Hoofdstuk 1
Volgens de kalender was het Halloween, maar Sabrina Saunders vond dat het wel half maart leek. De grijze lucht, het sombere daglicht en de huilende wind deden haar meer aan een poolwinter denken dan aan een oktobermiddag in Denver.
Op het moment dat ze uit haar auto wilde stappen, blies een harde windvlaag de deur van haar cabriolet tegen haar scheenbeen. Met een van pijn vertrokken gezicht keek Sabrina naar haar zijden broek. De deur was zo hard tegen de smaragdgroene stof geslagen dat er een zwarte streep op de pijp stond. Om nog maar te zwijgen van de blauwe plek die nu ongetwijfeld op haar been zat.
Ze zette haar knie op de bestuurdersstoel en haalde een paar kledinghoezen van de achterbank. Nadat ze het portier dicht had geslagen, holde ze het pad van de kleine bungalow op. Terwijl ze aanbelde, blies de wind het dunne plastic van de hoezen in haar gezicht. ‘Doe nou open, Paige,’ mompelde ze huiverend. Ze wenste dat ze haar sjaal en handschoenen had meegenomen.
De deur van de bungalow ging open.
‘Hallo, Eileen,’ zei Sabrina tegen een witharige vrouw in een rolstoel. ‘Ik kom Paiges Halloween-kostuum brengen. Is ze toevallig thuis?’
In plaats van antwoord te geven, rolde Eileen McDermott haar rolstoel achteruit. ‘Paige!’ riep ze over haar schouder. Vervolgens richtte ze haar kille blik op Sabrina. ‘Ben je van plan om die deur vandaag nog dicht te doen?’ vroeg ze onvriendelijk. ‘Het is ijskoud buiten, en ik heb last van keelpijn.’
Sabrina had het op het puntje van haar tong om te zeggen dat ze zelf ook niet voor haar lol in de kou stond, maar ze hield zich in. Ze trok aan het uiteinde van een van de kledinghoezen, die achter de deur was blijven haken. ‘Wat vervelend dat je je niet lekker voelt, Eileen,’ zei ze de deur achter zich sluitend.
‘Ach ja. Je leert ermee leven,’ verzuchtte Eileen theatraal.
Op dat moment kwam Paige McDermott met een chequeboek in haar hand de keuken uit lopen. ‘Ben je niet wat aan de late kant, Sabrina?’ vroeg ze.
‘O, dat valt wel mee,’ suste Sabrina. ‘Ik ben blij dat ik nog even naar het winkelcentrum ben gegaan, want kijk eens wat ik heb gevonden…’ Ze had het plastic tasje nog maar nauwelijks open gedaan, of Eileen keek zo mogelijk nog zuurder.
‘Je gaat me toch niet vertellen dat Paige vanavond in dát kostuum naar het kinderfeest gaat, hè?’ vroeg ze scherp.
Met trillende mondhoeken keek Sabrina van Eileens gezicht naar het nachtblauwe kledingstuk in haar hand. ‘Nou, ik denk dat de kleur haar heel mooi zou staan,’ zei ze. ‘Als we er nu nog een paar netkousen en hoge hakken bij doen…’
‘Dan mag er ook wel een flanellen badjas bij om het kippenvel te bedekken,’ zei Paige lachend.
‘Met een Schotse ruit, zeker.’ Sabrina slaakte een diepe zucht. ‘Je hebt ook geen greintje avontuur in je lijf, hè?’
‘Geen spat,’ beaamde Paige.
‘Die teddy zou je anders heel mooi staan. Als je de juiste man in je buurt had, hoefde je je over kippenvel ook helemaal geen zorgen meer te maken,’ plaagde Sabrina.
