Hoofdstuk 10

 

 

 

Tessa verstrakte. ‘Ik had je niet gevraagd om te blijven.’ ‘Helaas niet,’ antwoordde hij droog. ‘Daarom moest ik mezelf wel uitnodigen.’

Terwijl ze naar hem keek, realiseerde ze zich dat hij werkelijk vastbesloten was te blijven en haar weerstand tegenover hem te breken. In machteloze woede viel ze uit: ‘Verdorie, Brett, het is uit, voorbij, over!’

‘Geen sprake van, liefje. Ik Iaat je zomaar niet los. Wat wij samen hadden, is te mooi om op te geven.’

‘We hadden helemaal niets samen!’ zei ze bitter, ik had je lief, terwijl jij alleen maar in je onderzoek geïnteresseerd was. Nu zit je met schuldgevoelens, en ik... ik wil er gewoon niets meer mee te maken hebben,’ eindigde ze mat.

inderdaad, ik voel me schuldig, ja! Ik had je moeten vertrouwen, en dat deed ik niet. Toen ik jouw handtekening onder die cheques zag, dacht ik dat ik gek zou worden. Ik dacht dat je me alleen had gebruikt om te voorkomen dat ik je zou laten arresteren!’

‘Je hebt wel een allervriendelijkste indruk van me!’ sneerde ze, haar kleine handen tot vuisten gebald.

Brett streek met zijn vingers door zijn dikke haar terwijl hij koortsachtig naar een aanvaardbare uitleg zocht, ik ben nu eenmaal een rare, Tessa. Ik vertrouw geen sterveling en ik laat me ook nooit te na komen. Maar jij... Door jou raakte ik helemaal van de kaart. Ik weet dat het een armzalig excuus is, maar het is het enige dat ik heb. Ik dacht dat je me gebruikte, en dat deed verdraaid pijn. Het heeft me heel wat gekost om dat voor je te verbergen. Verdorie, ik houd van je!’ besloot hij geërgerd.

Tranen prikten achter haar oogleden. ‘Ja, vast. Je houdt zoveel van me dat je me niet eens de kans gaf me te verdedigen ! Heb je enig idee hoe het is om te worden gearresteerd ? Hoe vernederend het is om als een misdadiger te worden behandeld en je vingerafdrukken te laten nemen? Je voelt je alsof je door de drek bent gehaald! En ik probeerde je te bellen, want ik dacht nog steeds dat het een misverstand was dat jij wel uit de weg zou ruimen als ik je maar eenmaal kon bereiken. Kun je je ook maar enigszins voorstellen hoe ik me voelde toen ik ontdekte dat jij juist degene was die me had laten arresteren?’ Haar stem ebde weg; bijna onhoorbaar fluisterde ze: ‘Je weet niet eens wat liefde is.’

Het was alsof hij een klap in zijn gezicht kreeg. Voor het eerst in zijn leven vertelde hij een vrouw dat hij van haar hield, en nu geloofde ze hem niet! En het ergste was nog dat hij begreep waarom ze zo dacht. Ze moest wel denken dat hij werd gedreven door schuldgevoelens, en daar zou niets aan veranderen, wat hij ook zei. Door haar niet te vertrouwen had hij haar vertrouwen verloren; hij had haar zo diep gewond dat ze er misschien nooit overheen zou komen. Die gedachte was ondraaglijk; hij zou alles voor haar doen wat in zijn vermogen lag, als ze maar niet uit zijn leven verdween. Hij zou haar liefde herwinnen en haar ervan overtuigen dat hij van haar hield. Ze was van hem, en als woorden niet volstonden om haar te overreden zou hij drastischer maatregelen moeten nemen...

Tessa zag de uitdrukking op zijn gezicht veranderen. Ineens zag hij er gevaarlijk uit, als een panter die zijn prooi besluipt. Als in een vertraagde filmopname zag ze hem het licht uitknippen. Alleen vanuit de keuken viel nog een brede baan licht, die slechts de helft van zijn gezicht bescheen. Instinctief week ze een stap achteruit, zonder echter haar ogen van hem af te wenden. Als geobsedeerd keek ze toe hoe hij zijn overhemd uittrok en op de grond liet vallen.

‘Als je me niet op mijn woord wilt geloven, zal ik het je op een andere manier moeten bewijzen,’ fluisterde hij hees.

Haar hart klopte benauwend heftig in haar keel. Ze deinsde verder achteruit en staarde hem met grote verschrikte ogen aan. ‘Wat... wat ga je doen?’

Langzaam, bijna dreigend kwam hij op haar af. ‘Je zei toch dat je van me hield, nietwaar? Of was dat een leugen?’ Een koude woede laaide in haar op. ‘Zo! Dus nu ben ik niet alleen een dievegge, maar nog een leugenaarster ook!’ ‘Twee keer heb je je verloofd, al hield je niet genoeg van die mannen om met hen naar bed te gaan. Met mij ging je wèl naar bed; je houdt van me, en je kunt net zo min vergeten wat er tussen ons was als ik. Je houdt nog steeds van me, ondanks alles wat er is gebeurd, waar of niet?’

