Hoofdstuk 5
Voor Brett kwam de slaap niet zo gemakkelijk. Hoewel hij het liefst zo was blijven liggen, schoof hij voorzichtig van haar af; ze was immers veel te tenger gebouwd om de hele nacht zijn gewicht te dragen. Toen ze een onverstaanbaar protest mompelde, vlijde hij haar in zijn armen; gerustgesteld door zijn aanraking sliep ze verder, haar hoofd op zijn schouder, alsof ze al jaren samen hadden geslapen. Haar donkere zijdeachtige haar lag als een waaier over zijn arm en borst gespreid.
In gedachten beleefde hij opnieuw hun liefdesspel, maar nu waren zijn lippen tot een smalle lijn samengeknepen. Ze was precies geweest zoals hij verwachtte en meer nog dan dat. Geen enkele vrouw in zijn leven had hem ooit tot zo’n waanzinnige hartstocht gedreven, en het feit dat ze maagd was geweest, had er nog een bijzondere dimensie aan toegevoegd. Hij was er de man niet naar om de dingen aan het toeval over te laten. Toen ze hem had verteld dat het voor haar de eerste keer was, had hij zich gerealiseerd dat ze waarschijnlijk geen maatregelen had genomen om een zwangerschap te voorkomen. Daarom had hij dat zelf gedaan. Hij dacht niet dat ze de kleine onderbreking had opgemerkt. Maar op het hoogtepunt van hun liefdesspel, toen hun lichamen tot één geheel samensmolten, had hij er plotseling heftig naar verlangd haar zwanger te maken; hij wilde dat zij zijn kind zou dragen. En hij verafschuwde ineens zijn voorzorgsmaatregel. Hij wilde haar de essentie van zijn mannelijkheid geven, hun eenwording bevestigen in het wonder van een nieuw mensenkind, hun kind.
Nooit had hij er zelfs maar over gepeinsd een vrouw mee te nemen naar de ranch, maar hij wist dat Tessa zich daar thuis zou voelen alsof ze er haar hele leven had gewoond. Ze zou van de stoere hoeve met de enorme vuurplaats houden, van de uitgestrekte vlakten en de woeste bergen. Hij kon haar naast zich zien rijden met een blos van genoegen op haar fijne, exotische gezichtje. En hij kon haar in zijn bed zien liggen.
Er verscheen een flauwe glimlach om zijn mondhoeken. Hij wist bij voorbaat hoe zijn vader haar zou ontvangen. Was er ook maar één man ter wereld die niet zou bezwijken voor Tessa’s charmes? Als je daarbij dan nog in aanmerking nam dat Tom een uitgesproken zwak had voor vrouwen, was het wel duidelijk dat hij Brett en Tessa onmiddellijk zijn zegen zou geven. Als Tom alleen al dat grappige accentje van haar hoorde, zou ze hem zonder moeite om haar pink kunnen winden.
De gedachte aan haar stem gaf hem een felle steek van verlangen; even sloot hij haar ogen. ‘Ik houd van je,’ had ze gezegd op die zachte, zangerige toon van haar. Nooit had hij geweten dat die woorden zo rijk aan beloften konden zijn.
De dingen die hij dacht en voelde, waren totaal vreemd voor hem, en op de een of andere maner verweet hij het Tessa dat hij ze dacht en voelde. Waarom kon ze niet zijn zoals alle andere vrouwen met wie hij had gevreeën? Waarom kon ze niet gewoon een prettig avontuur in bed met hem hebben en hem na een vluchtige afscheidskus uit haar leven laten wandelen zoals hij er ook in binnengewandeld was ? Dat was wat hij aanvankelijk had verwacht, maar het had wel heel anders uitgepakt. Ze had hem gegeven wat hij verlangde, met haar heerlijke, zachte lichaam, maar door zich te geven had ze dingen van hem genomen die hij haar niet had willen aanbieden.
Na lange tijd strekte hij zijn arm uit om het licht uit te knippen. De duisternis omsloot hem, maar nog altijd kon hij niet slapen. Haar warme lichaam voelde zo prettig aan tegen het zijne dat hij haar het liefst dicht tegen zich aan had gedrukt. Hoewel haar ademhaling nauwelijks te horen was, voelde hij hem als een vlinderlichte streling op zijn huid. Hij had al met heel wat vrouwen geslapen, maar hij had er nooit van gehouden dat ze in zijn armen in slaap vielen; toch wilde hij Tessa nu niet loslaten. Hoe snel wende een man aan een verrukking als dit?
Hij zou met haar trouwen, dacht hij koel en weloverwogen. Ze beviel hem beter dan hij ooit voor mogelijk had gehouden. En als ze eenmaal getrouwd waren, zou hij definitief een eind maken aan haar geflirt met iedere man in haar omgeving. Ze was van hem, en hij was niet van plan om werkeloos toe te zien hoe ze met dat trage glimlachje en die vlinderachtige charmes van haar een andere man het hoofd op hol zou brengen.