Eileen snoof minachtend. ‘Zo’n opmerking had ik eerder van Cassie verwacht dan van jou,’ zei ze. ‘Er komt geen zinnig woord meer uit haar mond nu ze zo verliefd is op die… die…’
‘Man?’ vulde Sabrina onschuldig aan. ‘Het is grappig dat je over Cassie begint, Eileen, want dit mooie ondergoed is voor haar. Zaterdag is haar vrijgezellenfeestje. Ik dacht dat ze liever iets moois zou krijgen dan een ovenschaal of een paar theedoeken.’
‘Juist. Je kwam het zeker toevallig tegen toen je even naar de uitverkoop van die mooie lingeriezaak ging?’ vroeg Paige.
‘Nou, het was niet afgeprijsd. Maar voor mezelf heb ik inderdaad wel een paar leuke koopjes gevonden,’ vertelde Sabrina enthousiast. ‘En voordat je weer een preek afsteekt over dat ik mijn tijd beter op een andere manier had kunnen besteden, kan ik je vertellen dat die lingeriezaak tegenover het kostuumverhuurbedrijf ligt. Ik moest een kwartiertje wachten tot ze de staart van mijn kattenpak hadden aangepast.’
Paige schoot in de lach. ‘En als jij mag kiezen tussen wachten in een mooie lingeriezaak of voor een toonbank vol clownsneuzen…’
‘Dan neem ik satijn en kant, ja,’ zei Sabrina.
Paige wierp met tegenzin een blik in de hoes die Sabrina voor haar had meegebracht. ‘Nou, gelukkig heb je voor mij in ieder geval geen satijn en kant meegenomen,’ zei ze. ‘Ik begrijp nog steeds niet waarom wij ons ook moeten verkleden. We zijn toch geen gasten op het feest? We hebben het alleen maar georganiseerd.’
‘Als we ons verkleden, vallen we niet uit de toon,’ was Sabrina’s mening. ‘De kinderen vinden het waarschijnlijk ook veel leuker om ons in een kostuum te zien. Ieder kind vindt het leuk om een volwassene voor gek te zien staan.’
‘Ik zou veel liever verkleed gaan als organisatrice van het feest,’ zei Paige. ‘Spijkerbroek, sweater, gympen en een draaiboek.’
‘Ach, wees nou maar blij dat ik geen Evakostuum met bodystocking en opgenaaide vijgenblaadjes voor je heb meegebracht,’ grapte Sabrina.
‘Daarvoor ben ik je inderdaad eeuwig dankbaar,’ reageerde Paige droog. ‘Moeder, weet je zeker dat je vanavond alleen thuis wilt blijven? Ik zet je met alle plezier af bij het feest in het bejaardencentrum. Dat lijkt me veel gezelliger voor je.’
‘Maak je om mijn veiligheid maar geen zorgen, Paige,’ zei Eileen nors. ‘Ik doe gewoon alle lichten uit en ga met mijn boek en een zaklamp achter in de kamer zitten. Dan lijkt het of er niemand thuis is. Bovendien heb ik dan geen last van zeurende kinderen die aanbellen om om snoep te bedelen.’
Sabrina had de neiging met haar ogen te rollen, maar ze wist het te onderdrukken. Eileen bleef altijd het liefst alleen thuis, vooral als ze haar dochter daarmee een schuldgevoel kon bezorgen.
‘Wil je nu even mijn hoestdrankje voor me gaan halen, Paige?’ vroeg Eileen.
‘Is je keelpijn erger geworden, moeder?’
‘Nee, die blijft hetzelfde. Ik wou dat je vanavond niet weg hoefde, Paige. Kan Cassie je werk niet overnemen? Zij komt toch ook?’ vroeg Eileen.
‘Jawel, maar we hebben meer dan genoeg werk voor ons drieën,’ antwoordde Paige.
‘Wat bedoel je? Het is toch een klein feestje? Het is toch niet meer dan een gezellig avondje om de kinderen van de personeelsleden van de straat te houden?’ vroeg Eileen.
‘Dat was oorspronkelijk wel de bedoeling, maar het is uitgegroeid tot een feest voor iedereen bij Tanner Electronics,’ legde Sabrina uit.