‘Zou je je prettiger voelen als ik dat beken?’ vroeg ze met een steek van pijn. ‘Ja, ik houd van je. Ik ben alleen niet van plan mijn leven te verspillen aan iemand die mijn liefde niet beantwoordt. Ik ging naar je toe om te zeggen dat ik van je hield, dat ik onschuldig was, maar ik kreeg er niet eens de kans voor.’

‘Van binnen maakte het me kapot,’ antwoordde hij hees. ‘Ik werd gek van het idee dat jij me alleen maar had gebruikt. Kom nou, Tessa, je weet toch zelf hoe dat is? Je dacht precies hetzelfde over mij!’

Haar ogen brandden; ze slingerde hem de woorden in zijn gezicht alsof het giftige pijlen waren. ‘Ik geloof dat de zaak toch wel een tikje anders ligt! Ik deed niet mijn best om jou de gevangenis in te krijgen!’

‘Op het moment dat ik weer normaal kon denken, wist ik dat ik je niet naar de gevangenis kon laten gaan! Verdorie, luister naar me!’ Hij greep haar arm beet en trok haar naar zich toe. ‘Toen ik die bespreking bij de hulpofficier van justitie organiseerde, dacht ik nog steeds dat je schuldig was, maar dat was niet meer van belang. Het enige dat ik nog wilde, was jou beschermen. Ik kon je onmogelijk naar de gevangenis laten gaan.’

Ze probeerde zich los te rukken; zijn vingers klemden zich echter als bankschroeven om haar bovenarmen. ‘Laat me los,’ snikte ze, plotseling in paniek. Ze voelde zich niet opgewassen tegen zijn overweldigende kracht, en dat beangstigde haar, al snakte ze tegelijkertijd naar hem. Moe en verslagen fluisterde ze met een laatste krachtsinspanning: ‘Alsjeblieft, laat me gaan!’

‘Nee, nooit.’ Bijna teder schudde hij haar door elkaar. ‘Zeg dat je van me houdt.’

‘Laat me gaan!’

‘Je houdt van me,’ hield hij aan. ‘Zeg dat je van me houdt. Ik wil het horen. Zeg het!’

Ze kon haar tranen niet langer inhouden; ze stroomden over haar wangen. ‘Waarom doe je me dit aan?’ fluisterde ze. ‘Heb je me nog niet genoeg gemarteld?’

Maar hij gaf het niet op. ‘Zeg dat je van me houdt.’

‘Ik houd van je,’ zei ze, zich gewonnen gevend. Een snik brak los uit haar keel. Nu ze niet langer worstelde om los te komen, gleden zijn armen om haar heen en trok hij haar tegen zich aan. Tessa liet haar hoofd tegen zijn brede borst rusten en schreide, zacht en verloren als een kind. ‘Hoe kan ik je ooit nog vertrouwen?’ snikte ze terwijl hij haar troostend heen en weer wiegde.

‘Dat komt, liefste, dat komt,’ fluisterde hij. ‘Geef me alleen nog één keer de kans om je te tonen hoeveel ik van je houd.’

Hoewel ze hem nauwelijks durfde te geloven, klemde ze zich aan hem vast. Ze was zo koud en leeg en eenzaam; hij was de warmte die haar leven zin en inhoud gaf.

Hij kreunde hardop en tilde haar op. ‘Niet huilen, lieveling, alsjeblieft,’ fluisterde hij terwijl hij haar naar het bed droeg.

Ze strengelde haar armen om zijn hals en wreef haar gezicht tegen zijn huid. ‘Ik heb maar één keer gehuild nadat ik was gearresteerd,’ stamelde ze tussen twee snikken door. ‘Maar nu kan ik niet meer ophouden. O Brett, ik was zo bang!’

‘Ik weet het, liefste, ik weet het.’ Met een gekwelde uitdrukking op zijn gezicht zette hij haar op het bed en begon haar uit te kleden. ‘Ik zal zorgen dat je nooit meer hoeft te huilen.’ Hij trok zijn eigen kleren uit en kroop bij haar in bed.

In zijn armen lag ze te schreien. Brett voelde zijn ogen branden; ze was zijn vrouw, een deel van hem, en haar pijn was ook de zijne. Ten slotte verstomde haar gesnik; stil lag ze in de veilige omvatting van zijn armen. Toen hij zijn hand strelend over haar smalle rug liet glijden, voelde hij haar lichaam langzaam ontspannen. ‘Beter zo?’ fluisterde hij in haar zachte donkere haar.

Met voorzichtige vingertoppen streek ze over zijn borst. ‘Ja,’ zei ze slaperig. De rest van haar woorden kwam vanzelf, uit haar onderbewustzijn, uit een dwingende behoefte weer één te worden met de man die ze liefhad. ‘Brett, vrij met me... alsjeblieft.’

Een machtige huivering ging door hem heen, die al zijn spieren deed spannen. ‘Weet je het zeker?’ fluisterde hij.

‘Ja,’ antwoordde ze zacht. ‘Ik heb je zo nodig Brett...’

