ELF

Mijn moeder had nog een paar strenge waarschuwingen nodig voor ze overstag ging en de bruiloft niet zou verstoren. Of mijn werk over Bones zou vertellen. Ik had haar ronduit beloofd dat ik mezelf ter plekke in een vampier zou laten veranderen als ze een van de twee dingen deed.

‘Dat is precies wat hij wil, Catherine. Hij wil je ziel stelen en je in een monster veranderen,’ zei ze al voor de derde keer terwijl we samen naar de hal liepen.

‘Nou, denk daar dan maar aan als je je mond dichthoudt, oké? En in godsnaam, noem me Cristine. Kan het nóg doorzichtiger?’

We kwamen aan bij de deur. Denise liet de fotoshoot met Randy even voor wat hij was en kwam ons bij de ingang tegemoet.

‘O, Cat, ik wist niet dat die vriend van Randy...’ Ze ging zachter praten. ‘...een vampier was! Maar maak je geen zorgen. Ik heb het er al even met Randy over gehad. Hij was ook stomverbaasd dat ze echt bestonden! We hebben zo veel gemeen. In ieder geval, Randy zweert dat hij niet gevaarlijk is. Zegt dat-ie ’m al maanden kent.’

Mijn moeder keek Denise aan alsof ze plotseling drie hoofden had.

‘Niet gevaarlijk?! We hebben het hier niet over een hond die wel of niet bijt! We hebben het over een moordenaar...’

‘Ahum,’ onderbrak ik haar en ik streek langs mijn hals om mijn punt kracht bij te zetten. Ze deed haar mond abrupt dicht en liep boos weg. Verderop hoorde ik Bones gniffelen. Hij had ons gehoord.

‘Het geeft niet, Denise,’ verzekerde ik haar. ‘Hij weet dat zolang hij zijn hoektanden schoonhoudt, er geen problemen ontstaan.’

‘Hoe weet hij dat?’ vroeg ze pragmatisch. ‘Heb je met hem gepraat? Je was een tijdje verdwenen en op dat moment was hij ook nergens te bekennen. Heb je hem in het nauw gedreven?’

Precies andersom. ‘Nou, eh, soort van... ehm,’ stamelde ik. Stamelen, dat had ik al jaren niet gedaan. ‘Ik ken hem. Ik bedoel, ik heb hem eerder gezien. In Virginia, bedoel ik. Hij, eh, hij en ik hebben een overeenkomst. Hij laat mij met rust en ik hem.’

Denise accepteerde mijn verklaring meteen. ‘Nou, laten we dan foto’s gaan maken. Ik ben blij dat jullie niet gaan vechten. Zeg hem dat hij niets over jou tegen Randy moet zeggen, oké? Je baas zou zich de haren van z’n zak schrikken als hij erachter kwam hoeveel mensen er al over jou weten.’

‘Goeie tekst.’ Echt wel.

Bones was Felicity’s mysterieuze bruiloftspartner. Ze kon haar geluk niet op en het lukte haar om zichzelf op elke foto ongepast naast hem te persen. Tot overmaat van ramp deed hij ook nog charmant tegen haar. Na de shoot had ik ze met alle liefde om zeep geholpen.

Maar ik kon niet laten merken hoe erg het me dwarszat, om dezelfde reden dat ik hem niet in de armen was gerend toen ik hem weer zag. Wat ik ook voor hem voelde, aan onze situatie was niets veranderd. Dus ik kon het me niet veroorloven om hem te laten weten hoeveel ik nog om hem gaf. Het enige wat ik kon doen was de kat uit de boom kijken – en hopen dat Bones erin trapte, zodat hij míj deze keer zou achterlaten.

Meteen nadat de camera de laatste keer had afgedrukt, liep ik in een rechte lijn naar de bar. Er was slechts één ding dat me de avond door kon helpen: gin. Heel veel gin. Ik sloeg het eerste glas direct achterover voor de neus van de barman – ik deed niet eens moeite om naar een tafeltje te lopen.

‘Nog een.’

De barman trok een vragend gezicht maar schonk nog een gin-tonic in. Ik hield de verhouding die hij koos nauwlettend in de gaten en wierp hem een vuile blik toe.

‘Meer alcohol,’ zei ik kortaf.

‘Ben je je verdriet aan het verdrinken?’ vroeg een bekende stem achter me spottend.

‘Gaat je niets aan,’ antwoordde ik en ik rechtte mijn rug.

