Vragen om hulp

Interpersoonlijk

6.1 Samenvatting

Zowel PTSS als verslaving leiden tot problemen bij het vragen om hulp. Het onderwerp van vandaag moedigt patiënten aan zich bewust te worden van hun behoefte aan hulp en geeft richtlijnen voor hoe ze om hulp kunnen vragen.

6.2 Oriëntatie

‘Het lijkt wel alsof de telefoon duizend kilo weegt.’

‘Ik verlies in ieder geval, of ik nu hulp krijg of niet. Als ik hulp krijg, voel ik me schuldig, als ik geen hulp krijg, schaam ik me en voel ik me alleen’.

‘Hoe moeilijk is het om om hulp te vragen? Ik denk dat het gemakkelijker is om met cocaïne te stoppen dan om hulp te vragen.’

‘Iedereen in mijn leven heeft me op wat voor manier dan ook pijn gedaan. Ik denk dat ik moet proberen vertrouwen te hebben. Het is niet gemakkelijk, ik kan geen pijn meer verdragen.’

Bij zowel PTSS als verslaving is de hulp van anderen essentieel. Er is wel eens gezegd: ‘De kracht van drugs is gelijk aan de behoefte aan hulp... Ze zijn net zo met elkaar verbonden als vraag en aanbod in de economie, net zo lastig uit elkaar te halen als druk en volume bij gas… Er is een pistool op mijn hoofd gericht: ga hulp zoeken of ga dood’ (DuWors, 1992, p. 97-99). Zo is er ook voor PTSS gezegd dat genezing alleen kan plaatsvinden in de context van relaties (Herman, 1992).

Er zijn goede redenen waarom patiënten het moeilijk vinden om om hulp te vragen. Ze hadden, toen ze opgroeiden, niemand die ze konden vertrouwen. Ze hebben het gevoel dat ze moeten laten zien dat ze sterk zijn en ze hebben misschien geleerd dat om hulp vragen straf oplevert. Voor veel patiënten met PTSS was er niet voldoende hulp beschikbaar tijdens het trauma, en ze vinden het, nu het wel beschikbaar is, moeilijk om erom te vragen. Het gebruik van middelen is hun enige ‘hulpmiddel’ geworden.

Sommige patiënten hebben misschien hulp gezocht die hen niet geholpen heeft, zoals een behandeling die niet gericht is op PTSS of verslaving, of misschien heeft het justitiële systeem hen gestraft in plaats van hun een behandeling te bieden. Zie ook het verhaal van een patiënt aan het eind van dit hoofdstuk, waarin de dilemma’s beschreven zijn waarvoor patiënten kunnen komen te staan bij het vragen om hulp.

Het onderwerp van vandaag laat zien hoe patiënten meer en effectiever hulp kunnen zoeken bij anderen. Deze vaardigheid kan letterlijk levens redden in tijden van nood. Omdat er veel mensen in het leven van patiënten zijn die geen hulp kunnen of willen geven, is het belangrijk je te richten op mensen die dit wel kunnen en willen. Zie ook het behandelonderwerp ‘Grenzen stellen binnen relaties’ voor meer informatie over de wijze waarop je patiënten zover kunt krijgen dat ze ‘ja’ zeggen tegen hulp van anderen.

 Tegenoverdracht

Enkele behandelaren, vooral wanneer ze zelf zijn opgegroeid in een ondersteunende omgeving, onderschatten de belemmeringen die patiënten ondervinden bij het zoeken naar hulp. Ze kunnen misschien denken dat het probleem meer in de perceptie van de patiënten leeft dan in werkelijkheid bestaat. Ze zijn zich niet bewust van de echte gevaren die er kunnen zijn bij het zoeken naar hulp. Zie ook de suggesties hieronder voor meer over dit onderwerp.