Toen hij zich voorstelde hoe het zou zijn om haar als vrouw te hebben, bekroop hem een gevoel van voldoening. Ja, het was precies wat hij wilde. Een huwelijk had nooit gepast in zijn toekomstplannen, maar Tessa had daar verandering in gebracht. De onvrede die hij de laatste tijd met zijn bestaan had gevoeld, had zich plotseling gesublimeerd; hij zag nu duidelijk voor zich wat hij ging doen. Hij zou met Tessa trouwen, zijn baan bij Carter-Marshall opzeggen en haar meenemen naar Wyoming. Het leven op de ranch was het enige bestaan dat hem kon bevredigen, een bestaan waarin Tessa uitstekend paste.
Het werd trouwens tijd dat oude Tom een kleinkind kreeg. Zoals iedere man dacht hij eerst aan de zoons die hij met Tessa zou hebben, maar toen schiep zijn fantasie het beeld van een klein meisje met Tessa’s ontwapenende glimlach, met Tessa’s grote groene ogen en donkere krullen. Het zweet brak hem uit. Wat haalde hij zich in vredesnaam in zijn hoofd? Een dochter van Tessa zou hem jarenlang hoofdbrekens en nachtmerries bezorgen. Voortdurend zou hij worden gekweld door de vraag welke jonge snoodaard het nu weer op zijn kleine meisje had voorzien. En intussen zou zijn kleine meisje met haar geflirt die jonge snoodaards waarschijnlijk aanmoedigen.
Onwillekeurig grijnsde hij in het donker. Het leven met Tessa zou nooit gaan vervelen. En ze had gezegd dat ze van hem hield. Natuurlijk zou ze bereid zijn met hem te trouwen wanneer hij dat wilde. Al bij al was het een zeer bevredigend plan. Met de zoete geur van haar lichaam in zijn neusgaten viel hij ten slotte in slaap.
De volgende ochtend werd Tessa als eerste wakker, in haar slaap gestoord door het niet vertrouwde, grote, warme lijf in haar bed. Ze sloeg haar ogen op en ontdekte dat ze tegen de achterkant van Bretts hoofd aankeek. In de loop van de nacht had hij zich op zijn buik gedraaid, en nu lag hij met zijn armen en benen breeduit over het bed gespreid, zodat hij niet alleen zijn deel maar ook de helft van het hare in beslag nam. Even stokte haar adem bij het zien van zijn verwarde bruine leeuwemanen. Het bloed bonsde in haar slapen.
Een liefde zo hevig dat het pijn deed, welde in haar op. Bevend strekte ze een hand naar hem uit om hem aan te raken. Bijtijds realiseerde ze zich echter wat ze op het punt stond te doen, zodat ze haastig haar hand terugtrok. Laat hem toch slapen. Trouwens, ze had er geen idee van wat ze tegen hem moest zeggen of hoe ze zich moest gedragen na wat er die nacht was gebeurd. De overweldigende hartstocht die ze hadden gedeeld, had lichamelijk een band tussen hen geschapen, maar hoe zou hun verstandhouding op andere gebieden zijn?
Ze liet zich voorzichtig van het bed glijden, pakte haar badjas en glipte stilletjes de kamer uit om een douche te gaan nemen. Haar ogen waren donker alsof er een sluier over lag. Ze had hem gezegd wat ze voor hem voelde, maar zelfs op het intiemste moment tussen hen had hij niet te kennen gegeven dat ze voor hem iets meer betekende dan een seksueel aantrekkelijke vrouw. Zijn reputatie in aanmerking genomen, was dat al heel wat, dacht ze terwijl ze haar gezicht naar de douche ophief en het water over zich heen liet stromen. Haar hele lichaam voelde pijnlijk aan als gevolg van wat er die nacht was gebeurd.
Ze liet haar gedachten de vrije loop. Het was heerlijk geweest, zo heerlijk dat ze had gedacht te zullen sterven van genot. Ze had zich nooit kunnen voorstellen dat het zo extatisch, zo bedwelmend zou zijn. Dus zo was het om je te geven aan de man van wie je hield.
Toen ze klaar was met douchen, wikkelde ze zich in haar badmantel en gluurde om de slaapkamerdeur. Brett sliep nog. Langzaam liep ze naar de keuken; ze zette de koffie op en ging aan tafel zitten, haar handen voor zich gevouwen op het blad, en met nietsziende ogen voor zich uitstarend.
Haar gedachten waren bij de man met wie ze die nacht haar bed had gedeeld. Ondanks zijn hartstocht was er toch een deel van hem terughoudend en waakzaam gebleven, een soort kern van zijn wezen dat hem gadesloeg en zich niet liet meeslepen. Waarom verlangde hij zo veel van haar als hij weigerde dat deel van hemzelf met haar te delen? Zelf kon ze niet terughoudend zijn in haar emoties. Zij was te spontaan om zich voortdurend te beheersen. Ze wilde hem geven wat ze kon, maar zijn reserve maakte haar onzeker, en dat was een gevoel waarmee ze niet vertrouwd was. Van nature was ze heel vastberaden. Ze wist altijd onmiddellijk wat ze wilde, en was nuchter genoeg om haar wensen op de realiteit af te stemmen.
