32
Twintig minuten later stapten Ryan en ik op de eerste etage van het Law Enforcement Building uit de lift. Slidell had mijn verzoek aanvankelijk afgewezen, maar had uiteindelijk bakzeil gehaald. We mochten toekijken, maar niet deelnemen aan het verhoor van de man die in hechtenis was genomen.
Slidell zat aan zijn bureau. Ryan condoleerde hem met het verlies van zijn partner. Slidell bedankte Ryan voor het feit dat hij helemaal naar Charlotte was gekomen voor de begrafenis.
‘Daar hoefde ik niet over na te denken. Ik bewonderde de man. En ik mocht hem erg graag.’
‘Zoals Eddie maken ze ze niet meer vandaag de dag.’
‘Dat is zo. Als het omgekeerde het geval was geweest, zou Rinaldi gekomen zijn om aan mijn graf te staan.’
Slidell hield een stevig dichtgeknepen vuist omhoog. ‘Broeders in het uniform.’
Ryan maakte met zijn eigen vuist een high five tegen die van Slidell.
Het tweetal ging nog even door met herinneringen ophalen aan de tijd dat de drie rechercheurs elkaar voor het eerst ontmoet hadden.
Toen gingen we over tot het zakelijke gedeelte.
Slidell belde om te vragen of de verhoorruimte in gereedheid was gebracht. Dat was het geval. We liepen de gang door, Slidell voorop.
Dezelfde doorkijkspiegel. Dezelfde gehavende tafel. Dezelfde stoel, waar ooit Kenneth Roseboro op had gezeten, en vervolgens Asa Finney.
Op die stoel zat nu iemand die werd verdacht van de moord op Finney.
De verdachte was rond de veertig, met granietgrijze ogen en kort bruin haar dat aan de zijkanten nagenoeg was afgeschoren. Hoewel klein van stuk, verkeerde hij in goede conditie en was hij gespierd. Op zijn rechteronderarm was het logo van het korps mariniers getatoeëerd, met daaronder de woorden Semper Fi.
Het kostte me nog steeds moeite om de identiteit van de man voor mezelf begrijpelijk te maken.
James Edward Klapec. Senior.
De vader van Jimmy Klapec was zo’n dertig kilometer zuidelijk van Charlotte aangehouden terwijl hij in de Volkswagen Jetta reed die door de buurman van Asa Finney was gezien.
Klapecs ogen bleven de omgeving in zich opnemen, totdat hij zijn ogen neersloeg en naar zijn handen keek. Hij had zijn vingers in elkaar geslagen, de huid op elk van zijn knokkels nagenoeg kleurloos.
Slidell liet Ryan en mij in de gang achter en stapte de kamer binnen, terwijl zijn voetstappen metaalachtig door de aan de muur hangende luidspreker klonken.
Klapecs hoofd ging met een ruk omhoog. Behoedzame ogen volgden zijn ondervrager door het vertrek.
Slidell gooide een schrijfblok op tafel en ging zitten.
‘Dit gesprek wordt opgenomen. Voor uw bescherming en die van ons.’
Klapec zei niets.
‘Het spijt me van uw verlies.’
Klapec reageerde met een strak knikje van zijn hoofd.
‘Uw rechten zijn u voorgelezen.’ Meer een vaststelling dan een vraag.
Klapec knikte opnieuw. Liet zijn blik zakken.
‘Ik wil nog eens zeggen dat u recht op een advocaat hebt.’
Geen reactie.
Slidell schraapte zijn keel. ‘Oké. Kunnen we dan praten hier?’
‘Ik heb hem omgebracht.’
‘Wíé hebt u omgebracht, meneer Klapec?’
‘Die satanische schoft die mijn zoon heeft vermoord.’
‘Vertel daar eens wat meer over.’
Klapec bleef bijna een volle minuut roerloos zitten zonder iets te zeggen, zijn ogen op zijn handen gericht.
‘Ik neem aan dat u het wel weet van Jimmy.’ Aarzelend.
‘Ik spreek geen oordeel uit over u of uw zoon,’ zei Slidell.
