartbewaking verwezen. Daar werden ze tegengehouden door een afgesloten deur.
Door de intercom klonk een mannenstem. ‘Het is hier beperkte toegang, dus vertel wat u komt doen.’
‘Ik ben Miss Boyd.’ Met moeite wist Perdita haar stem kalm te houden. ‘Ik kom voor mijn vader, John Boyd. Hij heeft vandaag een hartaanval gehad, en ik begrijp dat zijn toestand kritiek is.’
Er viel een lange stilte, toen zei de man: ‘Er lijkt geen patiënt met die naam opgenomen te zijn. Als u even wacht, probeer ik de afdelingsarts te pakken te krijgen.’
Nadat ze eindeloos hadden gewacht, verscheen er een kleine kalende man met blauwe ogen. Hij sloot de deur achter zich en zei bruusk: ‘Miss Boyd, ik ben Dr. Sondheim. U hebt het verkeerd begrepen of u bent verkeerd ingelicht over de ernst van de toestand van uw vader. Hij heeft weliswaar een hartaanval gehad, maar het was een heel lichte, en ik kan u verzekeren dat hij niet in gevaar verkeert.’
Perdita begon te snikken van opluchting, en Martin vroeg: ‘Weet u dat heel zeker?’
Met een ijskoude blik antwoordde de dokter: ‘Heel zeker.’
‘Mogen we hem alstublieft zien?’ vroeg ze smekend.
‘Dit is de afdeling intensive care, en uw vader ligt op de gewone hartafdeling.’
‘Kunnen we hem dan daar zien?’
‘Mijn beste jongedame, we kunnen echt niet te allen tijde bezoek toelaten bij de patiënten,’ antwoordde hij bars. ‘En zeker niet ’s nachts, tenzij de patiënt heel ernstig ziek is, wat met uw vader gelukkig niet het geval is.’ Zijn gezicht verzachtte iets, en hij voegde er op vriendelijker toon aan toe: ‘Ik stel voor dat u naar huis gaat en u geen zorgen meer maakt. De komende vierentwintig uur heeft uw vader rust nodig, daarna doen we een paar onderzoeken, en over een paar dagen hebt u uw vader weer gezond en wel thuis. Nu moet u me verontschuldigen, want ik heb de zorg voor patiënten die wél ernstig ziek zijn.’
Voordat ze hem kon bedanken, had hij een code ingetikt, waarna hij door de deur verdween, hen in de zwak verlichte gang achterlatend.
Na alle angst en zorg was de opluchting zo groot, dat ze begon te trillen.
Martin wierp haar een bezorgde blik toe en vroeg: ‘Wil je het hierbij laten?’
Gerustgesteld door de bruuske, nuchtere reactie van Dr. Sondheim knikte ze.
‘Dan moeten we maar een hotel zoeken voor de nacht.’
‘Nee,’ zei ze gedecideerd. ‘Ik moet Jared bellen en dan meteen terug naar Las Vegas.’ Ze had verwacht dat Martin zou proberen haar tegen te houden, maar tot haar verrassing liep hij zonder iets te zeggen met haar mee het ziekenhuis uit. Buiten gekomen zocht ze met onvaste vingers in haar tas naar haar telefoon, maar die was er niet. ‘Kan ik jouw telefoon even lenen?’ vroeg ze aan hem.
Hij voelde in zijn zakken. ‘Sorry, ik geloof niet dat ik hem bij me heb.’
‘Dan moet ik in het ziekenhuis op zoek gaan naar een telefooncel.’
Hij pakte haar bij de arm. ‘Wat heeft bellen voor zin? Hij zal nu wel naar bed zijn gegaan. Is het niet verstandiger om het vliegtuig terug te nemen en hem te verrassen?’
Op dat moment stopte vlak bij hen een taxi, waaruit een jong stel stapte om daarna snel in het ziekenhuis te verdwijnen. ‘We boffen,’ riep Martin uit, de chauffeur een teken gevend.
Even later waren ze op weg naar de luchthaven. Er was weinig verkeer op de weg, zodat ze snel hun bestemming bereikten.
Perdita had verwacht dat Martin terug zou gaan naar San Jose, maar tot haar verbazing kocht hij twee tickets voor Las Vegas. ‘Je hoeft echt niet met me mee te gaan, hoor,’ protesteerde ze.