En weer smolten hun lichamen samen, werden ze man en vrouw, maar dit keer was het geen ontdekkingsreis voor haar, eerder een eindelijk thuiskomen na een lange, barre tocht.

Nog lang daarna lagen ze stil in elkaars armen, alleen het geluid van hun langzaam weer rustig wordende ademhaling was te horen tot Brett zachtjes vroeg: ‘Slaap je?’

‘Nee,’ mompelde ze.

‘Geen spijt?’

‘Van dit? Nee,’ antwoordde ze loom.

‘Wat lag je allemaal te denken?’

‘Dat ik van je houd. En dat dat pijn doet. En dat ik niet weet wat ik er mee aan moet.’

Hij zuchtte. ‘Het is nog niet zo eenvoudig, hè? Liefde, bedoel ik. Ik had er geen idee van dat het zo zou zijn.’

In het donker, dat hen als een warme wollen deken omhulde, viel het haar niet moeilijk haar gedachten uit te spreken. Ze wilde hem kennen — o, zeker, ze kende nu zijn lichaam, maar dat was niet voldoende; ze wilde weten wat er omging in de geest van de man die ze liefhad. En daartoe moest ze op de hoogte zijn van al die kleine dingen die de sleutel zijn naar iemands innerlijk. ‘Je houdt van je ouders, nietwaar? En van je thuis. En natuurlijk van je paard, je hond, de juffrouw van de kleuterschool...’

Er borrelde een lachje in hem op. ‘Nou, de juffrouw van de kleuterschool heb ik nooit aanbeden; dat was een verschrikkelijke oude tang. En de ranch... de ranch is gewoon een deel van mezelf. Paarden en honden... Ik heb wel zo mijn favorieten gehad, maar ik kan niet zeggen dat ik ooit echt van een dier heb gehouden. Mijn vader... ja, ik houd van mijn vader. Aan hem heb ik mijn leven te danken; het heeft hem heel wat hoofdbrekens gekost om mij groot te brengen.’

‘Is je moeder dood?’ vroeg Tessa zacht.

‘Geen idee. Ze gaf me weg toen ik amper een week oud was. Misschien leeft ze nog, maar dat interesseert me eerlijk gezegd niet. Ik heb geen enkele binding met haar; ik ben zelfs nooit nieuwsgierig naar haar geweest. Tom is mijn vader, al was hij niet met mijn moeder getrouwd. Ze was de dochter van een rijke rancher, bij wie hij op het land werkte. Ze maakten afspraakjes ergens in een oude schuur, en natuurlijk raakte ze in verwachting. Dat veroorzaakte een enorm schandaal - dat kun je je voorstellen, in die tijd - maar ze vertikte het om te zeggen wie de vader was. Tom heeft nog geprobeerd haar over te halen met hem te trouwen, doch daar voelde ze niets voor. Ze haatte het leven op de ranch, en dat was het enige dat hij haar te bieden had.’

Even was het stil. Tessa streek het verwarde donkere haar uit zijn gezicht. ‘En toen jij was geboren?’ vroeg ze zacht.

‘Toen ik was geboren, gaf ze me een naam, zorgde een week voor me en maakte toen een afspraak met Tom. Ze nam mij met zich mee, overhandigde me aan hem en ging ervandoor. Sindsdien heeft niemand meer iets van haar gehoord.’

‘Dus je vader heeft je helemaal in z’n eentje grootgebracht?’

‘Ja. Nog diezelfde dag heeft hij Texas verlaten omdat hij als de dood was dat haar ouders mij zouden opeisen als ze ontdekten dat ze mij niet had meegenomen.’ Hij grijnsde. ‘Kun je je voorstellen: een ruwe boerenknecht die de wereld intrekt met een baby van amper een week oud? Het is nog een wonder dat ik het heb overleefd.’

Ze zag het voor zich en grinnikte. ‘Arme Tom!’

‘Ach, het luierstadium zijn we heelhuids doorgekomen. We bezaten geen rooie cent, maar we hadden elkaar. We trokken van ranch naar ranch, en hij pakte ieder klusje aan dat hij krijgen kon. Ik vermaakte me wel in de stallen of op het land tot ik oud genoeg was om met hem mee te gaan.’ ‘Hoe oud was dat?’

‘Een jaar of vier, vijf, denk ik.’

‘Maar dat is toch nog veel te jong om te werken!’

‘Oud genoeg om hele dagen in het zadel te zitten. Ik kan me niet herinneren dat ik ooit niet heb kunnen paardrijden.’

‘Moest je niet naar school, dan?’

‘Natuurlijk. Daarom besloot Tom op een gegeven moment zich ergens definitief te vestigen. Op dat moment waren we in Wyoming. Hij besteedde alles wat we hadden aan een stukje land, bouwde er een hut op en begon met twee koeien en een stier zelfstandig te boeren. Rijk hadden we het niet, maar we zijn ook niet van de honger omgekomen. Toen ik tien was, heeft hij me wettelijk geadopteerd zodat ik officieel zijn naam kreeg. Dat gaf geen enkel probleem; niemand wist waar mijn moeder uithing, en mijn grootouders waren te oud om voor me te zorgen.’