‘Dáár ben je, lieverd!’

Noah liep naar me toe en kuste me op de wang. Bones’ lippen vertrokken tot een grimmige streep terwijl hij naar ons keek.

‘Ehm, Noah... Ik laat je wel zien waar je zit.’ Ik wilde hem bij Bones vandaan krijgen, die naar Noah stond te kijken alsof hij veel liever iets uit zijn nek zou drinken dan van de bar.

Ik liep met Noah mee naar zijn plaats, aangezien ik apart zat, aan de hoofdtafel met de rest van het bruidsgezelschap. Mijn moeder nam me apart zodra ik bij Noah vandaan was. Haar gezicht stond in de fik.

‘Weet je wel wat dat monster deed toen je bij hem vandaan liep bij de bar? Hij knipoogde naar me!’

Dat verraste me en ik lachte. Hemel, dat was onbetaalbaar. De stoom kwam vast uit haar oren.

‘Vind je dat soms grappig?’ vroeg ze op hoge toon.

‘Weet je, mam, hij heeft zijn leven voor je gewaagd en toen heb je verdomd hard je best gedaan om hem de dood in te jagen. Dus misschien mag hij je niet zo.’

Mijn stem klonk zacht maar mijn toon was luchtig, want ik maakte me geen zorgen over wat Bones met haar zou doen. Hij zou haar nooit pijn doen, dat wist ik, maar er stonden haar absoluut wat pesterijtjes te wachten. En God wist wat mij allemaal te wachten stond.

Er stonden naamkaartjes op de hoofdtafel, een lang, rechthoekig geval waaraan iedereen zou zitten met zijn gezicht naar de rest van de gasten gericht. Ik ging zitten op de plek waar Cristine Russell stond. Randy zat links van mij, met Denise weer aan zijn linkerkant. Aan mijn rechterkant stond er Cris Pin. Wie...?

‘Doe me een lol,’ zei ik hardop. Waarom schoot ik mezelf niet voor m’n kop? Dan was ik in één keer van het hele gedoe af.

‘Justina, onze paden kruisen elkaar weer.’ Bones verscheen en ging naast me zitten. Op precies hetzelfde moment sprong ik van mijn stoel. ‘Ik wil niet onbeleefd doen, maar ik geloof dat jouw tafel dáár is.’

Hij gebaarde met zijn hoofd naar waar Noah zat, die niets merkte van het drama dat zich afspeelde.

‘Daar ben je!’ piepte Felicity. Ze greep Bones bij de arm en glimlachte naar hem. ‘Jij en ik zijn vanavond aan elkaar gekoppeld, dus niet meer weglopen, hoor. Ik hoop dat je net zo goed danst als je eruitziet.’

‘Vuile slet,’ mompelde ik. Maar niet zacht genoeg.

‘Wat zei je?’ vroeg ze. Ze knipperde nog steeds koket naar Bones.

‘Eh, veel geluk!’ Ik praatte nu weer gewoon en ondertussen liep ik achteruit bij ze vandaan.

Felicity keek me zelfingenomen aan. ‘Ik heb geen geluk nodig.’

Ik sloeg mijn gin achterover en liep weer naar de bar. Mijn moeder zond Bones een boze blik toe terwijl ze achter me aan liep.

‘O, juffrouw Rússell,’ riep Bones me toe. Ik verstijfde. Hij legde met opzet nadruk op mijn valse achternaam. Maar goed, wat had ik dan verwacht? Ik had Bones’ echte naam als mijn alias gebruikt, had ik soms gedacht dat hij dat niet zou merken? Of er niets over zou zeggen? ‘Wees eens een engel en haal een drankje voor me, wil je? Je weet vast nog wel wat ik lekker vind.’

Er ging een hele lijst verwensingen door mijn hoofd, maar ik haalde diep adem en herinnerde mezelf eraan dat ik mijn zelfbeheersing moest bewaren. Denise was mijn beste vriendin. Ze had recht op een geweldige receptie, niet op een bloedbad.

‘Die smerige, liederlijke...’ begon mijn moeder.

‘Klep dicht.’ We bereikten de bar. ‘Groot glas. Gin. En waag het niet om er iets over te zeggen.’

De barman trok wit weg, maar hij schonk in wat ik hem had opgedragen. Ik nam een diepe teug voor ik eraan toevoegde: ‘O ja. En een fucking whisky, zonder ijs.’