4

 

 

 

 

 

De volgende dag liet ik Miaka mijn haar krullen, en daar was ze het grootste deel van de avond mee bezig. Ik begreep de manier waarop mijn zusters hun leven leidden niet en was er niet zeker van of het wel verstandig was, maar ik had ook nooit echt geprobeerd in hun voetsporen te treden. Vanavond kwam daar verandering in.

‘Wat vind je van deze?’ Elizabeth hield een andere jurk omhoog. Eigenlijk zag alles wat ze me liet zien eruit als een korte koker van stof, alleen in verschillende kleuren.

‘Ik weet het niet. Het is niet echt mijn stijl.’

Ze hield haar hoofd schuin. ‘Daar gaat het juist om. Je kunt niet gekleed als een huisvrouw uit de jaren dertig naar een club gaan.’

Ik rimpelde mijn neus. ‘Hij is een beetje... bloot, vind je niet?’

Miaka grinnikte, en Elizabeth sperde gefrustreerd haar ogen wijd open. ‘Ja. Heel bloot. Trek hem nou maar aan, oké?’ Ze gooide me de jurk toe, die in een hoopje op mijn schoot neerkwam. ‘Ik ga me omkleden,’ riep ze, en ze haastte zich de kamer uit.

Ik onderdrukte een zucht. Ik moest immers mijn best doen om enthousiast te zijn. Misschien zou vanavond een nieuw begin van mijn leven inluiden.

‘Zo zouden we je haar vaker moeten doen,’ zei Miaka, en ze draaide me om naar de spiegel.

Ik stond perplex. ‘Wat een volle bos!’

‘Na een paar uur dansen is die wel weer ingezakt, hoor.’

Ik boog me naar voren en bekeek mijn gezicht. Ik was er wel aan gewend dat sirenen over een natuurlijke schoonheid beschikten, maar door Miaka’s kunstig aangebrachte eyeliner en lipstick was die nu tien keer opvallender. Ik snapte heel goed waarom jongens praktisch in de rij stonden voor Elizabeth.

‘Bedankt. Dat heb je geweldig gedaan.’

Ze haalde haar schouders op. ‘Geen dank.’ Toen boog ze zich naar de spiegel toe om zichzelf op te maken.

‘Wat doen we als we er eenmaal zijn?’ vroeg ik. ‘Ik weet niet hoe ik me in een volle zaal moet gedragen.’

‘Er is geen stappenplan voor een avond uitgaan en plezier maken, Kahlen. Waarschijnlijk nemen we een drankje en kijken we naar de mensen. Elizabeth gaat vast naar iemand op zoek, maar jij en ik kunnen gewoon met elkaar dansen.’

‘Ongeveer dertig jaar geleden heb ik mijn pogingen te begrijpen hoe jonge mensen dansen gestaakt. De Electric Slide was voor mij de druppel.’

‘Dansen is juist zo leuk!’

Ik schudde mijn hoofd. ‘Nee. De jitterbug was leuk. Blijkbaar zijn ritmegevoel en je partners hand vasthouden niet meer in de mode.’

Lachend hield Miaka het mascaraborsteltje bij haar gezicht vandaan, zodat ze zich er niet mee in haar oog zou prikken. ‘Als je vanavond probeert de jitterbug te dansen, vermoordt Elizabeth je, dat kan ik je verzekeren.’

‘Nou, dan wens ik haar veel succes,’ mompelde ik. ‘Hoe dan ook, wat ik wil zeggen is dat ik waarschijnlijk niet veel op de dansvloer te vinden zal zijn.’

Miaka keek me via de spiegel aan. ‘Ik ben blij dat je nu eens naar iets anders gaat dan een bibliotheek of een park, maar ik weet niet of je nou echt een risico neemt als je op je achterste blijft zitten.’

‘Tada!’ zong Elizabeth terwijl ze de kamer in sprong. Haar jurk was zwart en kort, en ze droeg de schoenen die ze ‘stripteaseschoenen’ noemde.

Ik glimlachte. ‘Tja, wat zal ik ervan zeggen? Zo kun je een verkeersopstopping veroorzaken.’

Stralend masseerde ze volume in haar haar. ‘Ik heb deze gevonden,’ zei ze, terwijl ze met iets in haar hand naar me toe liep.

