6

Later, toen ik de schok een beetje had verwerkt, besefte ik dat ik haar al eens eerder had gered. Misschien had ze zich dat herinnerd en was ze daarover gaan fantaseren.

De lente van '74. Ik was vierentwintig, pas gepromoveerd. Ik genoot van het feit dat ik met doctor werd aangesproken, maar was nog even arm als een student.

Ik was net teruggekeerd naar L. A. vanuit het Langley Porter Institute in San Francisco, om te gaan werken in het Western Pediatrie Hospital. Ik zou er kinderen gaan behandelen, co-assistenten verder opleiden, onderzoek verrichten en een aantal artikelen schrijven waarbij de chef de clinique als mede-auteur kon worden genoemd. Ik zou een salaris ontvangen van 500 dollar per maand, waardoor ik inkomstenbelasting moest gaan betalen. Daarnaast had ik nauwelijks voldoende over om de huur en andere vaste lasten te betalen van een smerig vrijgezellenflatje aan Overland Avenue, eenvoudig eten te kopen, discount-kleren, tweedehands boeken en andere eerste levensbehoeften. Ik kon er de in acht jaar opgelopen studieschuld en andere schulden in feite niet mee aflossen. Maar een aantal banken genoot ervan me maandelijks lastig te vallen.

Om wat extra geld te verdienen ging ik 's avonds in een band gitaar spelen, zoals ik dat noodgedwongen in San Francisco had moeten doen. Onregelmatig, niet al te best betaald werk, maar tussen de optredens door kon ik het eten wegwerken dat aan de bar werd geserveerd. Ik liet de psychologische faculteit ook weten dat ik beschikbaar was voor het geven van free-lance onderwijs.

De faculteit negeerde me, tot een middag in november, toen een van de secretaresses me via de intercom van het ziekenhuis opriep.

'Dr. Delaware, alstublieft. '

'Daar spreekt u mee. '

'Alice Delaware?'

'Alex. '

'O. Hier staat Alice. Ik dacht dat u een vrouw was. '

'De laatste keer dat ik dat heb gecontroleerd, was het niet zo. '

'Dat zal dan wel zo zijn. Ik weet dat het kort dag is, maar als u beschikbaar bent, zouden we u vanavond om acht uur kunnen gebruiken. '

'Best. '

'Wilt u niet horen waarvoor?'

'Tsja, waarom niet?'

'Oké. We hebben iemand nodig die toezicht houdt bij het klinische practicum voor doctoraalstudenten. De prof die dat gewoonlijk doet, is weggeroepen, de stad uit, en de gebruikelijke vervangers waren geen van allen beschikbaar. '

'Lijkt me prima. '

'Oké. U hebt uw praktijkvergunning, nietwaar?'

'Nee, die krijg ik pas volgend jaar. '

'O. Dan weet ik niet zeker... Wacht u even. ' Even later: 'Oké. Omdat u geen vergunning heeft, krijgt u acht dollar per uur in plaats van vijftien en zult u loonbelasting moeten betalen. Verder moet u enige papieren invullen voordat u de eerste keer aan het werk kunt. '

'U heeft me klem gezet. '

'Wat zegt u?'

'Ik zal er zijn. '

-----

In theorie is een klinisch practicum een schakel tussen boekenwijsheid en de praktijk, een manier om zieleknijpers-in-opleiding wegwijs te maken in de praktijk van de psychotherapie, binnen een beschermde omgeving.

Op mijn alma mater werd er al vroeg een begin gemaakt met dat proces. Doctoraalstudenten in de klinische psychologie kregen al tijdens het eerste semester patiënten toegewezen — jongerejaars die door een decaan waren doorverwezen, arme mensen die opteerden voor een gratis behandeling. De studenten stelden diagnoses en behandelden onder de supervisie van een staflid. Eens per week moesten ze verslag doen van hun vorderingen, of het ontbreken daarvan, aan jaargenoten en docenten. Soms bleef de discussie op een intellectueel niveau, soms werd die persoonlijk.

Het practicum nummer 305A werd gegeven in een raamloze ruimte op de derde verdieping van het Tudor-huis waarin het klinische studieprogramma was ondergebracht. Er stonden geen meubels in en de muren waren smerig blauw geschilderd.

Ik kwam vijf minuten te laat, omdat 'enige papieren' een hele stapel paperassen bleken te zijn. Zeven of acht studenten waren er al. Ze hadden hun schoenen uitgetrokken en zaten tegen de muren aangeleund te lezen, te praten, te roken, een dutje te doen. Ik werd genegeerd. Het rook er naar vieze sokken, tabak en schimmel.