‘Je hebt een afschuwelijke avond gehad, ik laat je niet alleen gaan,’ verkondigde hij resoluut.
Hij bleef niet alleen tijdens de vlucht bij haar, maar stond er op ook met haar in een taxi naar het hotel te gaan. Gedurende de hele reis was hij niet van haar zijde geweken, en eigenlijk moest ze hem heel dankbaar zijn, zeker na de onaardige manier waarop ze hem had behandeld. Toch irriteerde haar de manier waarop hij alles voor haar bedisselde.
Toen ze vroeg in de ochtend bij het Imperial Palace arriveerden, was het casino nog volop in bedrijf. Martin nam ook nu nog geen afscheid van haar, maar verzocht de taxichauffeur te wachten, waarna hij met haar mee liep de lobby in. Nu werd haar irritatie te sterk. ‘Lieve help, Martin, je hoeft me echt niet helemaal naar de suite te brengen, hoor!’
‘Ik zag dat de koffiebar nog open was,’ mompelde hij gekwetst, ‘en ik wil graag snel een kop koffie voordat ik terugga.’
Meteen voelde ze zich schuldig. ‘Ja, natuurlijk… Sorry. Je bent echt geweldig geweest. Ik kan je niet genoeg bedanken.’
‘Je weet dat ik er altijd voor je ben.’
Geroerd gaf ze hem een kus op zijn wang. ‘Ik bel je morgen.’ Daarna liep ze snel naar de lift. Toen ze omkeek voordat ze erin stapte, zag ze dat Martin in zijn mobiele telefoon stond te praten. Hij had hem dus toch bij zich!
Toen de lift op de zevende verdieping was gestopt, liep ze over de verlaten gang naar suite 704. Ze had een van de sleutelkaartjes in haar tas gestopt, zodat ze, zonder Jared wakker te maken, stil naar binnen kon gaan om naast hem in bed te kruipen. Met een verwachtingsvol lachje stak ze de kaart in het slot, waarna de deur geluidloos openging. Ze liep de halfdonkere zitkamer door en deed de slaapkamerdeur open.
Er brandde één lamp naast het bed, en in het zachte licht zag ze een man met donker haar, die leek te slapen. Naast het bed stond een naakte vrouw, met lang rood haar en weelderige borsten.
Eén seconde dacht ze dat ze in de verkeerde kamer was, maar toen drong het tot haar door dat de man in het bed echt Jared was. Verstijfd keek ze toe, terwijl de vrouw haar kleren begon aan te trekken. Jared had altijd iets met roodharigen gehad… Als een zombie draaide ze zich om en rende de kamer uit… Jareds leven uit.
Niet in staat haar gedachten op een rijtje te krijgen, stapte ze de lift in. Ze drukte op de knop voor de begane grond. Eenmaal in de lobby zag ze dat Martin op haar af kwam lopen, alsof hij haar verwachtte.
Op doffe toon fluisterde ze: ‘Ik wil naar huis.’
Hij vroeg niets, zei alleen maar: ‘De taxi staat nog te wachten. Kom, we gaan.’
In de dagen die volgden, was Martin een rots in de branding geweest. Hij had geen commentaar geleverd en geen vragen gesteld. Hij had ervoor gezorgd dat ze genoeg sliep en had haar afgeschermd voor bezoek en telefoontjes. Ondanks alle ellende en pijn had ze gemerkt dat hij alles deed om het haar naar haar zin te maken. Maar er was één ding dat hij niet had gekund, en dat was de herinnering uitwissen aan die roodharige vrouw met haar albasten borsten.
Een klop op de deur bracht haar met een schok terug in de realiteit, en het duurde even voordat ze in staat was om iets te zeggen. ‘Binnen…’
Hilary verscheen met een kleine koffer. Ze wierp een blik op Perdita’s gezicht. ‘Is er iets?’ vroeg ze.
‘Nee, nee… Ik was diep in gedachten.’
‘Ik weet niet of deze groot genoeg is. Wat denkt u?’ Hilary gaf haar de koffer.
‘O, deze is prima, hoor,’ antwoordde ze geruststellend. Toen Hilary weg was, ging ze het koffertje pakken met de weinige spullen die ze wilde meenemen. Daarna schoot ze in een eenvoudig beige jurkje, waarover ze een los jasje aantrok en stapte in een paar open schoentjes. Aangezien ze nog een halfuur over had, liep ze terug naar de zonnige patio om Sam gezelschap te houden.