Ze verlangde naar Brett, verlangde naar hem met heel de intensiteit van haar vrouwelijke wezen. Hij was net zo noodzakelijk voor haar geworden als de lucht die ze inademde...
De koffie was klaar. Terwijl ze voor zichzelf een kop inschonk, hoorde ze Brett in de slaapkamer stommelen. Onmiddellijk werd ze helemaal warm van binnen, en ze voelde dat een blos haar wangen kleurde. Ze nam zo haastig een slok koffie dat ze haar mond brandde. Haar handen trilden; ze zette de kop neer voordat ze de inhoud ervan over zich heen kreeg. Je stelt je aan als een verliefde tiener, verweet ze zichzelf schamper, maar alle verwijten van de wereld konden haar waanzinnig bonzende hart niet kalmeren.
‘Tessa.’
Zijn stem klonk in de vroege ochtend als een rasperig gebrom. Er voer een huivering van respons langs haar ruggegraat. Langzaam draaide ze haar hoofd om en keek naar hem zoals hij daar stond op de drempel van de keuken, enkel in een donkerblauwe bermudaslip. Gefascineerd door zijn harde, gespierde lichaam, liet ze haar ogen over hem heen dwalen als wilde ze zijn beeld indrinken. Een plotselinge verlegenheid, vermengd met opwinding maakte de blos op haar wangen nog dieper.
Zwijgend had hij haar vanaf de drempel gadegeslagen. Hij had de openlijke bewondering gezien op haar expressieve gezicht. Zo onschuldig keek ze naar hem, dat hij de neiging in zich voelde opkomen haar op te pakken en mee terug naar bed te nemen. Toen - hoe ongelooflijk het ook scheen — kleurde een fel rood haar wangen.
Met grote stappen liep hij op haar toe; hij legde zijn armen om haar heen en nestelde haar tegen zijn borst. ‘Vanwaar dat blozen?’ vroeg hij zacht.
‘Gisteravond... Ik deed zo... en de dingen die ik zei.’
‘En de dingen die we deden.’ Hij glimlachte boven haar hoofd. ‘Heb ik je nog een beetje heel gelaten?’ Natuurlijk zou hij graag weer met haar vrijen, maar hij had gevoeld hoe fijn ze gebouwd was, en voor niets ter wereld wilde hij haar pijn doen.
‘Ja,’ verzuchtte ze. Ze leunde met haar hoofd tegen hem aan. Haar handen gleden om zijn middel en tastten de spierbundels op zijn rug af. ‘Ik voel me alleen een tikje geradbraakt.’
Hij kuste de donkere krullen die over haar voorhoofd vielen en streek ze naar achteren terwijl hij zichzelf in stilte tot geduld maande. Hij kon wachten, wel niet gemakkelijk, maar hij kon het. Plotseling schoten hem de plannen te binnen die hij de afgelopen nacht had gemaakt. Hij besloot meteen de eerste stappen te ondernemen. Hoe eerder hij haar op de ranch had geïnstalleerd, hoe beter. ‘Als het me lukt om me vrij te maken,’ zei hij zacht, ‘dan neem ik je het volgend weekend mee naar de ranch.’
Ze hief haar hoofd op van zijn borst en keek met stralende ogen naar hem op. ‘De ranch! Geweldig! Maar waarom zou je je niet vrij kunnen maken? Zelfs adviseurs hebben toch wel eens een weekend vrij ?’
‘Wel eens, ja,’ gaf hij toe, glimlachend om haar opwinding. ‘Maar dit is nu eenmaal geen gewone opdr-’ Hij brak af, boos op zichzelf. Het was niets voor hem om zo vertrouwelijk te doen, zeker niet waar het ging om zakelijke aangelegenheden. Het had een haar gescheeld of hij had zich versproken. Daaruit bleek maar weer hoe vertrouwd hij zich met haar voelde, dat hij zelfs zijn diepste gedachten met haar wilde delen.
Tessa echter voelde feilloos zijn plotselinge gespannenheid aan. Haar glimlach verdween. ‘Brett? Is er iets mis hier?’ Ze herinnerde zich nu de praatjes die over Brett Rutland de ronde delen. Waar hij verscheen, kwamen mensen in moeilijkheden. Hij werd niet voor niets De Beul genoemd... En na het gesprek dat Perry Smitherman gisteren met Brett had gevoerd, was hij de rest van de dag van de kaart geweest. ‘Perry... is er iets mis met de boekhouding? Gaat het om Perry?’
Haastig probeerde hij over zijn verspreking heen te praten, geschrokken dat zij zo snel de vinger op de zere plek had weten te leggen. Hij boog zich voorover om haar te kussen en mompelde: ‘Nee, nee. Er is niets aan de hand.’ Hij proefde de smaak van haar lippen tot de groeiende spanning in zijn lichaam hem waarschuwde zich in te houden. De afleidingsmanoeuvre had gewerkt, bijna te goed. Ze klemde zich aan zijn schouders vast, haar lichaam warm en zacht tegen het zijne. Haar verlangen was al even hevig als het zijne, realiseerde hij zich, en hij kreunde hardop. De verleiding was te groot. Ondanks zijn tedere bezorgdheid om haar, ondanks het feit dat hij nodig contact op moest nemen met Evan, sloeg hij zijn armen om haar heen en tilde haar op. Onmiddellijk gleden haar armen om zijn hals; ze drukte haar lippen om de zijne terwijl hij haar naar de slaapkamer droeg.