Het waren voor het merendeel oudere studenten, vluchtelingen uit de jaren zestig, gekleed in verkleurde spijkerbroeken, sweatshirts en behangen met Indiase sieraden. Sommigen hadden nettere kleding aan. Ze keken allemaal ernstig en vermoeid - uitzonderlijk goede studenten, die zich afvroegen of al dat harde werken iets zou opleveren. 'Hallo. Ik ben dr. Delaware. ' Ik liet die titel met veel genoegen en ietwat schuldig over mijn lippen komen en voelde me een bedrieger. De studenten namen me van top tot teen op en leken nauwelijks onder de indruk te komen. 'Alex, ' voegde ik er aan toe. 'Dr. Kruse is er niet, en ik neem het vanavond van hem over. '

'Waar is Paul?' vroeg een vrouw van achter in de twintig. Ze was klein, werd al grijs, had een opoebrilletje op en een strak, afkeurend trekje om haar mond.

'De stad uit. '

'Hollywood is niet de stad uit, ' zei een grote, gebaarde man in een geruit overhemd met overall, die een Deense pijp rookte.

'Ben jij een van zijn assistenten?' vroeg de grijsharige vrouw. Ze was aantrekkelijk om te zien, maar had wel boze, zenuwachtige ogen; een puriteinse in blauwe denim, die me graag leek te willen veroordelen.

'Nee. Ik heb hem nog nooit ontmoet. Ik ben... '

'Een nieuw staflid, ' zei de gebaarde man, alsof hij een samenzwering openbaar maakte.

Ik schudde mijn hoofd. 'Net gepromoveerd, afgelopen juni. '

'Gefeliciteerd. ' De gebaarde man klapte geluidloos in zijn handen en een paar anderen deden hem na. Ik glimlachte, en ging in de lotushouding vlak bij de deur zitten. 'Wat is de gebruikelijke procedure?'

'We presenteren de casussen, ' zei een zwarte vrouw. 'Tenzij iemand een crisisgeval wil bespreken. '

'Is dat vandaag het geval?'

Stilte. Gegeeuw.

'Oké. Wie is aan de beurt om zijn casus te presenteren?'

'Ik, ' zei de zwarte vrouw. Ze was gezet en haar chocoladebruine gezicht werd omgeven door een krans van met henna bewerkt haar. Ze droeg een zwarte poncho, blauwe spijkerbroek en roodvinylen laarsjes. Op haar schoot lag een gigantisch grote stoffen tas. 'Aurora Bogardus, tweedejaars doctoraal. Vorige week heb ik de casus besproken van een negenjarig jongetje met veel tics. Paul heeft toen enige suggesties gedaan en daarover kan ik nu verslag uitbrengen. '

'Ga je gang. '

'Om te beginnen heeft niets succes gehad. Het gaat slechter met het joch. ' Ze haalde een dossier uit haar tas, bladerde dat even door, deed omwille van mij een kort verslag van de voorgeschiedenis en beschreef haar aanvankelijke behandelingsplan, dat goed doordacht leek, maar kennelijk geen succes had gehad.

'Nu zijn we weer bij, ' zei ze. 'Vragen?'

Er werd twintig minuten lang gediscussieerd. De studenten legden de nadruk op maatschappelijke factoren — de armoede van het gezin, het veelvuldige verhuizen, de angst en onzekerheid die het kind moest kennen door gebrek aan vriendjes. Iemand merkte op dat het feit dat het jochie zwart was, een belangrijke stressfactor was binnen een racistische maatschappij.

Aurora Bogardus keek walgend op. 'Ik geloof dat ik me daar terdege van bewust ben. In die tussentijd moet ik die verdomde tics conform het behaviorisme behandelen. Hoe meer tics hij laat zien, hoe bozer iedereen op hem wordt. '

'Dan zal iedereen moeten leren met die woede om te gaan, ' zei de gebaarde man.

'Heel leuk, Julian, ' zei Aurora. 'Maar in die tussentijd wordt het joch door iedereen gemeden. Ik moet iets kunnen doen. De rollenmanipulatie die Paul vorige week heeft voorgesteld, heeft ook geen succes gehad. '

'Wat voor rollenmanipulatie?' vroeg ik.

'Het wijzigen van de programmering. Een onderdeel van zijn therapeutische benadering - communicatiedynamiek geheten. Schud de gezinsstructuur eens op, wijzig machtsposities, zodat de gezinsleden open staan voor nieuwe gedragsvormen. ' 'Heb je dat kunnen bewerkstelligen?'

Ze keek me achterdochtig aan. 'Paul had me aangeraden de ouders en jongere kinderen op te dragen eveneens te gaan trillen en spastische bewegingen te maken. Op een overdreven manier. Hij zei dat het symptoom, als het eenmaal een onderdeel van de gezinsnorm was geworden, voor het kind geen waarde meer zou hebben als vorm van rebellie en hij er daardoor mee zou ophouden. '

'Waarom?'

Ze schudde haar hoofd. 'Dat is zijn theorie, niet de mijne. '

Ik zei niets, maar bleef nieuwsgierig kijken.

