ZESTIEN
Don wierp me een matig geïnteresseerde blik toe toen ik later die dag zijn kantoor binnenliep. Zijn uitdrukking veranderde in argwanend toen ik de deur achter me sloot. Normaal gesproken moest hij me eraan helpen herinneren om hem zelfs maar dicht te doen.
‘Wat is er aan de hand, Cat? Je zei dat het dringend was.’
Ja, dat had ik inderdaad gezegd. Bones had gezegd dat Don het geheim van mijn lange levensduur al kende. Daar had ik over nagedacht en ik was er behoorlijk kwaad om geworden. Tijd voor wat opschudding.
‘Het zit zo, Don, ik heb een vraag en ik hoop dat je die eerlijk zal beantwoorden.’
Hij trok aan zijn wenkbrauwharen. ‘Ik denk dat je wel kunt rekenen op mijn integriteit.’
‘Is dat echt zo?’ vroeg ik scherp. ‘Oké, vertel me dan maar eens hoe lang je al zo met me aan het fucken bent.’
Dat maakte dat hij zijn wenkbrauw met rust liet. ‘Ik weet niet waar je het over hebt…’
‘Want als ik met jóú zou gaan lopen fucken,’ onderbrak ik hem, ‘zou ik een fles gin regelen, wat muziek van Frank Sinatra… en een aed-apparaat voor de hartaanval die je zou krijgen. Maar jij, Don, jij fuckt me nu al jaren en ik heb nog geen drank, muziek, bloemen, bonbons of wat dan ook gezien!’
‘Cat…’ Hij klonk behoedzaam. ‘Als je iets wilt zeggen, zeg het dan ook. Deze vergelijking heeft zijn beste tijd nu wel gehad.’
‘Hoe oud ben ik?’
‘Je bent net jarig geweest, je weet hoe oud je bent. Je bent zevenentwintig…’
Zijn bureau knalde tegen de verste muur in de kamer en versplinterde in mahoniehouten scherven. Het was al gebeurd voor hij geschokt met zijn ogen kon knipperen.
‘Hoe oud ben ik?’
Don wierp een blik op zijn gesloopte meubelstuk, daarna rechtte hij zijn rug en keek hij me aan over de nu lege ruimte tussen ons in.
‘Negentien of twintig, als je kijkt naar je botdichtheid en medische rapporten. Je tanden beantwoorden ook aan dat beeld.’
Het eind van de puberteit, toen mijn lichaam kennelijk besloten had dat het klaar was met ouder worden. Ik grinnikte hard.
‘Ik hoef me zeker nooit zorgen te maken over antirimpelcrème, of wel? Jij meedogenloze klereleijer, was je van plan om het ooit te vertellen? Of zat je gewoon af te wachten? Kijken of ik lang genoeg zou leven om het te merken?’
Hij liet alle huichelarij varen en als ik niet beter had geweten zou ik zeggen dat hij er opgelucht uitzag.
‘Uiteindelijk had ik het je verteld, natuurlijk. Alles heeft zijn tijd.’
‘Ja, en je wist dat je daar meer dan genoeg van had, hè? Wie weet hier nog meer van?’ Ik ijsbeerde door de kamer, terwijl hij kalm tussen de overblijfselen van zijn kantoor zat.
‘Tate en hoofd pathologie dokter Lang. Zijn assistent Brad Parker waarschijnlijk ook.’
‘Heb je Tate verteld over de extra decennia die hij bij zijn eigen leven mag optellen? Of wachtte je wat dat betreft ook nog op een “gunstig moment”?’
Terwijl ik die zinnen uitsprak, veranderde Dons houding van beheerst naar ongemakkelijk. Toen hij aarzelde, viel ik aan.
‘Waag het niet om te zeggen dat je niet weet waar ik het over heb! Je hebt ons allemaal getest die nacht in Ohio en daarna zoals altijd elke fucking week. Heb je het ze niet verteld?’
‘Ik wist het niet zeker,’ probeerde hij zich in te dekken.
‘Nou, laat ik je geruststellen! Ze hebben allemaal ongeveer een halve liter redelijk gerijpt vampierbloed gedronken. Dat geeft ze, wat? Op zijn minst een jaar of twintig? Weet je, ik dacht altijd dat je ons verbood om puur bloed te drinken omdat je bezorgd was dat we het lekker zouden gaan vinden, vooral ik, maar daar zat meer achter, of niet? Je wist al wat het zou doen! Hoe ben je erachter gekomen?’
Zijn stem klonk koud. ‘Iemand die ik lang geleden kende, begon de strijd aan de goede kant, zoals ik. Vervolgens bleek hij de vijand leuker te vinden. Hij werd decennialang niet ouder. Toen wist ik wat vampierbloed kon doen en daarom worden de Brams zo nauwkeurig getest en gefilterd. Daar zit niets van dat gevaarlijke gif in.’