Nog lang nadat hij in slaap was gevallen, lag Tessa in het donker peinzend voor zich uit te staren. Zijn wonderlijke jeugd in aanmerking genomen, was het logisch dat hij haar niet automatisch had vertrouwd. Hoewel ze nu ook begon te begrijpen waarom hij zich zo koel, vijandig haast, opstelde tegenover zijn omgeving, wist ze echter nog niet of ze ooit in staat zou zijn hem te vergeven.

 

Ze werd wakker door een zonnestraaltje dat haar wangen kietelde. Even knipperde ze met haar ogen, toen keek ze recht in het lachende gezicht van Brett, die op een elleboog gesteund naar haar lag te kijken.

‘Goedemorgen,’ zei hij zacht terwijl hij een donkere lok uit haar ogen streek.

‘Hoi.’ Ze geeuwde en rekte zich uit. ‘Moet jij niet naar je werk?’

‘Vandaag niet. Sammy en Evan kunnen het wel zonder me stellen. Het leek me beter om nu bij jou te blijven.’ Ernstig keek ze naar hem op. ‘Ik zal heus geen rare dingen doen, als je daar soms bang voor was...’

‘Misschien.’

‘Ik ben nog wel een beetje in de war,’ zei ze langzaam. ‘Ik weet nog niet wat ik moet doen, maar... ik heb vannacht heel lang liggen denken. Ik houd van je, en nu ik heb gezien hoe sterk de bewijzen tegen mij waren, neem ik het je ook niet meer kwalijk dat je mij verdacht. Alleen... toch kan ik het je nog niet helemaal écht vergeven, al ben ik tegelijkertijd bang dat ik niet meer zonder je kan.’

Met gespannen aandacht had hij naar haar geluisterd. ‘En ik niet zonder jou. We moeten onszelf de tijd gunnen, lieveling, meer vraag ik je niet.’

‘Oké. Ik heb nu toch tijd in overvloed,’ zei ze met een bittere klank in haar stem.

Hij zwaaide zijn benen over de rand van het bed en viste zijn broek van de vloer. ‘Zou je graag willen gaan werken ?’ vroeg hij scherp.

‘Bij Carter Engineering? Na alles wat er is gebeurd? Dank je wel! Maar ik zal toch naar iets anders moeten uitkijken. Zelfs ik kan niet van de lucht leven.’

‘Doe me een plezier en wacht even met solliciteren.’ ‘Waarom?’

Hij zuchtte en haalde zijn hand door zijn haar. ‘Omdat we hier niet lang meer zullen blijven.’

Ze liet zich uit bed glijden en trok haar badjas aan. ‘Jij twijfelt nooit lang aan jezelf, hè?’ merkte ze effen op.

‘Lang genoeg naar mijn smaak,’ grijnsde hij. ‘Alsjeblieft, ga niet solliciteren. Over geld hoef je je geen zorgen te maken. Je hebt op de eerste plaats rust nodig, en aangezien ik bij jou ben ingetrokken, is het niet meer dan normaal dat ik financieel ook mijn steentje bijdraag.’ ik wil niet afhankelijk van je zijn.’

‘Liefje, maak nu geen drukte om volkomen onbelangrijke dingen. Ons hele probleem is begonnen door een gebrek aan vertrouwen. Laten we elkaar voor de verandering eens proberen te vertrouwen, niet alleen lichamelijk maar ook geestelijk.’

‘Wanneer moet je terug naar San Francisco?’

Zijn gezicht betrok. ‘Dat heeft geen haast.’

Zijn schijnbare kalmte maakte haar nerveus. ‘Je bent toch niet ontslagen, is het wel?’

‘Nee, ik ben niet ontslagen. Je hoeft je over mijn baan geen zorgen te maken, liefje.’

Er was iets dat hij haar verzweeg, maar aan zijn koppige blik kon ze zien dat hij het haar nu niet zou vertellen. Hoe kon ze hem vertrouwen als hij dingen voor haar verborg. O, waarom was het ook allemaal zo verwarrend?! Abrupt wendde ze zich van hem af. ‘Ik ga douchen.’

‘Dat klinkt niet gek,’ zei hij met een trage glimlach. ‘Dat was ik nu juist ook van plan.’

‘Best. Wanneer ik klaar ben in de badkamer,’ zei ze laconiek.

‘Als ik het goed begrijp, ben ik niet uitgenodigd?’ Het klonk meer als een vaststelling dan als een vraag.

‘Dat begrijp je goed, ja. Ik ben zo klaar. Waarom begin je niet vast het ontbijt klaar te maken. Dan ga ik er straks mee verder terwijl jij onder de douche staat.’

Hij gaf het op. ‘Goed, als je daarop staat...’

‘Dat doe ik.’

Naarmate de ochtend verstreek, begon Brett onrustig te worden. Hij verveelde zich kennelijk. Een paar keer stelde Tessa hem voor om toch maar naar zijn werk te gaan, doch dat bracht hem dusdanig uit zijn humeur dat ze er verder maar het zwijgen toe deed. Zelf had ze meer dan genoeg te doen; haar eenmanshuishouding had ze de afgelopen week nogal verwaarloosd, dus viel er heel wat in te halen. Ze ging haar eigen gang en negeerde hem zo veel mogelijk.