'Oké, oké, ' zei ze. 'Volgens Paul zijn symptomen vormen van communicatie. Omdat de tic-communicatie in dat geval niet meer uniek zou zijn, zou het kind een andere manier moeten bedenken om uiting te geven aan zijn opstandige gevoelens. '

Het leek me slecht bedacht, mogelijk wreed, en zorgde ervoor dat ik me het een en ander ging afvragen over dr. Paul Kruse. 'O. '

'Hé, ik vond het ook nonsens, ' zei Aurora. 'En dat zal ik Paul volgende week zeggen ook. '

'Zal wel, ' zei iemand.

'Wacht maar eens af!' Ze deed het dossier dicht en stopte het weer in haar tas. 'In die tussentijd rilt en bibbert dat arme joch en verdwijnt zijn gevoel van eigenwaarde volledig. '

'Heb je al eens gedacht aan de mogelijkheid van het syndroom van Tourette?' vroeg ik.

Die vraag deed ze af met een frons. 'Natuurlijk, maar hij vloekt niet. '

'Dat doen lang niet alle patiënten die aan dat syndroom lijden. '

'Paul zei dat de symptomen niet binnen het typische Tourette-patroon passen. '

'In welk opzicht?'

Weer een achterdochtige blik. Het duurde vijf minuten voordat ze antwoord gaf en van dat antwoord klopte niets. Mijn twijfels ten aanzien van Kruse werden sterker.

'Toch vind ik dat je aan de mogelijkheid van Tourette moet blijven denken, ' zei ik. 'We weten nog niet voldoende van het syndroom af om a-typische casussen te kunnen uitsluiten. Ik zou je willen adviseren de jongen eens te laten onderzoeken door een kinderneuroloog. Haldol zou geen slechte keuze zijn. '

'Het ouderwetse medische patroon, ' zei Julian, die zijn pijp even afklopte en toen weer aanstak.

Aurora bewoog haar kaken, alsof ze aan het kauwen was.

'Wat denk je nu?' vroeg een van de andere mannen haar. Hij had smalle schouders en was verder ook mager. Zijn roestbruine haar zat in een paardestaart en hij had een onverzorgde hangsnor. Hij had een gekreukeld corduroy pak aan, een shirtje, een extra brede das en smerige gympjes en hij sprak met een zachte, muzikale, meelevende stem. Maar ook zalvend, als een priester die de biecht afnam, of de gastheer van een kinderprogramma. 'Deel je gedachten met ons, Aurora. '

'O, jezus Christus!' Ze wendde zich tot mij. 'Ik zal je raad opvolgen. Als we het medische model nodig hebben, zullen we daar gebruik van maken. '

'Je klinkt gefrustreerd, ' zei de grijsharige vrouw.

'Houd op met dat geouwehoer!' zei Aurora.

Voordat Grijshaartje kon antwoorden, ging de deur open. Allen keken op. De blik in een ieders ogen werd harder.

Een beeldschone zwartharige vrouw stond in de deuropening, met een arm vol boeken. Meisje, geen vrouw. Ze zag er meisjesachtig uit, had een jongerejaars kunnen zijn, en even dacht ik dat ze naar de verkeerde ruimte was gekomen.

Maar ze liep de kamer verder in.

Ze had een donkere, gekwelde schoonheid, als een actrice in een van die zwart-witte film noirs waarin goed en kwaad versmelten, visuele beelden om de voorrang strijden met golvende jazzmuziek en waarvan het einde dubbelzinnig is.

Ze had een nauwsluitende roze gebreide jurk aan met een witleren ceintuur en roze pumps met halfhoge hakken. Haar haren waren in-gekruld, glansden en waren perfect gekapt. Haar gezicht was gepoederd, ze had mascara op en haar lippen waren glanzend roze gestift. De jurk reikte tot haar knieën. Haar benen waren fraai gevormd, gestoken in dunne nylonkousen. De juwelen die ze droeg, waren van echt goud, haar nagels waren lang en gelakt - de kleur van de lak een nuance dieper dan die van de jurk.

En parfum, dat de nare lucht in de kamer verdreef: zeep en water, vers gras en lentebloesems.

Perfecte rondingen, porseleinen witheid, zachtroze, perfect samengevoegd. Bijna pijnlijk misplaatst in die zee van denim en bewuste onverzorgdheid.

'Suzy Crèmekaas!' mompelde iemand.

Ze hoorde dat en rilde, keek om zich heen naar een plaatsje om te gaan zitten. Geen leeg plekje te vinden. Niemand bewoog zich. Ik verschoof wat en zei: 'Kom hier maar zitten. '

Ze staarde me aan.

'Dat is dr. Delaware, ' zei Julian. 'Alex. Hij heeft alle rituelen die deze faculteit voorschrijft uitgevoerd en lijkt ongewond uit de strijd te voorschijn te zijn gekomen. '

Ze gaf me een kleine, vluchtige glimlach, ging naast me zitten, sloeg haar benen over elkaar. Een stuk witte dij werd zichtbaar. Ze trok de jurk tot over haar knieën. Daardoor kwam die jurk strak over haar borsten te zitten en accentueerde de rondingen ervan. Haar ogen waren groot en fel, diepblauw, zo donker dat de pupillen met de irissen leken te versmelten.