‘Calebs huidige vriendinnetje had zin in een knalfuif,’ zei Paige.
‘Gelukkig verwacht ze niet van ons dat wij ook alle volwassenen vermaken,’ zei Sabrina. ‘Maar het zal zeker laat worden, dus we hebben ook een aantal babysitters ingehuurd om op de kinderen te letten als de ouders tot in de kleine uurtjes willen dansen.’
‘Tot in de kleine uurtjes? Paige, wat ga je toch met verschrikkelijke mensen om,’ zei Eileen chagrijnig, alsof haar dochter twaalf jaar was in plaats van een volwassen vrouw.
‘We kunnen Paige dus niet missen, Eileen,’ vervolgde Sabrina. ‘Zeker niet nu Cassie zo verliefd is. Ze loopt de helft van de tijd met haar hoofd in de wolken.’
‘Dat gaat gauw genoeg weer over,’ reageerde Eileen bits. ‘Als jij haar ook nog schunnig ondergoed geeft, is die jongen zéker snel op haar uitgekeken.’
Schunnig? Sabrina staarde haar verbluft aan. De teddy was misschien een beetje gewaagd, maar dat mocht toch wel voor iemand die op huwelijksreis ging? Waarom deed Eileen nu zo vreselijk onaardig? Met opzet legde ze de teddy over de leuning van Eileens rolstoel om een satijnen lintje opnieuw te strikken. ‘Je klinkt alsof je weet waar je het over hebt, Eileen,’ zei ze, het kledingstuk opnieuw omhoog houdend.
‘Moet jij niet gaan, Sabrina?’ kwam Paige haastig tussenbeide. ‘Ik kom zo snel mogelijk naar jullie toe.’
‘Het lijkt mij het beste als je met Sabrina meegaat, Paige.’ Eileen klonk kattig. ‘Je weet niet hoeveel schade ze aanricht als jij haar niet in de gaten houdt. Straks verpest ze nog alle kansen van het bedrijf waar jij jarenlang je energie in hebt gestopt.’
‘Nou, het zou inderdaad dom zijn om een belangrijke cliënt als Caleb Tanner tegen ons in het harnas te jagen, maar dat begrijpt Sabrina zelf ook wel,’ reageerde Paige voorzichtig.
Sabrina lachte. ‘O, als je Caleb Tanner te vriend wilt houden, moet je die teddy zéker aantrekken!’ plaagde ze.
De helder verlichte hal van Tanner Electronics was een gonzende bijenkorf van activiteit. Sabrina zag dat Cassie en haar groepje vrijwilligers al hard hadden gewerkt. De hal was al helemaal versierd met spinnenwebben en vleermuizen. In een hoek stond zelfs een heks met een bezemsteel, die met de juiste belichting prachtig uit zou komen.
Natuurlijk was het effect niet zo spectaculair als in een echt spookhuis, maar sinds Sabrina met Cassie en Paige het bedrijfje Rent-a-Wife had opgericht, had ze geleerd om te improviseren. Omdat dit hun eerste grote opdracht voor Tanner Electronics was, had Paige haar collega’s trouwens gevraagd om een eenvoudig, leuk feest te organiseren dat ruim binnen het begrote budget lag. Het zou natuurlijk leuker zijn geweest om een spetterend gala te verzorgen, maar ze vond het niet netjes om Caleb Tanner bij zijn eerste opdracht al op extra kosten te jagen.
Hoewel Sabrina dat roerend met haar eens was, had ze gemerkt dat Calebs huidige vriendinnetje er helemaal niet mee zat om Calebs geld over de balk te smijten. Dat baarde haar zorgen, want misschien was Caleb wel zo verwend geraakt door de extravagante feestjes van zijn vriendin dat hij de pogingen van Rent-a-Wife maar saai en kinderachtig zou vinden.
