Hanni deed de draagbare lampen aan in wat er nog over was van mijn woonkamer, en in dat verblindende ogenblik kwam Joe door het versplinterde deurkozijn binnenvallen. Ik wierp me tegen hem aan, hij sloeg zijn armen om me heen en perste bijna de lucht uit me.
Ik zei: 'Ik heb gebeld en gebeld...'
'Ik had mijn gsm uitgezet tijdens het eten...'
'Van nu af aan moet je hem op de trilstand..
'Ik zal een halsband met elektrische stroomstootjes omdoen, Linds. Wat er maar nodig is. Ik vind het afschuwelijk dat ik niet wist dat je me nodig had.'
'Je bent er nu.'
Ik stortte in en huilde zijn hele overhemd nat, veilig en gelukkig dat er niets met Joe was gebeurd, dat er met ons allebei niets was gebeurd. Ik herinner me nog maar vaag dat mijn vrienden en partner afscheid namen, maar ik herinner me duidelijk dat Chuck Hanni tegen me zei dat hij zodra het licht was het hele gebouw zou uitkammen om uit te zoeken wat de brand had veroorzaakt.
Don Walker, de brandweercommandant, deed zijn helm af, veegde zijn voorhoofd af met zijn handschoen en zei dat Joe en ik moesten vertrekken, zodat hij het gebouw kon verzegelen.
'Nog heel even, oké, Don?' vroeg ik, zonder het echt te vragen.
Ik ging naar de kast in de slaapkamer, opende de deur en bleef er verdwaasd bij staan totdat ik Joe achter me hoorde zeggen: 'Die kleren kun je niet meer aan, schat. Het is allemaal verloren. Je moet het loslaten.'
Ik draaide me om en probeerde de totale vernietiging tot me door te laten dringen: mijn hemelbed, fotoalbums, de gekoesterde doos brieven die mijn moeder me had geschreven toen ik op school zat en zij stervende was.
En toen concentreerde ik me en zocht elke centimeter vloer af, op zoek naar iets specifieks, een boek dat er niet hoorde. Ik vond niets. Ik ging naar mijn ladekast en wilde de bovenste la opentrekken, maar de verkoolde houten knoppen verkruimelden in mijn handen.
Joe pakte de ladekast hardhandig aan en het hout kraakte. Hij pakte de la en forceerde hem. Ik rommelde door mijn ondergoed, terwijl Joe geduldig tegen me zei: 'Lieverd, vergeet het maar. Je krijgt allemaal nieuwe spullen...'
Toen vond ik het.
Ik hield het fluwelen vierkante doosje in mijn rechterhand, hield het tegen het licht en deed het open. Vijf diamanten in een platina zetting knipoogden tegen me, het was de ring die Joe me had gegeven toen hij een paar maanden geleden zijn huwelijksaanzoek deed. Ik had hem geantwoord dat ik van hem hield, maar dat ik nog wat tijd nodig had. Nu deed ik het deksel van het doosje dicht en keek naar zijn door zorgen vertrokken gezicht.
'Ik zou dit onder mijn kussen leggen, als ik een kussen had.'
Joe zei: 'Ik heb meer dan genoeg kussens, Blondie. Zelfs voor Martha.'
Commandant Walker stond bij de deur op ons te wachten. Ik wierp nog één blik in het rond - en op dat moment zag ik het boek op het telefoontafeltje naast de voordeur.
Ik had het nog nooit gezien.
Dat boek was niet van mij.