'Sorry dat ik zo laat ben, ' zei ze. Een zoete, zwoele stem.

'Verder nog iets nieuws?' vroeg Grijshaartje.

'Nog iemand die nader verslag wil uitbrengen?' vroeg ik.

Niemand reageerde.

'Dan kunnen we verder gaan met nieuw materiaal. '

'En Sharon dan?' vroeg Paardestaart, grinnikend naar de nieuwe rivale. 'Sharon, je hebt het hele semester lang nog niets met ons gedeeld. '

Het zwartharige meisje schudde haar hoofd. 'Walter, ik heb niets voorbereid. '

'Wat valt er voor te bereiden? Zoek een casus uit en laat ons genieten van jouw wijsheid. '

'Of in ieder geval Pauls wijsheid, ' zei Julian.

Gegrinnik, instemmende knikjes.

Ze trok aan haar oorlelletje, keek mij aan, smekend om hulp. De opmerking over Kruse verklaarde mede de spanning die was ontstaan bij haar komst. Kruse had kennelijk zijn lievelingetjes en daardoor was de sfeer binnen de groep verpest. Maar ik was slechts tijdelijk ingehuurd en hoefde me er niet druk om te maken.

'Heb je dit semester al ergens verslag van gedaan?' vroeg ik.

'Nee. ' Geschrokken.

'Ben je bezig met een casus die je zou kunnen bespreken?'

'Ik... Ja, dat denk ik wel. ' Ze zond me een eerder medelijdende dan boze blik toe. Je kwetst me, maar het is jouw schuld niet.

Ik schrok een beetje en zei: 'Ga dan alsjeblieft je gang. '

'De casus waarover ik kan spreken, betreft een vrouw die ik nu twee maanden regelmatig zie. Ze is negentien jaar oud en studeert. Volgens de eerste testen leek ze in ieder opzicht binnen de normale grenzen te vallen, al was de MMPI-depressieschaal iets aan de hoge kant. Haar vriendje is ouderejaars. Ze hebben elkaar tijdens de eerste week van het semester leren kennen en zijn sinds die tijd bij elkaar gebleven. Ze heeft zelf om hulp gevraagd, vanwege problemen binnen hun relatie. '

'Wat voor problemen?' vroeg Grijshaartje.

'Een communicatiestoornis. In het begin konden ze met elkaar praten. Later begon dat te veranderen. Nu is de situatie nogal beroerd. ' 'Wees eens wat gedetailleerder, ' zei Grijshaartje.

Sharon dacht na. 'Ik weet niet precies wat je... '

'Neuken ze?' vroeg Paardestaart Walter.

Sharon werd rood en keek naar het tapijt. Ouderwets blozen, ik had niet gedacht dat dat nog bestond. Een paar studenten leken zich te schamen, de rest genoot kennelijk van de situatie.

'Doen ze het?' hield Walter vol. 'Neuken?'

Ze beet op haar lip. 'Er is inderdaad sprake van seksuele contacten. '

'Hoe vaak?'

'Ik heb echt niet bijgehouden... '

'Waarom niet? Het zou een belangrijke graadmeter kunnen zijn voor... '

'Wacht nu eens even!' zei ik. 'Geef haar de kans haar zin af te maken!'

'Dat doet ze nooit, ' zei Grijshaartje. 'We hebben dit al eens eerder meegemaakt... terminale defensiviteit. Als we dat niet meteen doorbreken, draaien we de hele sessie lang in een kringetje rond. '

'Geef haar de kans melding te maken van de feiten, ' zei ik. 'Daarna kunnen we die bespreken. '

'Best, ' zei Grijshaartje. 'Weer zo'n beschermerig manspersoon. Je schijnt die instincten automatisch op te roepen, prinses Sharon. '

'Maddy, kom tot bedaren, ' zei Aurora Bogardus. 'Laat haar uitpraten. '

'Natuurlijk. ' Grijshaartje kruiste haar armen voor haar borst, ging makkelijk zitten en wachtte, nijdig kijkend.

'Ga je gang, ' zei ik tegen Sharon.

Ze was stil blijven zitten, als een ouder die wacht tot een ruzietje tussen peuters is beslecht. Nu ging ze verder. Rustig. Of op het randje van de hysterie?

'Er is sprake van een communicatiestoornis. De patiënte zegt dat ze van haar vriend houdt, maar heeft het gevoel dat ze uit elkaar zijn gegroeid. Ze praten niet langer over zaken die vroeger wel bespreekbaar waren. '

'Zoals?' vroeg Julian, te midden van een rookwolk.

'Ongeveer alles. '

'Alles? Zoals wat ze als ontbijt willen hebben?'