Vroeg in de middag ging de telefoon. Toen Brett overeind sprong alsof hij door een wesp was gestoken, realiseerde ze zich plotseling dat hij al die tijd op dat telefoontje had zitten wachten. Ze probeerde het gesprek te volgen, maar zijn korte, nietszeggende antwoorden maakten dat onmogelijk. Er verscheen een angstaanjagende, haast wrede blik in zijn ogen terwijl hij naar de stem aan de andere kant van de lijn luisterde.

‘Goed. Ik kom nu dadelijk naar je toe,’ zei hij ten slotte.

‘Wat is er?’ vroeg ze angstig. Achter hem aan liep ze naar de slaapkamer, waar hij zich haastig begon te verkleden. ‘Hebben ze ontdekt wie het is?’

‘Misschien,’ gromde hij. Zwijgend trok hij een donkerblauw pak aan en een verblindend wit overhemd.

Aangezien hij niet van plan leek verder iets los te laten, schopte Tessa plotseling vastberaden haar slippers uit en wrong zich uit haar spijkerbroek, ik ga met je mee,’ kondigde ze dapper aan.

‘Geen denken aan!’ Hij keek even of zijn das goed zat voor hij zich omdraaide om haar op haar mond te kussen. ‘Het zou wel eens heel pijnlijk kunnen worden, en ik wil niet dat je zoiets nog eens moet doormaken. Tot straks.’

‘Brett!’ schreeuwde ze hem achterna.

Bij de deur bleef hij staan en keek haar over zijn schouder heen aan. Nu pas zag ze de moordzuchtige blik in zijn ogen. Ze huiverde, blij dat die blik niet haar gold. ik zie je straks.’

Stil en leeg was de flat zonder hem. Steeds weer moest ze denken aan die angstaanjagende blik die er in zijn ogen had gelegen, en dat maakte haar nerveus. Hij wist wie de verduistering had gepleegd, wie met opzet de verdenking op haar had willen schuiven, maar hij had het haar niet gezegd. Wie kon het zijn, dat hij haar de naam niet wilde zeggen? Iemand die ze vertrouwde? In ieder geval moest het iemand zijn die haar haatte, ze kon zich alleen met de beste wil van de wereld niet voorstellen waaraan ze een dergelijke vijandschap had verdiend.

Haar gedachten tuimelden kriskas door elkaar. Ze probeerde zich al haar collega’s voor de geest te halen, probeerde wanhopig te bedenken wat ze deze of gene misdaan zou kunnen hebben, maar er wilde haar niets te binnen schieten.

Tegen de avond was ze zo gespannen dat ze een kreet van schrik slaakte toen ze een sleutel in het slot hoorde en Brett binnenkwam, doodop, aan zijn gezicht te zien. Sammy was bij hem, en die zag al net zo bleek en uitgeput als Tessa zich voelde, maar ze merkte zijn aanwezigheid nauwelijks op. Ze staarde naar de sleutel in Bretts hand.

‘Jij hebt mijn huissleutel,’ zei ze verdwaasd.

‘Ja,’ zei hij afwezig, terwijl hij de sleutel in zijn zak stopte.

‘Hebben jullie... nog iets ontdekt?’

Hij antwoordde haar vraag met een wedervraag. ‘Is er verse koffie? Daar ben ik hard aan toe!’

‘Nee, die is er niet. Brett, geef antwoord!’

‘Dan zal ik even een pot zetten.’

Ze stormde op hem af. ‘Je kunt een hele pot naar je hoofd krijgen als je nu geen antwoord geeft op mijn vraag!’ Zijn mond plooide zich tot een grimmig lachje. ‘Kattekop,’ zei hij teder. ‘Sammy zal het je wel vertellen.’

Met een ruk draaide ze zich om naar Sammy, die met zijn handen diep in zijn zakken midden in de hal stond. ‘Het is allemaal mijn schuld,’ zei hij ongelukkig. Hoewel hij ouder was dan zij, had hij er altijd heel jongensachtig uitgezien. Nu leek hij wel tien jaar ouder.

Ze schudde haar hoofd. ‘Hoe kun je dat nu zeggen? Jij hebt het toch niet gedaan?’

‘Nee. Hillary. Maar ze deed het voor mij.’

Vol afgrijzen staarde Tessa hem aan. Ineens werden haar een heleboel dingen duidelijk; alle stukjes van de puzzel vielen plotseling op hun plaats. Arme Hillary, zo schuchter en onzeker van zichzelf - en zo verliefd op Sammy. Sammy had geld nodig gehad om zijn elektronische ideeën te verwezenlijken; Hillary had gezorgd dat het er kwam. Door haar werk bij de bank was ze ruimschoots in de gelegenheid, en via Sammy had ze toegang tot het computersysteem van Carter Engineering. Daarbij beschikte ze over de nodige kennis om in het systeem in te breken. Het was zelfs begrijpelijk waarom ze Tessa als slachtoffer had gekozen. Sammy koesterde immers een grote bewondering voor de altijd stralende, charmante Tessa, die in tegenstelling tot Hillary zo gemakkelijk met mannen kon omgaan.