In het damestoilet trok ze haar nauwsluitende, zwarte kattenpak aan. Het duurde zeker nog een uur voordat het feest begon, maar ze wist uit ervaring dat er op het laatst altijd nog zo veel gedaan moest worden dat ze straks nauwelijks nog tijd zou hebben om zich te verkleden. In haar kattenpak liep ze naar de hal, om de vele tientallen ballonnen op te pompen die het feestdecor moesten afmaken. Ballonnen oppompen was niet haar favoriete werkje, maar ze herinnerde zichzelf eraan dat ze Rent-a-Wife juist had opgericht omdat het werk zo afwisselend was.
Tegen de tijd dat ze tweehonderd ballonnen aan de haak van de gasfles had gebonden, had ze spijt dat ze haar jas niet had aangetrokken. Omdat de gasfles en de pomp in de hal bij de deur stonden, voelde ze iedere keer wanneer de deur openging een vlaag koude wind. De fles, die bijna net zo groot was als zijzelf, was zo zwaar dat ze er niet in slaagde om hem een paar meter opzij te schuiven. ‘Als dit zo doorgaat, moet ik straks Eileens hoestdrankje nog lenen,’ mopperde ze.
Ze haalde een handvol ballonnen van de haak om ze aan elkaar te binden. Zodra Paige zou arriveren, konden ze de trosjes ballonnen in de hal ophangen. Trouwens, waar bleef Paige? Het werd al laat, ieder moment konden de eerste gasten arriveren.
Ze was zo geconcentreerd bezig dat ze de deuren niet hoorde opengaan. Toen er een ballon uit haar handen dreigde te glippen, zette ze een pas achteruit om het touwtje te grijpen. Het volgende moment kwam haar rug onzacht in aanraking met een harde, brede borstkas. Ze schrok zo hevig dat ze de hele tros ballonnen uit haar handen liet schieten. De kleurige ballonnen dreven meteen omhoog naar het hoge plafond van de hal, waar ze de komende dagen waarschijnlijk zouden moeten blijven hangen.
‘Kijk nou wat je doet!’ mopperde ze, zich omdraaiend naar degene met wie ze in botsing was gekomen.
Het was een slanke, breedgeschouderde man van ruim één meter vijfentachtig. Zijn schouders leken nog eens extra breed door zijn kleding, een zwart met zilver motorpak en een motorhelm met donker vizier.
‘Leuk kostuum, maar je bent een beetje vroeg,’ zei Sabrina. ‘Het kinderfeest begint pas over een half uur, en het feest voor de volwassenen zelfs nog later.’
‘Ik ben hier niet voor het feest,’ bromde de man.
‘Niet? Verkleed je je elke dag als een kruising tussen Don Quichot en een Hell’s Angel?’ vroeg Sabrina.
‘Nee, ik bedoel dat ik gewoon met mijn armen vol post binnenkwam,’ antwoordde hij. ‘Ik had er niet op gerekend dat ik zou worden aangevallen door een onbeleefde kat.’
‘Ik neem aan dat je het over mijn kostuum hebt,’ zei Sabrina vriendelijk. ‘Ik kan me tenminste niet voorstellen dat je mij een onvriendelijke kat vindt.’
‘Je hebt me anders wel uitgemaakt voor Don Quichot.’
Dat klinkt alsof hij het wél leuk vond om een Hell’s Angel te worden genoemd, dacht Sabrina.
‘Kijk nou eens wat je hebt gedaan,’ zei de man.
Sabrina keek naar de granieten vloer. Om haar heen lagen tientallen enveloppen, pakjes, catalogi en folders. Sommige waren wel vijf meter van hen vandaan gegleden. ‘Sorry,’ zei ze. ‘Ik moet toegeven dat ik af en toe een beetje onhandig ben, maar ik had je echt niet horen binnenkomen, en het bestáát niet dat je mij niet hebt gezien. Had je niet met een boogje om me heen kunnen lopen?’
‘Nee, je stond midden op het pad,’ zei de man. ‘Kun je die ballonnen niet ergens anders opblazen?’