Jared was sneller terug dan hij verwacht had, en nadat hij hun bagage in de kofferbak had gezet, gingen ze op weg, naar het noorden langs de St. Helen Highway.
‘Hoe ver is het naar Don en Estelle?’ vroeg ze.
‘Ongeveer zeven kilometer,’ antwoordde hij. ‘Hun huis heet Villa Rosa.’
Afgezien van dat korte gesprekje verliep de tocht in stilzwijgen. Toen ze voor de Villa Rosa stopten, zag Perdita dat het een laag wit huis was, waarvan de veranda bedolven was onder geurende klimrozen.
Jared leidde haar naar de achtertuin, waar al heel wat mensen rond de barbecue naast het zwembad stonden, een glas in de hand. Twee mannen hielden zich met de enorme barbecue bezig, de ene met ontbloot bovenlijf en een afgeknipte korte broek, de andere met een kokschort om en een koksmuts op.
Er heerste een ontspannen vriendelijke sfeer. De meeste vrouwen droegen een katoenen broek met een topje, de mannen een korte broek met een T-shirt. Bij de andere gasten vergeleken zag Jared en koel modieus uit. Alle aanwezigen waren diep gebruind.
Een lange aardige vrouw met donker haar en grote bruine ogen kwam glimlachend op hen af. ‘Jared…’ Ze omhelsde hem. Daarna zei ze, haar hand uitstekend: ‘En jij moet Perdita zijn. Leuk je te ontmoeten, ik ben zo blij dat je kon komen. Ik ben Estelle.’ Met een klopje op haar dikke buik voegde ze eraan toe: ‘En dit is Don junior, een actieve knaap die vast profvoetballer wordt.’
Meteen kwam Don erbij om hen te begroeten en hen beiden te voorzien van een glas witte wijn. ‘O ja,’ zei hij tegen Jared. ‘Greg is er ook. Hij vertelde me net over een nieuwe druivensoort die hij wil planten…’
Terwijl de twee mannen in gesprek raakten, zei Estelle verontschuldigend tegen Perdita: ‘Don praat alleen maar over wijn…’ Ze stak haar arm door die van Perdita en vervolgde: ‘Kom, dan kun je wat buren leren kennen.’
Een tijdje liepen ze rond van groep naar groep. Iedereen was aardig en vooral nieuwsgierig. Dat was begrijpelijk, omdat algemeen werd aangenomen dat Jared vrijgezel was. Dat hij opeens met een vrouw aan kwam zetten, was ronduit sensationeel.
‘Zijn jullie al lang getrouwd?’ was de meest gehoorde vraag van de vrouwen. ‘Waar heeft Jared jou verstopt gehouden?’ vroegen de meeste mannen.
Omdat Perdita er geen idee van had wat Jared kwijt wilde, hield ze haar antwoord zo vaag mogelijk. Ze zei dat ze al een poosje getrouwd waren en dat ze in Londen had gewoond en gewerkt. Het was duidelijk dat de meesten graag hadden doorgevraagd, maar dat beleefdheid hen daarvan weerhield.
Toen ze met Joanie en Howard, die naast Wolf Rock woonden, over het leven in de vallei in gesprek raakte, excuseerde Estelle zich om naar Don te gaan om hem te vragen nog eens met de witte wijn rond te gaan.
Tenslotte riep de man met de koksmuts: ‘Het eten is klaar, mensen! Kom een bord halen voordat het koud wordt.’
Even later stond Perdita met een vol glas, een bord met vlees en salade en wat bestek in haar handen. Ze zocht een plaatsje aan een tafel onder een parasol een beetje apart van de rest. Ze had al die tijd niets meer van Jared gezien, maar nu zag ze hem op een schommelbank zitten met een aantrekkelijke blondine.
De vrouw, die begin dertig moest zijn, was onmiskenbaar mooi, ondanks haar zware make-up. Ze droeg een heel klein topje op een heel kort broekje, dat geschikter was voor een tiener, en ze leunde naar Jared over, een en al knipperende wimpers en fraaie rondingen. Haar borst drukte tegen zijn bovenarm, en ze had één hand uitgespreid over de voorkant van zijn shirt. Toen ze iets zei, kennelijk een plagerij, flitste zijn witte lach.
Met een bordje in de hand dook Estelle naast Perdita op. ‘Mag ik bij je komen zitten?’