Tranen van medeleven glinsterden in Tessa’s ogen terwijl ze naar Sammy keek.

‘Ze had een sleutel van mijn flat,’ zei hij mat. ‘Ze kon komen en gaan wanneer ze wilde. En de computer gebruiken. Mijn hemel, dat ik daar niet eerder aan heb gedacht!’ Vergeefs trachtte hij het beven van zijn lichaam te beheersen.

Tessa liep op hem toe en legde haar arm om hem heen. ‘Vertel me wat er is gebeurd,’ fluisterde ze.

‘We kwamen haar tegen toen ze juist van haar werk kwam, Mr. Rutland en Evan en ik. Zodra ze ons zag... begon ze te huilen.’

‘Heeft hij haar al... laten arresteren?’ stamelde Tessa.

‘Nee. Ik wilde er eerst met jou over praten,’ zei Brett koeltjes vanaf de drempel van de keukendeur. ‘Ik had haar met alle liefde onmiddellijk laten opsluiten, vooral om wat ze jou heeft aangedaan. Maar ik heb iets tegen mensen die uit wraak handelen, daarom heb ik het nog even op zijn beloop gelaten. Evan is nu bij haar; hij wacht op mijn telefoontje.’

Verbijsterd staarde Tessa hem aan. Vroeg hij haar te beslissen over het lot van een medemens? Legde hij de beslissing of Hillary al dan niet naar de gevangenis zou gaan in haar handen? Hoe kon hij er zo zeker van zijn dat haar oordeel niet werd gekleurd door wraakgevoelens? Zij was ten slotte ook maar een mens! ‘Brett, doe me dit niet aan!’

‘Ik weet wat ik van je vraag,’ zei hij op effen toon, ‘maar ik vertrouw nu eenmaal op jouw oordeel.’

Peinzend bekeek hij haar terwijl ze trachtte tot een besluit te komen. Hij besefte dat haar zenuwen tot het uiterste gespannen waren en reageerden op de kleinste verandering in de sfeer. Ja, ze was veranderd. Het bruisende, sprankelende had ze verloren; haar onbezorgde lachen was verstild. Niet voorgoed, hoopte hij, want juist die charme had hem aanvankelijk zo in haar aangetrokken. Maar hij hield van haar hele wezen, en als ze hem de kans gaf, zou hij er zijn leven aan wijden om die sprankeling terug te brengen in haar ogen. Hoe graag hij haar ook zou ontzien, de kwelling van deze beslissing kon hij niet van haar afnemen. In deze kwestie was haar mening zelfs nog belangrijker dan die van Joshua Carter; zij was degene die het meest had geleden.

‘Laat haar gaan.’

Haar stem was niet meer dan het fluisteren van de wind, maar Brett verstond wat ze zei. In twee passen was hij bij haar. Hij legde zijn hand op haar arm, bijna alsof hij steun bij haar zocht. ‘Weet je het zeker?’

Toen ze knikte, leidde hij haar naar de bank. Sammy kwam achter hen aan en liet zich in een fauteuil zakken alsof zijn benen hem plotseling niet meer konden dragen. Misschien was dat ook wel zo.

Tessa klampte zich aan Bretts handen vast. ‘Hillary houdt van hem. Daarom heeft ze het gedaan. Heus, ik kan het me heel goed indenken; voor jou zou ik immers ook...’ Ze brak af, bang dat ze al te veel had gezegd, doch haar gestamelde woorden waren al meer dan hij had durven hopen.

Wanhopig keek ze naar Sammy. ‘Sammy, ze houdt van je. Dat moest je toch weten?’

Uitgeblust staarde hij voor zich uit. ‘Ik kan het niet begrijpen. Ze had toch geen enkele reden om jaloers te zijn op jou!’

‘Maar dat wist ze niet! En daar komt nog bij dat ze in je geloofde, in de dingen die je deed.’

‘Het heeft geen zin de hele zaak nog eens te gaan herkauwen,’ kwam Bretts stem nuchter tussenbeide. ‘En wie er allemaal schuld hebben, doet er niet toe. Wat we wèl moeten doen, is een oplossing bedenken die voor Mr. Carter acceptabel is. Hem gaat het in de eerste plaats om geld. Maar dat is al uitgegeven. Hebben jullie een voorstel?’ Sammy beet op zijn lip. ‘We zouden Nelda kunnen verkopen. Ze zou totaal nieuw zijn op de markt. Ik heb er al over gedacht om te onderhandelen met een computermaatschappij, maar—’

‘Dat zou natuurlijk dé oplossing zijn,’ onderbrak Brett hem. ‘En als jij zegt dat Nelda werkelijk zoiets bijzonders is, lijkt het me geen gekke ruil voor Mr. Carter.’