‘Helaas niet, want ze hebben die gasfles hier bij de deur gezet. Ik kan hem niet verplaatsen, want hij is veel te zwaar,’ legde Sabrina uit.
‘Er zit toch een steekwagentje onder?’
‘Dat weet ik, maar ik moet hem kantelen om die wieltjes te kunnen gebruiken. Ik krijg dat ding met geen mogelijkheid van zijn plaats,’ zei Sabrina. ‘Kun jij me misschien even helpen?’
De man zei niets, maar liep naar de gasfles. Hij kantelde hem een stukje en duwde de wieltjes met zijn motorlaars in beweging.
Tot haar schrik zag Sabrina dat de rest van haar tweehonderd ballonnen van de haak dreigde te glippen. Omdat ze niet helemaal overnieuw wilde beginnen, dook ze naar voren om de loshangende touwtjes te grijpen. Helaas zette ze haar voet daarbij op een van de gevallen enveloppen. Al schaatsend gleed ze over de gladde, granieten vloer. Ze greep naast de touwtjes, botste tegen de gasfles aan en gooide zowel de fles als de motorrijder omver. Met een enorme klap vielen Sabrina, de man én de fles op de grond. Het leek wel alsof de echo minutenlang in de hal na dreunde.
Sabrina bleef een paar tellen doodstil liggen, te bang om haar ogen open te doen. Omdat de motorrijder haar val had gebroken, had ze zich nauwelijks bezeerd. Ze wist echter niet hoe hij eraan toe was. Stel dat die grote fles op hem was gevallen…
Toen de echo was weggestorven, hoorde ze een zacht, sissend geluid. Was dat het gas, of was het de motorrijder? Voorzichtig krabbelde ze overeind. Het gesis stopte, waarna ze de man kon horen kreunen. Dat betekende in ieder geval dat hij nog leefde, maar hoe zou hij er aan toe zijn? Door zijn gesloten vizier kon ze niet goed zien of hij bij kennis was.
Tussen de kreunen door kon ze woorden onderscheiden. Mooi, hij was dus niet bewusteloos. Het waren echter woorden die aangaven dat hij niet bepaald gelukkig was met de situatie. Hoewel Sabrina hem dat niet kwalijk kon nemen, vond ze het toch nodig om er iets van te zeggen. ‘Ik begrijp dat je zin hebt om te vloeken, maar kun je misschien een beetje op je woorden letten?’ vroeg ze. ‘Er kunnen ieder moment kleine kinderen binnenkomen.’ Zelfs door het donkere vizier heen kon ze zijn vernietigende blik zien.
‘Noem je dit een béétje onhandig?’ gromde hij.
‘Wacht eens even. Je gaat toch niet beweren dat dit mijn schuld was?’ protesteerde Sabrina. ‘Ik heb niets gedaan.’
‘Niets gedáán?’ blafte hij. ‘Ik heb die fles toch niet omgegooid?’
‘Als je had gezegd dat je me wilde helpen, had ik die ballonnen kunnen redden,’ legde ze uit. ‘En als je die post eerst had opgeruimd, was ik niet uitgegleden.’
‘Juist. De post die door jouw schuld een paar tellen daarvoor op de grond was gevallen,’ bitste hij.
Sabrina beet op haar lip, want ze wist dat hij wel een beetje gelijk had. ‘Pak mijn hand maar, dan help ik je overeind,’ zei ze.
‘Nee, bedankt, je hebt al genoeg gedaan. Ik zorg zelf wel dat ik…’ Er ontsnapte een kreet van pijn aan zijn lippen toen hij overeind probeerde te komen. ‘Ik kán niet opstaan,’ siste hij, zijn handen op zijn knie leggend.
Sabrina, die krijtwit werd, keek wanhopig om zich heen. Tot haar opluchting zag ze in de verte Cassies verloofde Jake aankomen.
‘Wat is er nu weer misgegaan, Sabrina?’ vroeg Jake, knielend bij de motorrijder om het riempje van zijn helm los te maken.