Weer draaide Evan het nummer van Bretts hotelkamer, en weer werd er niet opgenomen. Met opgetrokken wenkbrauwen gooide hij de hoorn op de haak. Het was niets voor Brett om te verdwijnen als er werk te doen was. Hij had op zijn minst kunnen laten weten waar hij te bereiken was. Brett was moeilijk te doorgronden, maar je kon altijd op hem aan. Voor zover Evan zich kon herinneren, was dit de eerste keer dat Brett Rutland er niet was hoewel zijn taak hem riep.
Enfin, hij hoefde zich geen zorgen te maken. Brett liep niet in zeven sloten tegelijk. Hij kon beter aan het werk gaan. Opnieuw begon Evan de computeruitdraai door te nemen. De afdrukken waren slecht; hij moest zijn ogen inspannen om ze te kunnen lezen. Er moest nodig een nieuw lint op de printer. Dat waren van die kleine dingen die het werk nodeloos bemoeilijkten.
Hij had nog steeds het akelige gevoel dat hij ergens overheen keek, over iets dat zo duidelijk was dat hij het bij de eerste oogopslag had moeten zien. Een van deze staten moest vervalst zijn; dat kon niet anders. Maar hij had uren en uren besteed aan het natrekken van de cijfers, en stuk voor stuk leken ze te kloppen. Systematisch had hij de hele lijst afgewerkt. In feite zou het net zo eenvoudig moeten zijn als het inpassen van de laatste stukjes van een legpuzzel, maar dat was het niet. Zo op het oog leek alles in orde, en toch kon hij het gevoel niet van zich afzetten dat er iets helemaal mis was, als hij maar kon ontdekken wat!
Verdorie! De cijfers begonnen voor zijn ogen door elkaar te lopen; hij moest even zijn ogen sluiten om ze te ontspannen. Als het zo doorging, was hij nog blind voordat dit zaakje was geklaard.
Bij zijn elleboog rinkelde de telefoon; ongeduldig nam hij op. ‘Evan Brady.’
‘Al iets ontdekt?’ bromde Bretts stem in zijn oor.
‘Nog niet. Ik begon al te denken dat je van de aardbodem was verdwenen. Ik heb de hele dag geprobeerd je te bereiken.’
‘Niks hoor, ik ben er nog. Ik neem even snel een douche en dan ben ik bij je. Heb je daar koffie?’
Met zijn linkerhand pakte Evan de koffiepot op die hij een poosje geleden had laten brengen en schudde ermee. Er zat geen druppel meer in. ‘Ik zal roomservice bellen.’
Brett haastte zich werkelijk, schuldig als hij zich voelde dat hij de dag praktisch in bed had doorgebracht in plaats van zich bezig te houden met het werk dat hem was opgedragen. Maar hij had zich domweg niet kunnen losmaken van Tessa. Ze was als een verterend vuur geweest, dat alle gedachten behalve aan haar uit hem wegbrandde. Toen hij haar eindelijk verliet, sliep ze, volkomen uitgeput. Voorzichtig had hij het dekbed over haar blote schouders getrokken, vechtend tegen de aandrang om zich weer uit te kleden en naast haar in bed te kruipen. Alleen al de aanblik van dat mooie lichaam maakte hem volkomen gek, maar er was werk te doen, ook al herinnerde hij zich dat een beetje laat.
Na het douchen trok hij een kaki pantalon en een blauwe gebreide trui aan, begaf zich naar Evans hotelkamer en gaf een vrolijke roffel op de deur.
‘Kom binnen! De deur is open!’
Evan zag er minder vermoeid uit dan de dag tevoren, maar hij was erg prikkelbaar; de enorme berg peuken in de asbak was een graadmeter voor de spanning waarin hij verkeerde. De kamer stond blauw van de rook. Hij vroeg Brett niet waar hij had gezeten. Hij had lang genoeg met hem gewerkt om te weten hoe ver Brett iemand in zijn persoonlijke leven toeliet, en dat was bepaald niet ver.
En toch... er was iets met Brett, dacht Evan terwijl hij hem aandachtig opnam. Hij zag er moe uit en hij moest zich nodig scheren, maar hij leek... ja, bijna gelukkig. Merkwaardig voldaan. Het was moeilijk te raden wat er in Brett omging, maar er lag iets tevredens in zijn blik en zijn mond stond lang niet zo grimmig als anders. Een vrouw, dacht Evan; hij moest een grijns onderdrukken. En ook niet zomaar de eerste de beste vrouw. Tessa Conway. Evan was lang geleden tot de conclusie gekomen dat de vrouw voor wie Brett zou bezwijken nog geboren moest worden, maar dat was voordat hij, en Brett, Tessa Conway hadden ontmoet.