‘Anderen doen dat wel. De pers. De advocaten. Ze zullen Jimmy afschilderen als een perverseling.’ Het was duidelijk dat Klapec behoedzaam te werk ging, zijn woorden zorgvuldig koos. ‘Ik was het niet eens met de dingen die Jimmy deed.’ Klapec slikte iets weg. ‘Maar hij verdiende beter dan ik hem kon geven.’
‘Vertel me eens wat u hebt gedaan.’
Klapec keek Slidell aan, maar wendde zijn blik toen snel af.
‘Ik heb de klootzak doodgeschoten die mijn jongen heeft vermoord.’
‘Ik heb wat meer specifieke gegevens nodig.’
Klapec haalde adem door zijn neus, en ademde er toen ook weer door uit.
‘Sinds de moord op Jimmy begin ik elke ochtend met het lezen van de online-krant die in Charlotte verschijnt. De politie heeft geen enkele boodschap aan onbetekenende mensen als mijn vrouw en ik, dus zijn we, als we willen weten wat er aan de moord op onze zoon wordt gedaan, van het nieuws afhankelijk. Triest, hè?’
Slidell maakte een draaiend gebaar met zijn hand ten teken dat Klapec door kon gaan met zijn relaas.
‘Ik heb gelezen wat de wethouder over Finney heeft gezegd.’
‘Boyce Lingo?’
‘Ja. Dat is ‘m. Lingo zei best iets zinnigs, toen hij zei dat de politie geen kant op kon en dat de rechtbanken verlamd worden. Over gezagsgetrouwe burgers die in actie moesten komen.’
Mijn blik ontmoette die van Ryan. Ik wist wat er zou komen.
‘Hij bleek het grootste gelijk van de wereld te hebben toen ze die schoft van een moordenaar weer vrijlieten. Lingo sloeg de spijker op de kop.’ Klapecs kaakspieren verstrakten zich, ontspanden toen weer. ‘Jimmy was homo. Zelfs als er een rechtszaak van zou komen, dan nog zouden ze hem alleen maar zwartmaken. Ik wist dat gerechtigheid voor mijn zoon van mij zou moeten komen.’
Klapecs woorden zorgden ervoor dat de rillingen langs mijn rug liepen.
‘Ik was het Jimmy verplicht. God weet waarom ik geen barst voor hem heb gedaan toen hij nog leefde.’
‘Vertelt u me eens precies wat u hebt gedaan?’ drong Slidell aan.
‘Ik heb de auto van mijn buren geleend, ben naar Charlotte gereden, heb voor zijn huis afgewacht en heb de kwaadaardige lul uit zijn lijden verlost.’
‘Hoe bent u achter Finneys adres gekomen?’
Klapec liet een vreugdeloos gesnuif horen. ‘Daar was ongeveer tien minuten surfen voor nodig.’
‘Beschrijft u het wapen eens.’
Een .45 semi-automatic. Een Firestar.’
‘Waar is het wapen?’
‘In een afvalcontainer achter een Wendy’s, ongeveer vierhonderd meter oostelijk van Finneys huis.’
Slidell maakte een aantekening op zijn schrijfblok.
‘Wat hebt u gedaan nadat u Finney had neergeschoten?’
‘Vanaf het moment dat ik het pistool heb weggegooid weet ik niets meer. Ik ben vanmorgen wakker geworden in een motel en ben zo snel mogelijk de stad uit gereden.’
‘Waar was u naar onderweg toen de politie u van de weg haalde?’
‘Naar huis. Ik wilde in mijn eigen keuken in Half Moon zitten als de politie uiteindelijk langs zouden komen. Als ze al langs zouden komen. Ik betwijfelde eigenlijk of ze wel van plan waren hun tijd aan mij te verdoen.’
Hé!
Opnieuw stak het gefluister in mijn hoofd de kop op.
Ik deed mijn ogen dicht in een poging contact te maken met mijn diepliggende zenuwcentra.
Het lukte niet. Nadat het een signaal had gegeven, negeerde het onderbewustzijn mijn oproep verder.
Slidell vroeg naar Gunther. Klapec zei dat hij die naam nog nooit had gehoord.
Slidell nam even de tijd om zijn aantekeningen door te nemen. Of net te doen alsof.
Toen begon hij vanuit een heel andere hoek.
‘Waarom reed u in de auto van uw buurman?’