‘Bedoel je dat ze dit vaker doet?’ vroeg de man terwijl hij de helm van zijn hoofd trok.
Sabrina zag dik, donker haar en lange, volle wimpers. Als het gezicht van de man niet door pijn vertrokken was geweest, zou ze hem heel aantrekkelijk hebben gevonden.
‘Valt ze wel vaker zonder reden onschuldige voorbijgangers aan?’ vroeg de man aan Jake.
Sabrina negeerde hem. ‘Wat ben ik blij dat je er bent, Jake,’ zei ze. ‘Hij viel, en toen –’
‘Ik viel helemaal niet,’ zo onderbrak de man haar grimmig. ‘Deze kat heeft me omvergegooid. Ze is een gevaar voor haar omgeving. Volgens mij heeft ze mijn knie gebroken.’
‘Laten we dat nu eerst maar afwachten, Caleb,’ zei Jake, voorzichtig de beenrits van het motorpak losmakend.
Caleb.
Geschrokken keek Sabrina naar de motorrijder. Nu begreep ze waarom zijn gezicht haar vaag bekend voorkwam. Op de grond lag de beroemdste playboy, ondernemer en miljonair van heel Denver. Ze was uitgerekend boven op Caleb Tanner gevallen, de eigenaar van Tanner Electronics en Rent-a-Wifes grootste klant.
Zwijgend staarde ze naar Calebs knie, die opzwol als een ballonnetje. Terwijl Jake de knie ontblootte, zag ze dat de kleur ook al begon te lijken op die van de ballonnen die in de richting van het plafond waren ontsnapt. O nee, dacht ze ontzet. Een uur geleden had ze zich nog zo voorgenomen om indruk op Caleb Tanner te maken. Nou, daar was ze dan in geslaagd, maar wel op de verkeerde manier.
Ze zat nog steeds als verdoofd op de koude, granieten vloer toen de ambulance arriveerde. Ze ging zo op in het werk van de verplegers dat ze nauwelijks in de gaten had dat er een slanke, roodharige, jonge vrouw in een boerinnenkostuum naar haar toe kwam om haar een haarband met twee platgetrapte kattenoortjes te geven.
‘Wat? O, dank je, Cassie,’ zei ze zuchtend toen het boerinnetje de band voor haar neus hield. ‘Ik had niet eens gemerkt dat ik mijn oren kwijt was. Ze moeten zijn gevallen toen ik op de grond belandde.’ Afwezig zette ze de haarband op haar hoofd.
Cassie haalde de band weer uit haar haren en draaide hem om, omdat ze hem achterstevoren had opgezet. ‘Hoe gaat het met jou, Sabrina?’ vroeg ze. ‘De verplegers staan op het punt om Caleb mee te nemen, maar zal ik vragen of ze jou ook even willen nakijken? Heb jij je bezeerd?’
‘Nee, nee, ik heb niets. O Cassie, Paige vermoordt me als ze dit hoort!’
‘Nee, dat gebeurt niet. Daar zorg ik wel voor,’ suste Cassie.
‘Cassie, je bent een schat.’
‘Want als we Caleb als klant verliezen, ben ík degene die jou vermoordt,’ ging Cassie dreigend verder. ‘Hoe kon je hem nu toch als boksbal gebruiken?’
Sabrina’s ogen vulden zich met tranen.
‘Hé, ik plaag je maar,’ zei Cassie, die schrok van haar reactie. ‘Ik begrijp best dat je het niet expres hebt gedaan.’
‘Hij denkt dat ik het met opzet deed.’
‘Sabrina, hij heeft pijn. Iemand die pijn heeft, legt de schuld altijd bij een ander,’ suste Cassie.
Sabrina keek de brancard na. ‘Zal ik met hem meegaan?’ vroeg ze. ‘Per slot van rekening weet ik precies wat er is gebeurd.’