6.3 Sessieformat

  1. Start van de sessie (tot vijf minuten per patiënt). Zie deel 1 hoofdstuk 2.
  2. Quote(kort). Verbind de quote aan de sessie, bijvoorbeeld: ‘Vandaag zullen we ons richten op het vragen om hulp. Dit kan voor sommigen misschien als een groot risico aanvoelen, maar het is erg belangrijk om te leren dit risico te nemen.’
  3. Verbind het materiaal met het leven van de patiënten (grondig, grootste deel van de sessie):
    1. Vraag patiënten de hand-outs door te nemen.
      • Hand-out 1 – Vragen om hulp
      • Hand-out 2 – ‘Hoe benader ik iemand’-lijst
    2. Ondersteun de patiënten om de vaardigheid te verbinden met actuele en specifieke problemen in hun leven. Zie paragraaf 6.4 ‘Inhoud sessie’ en deel 1 hoofdstuk 2 voor suggesties.
  4. Einde van de sessie (kort). Zie deel 1 hoofdstuk 2.

6.4 Inhoud sessie

 Doelen

  • Bespreken van effectieve manieren om om hulp te vragen.
  • Oefenen hoe om hulp te vragen.
  • Onderzoeken van ervaringen van patiënten bij het vragen om hulp.

 Manieren om het materiaal te laten aansluiten bij het leven van de patiënt

 Rollenspel

Uit het leven gegrepen situaties die patiënten naar voren brengen, zijn het beste materiaal om in een rollenspel te oefenen. Patiënten kunnen ook toekomstige gebeurtenissen kiezen waarbij het nodig is om om hulp te vragen. Wanneer een patiënt onveilig gedrag heeft vertoond sinds de laatste sessie (middelengebruik, vechten, zichzelf snijden, onveilige seks of een suïcidepoging), dan wordt ten zeerste aangeraden om je hierop te richten. Je kunt bijvoorbeeld zeggen: ´Beeld in een rollenspel de laatste keer uit dat je middelen gebruikte. Wie had je kunnen bellen? Wat had je kunnen zeggen?´

Andere ideeën voor een rollenspel zijn:

  • Vertel je therapeut dat je je niet veilig voelt.
  • Bel een vriend wanneer je je alleen voelt.
  • Vraag aan iemand om met je mee te gaan naar een zelfhulpgroep.
  • Vraag je partner je te helpen bij het doornemen van behandelmateriaal.
  • Bel iemand op als je jezelf of een ander wat aan wilt doen.
 Werk aan de ‘Hoe benader ik iemand’-lijst (hand-out 2)

Help de patiënt een situatie te bedenken waarin je er goed aan doet hulp te vragen, en neem door hoe je dit doet. Het doel is om irreële ideeën uit het hoofd van de patiënt te krijgen en hem of haar te richten op de realiteit. Begeleid de patiënten bij het invullen van de eerste drie vakken van hand-out 2, de lege ‘Hoe benader ik iemand’-lijst (welke hulp hebben ze nodig, wie kunnen ze om hulp vragen en wat denken ze dat er gaat gebeuren). Ze kunnen dan voor de volgende sessie iemand om hulp vragen en bekijken of de voorspelling correct was (het vierde vak op de lijst).

Wees er, om het een succes te laten worden, zeker van dat patiënten echt iets nieuws proberen en creëer een situatie met de grootste kans van slagen (iemand vragen die veilig voor de persoon is). Bespreek verder expliciet hoe de patiënt zich kan voorbereiden voor het geval het vragen om hulp niet goed verloopt. Neem praktische en emotionele obstakels door om de opdracht uit te kunnen voeren en bespreek wat er gebeurd is, als patiënten naar de volgende sessie komen. Als het niet goed is gegaan, probeer de patiënt dan iets constructiefs van de ervaring te laten leren (bijvoorbeeld: ‘Ik durf een risico te nemen’, of: ‘Nu weet ik hoe ik andere mensen kan vinden, aan wie ik hulp kan vragen’). Probeer duidelijk te krijgen op welke manier de patiënten hulp hebben gevraagd en geef eerlijke feedback en instructies gericht op effectievere manieren.