Kinderlijk dankbaar keek Sammy naar Brett op. ‘Maar dan moet er natuurlijk een hele procedure in gang worden gezet, met advocaten en zo... Neemt dat niet te veel tijd in beslag?’

‘Daar heb jij toch verder geen pijn aan? Het zal inderdaad wel even duren — we moeten natuurlijk wachten tot we het meest lucratieve aanbod eruit kunnen pikken - maar de juridische kant van de zaak valt wel mee.’ Hij klopte Sammy bemoedigend op de schouder en liep met hem mee naar de voordeur.

Er lag echter nog een bezorgde uitdrukking op Sammy’s gezicht. ‘Wat moet ik nu met Hillary aan?’ mompelde hij. ‘Ik probeerde juist moed te verzamelen om haar te vragen... en nu...’

‘Weet je wat ik zou doen als ik in jouw schoenen stond?’ zei Brett scherp. ‘Haar over de knie nemen en een flink pak rammel geven! Dat heeft ze op z’n minst verdiend!’

De deur viel dicht achter Sammy. Brett ging naast Tessa zitten, trok haar tegen zich aan en zei, terwijl hij een lok van haar voorhoofd streek: ‘Hoe is het nu met je? Het is nu echt helemaal voorbij.’

Ze had niet het gevoel dat er definitief een streep was getrokken onder deze nare episode; er vielen nog heel wat problemen op te lossen, doch daar was het nu niet het juiste moment voor. ‘Ik ben niet van porselein,’ zei ze met een vage glimlach. ‘Natuurlijk was het even een schok, maar ik kan wel tegen een stootje.’

‘Ik vond het vreselijk om het je aan te doen, maar ik durfde in dit geval niet op mijn eigen oordeel te vertrouwen.’

‘En als ik nu had gezegd dat je haar moest laten arresteren?’

Er kwam een harde uitdrukking in zijn ogen. ‘Dan zou je precies hebben gezegd wat ik in gedachten had.’

Als hij zo keek, zag hij er angstaanjagend uit, vond ze, een man die tot alles in staat was, waar het ging om iets dat hem toebehoorde. Plotseling daagde in haar het besef. Hij beschouwde haar als een deel van hem. Die keer dat hij met haar naar bed ging, had hij werkelijk bezit van haar genomen, haar wezenlijk tot de zijne gemaakt. Daarom ook had hij zich ingespannen om haar invrijheidstelling te realiseren, nog voordat hij wist dat ze onschuldig was.

‘Zou je mij ook een pak rammel hebben gegeven?’ vroeg ze met een ondeugend lachje.

‘Waarschijnlijk niet, want ik zou je nooit met opzet pijn kunnen doen. Die Hillary mag overigens wel oppassen; Sammy is echt een van die stille figuren waarvan je niet kunt voorspellen wat ze zullen doen als ze werkelijk boos worden. Had je daar al aan gedacht?’

‘Nee. Zo menselijk ben ik nu ook weer niet,’ antwoordde ze fel. ‘Het liefst zou ik haar een geweldige dreun verkopen. Maar die affaire heeft nu lang genoeg geduurd; ik wil dat er een punt achter wordt gezet. Trouwens, als je haar had laten arresteren, had je Sammy daarmee ook pijn gedaan, en dat heeft hij toch niet verdiend...’

Met een zucht liet hij haar los en leunde voorover, zijn ellebogen op zijn knieën. ‘Als je zo grootmoedig kunt zijn tegenover een volslagen vreemde, waarom dan niet tegenover mij ? Waarom kun je me niet vergeven en me nog een kans gunnen?’

Ze schrok van zijn woorden, niet alleen omdat ze zo zonderling ernstig klonken, maar vooral omdat ze de situatie zo helder uiteenzetten. Ze had zich inderdaad tegenover een volslagen vreemde veel grootmoediger gedragen dan tegenover degene die haar het liefste was op de hele wereld. Juist omdat ze hem zo liefhad, had zijn gebrek aan vertrouwen haar veel dieper getroffen dan het misdadig gekruip van Hillary.

Dus dit was liefde, dacht ze in pijnlijke verwondering. Ze hield van hem. En het had geen zin zich af te vragen of ze hem nog durfde vertrouwen, want zonder hem kon ze eenvoudigweg niet leven.

Met een ruk kwam ze overeind. ‘Het is geen kwestie van vergeven,’ zei ze nukkig. ‘Ik houd zoveel van je dat ik je alles zou kunnen vergeven, maar dat betekent nog niet dat ik met me laat sollen.’

Er kwam een wonderlijke schittering in zijn nachtblauwe ogen. ‘Je bedoelt dat je me zo nodig altijd wel even op mijn nummer zult zetten, bijvoorbeeld door een glas kwast in mijn gezicht te gooien? Of me met een koekepan op het hoofd te slaan?’

‘Of je het bed uit te schoppen.’

‘Aha, liefje! Nu vergis je je toch! Je kunt veel van me verlangen, maar niet dat ik mijn plaatsje bij jou in bed opgeef! Bovendien, als alles vergeven en vergeten is, wat is dan nog het probleem?’