'Op dit moment wel, ja. Er is sprake van een volledige communicatiestoornis... '

'Dat woord heb je nu al driemaal gebruikt, ' zei Maddy, 'zonder uit te leggen wat je er precies mee bedoelt. Probeer te verhelderen in plaats van jezelf te herhalen. Operationaliseer het woord stoornis. '

'Het is steeds beroerder geworden, ' zei Sharon en het klonk als een vraag.

Maddy lachte. 'Geweldig. Nu is het volkomen duidelijk. '

Sharon liet haar stem dalen. 'Maddy, ik begrijp echt niet waar je naartoe wilt. '

Maddy schudde walgend haar hoofd en zei, tegen niemand in het bijzonder: 'Waarom zouden we tijd verspillen aan dit geouwehoer?'

'Ik steun die motie, ' zei iemand.

'Laten we nog even verder gaan, ' zei ik. 'Sharon, waarom denkt dit meisje dat alles mis is gegaan?'

'Daar hebben we het verscheidene sessies over gehad. Ze beweert dat ze het niet weet. In eerste instantie dacht ze dat hij zijn belangstelling voor haar had verloren en een andere vriendin had. Dat ontkent hij, en gezien het feit dat hij al zijn vrije tijd samen met haar doorbrengt, denk ik dat hij de waarheid spreekt. Maar als ze bij elkaar zijn, wil hij niets zeggen en lijkt boos te zijn op haar - dat gevoel heeft ze in ieder geval. Het is heel plotseling begonnen en snel erger geworden. '

'Is er in die tijd nog iets anders gebeurd?' vroeg ik. 'Een met stress gepaard gaande gebeurtenis?'

Weer dat blozen.

'Sharon, zijn ze rond die tijd begonnen met seksuele contacten?'

Knikje. 'Ja, rond die tijd. '

'Waren er in dat opzicht problemen?'

'Moeilijk te zeggen. '

'Geouwehoer, ' zei Maddy. 'Dat zou je makkelijk kunnen weten als je je werk naar behoren had gedaan. '

Ik draaide me naar haar om en vroeg: 'Maddy, hoe zou jij dergelijke informatie achterhalen?'

'Door écht over te komen, een goede verstandhouding te scheppen. Door ieder verdedigingsmechanisme van de patiënte als zodanig te herkennen. Door daarop voorbereid te zijn en er desnoods even in mee te gaan. Als dat niet werkt, is een confrontatie noodzakelijk, totdat de patiënte merkt dat je het meent. Daarna moet je het onderwerp gewoon aansnijden, goddomme. Ze ziet die vrouw nu al twee maanden en inmiddels had ze dat alles moeten doen. '

Ik keek naar Sharon.

'Dat heb ik ook gedaan, ' zei ze, nog altijd blozend. 'We hebben gepraat over haar verdedigingsmechanismen. Dat kost tijd. Er zijn problemen. '

'Natuurlijk, ' zei Julian.

'Sek-sue-le problemen, ' zei Maddy nadrukkelijk. 'Spreek het "S"-woord uit, schatje. De volgende keer zal het je dan makkelijker afgaan. '

Her en der gelach. Sharon leek het rustig op te nemen. Maar ik bleef haar observeren.

'Ze... Zij heeft er weinig lol van, ' zei Sharon.

'Komt ze klaar?' vroeg Julian.

'Dat geloof ik niet. '

'Geloof je dat niet?'

'Nee. Nee, ze komt niet klaar. '

'Wat doe je dan om haar te hèlpen wel klaar te komen?'

Ze beet weer op haar lip.

'Zeg wat!' zei Maddy.

Sharons handen begonnen te trillen. Ze verstrengelde haar vingers om dat niet te laten zien. 'We hebben... we hebben gepraat over... manieren waarop ze zich kon ontspannen. '

'Christus, krijgt de vrouw er meteen weer de schuld van?' zei Maddy. 'Wie zegt dat het haar probleem is? Zou het niet aan hem kunnen liggen? Misschien weet hij wel niet wat hij bij haar moet doen. '

'Ze zegt dat er met hem niets aan de hand is. Dat zij degene is die zenuwachtig is. '

'Heb je wel eens spierontspanningsoefeningen met haar gedaan?' vroeg Aurora. 'Systematisch?'

'Nee, zo gestructureerd ben ik niet te werk gegaan. Ze vindt het nog altijd moeilijk om erover te praten. '

'Ik vraag me af waarom, ' zei Julian.

'We concentreren ons op het rustig blijven, ' zei Sharon. Het leek alsof ze zichzelf beschreef.

'Het valt niet mee om rustig te blijven ten aanzien van oerkwesties, ' zei Walter geruststellend. 'Hebben ze ook wel eens orale seks bedreven?'

'Eh... ja. '

'Op welke manier?'

Ze keek naar het tapijt. 'De normale. '

'Sharon, ik weet niet wat dat betekent. ' Hij keek naar de anderen.