 Discussie
  • ‘Waar heb je het meest hulp bij nodig?’
  • ‘Waarom is vragen om hulp zo’n belangrijke copingvaardigheid?’
  • ‘Was er onlangs een moment waarop je iemand om hulp had kunnen vragen, maar het niet gedaan hebt?’
  • ‘Is het moeilijker om hulp te vragen voor je PTSS of voor je verslaving, of is het voor beide gelijk?’
  • ‘Waarom maken PTSS en verslaving het zo moeilijk voor je om hulp te vragen?’
  • ‘Wat gebeurt er als je niet om hulp vraagt?’
  • ‘Zijn er successen te benoemen die je hebt gehad met het vragen om hulp? Waardoor kwam dat?’
  • ‘Denk je dat je kunt leren om nog meer om hulp te vragen?’
  • ‘Hoe ga je ermee om als iemand weigert je hulp te geven?’
  • ‘Als je een impuls voelt tot destructief gedrag, weet je dan wie je kunt bellen en wat je wilt zeggen?’
  • ‘Waarom maakt vragen om hulp je uiteindelijk onafhankelijker?’
  • ‘Kun je de persoon die je om hulp vraagt ook trainen in wat je wilt dat hij zegt?’

 Suggesties

Je kunt misschien het onderwerp introduceren met een krachtige uitspraak. ‘Ik ga je een van de belangrijkste geheimen van genezing vertellen die je maar kunt horen. Dit is een belangrijke wet en zo vast als de grond waar we op lopen: je hebt hulp van anderen nodig om te genezen.’ Laat de patiënten hierop reageren en prijs alle positieve voorbeelden die ze benoemen.

Hardop oefenen is vaak het meest effectief. Het is vaak beter om patiënten te laten oefenen hoe ze daadwerkelijk om hulp kunnen vragen dan erover te discussiëren. Rollenspelen en de ‘Hoe benader ik iemand’-lijst werken hiervoor het beste.

Wees je ervan bewust dat sommige patiënten niemand hebben om hulp aan te vragen. Dit komt veel voor bij deze patiënten. In dit geval wordt het doel: hulp vragen aan behandelaren (bijvoorbeeld een hotline, een AA-lid, een hulpverlener). Het helpt meestal niet om in discussie te gaan met de patiënt over de vraag of vrienden of familie er wel of niet voor hen zouden moeten zijn. Het instinct van de patiënt klopt vaak wel en het doel van de sessie is dat ze hulp vragen waar dat mogelijk is. Behandelaren zijn een heel goed ‘hulpmiddel’ om het vragen om hulp onder de knie te krijgen. Na verloop van tijd kunnen patiënten misschien gebruik gaan maken van een netwerk van niet-behandelaren. Patiënten kunnen worden gestimuleerd om activiteiten te ontplooien en een ondersteuningsnetwerk te ontwikkelen (zelfhulp, ontspanningsactiviteiten, religieuze organisaties). Sommige patiënten kunnen dit echter nog niet, en behandelaren zijn er om op terug te kunnen vallen. Je kunt misschien ook de ondersteuningsbronnen van hand-out 1 gebruiken van behandelonderwerp 15, ‘Middelen ter ondersteuning’, die veel informatie biedt ten aanzien van hulporganisaties. Ook hierbij is het oefenen van contact leggen het belangrijkste doel.

Neem serieus dat er goede redenen kunnen zijn waarom om hulp vragen gevaarlijk voor de patiënt kan zijn. Sommige patiënten hebben gewelddadige partners die hen wat aandoen als ze om hulp vragen. Op andere momenten kunnen emotionele belemmeringen gevaarlijk zijn (‘Als ik niet de hulp krijg waar ik om gevraagd heb, dan word ik suïcidaal’), en soms zijn behandelaren niet behulpzaam. Het is belangrijk oog te hebben voor de angst van de patiënten en hen te wijzen op veilige opties. De patiënt kan bijvoorbeeld het vragen om hulp plannen tijdens of net voor de therapie (zoals een telefoontje plegen in het kantoor van de therapeut) om vervolgens meteen door te nemen hoe het gegaan is. Het helpt echter niet om de patiënt aan te moedigen: ‘Je moet het gewoon nog maar weer een keer proberen met je partner’, of: ‘Je kunt het!’