Geeuwend stond Evan op en strekte zijn verkrampte ledematen. ‘Ik moet even wat beweging hebben voordat ik in die stoel wortelschiet.’
Brett nam zijn plaats in, nam de stapel computeruitdraaien op zijn schoot en strekte zijn lange benen, zijn voeten op de koffietafel voor hem leggend. Tegen de tijd dat roomservice de pot verse koffie kwam brengen, was Brett volledig verdiept in zijn werk. Geconcentreerd bestudeerde hij de dicht bedrukte vellen, volgde hij de rijen getallen met de punt van een potlood. Evan schonk twee koppen koffie in en zette een ervan bij Brett neer. Zelf ging hij niet zitten maar ijsbeerde met kop koffie door de kamer.
‘Lichtelijk doorgedraaid?’ mompelde Brett terwijl hij aan een nieuwe rij getallen begon.
‘Ja. En half blind ook. Het eerste wat ik maandagochtend ga doen, is zorgen dat er een nieuw lint op die printer komt.’
De druk was inderdaad heel slecht, moest Brett toegeven. Na twee uur begon ook hij sterretjes te zien en moest hij echt even stoppen. Hij leunde met zijn hoofd achterover en kneep zijn ogen een paar keer stevig dicht. ‘Is er nog koffie?’
‘Die was een uur geleden al op.’
Brett keek op zijn horloge. Het was bijna middernacht; hij vroeg zich af of Tessa nog steeds zou slapen dan wel of ze misschien zonder hem niet zou kunnen slapen. Zelf was hij van plan te werken tot hij volslagen uitgeput was, omdat hij anders de hele nacht aan haar ging liggen denken en geen oog zou dichtdoen. Vreemd genoeg was het net of het slapen met haar in zijn armen de vorige nacht een vollediger mens van hem maakte.
Hij concentreerde zich weer op de computeruitdraaien. Ineens viel zijn oog op een naam die regelmatig terugkeerde op de betalingslijsten. De naam viel hem op omdat het ook de achternaam van Tessa was. ‘Die Conway waar zo vaak bedragen aan worden overgemaakt, wat is dat voor een zaak?’
‘Toeleveringsbedrijf,’ antwoordde Evan. ‘Ze leveren al jaren aan Carter Engineering. Grondstoffen en bouwmaterialen. Ik heb het nagetrokken.’
Een paar minuten later keek Brett op. ‘En Conmay?’
‘Mankeer je iets aan je oren, man? Dat is een toeleverings ’
‘Nee, niet Conway. Conmay,’ zei Brett met de nadruk op de laatste lettergreep.
‘O, ik dacht dat je dat zei.’ Evan bleef staan en keek Brett plotseling weer vol aandacht aan. ‘Conmay is een samentrekking van de namen van de twee eigenaars, Connors en Mayfield.’
Bretts ogen vernauwden zich tot spleetjes. ‘Er zijn bedragen overgeboekt naar zowel een Conway als een Conmay. Zijn die alle twee nagetrokken?’
‘Ik mag doodvallen als ik het weet,’ gromde Evan. Met grote stappen liep hij op Brett toe. Met zijn handen op de rugleuning van Bretts stoel boog hij zich over de computeruitdraai en tuurde naar de twee praktisch dezelfde namen. ‘Stom. Dat is me volkomen ontgaan.’
Brett bladerde terug door de vellen die ze al gecheckt hadden om na te gaan waar de naam Conway voor het eerst vermeld stond. Zijn instinct zei hem dat ze op het goede spoor zaten. Conway... Als het niet ook Tessa’s naam was geweest, zou het ook hem misschien niet eens zijn opgevallen.
‘We moeten een terminal hebben,’ zei hij. Vastbesloten stond hij op. ‘We kunnen er net zo goed nu meteen op af gaan.’ Met behulp van de centrale computer zou het heel wat eenvoudiger zijn die overboekingen na te trekken.
‘Best,’ zei Evan instemmend. Net als Brett rook hij dat de oplossing in zicht was, en daarmee was op slag al zijn vermoeidheid verdwenen. Ze konden zo lang werken als ze wilden zonder dat ze bang hoefden te zijn te worden ontdekt, want het was zaterdag, bijna zondagmorgen; afgezien van de nachtwakers zou het gebouw verlaten zijn.
Tegen zondagmorgen drie uur waren ze er alle twee van overtuigd dat ze op de juiste weg waren. Ze hoefden alleen nog het spoor terug te volgen naar de fraudeur. De door de computer geregistreerde betalingen aan Conway waren een klein jaar daarvoor begonnen. Het waren geen geregelde betalingen en het ging nooit om grote bedragen, maar met een duizend hier en een duizend daar was het totaalbedrag toch niet onaanzienlijk. Alle cheques stonden op microfilm, maar er viel geen handtekening op te ontdekken. Ze waren gestempeld met een rubber stempel, dat alleen vermeldde: deposito rekening Conway inc. met daaronder het rekeningnummer en de naam van de bank. Die twee laatste gegevens krabbelde Brett in zijn agenda.