‘Nee!’ riep Caleb vanaf de brancard. ‘Als dat mens bij mij in de ambulance stapt, lóóp ik nog liever naar het ziekenhuis!’
Op dat moment ging de deur open, en kwam er een vrouw in een middeleeuws prinsessenkostuum binnen. Zodra ze de brancard zag, begon ze te gillen. ‘O, Caleb, mijn liefste! Wat is er in vredesnaam met je gebeurd?’
Op Calebs gezicht verscheen een geërgerde frons. ‘Niets om je zorgen over te maken, Angelique,’ zei hij rustig. ‘Er is geen enkele reden om hysterisch te worden.’
Sabrina snoof. ‘Voor haar houdt hij zich stoer,’ mompelde ze. ‘Een paar minuten geleden kermde hij nog alsof zijn laatste uur geslagen had.’
‘Ik stel voor dat jij hier gezellig op het feest blijft, Angelique,’ vervolgde Caleb.
‘Het féést?’ gilde ze. ‘Maar schat, je denkt toch niet dat ik plezier kan hebben als ik weet dat jij vergaat van de pijn?’
‘Als ze verstandig is, blijft ze hier,’ fluisterde Cassie tegen Sabrina.
De prinses greep Calebs hand echter beet en weigerde hem nog los te laten. In haar ruisende jurk holde ze achter de brancard aan.
‘Ik vind het niet leuk om betutteld te worden!’ hoorden ze Caleb nog zeggen voordat de deuren achter hem dichtgingen.
‘Pff,’ zei Cassie. ‘Ik denk dat Angelique binnenkort haar spullen mag pakken. Haar tijd als scharreltje van de week is voorbij.’
‘Waarom denk je dat?’ vroeg Sabrina.
‘Zag je niet hoe geïrriteerd hij naar haar keek toen ze gillend binnenkwam?’
‘Ja, maar dat was nog niets vergeleken met de blik waarmee hij mij bekeek,’ zei Sabrina zuchtend. ‘Wat een avond. Een uur geleden dacht ik nog dat ik me alleen maar bij Paige hoefde te verontschuldigen. Ik heb haar moeder namelijk gepest met het cadeautje voor jouw vrijgezellenfeest.’
Stomverbaasd keek Cassie haar aan, maar ze besloot niet verder te vragen. ‘Kom, we hebben een feest te vieren,’ zei ze. ‘Waar beginnen we mee? Koekhappen?’
Sabrina keek van het huis naar het papiertje voor haar neus. Het adres klopte, dat was wel duidelijk, maar ze begreep niet waarom een multimiljonair in een oude, allesbehalve chique buurt woonde.
In het scherpe ochtendlicht zag het koloniale huis er ronduit verwaarloosd uit. Er ontbraken luiken, het balkon op de eerste verdieping had een verzakte balustrade, en een van de schoorstenen zag eruit alsof hij ieder moment kon instorten.
Terwijl ze voor de zoveelste keer naar het adres staarde, stopte er een busje voor het huis. Twee mannen in uniform laadden een ziekenhuisbed uit de auto.
Dan is dit dus toch het goede adres, dacht Sabrina. Ze haalde diep adem en pakte een felgekleurd boodschappentasje en een groot boeket herfstbloemen van de stoel naast haar. Daarna rechtte ze haar schouders en stapte ze uit de auto. Ze vermoedde dat Caleb Tanner de cadeautjes meteen weer naar haar hoofd zou gooien, maar ze vond toch dat ze met hem moest praten. Ze was hem op zijn minst een verontschuldiging schuldig.
Achter de twee mannen aan liep ze naar de voordeur, waar een oudere man met een bezorgd gezicht instructies stond te geven. De mannen stuurden het bed door de brede hal naar een kamer aan hun linkerhand. Daar bleek de deurpost te smal te zijn om het bed door te laten. De mannen kantelden het bed een stukje, maar dat had alleen maar tot gevolg dat de reling van het bed langs de deurpost schraapte.