'Weet een van jullie dat wel?'

Glimlachjes en hoofdschudden. Een stelletje roofdieren. Ik stelde me voor dat ze over een paar jaar bevoegde therapeuten zouden zijn.

Angstaanjagend.

Sharon keek naar de grond en streed een verloren strijd met haar handen.

Ik dacht erover tussenbeide te komen, vroeg me af of de normen van de groep daarmee zouden worden geschonden. Ik kwam tot de conclusie dat het me niets kon schelen als dat zo was. Maar op den duur zou het haar meer schaden als ik me te beschermerig jegens haar opstelde.

Terwijl ik nadacht, vroeg Walter: 'Welke vorm van orale seks?'

'Ik denk dat we allemaal wel weten wat orale seks is, ' zei ik. Zijn wenkbrauwen gingen omhoog. 'Werkelijk? Dat vraag ik me af. Vraagt iemand van jullie zich dat ook af?'

'Dit is geouwehoer, ' zei Aurora. 'Ik heb nog veel te veel te doen. ' Ze stond op, pakte haar tas en liep stampend de kamer uit. Drie of vier anderen gingen snel achter haar aan.

De deur sloeg dicht. Er volgde een gespannen stilte. Sharons ogen waren vochtig en haar oorlelletje was rood geworden.

'Laten we het over iets anders hebben, ' zei ik.

'O nee!' riep Maddy uit. 'Paul vindt dat alles besproken moet worden. Waarom zouden we ten opzien van haar een uitzondering op de regel maken?' Door haar woede leek ze van de grond te worden getild. 'Waarom komt iemand haar iedere keer te hulp als ze zich defensief gaat opstellen en ons buitensluit?' Tegen Sharon: 'Dit is de werkelijkheid, schatje. Niet een of ander flauw studentenspelletje. '

'Houd je in, ' zei ik.

Julian glimlachte. 'Sorry, Alex, niemand hoeft zich in te houden. Vaste stelregel van Paul. '

Er drupte een traan over Sharons wang. Ze veegde hem weg. 'Ze doen het gebruikelijke. '

'Hetgeen betekent?' '

Zuigen. '

'Ah, ' zei Walter, 'nu komen we ergens. ' Hij stak zijn handen uit, met de handpalmen naar boven en de vingers gekruld. 'Kom op, ga door!'

Het gebaar leek iets geils te hebben. Sharon voelde dat ook. Ze keek Walter niet aan en zei: 'Dat is alles, Walter. '

'Wacht eens even, ' zei Julian. 'We moeten hier nader op in gaan. Is zij degene die hèm afzuigt? Of doet hij dat bij haar? Of doen ze het wederzijds, in het oude soixante-neuf-standje?'

Sharons hand vloog naar haar gezicht en ze hoestte, om te voorkomen dat ze ging huilen.

'Camille, ' zei Maddy. 'Wat een geouwehoer. '

'Zo is het welletjes!' blafte ik.

Maddy's gezicht werd donker. 'Weer zo'n autoritair vaderfiguur. '

Sharon stond op, pakte haar boeken bij elkaar, hield ze met moeite vast, een en al witte benen en ritselend nylon. 'Het spijt me. Excuseer me alsjeblieft. ' Ze pakte de deurkruk vast, draaide die om en rende naar buiten.

'Catharsis. Zou een doorbraak kunnen zijn, ' zei Walter.

Ik keek hem aan, ik keek allen aan. Ik zag roofzuchtige glimlachjes, zelfvoldaanheid. En iets anders... een spoortje angst.

'Sessie afgelopen, ' zei ik.

-----

Net toen ze het trottoir had bereikt, had ik haar ingehaald.

'Sharon?'

Ze bleef rennen.

'Blijf alsjeblieft eens even staan. '

Ze bleef staan, met haar rug naar mij toe. Ik ging voor haar staan. Ze staarde naar het trottoir, toen naar de lucht. Er stonden geen sterren aan de hemel. Haar haren leken zich met die donkere lucht samen te voegen, waardoor alleen haar gezicht zichtbaar was. Een bleek, zwevend masker.

'Het spijt me, ' zei ik.

Ze schudde haar hoofd. 'Nee, het was mijn schuld. Ik heb me als een baby gedragen, totaal ongepast. '

'Het is volstrekt niet ongepast niet neergeknuppeld te willen worden. Het is me een stelletje. Ik had iedereen strakker in de hand moeten houden. Ik had moeten aanvoelen wat er ging gebeuren. '

Eindelijk maakte ze oogcontact. Glimlachte. 'Hindert niet. Niemand had dat kunnen voelen aankomen. '

'Gaat het altijd zo?'

'Soms wel. '

'En dr. Kruse gaat daarmee akkoord?'