Moedig patiënten aan mensen in hun leven te instrueren over het soort hulp dat ze nodig hebben. Een zorg die patiënten bijvoorbeeld naar voren brengen is dat, wanneer ze hulp vragen in verband met middelengebruik, de andere persoon hen ervan af probeert te houden. Probeer de patiënten expliciet te laten benoemen wat ze willen dat de andere persoon zegt – bijvoorbeeld: ‘Ik kan je niet tegenhouden om te gebruiken, maar ik maak me zorgen om je’, of: ‘Ik zal luisteren naar alles wat je te zeggen hebt.’ Zie ook het behandelonderwerp ‘Anderen bij je herstel betrekken’ voor meer hierover.

Het is waarschijnlijk het veiligst te starten met concrete, fysieke hulp in plaats van emotionele hulp. Het is bijvoorbeeld gemakkelijker een vriend om een lift naar een zelfhulpbijeenkomst te vragen dan te vragen om advies bij complexe emotionele problemen. Het doel is om een stap te zetten, hoe klein ook, gericht op het vragen om hulp wanneer je daar behoefte aan hebt. De sleutel is om de moeilijkheidsgraad van de taak aan te passen (niet te moeilijk, niet te gemakkelijk). Daarnaast moeten patiënten iemand uitkiezen die hen kan helpen, niet een ‘hopeloos’ geval zoals een familielid die hen mishandeld heeft of een vriend die in het verleden geweigerd heeft te helpen.

Ieder moment is beter dan geen moment. Soms geloven patiënten dat ze alleen maar om hulp kunnen vragen voorafgaand aan het gebruiken of bij vergelijkbare gebeurtenissen, en dat wanneer ze zelfdestructief gedrag vertonen het te laat is om om hulp te vragen. Neem manieren door om op ieder moment om hulp te vragen, zoals in deze voorbeelden:

  • Vooraf: ‘Bel iemand op wanneer je craving voelt, voordat je gaat gebruiken.’
  • Tijdens: ‘Als je in een café bent, ga naar de telefoon en bel om hulp.’
  • Na afloop: ‘Bel de volgende dag een vriend om te bespreken wat er gebeurd is.’

Laat patiënten vooraf bedenken hoe ze gaan reageren op een afwijzing. Oefen hoe patiënten kunnen reageren als een persoon weigert hulp te geven. Cognitieve strategieën kunnen hierbij helpen, zoals de volgende verklaringen: ‘Ik denk dat de persoon die ik vroeg toch niet zo aardig was als ik dacht’, of: ‘Ik kan hiervan leren en het later met iemand anders proberen’, of: ‘Ik moet mezelf prijzen omdat ik het geprobeerd heb, ook al ging het niet zoals ik gehoopt had.’

Houd vol. Patiënten moeten niet snel opgeven. Doe suggesties, zoals: ‘Je moet soms twee keer vragen om iemand naar je te laten luisteren’, of: ‘Als een persoon je niet kan helpen, probeer dan meteen iemand anders.’

Patiënten kunnen bang zijn te afhankelijk te raken wanneer ze om hulp vragen. Het is voor hen vaak verrassend te zien dat ze er op de langere termijn juist onafhankelijker door worden. Het feit dat ze de eigen behoeften leren herkennen en prioriteren, weten hoe ze daadwerkelijk om hulp kunnen vragen en kwetsbaar durven zijn, zorgt voor empowerment bij patiënten en bevordert hun kracht en zelfbeeld. Het vragen om hulp betekent dat iemand niet bang is voor mensen en veilig met andere mensen om kan gaan.