‘Eva heeft die van ons nodig om naar haar werk te rijden.’
‘Dan hebt u het over mevrouw Klapec.’
Klapec knikte.
‘Wat kunt u me vertellen over de dood van rechercheur Rinaldi?’
Klapecs knokkels werden nóg witter. ‘Dat is de politieman die hier in de stad is neergeschoten?’
‘Waar was u afgelopen zaterdagavond rond tienen?’
Klapec keek Slidell aan met een blik vol wezenloze schaamteloosheid. ‘Ik heb u verteld wat ik gedaan heb. Ik heb Finney gedood omdat die moordzuchtige klootzak hoognodig uit de weg geruimd moest worden. Probeer me niet nog andere zaken in de schoenen te schuiven.’
‘Geef antwoord op mijn vraag, meneer Klapec.’
Klapec dacht na. Toen zei hij: ‘Ik ging net weg bij een bijeenkomst van de South Gum Branch Baptist. Mijn vrouw kan dat bevestigen.’
‘Wat voor soort bijeenkomst was dat?’
Klapec liet zijn kin zakken. Ik zag zijn roze schedel glimmen tussen het kortgeknipte haar. ‘Ik ben lid van een zelfhulpgroep voor woedebeheersing.’
‘Waar staat die kerk?’
‘Ruim driehonderd kilometer hier vandaan.’
‘Dat is geen antwoord op mijn vraag.’
‘Aan Highway 258, ongeveer halverwege tussen Jacksonville en Half Moon.’
Hé!
Wat? Highway 258. Dat betekende dat die kerk vlak in de buurt van Camp Lejeune moest staan. Ik was vier jaar geleden op die mariniersbasis geweest, toen er een dode vrouw uit een kruipruimte gehaald moest worden.
Er klikte niets.
‘Wacht even.’ Slidells stem bracht me weer naar het heden. Hij verliet Klapec om zich weer bij ons op de gang te voegen.
Terwijl hij met zijn hoofd naar de doorkijkspiegel gebaarde, vroeg Slidell aan Ryan: ‘Wat denk je ervan?’
‘Hij is behoorlijk gespannen.’
‘De arme drommel heeft zojuist de man doodgeschoten die zijn zoon heeft vermoord.’
‘Of niet,’ zei ik.
Slidells blik bleef heel even op mij rusten, en ging toen weer naar Ryan.
‘Denk je dat hij open kaart speelt?’
‘Hij maakt een oprechte indruk,’ zei Ryan. ‘Maar hij zou ook geestelijk volkomen in de knoop kunnen zitten.’
‘Of hij dekt iemand.’
‘Hebben ze zijn handen onderzocht op kruitsporen?’
‘Ja. Hij heeft een vuurwapen afgevuurd. De oen is óf te stom om zijn handen te wassen óf voldoende slim om zomaar een vrijblijvend schot met het wapen te lossen.’
‘Jullie zullen ongetwijfeld de afvalcontainer bij Wendy’s hebben onderzocht.’
‘Wees daar maar zeker van. En bij alle motels langs die corridor.’
Slidell draaide zich naar mij om. ‘En hoe zit het met jou? Heb jij nog iets in die onzinfoto’s van je ontdekt waarmee we deze hele zaak tot een einde kunnen brengen?’
Een ogenblik lang begreep ik hem niet. Het volgende moment scheelde het weinig of ik had mezelf voor het hoofd geslagen.
De sem-scans van de schijfjes bot die ik uit Jimmy Klapecs dijbeen had genomen. De envelop van Marion Ireland lag nog in mijn auto. De plotselinge komst van Ryan had ervoor gezorgd dat ik die volkomen was vergeten.
‘Ik ben daar nog niet helemaal klaar mee.’ Ik keek naar Klapec om te voorkomen dat ik oogcontact met Slidell zou maken.
‘O. Hm.’
‘Zodra ik hier weg ben zal ik er nóg eens naar kijken.’
‘Als je dat nú eens deed? Het leven van deze knaap staat op het punt doorgespoeld te worden. Het minste wat we voor hem kunnen doen is hem laten weten dat hij de juiste heks te pakken heeft gehad.’
En met die woorden keerde Slidell naar zijn verdachte terug.