'Dr. Kruse zegt dat we onszelf met onze eigen verdedigingsmechanismen moeten confronteren voordat we anderen kunnen helpen. ' Klein lachje. 'Ik denk dat ik nog een lange weg te gaan heb. '

'Je zult het prima gaan doen. Op de lange duur is dit alles irrelevant. '

'Aardig van u om dat te zeggen, dr. Delaware. '

'Alex. '

De glimlach werd breder. 'Dank dat je even achter me aan bent gekomen, Alex. Je kunt nu maar beter weer teruggaan. '

'De bespreking is afgelopen. Ben je er zeker van dat alles met jou in orde is?'

'Ja. ' Ze bracht haar gewicht van haar ene heup op de andere en probeerde de boeken beter vast te houden.

'Waar staat je auto?'

'Ik ben komen lopen. Ik woon in Curtis Hall, op de campus. '

'Ik kan je daarheen rijden. '

'Dat is echt niet nodig. '

'Het zou me een genoegen zijn. '

'Dan zou ik het prettig vinden, ' zei ze.

Ik zette haar af en maakte een afspraak voor de volgende zaterdag.

-----

Toen ik haar kwam ophalen, stond ze bij de stoeprand te wachten, in een gele kasjmieren trui, een blauw-geel geruite rok, zwarte kniekousen en instapschoenen. Ze liet me het portier voor haar openmaken. Zodra mijn hand het stuur aanraakte, legde ze er de hare overheen, warm en stevig.

We gingen dineren in een van de rokerige, lawaaiige bier-en-pizza-tenten die bij iedere campus te vinden zijn - het beste dat ik me kon veroorloven. We konden een hoektafeltje krijgen, keken naar Road Runner-tekenfilms, aten en dronken en glimlachten naar elkaar.

Ik kon mijn ogen niet van haar afhouden, wilde meer van haar afweten, een onmogelijke, onmiddellijke intimiteit scheppen. Ze gaf me af en toe een brokje informatie over zichzelf: ze was eenentwintig, was opgegroeid aan de oostkust, had op een klein meisjes-college gezeten en was naar het westen gekomen om verder te studeren. Toen bracht ze het gesprek op academische onderwerpen.

Toen ik me de insinuaties van de andere studenten herinnerde, vroeg ik naar haar relatie met Kruse. Ze zei dat hij haar mentor was, liet het onbeduidend klinken. Toen ik haar vroeg wat voor een man het was, zei ze dat hij dynamisch en creatief was en veranderde toen weer van gespreksonderwerp.

Ik liet het verder rusten, maar bleef nieuwsgierig. Na die ellendige sessie had ik her en der eens vragen over Kruse gesteld en had te horen gekregen dat hij pas aan de universiteit was verbonden en zich al de reputatie had verworven een rokkenjager en aandachttrekker te zijn.

Niet direct een mentor die geschikt was voor iemand als Sharon. Maar wat wist ik in feite van Sharon af? Hoe kon ik bepalen wat goed voor haar was?

Ik probeerde meer over haar aan de weet te komen. Ze ontweek mijn vragen soepel en handig en bleef telkens weer terugkomen op mij. Ik voelde me ietwat gefrustreerd, begreep even de woede van de andere studenten. Toen bracht ik mezelf in herinnering dat we elkaar net hadden leren kennen; ik verwachtte te veel te snel. Haar gedrag suggereerde oud geld, een conservatieve, beschermde achtergrond. Exact een opvoeding die de gevaren van een te snelle intimiteit zou benadrukken.

Toch had haar hand de mijne gestreeld en getuigde haar glimlach openlijk van affectie. Ze deed helemaal niet alsof het heel moeilijk was haar te benaderen.

We spraken over de psychologie. Ze kende haar zaakjes, maar maakte telkens weer duidelijk dat mijn kennis in haar ogen groter was dan de hare. Ik voelde aan dat ze diepgang had, en aardig was, een aangename verrassing in die tijd dat vrouwen graag vierletterwoorden debiteerden die zogenaamd emancipatorisch waren.

Volgens mijn bul was ik een doctor van de geest, een wijze man, op vierentwintigjarige leeftijd, een grootse scheidsrechter op het gebied van relaties. Maar relaties boezemden me nog altijd angst in. Vrou

wen boezemden me nog altijd angst in. Vanaf mijn tienertijd had ik gestudeerd, gewerkt, nog meer gestudeerd, gevochten om hogerop te komen. In de verwachting dat de menselijke factor vanzelf wel op zijn juiste plaats zou terechtkomen. Maar op vierentwintigjarige leeftijd was ik nog altijd druk bezig met mijn carrière en was mijn sociaal leven beperkt tot losse ontmoetingen, al dan niet met seks gepaard. Het was meer dan twee maanden geleden dat ik voor het laatst met een vrouw op stap was gegaan - een kort, mislukt avontuurtje met een aantrekkelijke blondine uit Kansas, die zich in de neonatologie aan het specialiseren was. Ze vroeg me mee uit toen we in de cafetaria van het ziekenhuis in de rij op onze beurt stonden te wachten. Zij koos het restaurant uit, betaalde haar eigen maaltijd, nodigde zichzelf in mijn appartement uit, ging meteen op de bank liggen, slikte een Quaalude en deed vervelend toen ik weigerde haar voorbeeld te volgen. Even later was ze spiernaakt, grinnikte en wees op haar kruis.