‘Dat is het voorlopig, tot we de handtekening van die rekeninghouder kunnen bemachtigen.’ Hij had hoofdpijn van het urenlang staren naar de felgroene cijfers op het scherm van de centrale computer. Hij begon ongeduldig te worden, zowel ten opzichte van zichzelf als zijn werk, en dat des te meer naarmate de dagen verstreken. Het zal nu niet meer lang duren, beloofde hij zichzelf in stilte, of hij zou terug zijn op de ranch. Daar zou hij ook weleens moe zijn, maar dan als gevolg van hard maar gezond lichamelijk werk en niet door het urenlang goochelen met cijfers en het stoeien met computers. ‘Laten we de boel maar bij elkaar pakken en in bed duiken.’
Evan had daar wel oren naar. Tijdens de terugrit naar het hotel wisselden ze nauwelijks een woord. Zodra hij op zijn kamer was, kleedde Brett zich uit en liet zich languit op het bed vallen, bijna hardop kreunend toen zijn vermoeide spieren ontspanden.
De oplossing lag nu binnen handbereik; hij wilde de zaak liefst zo snel mogelijk klaar en afgedaan hebben, het hele gedoe achter zich laten en terugkeren naar de ranch. Gek eigenlijk, maar vroeger toen hij nog op de universiteit zat had het leven op de ranch hem lang niet zo getrokken als nu. Toen was het gewoon zijn thuis en vormde de rest van de wereld daarbuiten een enorme uitdaging voor hem waaraan hij zijn intellect kon scherpen. En dat had hij gedaan. Met zijn koel verstand en ijzeren vastberadenheid was hij hoog op de maatschappelijke ladder geklommen.
Hij was niet alleen buitengewoon goed in zijn werk, hij werd er nog goed voor betaald ook, en dat had hem in staat gesteld te investeren en zijn geld goed te beleggen. Door zijn financiële scherpzinnigheid had hij de ranch een solide basis kunnen geven zodat deze veel beter bestand was tegen de schommelingen op de rundvleesmarkt dan de meeste andere ranches. Bij hem zou Tessa niet worden herinnerd aan haar armoedige jeugd in een oude vervallen boerderij. Ze zou net zo veel zijde kunnen dragen als ze wilde.
Hij sloot zijn ogen, maar haar beeld bleef hem voor de geest staan, dus opende hij ze weer, wetend dat hij voorlopig toch niet zou kunnen slapen. Heel zijn lichaam gloeide alsof ze nog steeds tegen hem aan lag, haar armen en benen om hem heen gestrengeld.
Het was een onplezierige samenloop van omstandigheden dat de fraudeur de naam Conway voerde.
Het kostte Brett met zijn fotografische geheugen niet de minste moeite Tessa’s persoonlijk dossier voor zich te zien, met onder andere de datum van haar indiensttreding. Ze werkte nu vijftien maanden bij Carter Engineering. De verduisteringen waren ruwweg zo’n dertien maanden tevoren begonnen. Ze werkte op de boekhouding. En ze stond op zijn zachtst uitgedrukt op vriendelijke voet met Sammy Wallace.
Hij vloekte hardop in het donker. Wat haalde hij zich in zijn hoofd? Hij leek wel gek! Natuurlijk was zij het niet; ze was een en al zonnige onbedorvenheid. Nee, het zou Sammy Wallace wel zijn, die waarschijnlijk bij wijze van talisman Tessa’s achternaam had gebruikt. Net als alle andere mannen kon ook een Sammy Wallace gemakkelijk tot rare dingen komen als het Tessa betrof.
Maar verdorie, waarom had hij het nodig gevonden haar in zijn smerige zaakjes te betrekken? Begreep hij dan niet dat door het gebruiken van haar naam automatisch de verdenking op haar zou vallen ? Brett klemde zijn kaken op elkaar. Natuurlijk had hij zich dat wel gerealiseerd! Wallace wist waarschijnlijk best dat Carter Engineering haar toch niet voor de rechter zou slepen, net zo min trouwens als welke andere werknemer ook.
Zijn handen jeukten om de ellendeling die haar zo in discrediet had gebracht de tanden uit de mond te timmeren.
Hij was zo moe dat zijn hele lichaam pijn deed; het begon al licht te worden, en nog kon hij de slaap niet vatten. Zijn gedachten bleven maar om Tessa heen draaien en om de dag die hij met haar had doorgebracht... in bed voornamelijk. Zijn goede intenties waren als sneeuw voor de zon gesmolten toen hij aan de verleiding van haar lichaam werd blootgesteld; hij kon maar niet genoeg van haar krijgen. Hoe vurig ze ook hadden gevrijd, hij had onmiddellijk weer opnieuw willen beginnen. Al zijn vorige ervaringen bij elkaar hadden hem niet voorbereid op de laaiende hartstocht die hij voor haar voelde en de onmogelijkheid om die hartstocht te bevredigen. Maar hij had het geprobeerd, en toen hij haar verliet, lag ze uitgeput te slapen, haar donkere haar als een wanordelijke waaier over het kussen gespreid.