Observeer hoe patiënten om hulp vragen, met name tijdens het rollenspel. Je moet eerlijke feedback geven en instructies over effectievere manieren om om hulp te vragen. Een patiënt zei bijvoorbeeld: ‘Ik zei tegen mijn partner dat ze me totaal niet hielp en dat ze me vanaf nu moest gaan helpen.’ Deze persoon had wat begeleiding nodig om de benadering iets vriendelijker te laten zijn.

Sommige patiënten begrijpen de quote niet. Je kunt benadrukken dat de quote aangeeft dat het belangrijk is om risico’s in het leven te nemen. Geen risico’s nemen, ook al kan het beschermend aanvoelen, kan iemand alleen en geïsoleerd houden. Om hulp vragen is een belangrijk risico om te nemen.

 Uitdagende situaties

  • ‘Ik help anderen altijd, maar niemand helpt mij.’
  • ‘Ik kan wel om hulp vragen tijdens een rollenspel, maar niet in het echt.’
  • ‘Ik heb niemand aan wie ik hulp kan vragen.’
  • ‘Ik word altijd afgewezen wanneer ik om hulp vraag.’
  • ‘Ik kan niet om hulp vragen als ik het gevoel heb dat ik wil gebruiken, ik wil er niet vanaf gepraat worden.’
  • ‘Ik bel je vanuit een telefooncel en ik heb nu hulp nodig, ik ga zelfmoord plegen.’
  • ‘Mijn familie wil dat ik alleen maar hulp van hen krijg.’
  • ‘Toen ik opgroeide, werd ik in elkaar geslagen als ik om hulp vroeg.’
  • ‘Omdat ik latino ben, kan ik alleen hulp vragen aan andere latino’s.’

 Een verhaal van een patiënt: waarom het moeilijk is om om hulp te vragen

‘Mijn trauma ontstond toen ik ongeveer vijf was. Altijd was ik ’s nachts, als de lichten uit waren, angstig. Er gebeurden slechte dingen in het donker. Ik probeerde net te doen alsof ik sliep, maar dat maakte niet uit. Als ik mijn ogen dichtdeed zou het weggaan. Maar dat was niet waar. Ik hield mijn pop stevig vast. Soms hield ik haar zo stevig vast, dat ik dacht dat haar hoofd eraf zou vallen.’

‘Dus waarom vroeg ik niet om hulp? Als ik om hulp gevraagd had, had ik het kunnen stoppen. Maar ik deed het niet. Ik deed niets, ik liet het allemaal gebeuren. Was ik stom? Vond ik het prettig? Geef me alsjeblieft de antwoorden, ik heb ze niet. Ik voel me vies, ik voel me altijd vies. Toen ik opgroeide, en zelfs nu nog, vond ik dat het mijn schuld was. Ik heb het niet gestopt. Zelfs toen ik werd aangerand op mijn elfde, vertelde ik het niemand. En het speelde ook nog een rol toen ik als volwassene al getrouwd was. Een volwassene! Ik had er toen een einde aan moeten maken. Maar dat heb ik niet gedaan. Ik ben gewoon een klein meisje dat om hulp schreeuwt maar het nooit vraagt.’

‘Ja, mijn trauma gebeurde toen ik een klein meisje was, een klein meisje. De man had heel veel macht. Ik wist niet hoe ik deze persoon, waar ik bang voor was, kon stoppen. Nee, ik ben niet stom en ik vond het niet prettig. Ik word er ziek van als ik eraan denk. Ik kon niet om hulp vragen, anders zou er wat gebeuren met mijn zussen. Ik was hulpeloos. Hij was mijn vader, een persoon met veel macht in mijn leven. Ik mag dan toen geen hulp hebben gehad, ik heb nu wel hulp. Het is nooit te laat om om hulp te vragen. Ik probeer mijn leven op orde te krijgen en op beide benen te staan. Als ik toen mijn mond had opengedaan, waren er meer slechte dingen gebeurd. Nu niet meer, ik zal me geen pijn meer laten doen in mijn leven.’

Op bijgevoegde cd-rom vindt u printbare patiënteninformatie passend bij dit behandelonderwerp.