'Dit is L. A., makker. Lik me eens af!'

Twee maanden.

Nu zat ik hier, tegenover een bedeesde schoonheid die me het gevoel gaf een Einstein te zijn en haar mond afveegde, ook als die schoon was. Ik kon mijn ogen niet van haar afhouden. In het licht van de in Chiantiflessen gezette kaarsen leek alles wat ze deed bijzonder te zijn: 7-up kiezen in plaats van bier, lachen als een kind om de ongelukjes van Wile E. Coyote, haarlokjes om haar vinger draaien en ze vervolgens tussen haar perfect witte tanden te stoppen.

Een flits van een roze tong.

Ik construeerde een verleden voor haar, protestants, welgesteld, conservatief: zomerhuizen, cotillons, debutantenbals, de jacht. Tientallen jongemannen die naar haar hand dongen...

De wetenschapper in mij zei meteen dat ik mijn fantasie volslagen op hol liet slaan. Dat ik de lege plekken met blinde gokken aan het invullen was.

Ik trachtte nogmaals te achterhalen wie ze nu in werkelijkheid was. Ze beantwoordde mijn vragen zonder me iets wijzer te maken en bracht het gespreksonderwerp toen weer terug op mij. Ik gaf me over aan de goedkope genoegens van de autobiografie. Ze maakte het me makkelijk. Ze kon heel erg goed luisteren, met haar kin op de knokkels van haar handen, me met die immens grote, blauwe ogen aanstarend, het me duidelijk makend dat ieder woord van mij ontzettend belangrijk was. Spelend met mijn vingers, lachend om mijn grapjes, haar haren schuddend zodat het licht op haar oorbellen viel.

Op dat moment was ik voor Sharon Ransom een godsgeschenk. Ik voelde me er ontzettend lekker bij.

Zonder dat alles zou haar schoonheid me wellicht van streek hebben gemaakt. In dat rauwe etablissement vol weelderige jonge lichamen en hartbrekende gezichten was haar schoonheid een magneet. Het leek duidelijk dat iedere man die langs kwam even bleef staan om haar met zijn ogen te strelen, terwijl de vrouwen haar heel stekelig opnamen. Zij merkte dat niet, bleef zich op mij concentreren. Ik hoorde mezelf steeds openhartiger worden, praten over dingen waarover ik in jaren niet had nagedacht.

De problemen die ze had, zou ze als therapeute wel overwinnen.

-----

Van het begin af aan was mijn lichamelijke verlangen naar haar zo sterk, dat ik erdoor van mijn stuk werd gebracht. Maar iets aan haar - een breekbaarheid die ik aanvoelde of me inbeeldde - zorgde ervoor dat ik me inhield.

Een zestal afspraakjes lang gebeurde er lichamelijks niets. We hielden elkaars hand vast, gaven een afscheidskusje, ik rook haar lichte, frisse parfum. Ik reed haar naar huis, verlangend maar merkwaardigerwijze ook tevreden, genoeg hebbend aan herinneringen.

Toen we na de zevende avond samen naar haar huis terugreden, zei ze: 'Zet me niet af, Alex. Rijd even de hoek om. '

Ze wees me naar een donkere zijstraat, die aan een van de sportvelden grensde. Ik zette de wagen neer. Ze boog zich over me heen, draaide het contactsleuteltje om, trok haar schoenen uit en klom op de achterbank van de Rambler.

'Kom, ' zei ze.

Ik kwam achter haar aan, blij dat ik de auto had schoongemaakt. Ik ging naast haar zitten, nam haar in mijn armen, kuste haar lippen, haar ogen, het zoete plekje onderin haar hals. Ze trilde. Ik raakte haar borst aan. Voelde haar hart bonzen. We kusten elkaar weer, dieper, langer. Ik legde een hand op haar knie. Ze rilde en keek me aan met een blik waaruit naar mijn idee angst sprak. Ik tilde mijn hand weer op. Ze pakte hem en stopte hem tussen haar knieën. Toen spreidde ze haar benen. Ik verkende, witmarmeren zuilen. Ze hield haar hoofd achterover, had haar ogen gesloten, haalde adem door haar mond. Geen ondergoed. Ik rolde haar rok omhoog, zag een grote delta, zacht en zwart als sabelbont.

'O god!' zei ik en ik begon haar genot te geven.

Met een hand hield ze me tegen, trok met de andere de rits van mijn gulp open. Binnen een seconde was ik vrij, wees naar de hemel.

'Kom bij me, ' zei ze.

Ik gehoorzaamde.