Het was weer een korte jurk, al had deze een dun laagje tule dat vanaf de taille omlaag viel. En ja, hij was bezaaid met lovertjes, maar qua stijl was hij meer mijn smaak dan alle andere jurken die ze me had laten zien.

Ik glimlachte. ‘Dank je wel. Deze trek ik aan.’

Elizabeth sloeg haar armen om me heen. ‘Ik ben zo blij dat je meekomt! Het enige wat leuker is dan de twee mooiste meiden in de club zijn, is de drie mooiste meiden zijn!’

 

Vanaf het moment dat de uitsmijter Elizabeth zag aankomen, was hij in haar ban. Ik had het gevoel dat we, zelfs als er op onze vervalste identiteitsbewijzen niet had gestaan dat we eenentwintig waren, toch wel zonder kruisje op onze hand binnen waren gekomen.

Ik kromp ineen bij het geluid van de dreunende bas en vroeg me nu al af of het wel een goed idee was geweest om mee te gaan. Misschien voelde Miaka dat, want ze haakte haar arm door die van mij en trok me mee naar de bar. Ze typte op haar telefoon wat we wilden drinken, en we liepen met onze glazen voorzichtig door de menigte.

Dit hoort leuk te zijn, zei ik tegen mezelf. Probeer het gewoon. Voor je zusters maakt dit het leven beter. Wellicht ook voor jou.

‘Hoe kun je hier in vredesnaam nadenken?’ fluisterde ik in Elizabeths oor.

Met haar lippen vlak bij mijn oor antwoordde ze: ‘Het punt is juist dat je niet moet nadenken.’

‘Ontspan je,’ zei Miaka in gebarentaal. ‘Dit is niet anders dan door een drukke straat lopen.’

Ik probeerde het. Echt waar. Ik nam twee drankjes in de hoop dat ik me dan minder zenuwachtig zou voelen. Ik danste met Miaka, wat leuk was, totdat we zo veel bewonderaars om ons heen hadden verzameld die zich allemaal tegen ons aan wilden drukken dat het al snel helemaal niet leuk meer was. Ik probeerde me zelfs puur op de muziek te concentreren, iets wat voor een sirene geen probleem zou moeten zijn, maar doordat die zo hard door de speakers naar buiten werd geblazen, veranderde ze in één grote muur van lawaai.

Ik keek naar de vreemde manier waarop sommige mensen zich naar Elizabeth toe bewogen, alsof ze een magneet was op de dansvloer. Het verbaasde me niets dat ze iemand aan de haak kon slaan zonder een woord te zeggen. We waren echt de mooiste meisjes in de club, en wanneer Elizabeth haar volle aandacht op een jongen richtte, was hij reddeloos verloren. Eerst pikte ze er een op die uiteindelijk door zijn vrienden werd meegetrokken voor een kroegentocht. Zelfs zonder haar lied stribbelde hij tegen, totdat ze hem de deur uit worstelden. Haar tweede keus had meer gedronken dan ze besefte: hij ging aan hun tafel van zijn stokje.

Na twee ellendige uren kwam ze weer langs, nu met een duidelijk dronken jongen met bruin haar aan haar arm. ‘Wacht maar niet tot ik thuiskom,’ zei ze in gebarentaal, en ze liep met hem de deur uit.

Met een smekende blik in mijn ogen wendde ik me tot Miaka. Ze grijnsde en knikte. We gingen naar huis.

‘Je hebt het geprobeerd,’ zei ze in gebarentaal terwijl we over de stoep liepen. ‘Ik dacht dat je nog voordat we binnen waren de benen zou nemen.’

‘Dat gebeurde ook bijna,’ bekende ik. ‘Nu weet ik het zeker: naar een club gaan is niets voor mij.’

‘Zou je wel meegaan naar een huisfeest of iets dergelijks? Als we op het juiste tijdstip over de campus lopen, krijgen we vast veel uitnodigingen.’

Aarzelend gebaarde ik: ‘Niet te hard van stapel lopen.’