‘Natuurlijk.’ Moeizaam glimlachend keek ze op.
Terwijl Estelle zich aan een flinke biefstuk te goed deed, gingen Perdita’s ogen weer naar de twee op de schommelbank. Op dat moment maakten de vingers met roodgelakte nagels een paar knoopjes open en verdween haar hand in zijn shirt. Hij trok de hand terug, maar bleef die vasthouden. De blondine tuitte haar glanzende rode lippen verleidelijk, en opeens voelde Perdita een steek van jaloezie en woede. Hoe kon hij haar hier mee naartoe nemen, om haar daarna aan haar lot over te laten en openlijk met een andere vrouw te flirten?
‘Ik weet wat je denkt,’ merkte Estelle plotseling op. ‘Je moet je niets aantrekken van die capriolen van Marcia. Ook al heeft ze zelf een prima echtgenoot, toch moet ze steeds weer haar streken botvieren op elke man die ze tegenkomt. Sinds ze dertig is, is het alleen maar erger geworden. Ze is doodsbang dat ze haar sexappeal verliest.’ Toen Perdita niet reageerde, ging ze door: ‘Je kunt zien dat Jared het niet kan helpen, hij doet niets om haar aan te moedigen.’
‘Hij houdt anders wél haar hand vast,’ merkte Perdita ijzig op.
Estelle schudde haar hoofd. ‘Kijk maar goed, dan zie je dat zíj zíjn hand vasthoudt. Jared probeert haar zo beleefd mogelijk af te wijzen.’ Bij het zien van Perdita’s bleke gezicht, voegde ze er op vriendelijke toon aan toe: ‘Ik zie dat je heel erg verliefd op hem bent, en geloof me, ik weet heel goed wat het is om jaloers te zijn.
Toen Don en ik pas getrouwd waren, kreeg ik heftige jaloezieaanvallen als hij maar naar een andere vrouw keek. Hij wilde dat ik hem vertrouwde, maar dat kon ik niet, ook al zei hij dat hij van me hield. Dat gebrek aan vertrouwen en die onredelijke jaloezie maakten bijna ons huwelijk kapot. Gelukkig kwam ik net op tijd bij zinnen en besefte ik dat ik hem zou verliezen als ik niet veranderde…’
Al luisterend keek ze weer naar de schommelbank. Ze zag dat de blondine daar alleen zat met haar bord, een troosteloze uitdrukking op haar gezicht.
‘Nu is ons huwelijk zo sterk als een huis,’ vertrouwde Estelle haar toe. ‘Ik vertrouw hem onvoorwaardelijk en ik zorg ervoor dat hij dat weet.’
‘Maar ik weet zeker dat Don jouw vertrouwen waard is. Dat geldt niet voor alle mannen.’
‘Dat klopt.’
‘Kun je het onderscheid ontdekken?’
‘Ik geloof het wel. Als je je jaloezie opzijzet en goed nadenkt over wat voor man je hebt, weet je het al snel. Is hij fundamenteel een man voor één vrouw? Is hij bereid trouw te zijn? Is hij in stáát trouw te zijn? Heeft hij voldoende waarden en normen? Als het antwoord op al die vragen “ja” is, is hij je vertrouwen waard.’ Het bleef even stil, waarna ze aarzelend zei: ‘Ik weet niet wat er mis is tussen Jared en jou, en dat wil ik ook niet weten. Maar ik zeg je één ding: ik heb heel wat vrouwen om hem heen zien hangen, maar hij heeft nooit enige interesse getoond in een van hen. Zelfs zo dat ik wel eens heb gedacht…’ Abrupt zweeg ze. ‘Sorry, ik moet leren mijn grote mond te houden. Het is niet mijn bedoeling mijn neus in jullie zaken te steken. Ik hoop alleen dat jij en ik vriendinnen zullen worden. Ik mag Jared graag en ik respecteer hem, dus als ik zie dat twee mensen die duidelijk van elkaar houden problemen hebben, dan is het jammer –’
‘Je hebt me niet beledigd, hoor,’ verzekerde ze Estelle. ‘Ik vind het fijn dat je zo direct bent.’ Ineens voelde ze de sterke neiging deze aardige vrouw in vertrouwen te nemen. ‘Je hebt gelijk dat ik jaloers ben. Zoveel vrouwen vinden Jared onweerstaanbaar, hij heeft ze voor het uitkiezen…’
‘Hij heeft jou gekozen.’