Dat beeld bleef hem kwellen. Rusteloos draaide hij zich op zijn buik, en weer kwamen er bittere verwijten jegens haar in hem op. Die obsederende begeerte naar haar ergerde hem. Hij hield ervan zichzelf volledig onder controle te hebben, en bij haar had hij zelfs zijn lichaam niet onder controle. Ze had hem volledig in haar macht. Hij kon haar gewoon niet uit zijn gedachten zetten! Zelfs nu, nu hij zijn slaap zo bitter hard nodig had, voelde hij haar soepele lichaam nog onder zich.
Hij vloekte binnensmonds. Hij had zich zo laten meeslepen dat hij zich geen tijd had gegund om haar ten huwelijk te vragen, maar aan deze krankzinnige toestand moest zo vlug mogelijk een einde komen. Als ze eenmaal getrouwd waren, hij haar elke nacht bij zich in bed zou hebben en ze voor altijd de zijne zou zijn, zou hij zichzelf wel weer onder controle krijgen.
Met die geruststellende gedachte viel hij eindelijk in slaap, maar zelfs in slaap leek het of hij werd gekweld door haar macht over hem, en streed hij met haar om de leiding in hun verhouding. Nooit eerder had hij voor een vrouw zulke diepe gevoelens gekoesterd, gevoelens die niet alleen onverwacht maar ook onwelkom waren. De enige die hij in zijn leven had vertrouwd, was Tom, maar nu had hij ook te maken met Tessa, en op haar eigen manier was ze een raadsel voor hem. Ze was tegelijkertijd teer en sterk, willig en ongrijpbaar... Hoewel ze zich vol overgave aan hem gaf, had hij het gevoel dat een deel van haar hem ontsnapte. Kortom, ze maakte hem gek, zelfs in zijn dromen.
Pas laat in de middag werd hij wakker; zijn eerste gedachte was dat Tessa zich wel moest afvragen waar hij zat. Hij had de hoorn al van de haak genomen om haar te bellen toen een lichte wrevel in hem opkwam. Verdorie, hij was toch geen jonge snotaap die haar rekening en verantwoording schuldig was! Hij gooide de hoorn weer op de haak.
Meteen kregen allerlei gefrustreerde gevoelens de overhand. Opnieuw pakte hij de hoorn op, maar ditmaal draaide hij het nummer van Evans kamer. Nadat drie keer de bel was overgegaan, werd er opgenomen. Evans stem klonk dik van de slaap. Brett wist dat Evan net als hijzelf heel wat slaap had in te halen. ‘Ik ga nu naar Tessa,’ kondigde hij wat bruusk aan. ‘Als je me nodig hebt, kun je me daar bereiken.’
*
‘Je hebt groot gelijk,’ lachte Evan slaperig. ‘Als ik in jouw schoenen stond, zou ik mijn tijd ook niet verdoen op een hotelkamer!’
Brett nam een douche en schoor zich, met een gezicht dat op storm stond. Het idee dat alle kerels om Tessa heen draaiden als honden om een sappige kluif, maakte hem woedend. Ze was van hem. Hij was de enige man die haar naakt in zijn armen had gehouden. Hij had haar bezeten en haar gebrandmerkt als de zijne, iedere lieflijke zijdezachte centimeter van haar. In hem gloeide een heftige begeerte om haar weer te bezitten, zijn lichaam met het hare te verenigen en haar zo dicht tegen zich aan te houden dat niets nog tussen hen in kon komen. En vooral om haar te beschermen tegen de dreiging die haar boven het hoofd hing. Hij hoopte dat niemand haar ooit zou vertellen dat ze door een fraudeur als dekmantel was gebruikt. Ze mocht Sammy Wallace erg graag. Ze zou het al moeilijk genoeg krijgen als hij werd gearresteerd, ook zonder te weten dat hij haar naam had misbruikt.
Een halfuur later belde hij bij haar aan. Hij wachtte even, maar er gebeurde niets. Nog eens belde hij, toen verloor hij zijn geduld en bonsde met zijn vuist op de deur.
‘Ja, ja, rustig maar hoor!’ hoorde hij haar aan de andere kant van de deur geërgerd zeggen. Verbaasd dat ze zo prikkelbaar was, fronste hij zijn wenkbrauwen. ‘Wie is daar?’
‘Ik,’ antwoordde hij kortaf.
Nog ging de deur niet open; net zo kortaf als hij vroeg ze: ‘Wat wil je?’
Een heftige woede laaide in hem op. Hij had moeite zich te beheersen. Als ze dacht een spelletje met hem te spelen had ze het mis! Hij was niet van plan door de deur heen met haar te discussiëren. ‘Tessa, doe die deur open. Nu!’ blafte hij.
Ze deed hem een klein stukje open maar blokkeerde de ingang. Haar gezicht stond strak en uitdrukkingsloos, haar groene ogen leken vuur te spuwen. Hoewel ze geen ervaring had met liefdesaffaires was het haar onmiddellijk duidelijk geweest dat ze niet van plan was om te slapen met de man die ze liefhad - om wakker te worden in een leeg bed in een lege flat. Hij had op zijn minst een briefje kunnen achterlaten om te zeggen hoe laat hij terugkwam, maar nee, niets! Zelfs de hele lieve, lange dag geen telefoontje. Waarschijnlijk verwachtte Brett Rutland in zijn arrogantie dat ze nog steeds in bed, waar hij haar had achtergelaten, op hem lag te wachten.