Uit een open kamer aan de andere kant van de hal klonk een bekende, kirrende vrouwenstem. ‘Kan ik verder nog iets voor je doen, schat?’
Angelique, dacht Sabrina. Blijkbaar duurt de relatie met Caleb toch nog langer dan Cassie had gedacht.
Ze sloop naar het bewuste vertrek. Het was een grote woonkamer met een hoog plafond, openslaande terrasdeuren en een mooie, open haard. Over de rugleuning van een zwarte, leren bank zag ze nog net de bovenkant van Calebs hoofd. Naast hem, op het randje van de bank, zat Angelique.
‘Echt niet? Oké, dan,’ zei ze, zich naar hem toe buigend om hem een kus te geven.
Sabrina dacht na over haar volgende stap. Gelukkig was de oudere heer te druk bezig met het bed om haar op te merken.
Angelique had haar echter meteen in de gaten toen ze de woonkamer uit liep. ‘Wat doe jij hier?’ vroeg ze onvriendelijk. ‘Mr. Tanner wil rusten, dus hij kan niemand ontvangen. Jennings, laat jij deze vrouw even uit? Leg haar cadeautjes maar in de keuken. Ik ga even boodschappen doen, en daarna kom ik zo snel mogelijk terug om te kijken hoe het met onze zieke is.’ Bij de voordeur bleef ze staan wachten tot de oude man de deur voor haar opendeed. Daarna marcheerde ze met haar neus in de lucht naar buiten.
De man deed de deur dicht en wendde zich tot Sabrina. Precies op het moment dat hij zijn mond wilde opendoen, gaven de werklieden het bed een flinke duw. Weliswaar schoof het bed in het daarvoor bestemde vertrek, maar daarbij liet het wel vier flinke krassen op de sponningen achter.
De oude man piepte alsof het krassen in zijn eigen vlees waren. Boos holde hij naar het vertrek om de schade te inspecteren.
Zodra hij haar de rug toekeerde, glipte Sabrina de woonkamer binnen. Eenmaal binnen, viel het haar op dat ook in dit vertrek het verval had toegeslagen. De lichtgele verf op de muren was plaatselijk erg verbleekt, en het vloerkleed was tot op de draad versleten. Ze liep om de zwarte, leren bank heen, die zo nieuw was dat hij hier helemaal niet op zijn plaats leek. Op de bank lag Caleb, met zijn gespalkte en ingepakte been op een paar kussens. Naast hem stonden een paar aluminium krukken.
Hoewel Jake Sabrina had verteld wat er was gebeurd, vond ze het erg akelig Caleb zo te zien. Met een brok in haar keel verplaatste ze haar blik van zijn been naar zijn gezicht. Hij had zijn ogen gesloten, en zijn gezicht was bleker dan op de foto’s die ze van hem had gezien. Betekende dat dat hij pijn had? Ze had geen idee.
Hij deed zijn ogen open. ‘Ik had toch gezegd dat ik…’
Sabrina zette zich schrap.
‘O, ben jij het,’ zei hij, zich half overeind hijsend. ‘Kom je kijken hoeveel schade je hebt aangericht?’
‘Ik kom je mijn verontschuldigingen aanbieden voor mijn aandeel in het ongeluk,’ antwoordde Sabrina.
‘Jouw aandeel?’ Hij liet zijn blik over haar gestalte dwalen. ‘Nou, het is maar goed dat jij naar mij toe bent gekomen, want anders had ik naar jou op zoek moeten gaan. Figuurlijk gesproken, dan – de komende dagen kan ik namelijk nauwelijks van deze bank af.’
Zijn stem klonk heel normaal en ontspannen, zonder een spoortje boosheid of rancune. Toch had zijn stem een ondertoontje dat Sabrina kippenvel bezorgde.
Er verscheen een geamuseerde, triomfantelijke blik in zijn ogen. ‘Jij bent namelijk precies de persoon die ik graag wilde spreken.’