‘Dat gif waar je het over hebt zit anders wel in de helft van mijn dna,’ snauwde ik. ‘Is dat de reden dat het je geen reet kan schelen als ik een klus doe die me mijn leven kan kosten? Omdat het een adder minder is waar je je druk om hoeft te maken?’
‘Eerst was dat inderdaad zo,’ stemde hij bruusk in. Hij was ook gaan staan. Hij spreidde zijn armen in een omvattend gebaar. ‘Kijk nou naar jezelf. Je bent net een tijdbom met huid eroverheen. Al die kracht, al die onmenselijke eigenschappen… Ik dacht eerst altijd dat je beperkingen je zouden gaan vervelen en dat je ze van je af zou schudden. Over zou stappen naar de andere kant. Dat is de reden dat ik Tate vertelde dat hij bereid moest zijn om je te doden toen je tekende. Maar je hebt nooit geaarzeld en je bent niet gezwicht voor de hang naar meer macht. Eerlijk gezegd… het was inspirerend.’
Don glimlachte vol zelfspot. ‘Vijf jaar geleden was ik behoorlijk gedesillusioneerd over het menselijk karakter als het werd blootgesteld aan bovennatuurlijke invloeden. Toen ik jou ontdekte, dacht ik dat je het nog sneller zou begeven door je gemengde afkomst. Ja, ik heb je in het begin op de meest risicovolle missies gestuurd, zodat je zo veel mogelijk van nut zou zijn, tot je over zou lopen naar de andere kant en moest worden geëlimineerd. Maar dat is niet gebeurd. Jij, de persoon die in je genen dezelfde corruptie met zich meedraagt die zo velen voor jou ten val heeft gebracht, bent de beste van ons allemaal gebleken. Kortom, en dat overdrijf ik niet, door jou kreeg ik weer hoop.’
Ik staarde hem aan. Hij sloeg zijn ogen niet neer onder mijn indringende blik. Uiteindelijk haalde ik mijn schouders op.
‘Ik geloof in wat ik doe, of jij nou in mij gelooft of niet. Ik neem een week vrij om hierover na te denken en mijn volgende stap te overwegen. Als ik terugkom, hebben we nog een gesprek en deze keer zijn Tate, Juan en Cooper erbij. Je gaat ze vertellen over de gevolgen van het bloed dat ze hebben gedronken. En je hebt het mis over één ding, Don. Het gaat er niet om dat vampierbloed corrumpeert – het gaat erom of de persoon die het drinkt om te beginnen al corrupt is. Ik bedoel, je hoeft me niet op mijn woord te geloven, kijk gewoon naar de jongens. Zij hebben dezelfde macht gevoeld, hebben gevoeld welke verandering het teweegbracht… en toch zijn ze niet kwaadaardig geworden. Het verandert niet wie je bent, het versterkt het alleen, ten goede of ten slechte. Onthoud dat goed – maar ik heb zo’n gevoel dat ik je zal moeten helpen herinneren.’
‘Cat.’
Don hield me tegen toen ik het puin opzij trapte om de deur te openen.
‘Je komt toch wel terug?’
Ik stond even stil met mijn hand op de sponning. ‘O, ik kom zeker terug. Of je het nou leuk vindt of niet.’
..
Ik was niet verbaasd toen ik later die avond de energie in mijn huis voelde veranderen. Ik was in de keuken een magnetronmaaltijd aan het opwarmen toen ik plotseling wist dat ik niet alleen was.
‘Het is wel zo beleefd om te kloppen,’ zei ik zonder me om te draaien. ‘Mijn voordeur is niet kapot, hoor.’
Het gevoel van macht werd sterker toen Bones de keuken in kwam lopen.
‘Ja, maar dit is veel dramatischer, vind je ook niet?’
Mijn eten pingde. Ik pakte het uit de magnetron, pakte een vork en ging in de eethoek zitten. Bones ging tegenover me zitten en keek me behoedzaam aan.
‘Ik doe geen moeite om je iets aan te bieden,’ zei ik recalcitrant. ‘Mijn hals en ik weten allebei dat je al hebt gegeten.’
Een zweem van een frons trok over zijn gezicht. ‘Ik heb al gezegd dat dat niet om voeden ging.’
‘Nee, dat ging erover dat jij een punt wilde maken.’ Ik spietste een hap en kauwde erop. ‘De volgende keer wil je misschien iets anders gebruiken dan mijn halsslagader?’