Hij deed een stap naar voren, torende boven haar uit, maar ze maakte geen aanstalten hem binnen te laten. Zijn blauwe ogen vernauwden. Verwachtte ze nu werkelijk dat ze hem kon tegenhouden? Het idee was gewoon lachwekkend maar hij was niet in de stemming om te lachen. Ze reikte nauwelijks tot zijn schouder en was minstens vijftig kilo lichter dan hij; hij was één en al spierkracht, zij één en al melk en honing, en toch bleef ze daar koppig en onwrikbaar naar hem staan opkijken. Waarom had hij die trotse wilskracht nooit eerder in haar ogen gezien? Ze had een licht ontvlambaar temperament, realiseerde hij zich plotseling, een temperament dat ze zelden toonde, maar verborg achter een beschermende muur van charmante onverschilligheid en humor. Ze werd alleen boos om dingen die haar werkelijk raakten.
Voor ze besefte wat er gebeurde, legde hij zijn handen om haar middel en tilde haar op. ‘Ik heb de hele nacht gewerkt,’ zei hij zacht en vriendelijk. ‘Evan en ik zijn pas tegen de ochtend naar bed gegaan. Toen ik wakker werd, heb ik me gedoucht en geschoren en ben onmiddellijk hierheen gekomen. Overigens is het niet mijn gewoonte om aan wie dan ook tekst en uitleg te geven van mijn doen en laten.’
Vanonder haar lange wimpers keek Tessa hem sceptisch aan. Als dit een verontschuldiging moest voorstellen, dan had hij nog heel wat te leren, dacht ze, in feite was het alleen een verklaring, en die had hij nog met tegenzin gegeven ook. Maar toch... in bedekte termen had hij toegegeven dat hij haar een verklaring schuldig was, en dat was al heel wat. Haar woede verflauwde maar ze was nog niet bereid hem onmiddellijk te vergeven.
‘Zet me neer,’ zei ze ten slotte koeltjes.
‘Eerst een kus.’
Tessa begon te blozen. ‘Nee. Als ik dat doe dan word jij... dan gaan we...’
Een glimlachje trilde om zijn mondhoeken. ‘Lieverdje, dat ben ik al en dat gaan we toch.’
Ze kon hem wel slaan. ‘Je denkt zeker dat je altijd je zin kunt doordrijven, hè?’
‘Dat denk ik niet alleen, dat weet ik wel zeker,’ fluisterde hij. Hij hield haar dicht tegen zich aan. ‘Sla je benen om me heen.’
Woedend probeerde ze hem van zich af te duwen. ‘Brett Rutland, we staan hier aan de voordeur! Zet me neer!’
Hij deed nog een stap voorwaarts en schopte de deur met zijn voet achter zich dicht. ‘Tessa,’ gromde hij verstikt voor hij zijn mond op de hare drukte. Weer probeerde ze hem van zich af te duwen, en weer zonder resultaat. Zijn mond was warm en hongerig en zijn tong wrong begerig haar lippen vaneen. Al haar boosheid ten spijt ging er een huivering van genot door haar heen. Met een zacht kreunend geluidje gaf ze haar weerstand op. Hij had haar niet de kans gegeven alle dingen te zeggen die ze zich had voorgenomen te zeggen, maar ze hield van hem en hem beminnen was oneindig veel prettiger dan met hem ruziën.
Brett had haar geen eeuwige liefde en trouw beloofd, maar toch had hij haar al meer gegeven dan hij ooit enige andere vrouw had gedaan. Hij had haar het recht gegeven om een verklaring van hem te eisen. Ze had geen gemakkelijke man uitgekozen om lief te hebben, maar hij was wel een heel bijzondere man, en ze was vastbesloten hem helemaal tot de hare te maken.
Zijn ademhaling ging zwaar en zijn hongerige mond trok een spoor van gloeiende kussen over haar gezicht en haar hals. Bijna automatisch klemde ze haar benen om hem heen. ‘Goed zo,’ fluisterde hij hees terwijl hij haar naar de slaapkamer begon te dragen. Daar zette hij haar op het bed en begon haar snel te ontkleden. ‘Zeg dat je van me houdt,’ zei hij schor; dat klonk als een bevel.
‘Ik houd van je.’ Ze zag de flits van voldoening in zijn ogen, voldoening maar ook iets anders, iets kouds en onbegrijpelijks, en plotseling werd ze bang. Maar het volgende ogenblik was ook hij naakt. Hij kwam bij haar liggen, bedekte haar met zijn harde, gespierde lichaam.
Hun liefdesspel was zo overrompelend vurig dat ze haar nagels in zijn schouders groef. Zijn hartstocht was bijna gewelddadig, zij het beheerst, en hij wist de wonderbaarlijkste emoties in haar op te wekken. En toch... op het hoogtepunt van haar extase vroeg ze zich af wat die blik van bitter verwijt in zijn ogen betekende.