‘Moet dat genoeg zijn?’
‘Was het dat niet?’
‘Eerst wel, maar ik ben altijd bang geweest dat ik niet mooi, intelligent en interessant genoeg was om hem vast te houden.’
‘Maar het is zo duidelijk hoeveel hij van je houdt –’
‘Hij houdt níét van me,’ viel ze haar in de rede.
‘Dat meen je niet!’ riep Estelle uit. ‘Daarnet, toen je met Joan en Howie stond te praten, keek ik naar hem, en ik zag hem naar jou kijken. Ik durf er mijn hand voor in het vuur te steken dat hij van je houdt.’
‘Estelle, heb je even?’ riep Don op dat moment. ‘Ik kan die kwarktaarten niet vinden waar je het over had.’
‘In de koelkast!’ riep ze terug. Ze stond op en riep: ‘Wacht maar, ik haal ze wel.’ Tegen Perdita zei ze: ‘Mannen! Die schatten denken dat een koelkast er alleen voor is om wijn en bier koel te houden.’ Ze gaf een teder klopje op haar dikke buik en verzuchtte: ‘Deze zal wel net zo zijn.’
Terwijl Perdita haar nakeek, bedacht ze dat Estelle in elk geval in één opzicht gelijk had. Ze hield van Jared. Tot nu toe had ze dat niet willen toegeven, maar ze was nooit opgehouden van hem te houden. Zou het echt mogelijk zijn dat hij ook nog van haar hield? Heel voorzichtig durfde ze een beetje hoop te voelen. Stel dat zijn liefde al haar wantrouwen en jaloezie had overleefd, dan moest die wel heel sterk zijn.
Maar als hij van haar had gehouden, dan zou hij toch geen andere vrouw in zijn bed genomen hebben in wat hun huwelijksnacht had moeten zijn? Dat had ze met eigen ogen gezien. Hoe kon ze dan geloven dat hij van haar hield? Hoe kon ze hem vertrouwen? Haar gezonde verstand zei dat dat niet mogelijk was, maar als ze zich nu toch vergiste?
Op dat moment kwam Jared naar haar toe. Hij ging tegenover haar zitten en zei: ‘Sorry dat ik je in de steek heb gelaten, maar ik werd… opgehouden.’
‘Dat zag ik,’ zei ze scherp, waarna ze haar tong wel kon afbijten. Waarom gaf ze nou toe dat ze naar hem had zitten kijken?
Hij hield zijn hoofd iets schuin, nam haar aandachtig op en zei spottend: ‘Het lijkt wel alsof je jaloers bent.’
‘Helemaal niet, hoor,’ verzekerde ze hem koeltjes.
‘Heb je wat mensen ontmoet?’
‘Ja, maar het was wat ongemakkelijk.’
Hij trok een donkere wenkbrauw op. ‘Waren ze niet aardig tegen je?’
‘Buitengewoon aardig. Maar ze waren ook nieuwsgierig, ze wilden weten hoelang we al getrouwd waren en waar ik zo opeens vandaan kwam.’
‘Wat heb je gezegd?’
‘Dat we al een poosje getrouwd waren en dat ik in Engeland heb gewoond en gewerkt.’
‘Heel diplomatiek.’ Met een blik op haar nauwelijks aangeroerde bord stelde hij voor: ‘Als je klaar bent met eten, moesten we maar eens opstappen.’
‘Ik hoef echt niet meer. En jij?’
‘Ik had ook niet veel honger,’ antwoordde hij hoofdschuddend.
Ze haalde een keer diep adem en vroeg: ‘Jared, moeten we echt naar Las Vegas gaan?’
‘Ja,’ antwoordde hij rustig. ‘Het is hoog tijd dat die hele zaak in de openbaarheid komt, waarna we het voor eens en altijd begraven.’ Hij ging staan en trok haar overeind. Daarna liepen ze hand in hand naar Estelle en Don om afscheid te nemen.
‘Gaan jullie nu al?’ vroeg Don.
‘We gaan een paar dagen naar Las Vegas,’ antwoordde Jared luchtig.
‘Don junior heeft nog een buggy nodig,’ merkte Estelle grinnikend op, ‘maar zijn spaarpot is leeg. Dus als jullie roulette gaan spelen, zet dan maar tien dollar voor mij in op nul.’