‘Het was niet je halsslagader. Dan was je te snel flauwgevallen en ik wilde juist dat je de tijd zou hebben om te beslissen of je me zou doden of niet,’ antwoordde Bones terwijl hij mijn blik vasthield. ‘Dus beet ik rond je halsslagader. Daarom duurde het zo lang… daarom kon ik ervan genieten je bloed naar binnen te zuigen in plaats van alleen een spuitende slagader weg te klokken.’
Ik aarzelde over wat ik zelf ging doorslikken. Bones’ ogen wervelden groen bij de herinnering, als mint in chocolade, en als ik eerlijk was voelde ikzelf ook een golf van genot opkomen toen ik eraan terugdacht. Zijn beet had voor voorspel kunnen doorgaan, zo lekker was het geweest.
Maar we moesten het over belangrijker dingen hebben, zelfs al was mijn libido het daar niet mee eens.
‘Dus,’ zei ik nadat ik klaar was met kauwen. ‘Je bent vastbesloten om niet te vertrekken tot het gevaar van Ian voorbij is en je hebt ook nog degene uitgeschakeld die met een zak geld loopt te zwaaien voor mijn lijk, klopt dat?’
Bones knikte. ‘Dat klopt.’
‘En je bent me eerder vandaag waarschijnlijk gevolgd toen ik naar mijn werk ging, gewoon om te zien of ik een vliegtuig zou nemen om ertussenuit te knijpen?’
Hij haalde zijn schouders op. ‘Laten we zeggen dat vandaag alle vluchten geannuleerd zouden zijn.’
Mijn blik verhardde. ‘Dan neem ik aan dat je me daarna ook naar Noah bent gevolgd en daar luistervinkje hebt gespeeld?’
Bones leunde met een ijskoude uitdrukking op zijn gezicht naar voren. ‘Ik zou normaal gesproken een onschuldige nooit kwaad doen, maar ik geef toe dat ik wat jou betreft niet helemaal rationeel ben. Je hebt het leven van die man gered door het vandaag met hem uit te maken, want als ik andere dingen had gehoord, had ik hem in tweeën gebroken.’
‘Kon je proberen,’ gromde ik tussen opeengeklemde tanden. ‘Noah gelooft niet in vampiers, ghouls, en alle andere dingen die bovennatuurlijker zijn dan de Kerstman. Waag het niet om hem iets aan te doen.’
‘Kitten, als ik van plan was om Noah te doden, had ik het al gedaan voordat je zelfs maar wist dat ik in de buurt was. Maar je kon niet echt verwachten dat ik zou gaan zitten duimendraaien terwijl ik hoorde hoe jij met hem neukte. Weet je nog hoe jij je voelde toen ik Felicity kuste?’
Ja, er was die neiging geweest om haar een voor een van haar ledematen te ontdoen. Territoriumdrift van een vampier. Het maakte geen ruk uit of iemand onschuldig was.
‘Prima,’ gaf ik toe. ‘We hebben allebei nog steeds gevoelens voor elkaar. Jij denkt dat het kan werken ondanks mijn werk en ondanks mijn moeders vurige haat jegens vampiers. Aangezien je weigert te vertrekken vanwege Ian en de prijs die op mijn hoofd staat…’
Hij begon te glimlachen. ‘Zwaai je soms met de witte vlag?’
‘Niet zo snel. Ik zeg dat we het rustig aan kunnen doen. Kijken of het ergens heen gaat. Ik zeg zeker níét dat we elkaar de eeuwige liefde moeten verklaren terwijl ik met mijn benen gespreid achterover val.’
Zijn glimlach werd breder. ‘Er bestaan meerdere standjes.’
Die woorden – en de blik in zijn ogen – voelden als een streling over mijn lichaam. Ik haalde diep adem. Daarom had ik erop gestaan om celibatair te blijven. Ik kon mijn emoties met geen mogelijkheid in bedwang houden als er seks bij kwam kijken. Ik zou in nog geen vijf seconden mijn onsterfelijke liefde voor Bones van de daken schreeuwen.
‘Graag of niet.’
‘Deal.’
Ik knipperde. Deels geloofde ik het niet. Gebeurde dit echt? Of was het gewoon weer een maffe droom, een van de vele duizenden die ik over Bones had gehad?
‘Oké.’
Ik wist niet wat ik moest zeggen. Of doen. Elkaar de hand schudden? Een kus om het pact te bezegelen? ‘Het celibaat is kut!’ roepen en hem de kleren van het lijf rukken? Er zou een handboek moeten zijn om ondoden te daten – ik had geen flauw idee wat ik moest doen.
Bones hield zijn hoofd scheef en toen liet hij een berustend geluid ontsnappen.
‘Kitten… je voornemen gaat sneller op de proef worden gesteld dan je verwacht.’
Huh? ‘Waar heb je het over?’
Hij stond op. ‘Je moeder staat voor de deur.’