‘Ik weet niet of ik moet wachten tot ik zeker weet dat je van me houdt, of het er maar op moet wagen,’ zei ze recht op de man af.

Hij veerde overeind. Hoog torende hij boven haar uit. ‘Zal ik je eens demonstreren hoe het is om de vrouw van een rancher te zijn?’

Als bij toverslag was ze weer de oude Tessa. Haar lange donkere wimpers overschaduwden de levendige sprankeling in haar groene ogen. ‘Ach, dat zou misschien zo gek nog niet zijn,’ zei ze met die dralende glimlach die hem in het begin al het hoofd op hol had gebracht. Met een welhaast dierlijke grom pakte hij haar op en droeg haar naar de slaapkamer.

 

De maan wierp een brede baan melkwit licht over het enorme bed en de glanzend gewreven plankenvloer, Tessa zat rechtop, haar armen om haar knieën geslagen. Die morgen waren ze getrouwd. Brett had zo’n haast gehad om het vliegtuig in Knoxville te halen, dat hij haar nauwelijks de tijd had gegeven om haar spullen te pakken. Nu ja, spullen? Al die kleine, dierbare jeugdherinneringen. Schreiend had ze tante Silver omhelsd, in de wetenschap dat ze nu echt voor goed Gatlinburg verliet. Wyoming zou voortaan haar thuis zijn, en niet Tennessee. Ook Silver was in tranen totdat Tom, de vader van Brett, haar in zijn grote sterke armen had genomen en met zijn diepe, hese fluisterstem had gezegd: ‘Je moet ons maar eens gauw komen opzoeken. Dat zou ik heel prettig vinden.’

Het was een vermoeiende reis geweest, eerst van Knoxville via Chicago naar Denver, en toen nog eens naar Cheyenne. Het laatste stuk naar Wyoming hadden ze in Toms eigen vliegtuig afgelegd, maar tegen die tijd was Tessa zo moe dat ze opgekruld in haar stoel had zitten slapen. Het was maar een klein eindje van de landingsbaan naar het ranchhuis; toen ze daar aankwamen was Tessa weer klaar wakker. Brett had haar over de drempel gedragen, regelrecht naar zijn eigen kamer, terwijl Tom grinnikend hun koffers naar boven droeg.

In de slaapkamer had Brett trots een deur open gedaan en gezegd: ‘We hebben een badkamer voor ons tweetjes. Heb je honger, of wil je nu een bad nemen en gaan slapen ? ’ Ze had zich lui uitgerekt en gegeeuwd. ‘Ik kan toch ook nu een bad nemen, dan iets eten en daarna naar bed gaan? Wat vind je daarvan?’

‘Dat duurt me veel te lang,’ mopperde hij met een verlangende blik op het grote bed.

‘Arm lief, ben je zo moe?’ plaagde ze.

‘Nee.’

‘Zo hongerig dan?’

‘ja.’

Wel wetend dat haar nieuwbakken echtgenoot het niet over zijn maag had, trok ze traag haar blouse uit en maakte haar beha los. ‘Waarom kom je niet samen met me onder de douche?’ vroeg ze met een onschuldig gezicht. ‘Dat spaart in ieder geval tijd.’

Zijn ogen vernauwden tot spleetjes. ‘Ik hoop alleen dat je niet echt honger hebt, lieveling, want het zou nog wel eens even kunnen duren voor je iets te eten krijgt. Waarschijnlijk wordt het een ontbijt.’

‘Ach, een hapje midden in de nacht zou ook niet gek zijn,’ zei ze terwijl ze uit haar rok stapte.

‘Afgesproken.’

Nu had ze echt honger, maar het was al lang na middernacht. Ze voelde zijn hand op haar rug. Voorzichtig streken zijn warme vingers over haar huid. ‘Weet je,’ zei hij met zijn diepe, donkere stem, ‘dat ik hiervan heb gedroomd, de eerste keer dat we met elkaar naar bed waren geweest? Ik hield je in mijn armen en je sliep. En ik stelde me voor hoe het zou zijn om samen met jou in dit bed te liggen en je in mijn armen te houden nadat we... Toen besloot ik dat ik met je wilde trouwen.’

Ze draaide zich om in zijn armen en wreef haar gezicht tegen zijn borst. ‘En? Heb ik je niet teleurgesteld in je verwachtingen?’

‘Integendeel, Mrs. Rutland,’ fluisterde hij. Zelfs in het bleke maanlicht kon hij zien hoe haar ogen straalden. Ze zag eruit als een vrouw die met heel haar wezen bemint en weet dat ze wordt bemind. ‘Ik ben blij dat je mijn vrouw bent,’ zei hij eenvoudig.

‘Ik ook,’ zei ze zacht. Teder sloeg ze haar armen om hem heen. De verschrikkelijke nachtmerrie was voorbij. Ze wist dat die haar had veranderd. Maar dat was ook met hem het geval. Hun verdedigingsmuren waren neergehaald; er mochten ook geen muren meer tussen hen zijn. Hoe had ze deze man ooit niet kunnen vertrouwen? Niet alleen haar leven was veilig in zijn handen, ook alle liefde die ze te geven had...