Toen we op onze hoge hakken langs de rij clubs liepen, floten sommige mannen naar ons, en anderen applaudisseerden. Onbewust legde ik een hand op mijn decolleté, al hielp het niet. Miaka grinnikte in zichzelf en richtte zich onder het lopen in haar volle lengte op. Ik vroeg me af of mijn zusters deze levensstijl deels zo aantrekkelijk vonden omdat ze eenvoudigweg gezien werden. Het grootste deel van de tijd leidden we een teruggetrokken bestaan, en tijdens ons zingen schilderden we een beeld dat één grote leugen was. Op deze manier zagen mensen in elk geval dat we er waren, al voelde het voor mij eerder als bekeken dan gezien worden.

Bij ons huis aangekomen, nam ik niet eens de moeite Elizabeths jurk uit te trekken. Ik rende de achterdeur uit en sprong in het water.

Kahlen! De Oceaan wervelde om me heen, verwelkomend en kalm.

U zult niet geloven wat ik vanavond heb gedaan.

Vertel me alles. In mijn hoofd verscheen een beeld van de Oceaan die haar kin op haar hand liet rusten en aan mijn lippen hing.

Miaka en Elizabeth gaan graag naar clubs, die gelegenheden waar mensen drinken en dansen. Ze zeiden tegen me dat ik er meer op uit moest gaan, dus ben ik uiteindelijk met ze meegegaan.

Dat kan ik me van jou niet voorstellen.

Dat kon ik ook niet van mezelf. Daarom voelde ik me ook voortdurend ongemakkelijk. Ik ben zo blij dat ik hier weer ben. U bent lekker rustig.

Haar wateren bewogen op een manier die op lachen leek. We hoeven niet te praten, als je dat niet wilt. Ik vind het prima om je alleen vast te houden.

Ik liet me zakken en ging op de zanderige bodem van de Oceaan liggen, met mijn benen gekruist en mijn armen achter mijn hoofd. Ik keek naar de sporen van schepen die kriskras over het oppervlak boven me voeren en verdwenen. Vissen zwommen in scholen voorbij, niet opgeschrikt door het meisje op de grond.

Over zo’n zes maanden dus? vroeg ik met een knoop in mijn maag.

Ja, tenzij er een natuurramp plaatsvindt of een schip door een menselijke fout zinkt. Dat soort dingen kan ik niet voorspellen.

Dat weet ik.

Maak je er alsjeblieft nog geen zorgen om. Ik merk dat je nog steeds worstelt met de laatste keer. Ze omhulde me met medeleven.

Ik hief mijn armen alsof ik haar streelde, al kon ik met mijn kleine lijf dat van haar uiteraard niet echt omarmen. Ik heb het gevoel dat ik nooit genoeg tijd heb om over het ene gezang heen te komen voordat het volgende eraan komt. Ik heb nachtmerries, en in de weken vlak ervoor ben ik één bonk zenuwen. Mijn borstkas voelde hol van ellende. Ik ben bang dat ik me altijd zal blijven herinneren hoe het voelt.

Dat zal niet gebeuren. In al mijn jaren heb ik nog nooit meegemaakt dat een bevrijde sirene is teruggekomen met het verzoek dat ik haar herinneringen herstel.

Laten ze allemaal van zich horen?

Niet met opzet. Ik voel mensen wanneer ze in me zijn. Zo vind ik nieuwe meisjes. Zo hoor ik of iemand vermoedens heeft over de ware aard van mijn behoeften. Soms gaat een voormalige sirene zwemmen of zit ze op een steiger met haar voeten in het water, en dan vang ik een glimp op van haar leven. Tot nog toe heeft niemand zich mij ooit herinnerd.

Ik zal me u blijven herinneren, beloofde ik.

Ik voelde dat ze me omhelsde. Ik zal je nooit, maar dan ook nooit vergeten. Ik hou van je.

En ik van u.

Je kunt hier vannacht rusten, als je wilt. Ik zorg er wel voor dat niemand je vindt.

Kan ik hier niet voor altijd blijven? Ik wil me er geen zorgen over maken dat ik mensen onopzettelijk pijn doe. Of mijn zusters teleurstel. Aisling heeft haar eigen huisje, dus misschien zou ik hierbeneden een huisje van wrakhout kunnen bouwen.

Zacht liet ze een stroming over mijn rug gaan. Ga slapen. Morgenochtend voel je je beter. Zonder jou zouden je zusters verloren zijn. Geloof me, dat gaat voortdurend door hun hoofd.

Echt?

Ja, echt.

Dank u wel.

Rust nu maar goed uit. Hier ben je veilig.