Hoofdstuk 10

 

 

 

Met goedkeuring – of eigenlijk op aandringen – van haar dokter bleef Catherine drie keer per week naar de sportclub gaan, waarbij ze de gewichten en intensieve aerobics inruilde voor de loopband en baantjes trekken in het zwembad. Ze ging meestal ’s ochtends, voordat ze naar kantoor ging, en het verraste haar dan ook Marguerite zo vroeg op maandagochtend tegen te komen, omdat deze niet bekend stond als vroege vogel. Hoewel ze al jaren lid van dezelfde club waren, liepen ze elkaar maar zelden tegen het lijf. Mooi pech voor Catherine dat ze elkaar nu wel tegenkwamen.

Ze was bijna klaar met haar wandeling van acht kilometer op de band toen haar naam werd omgeroepen.

‘Wil mevrouw Danbury naar de receptie komen, alstublieft?’

Catherine depte haar gezicht af met de witte handdoek die om haar nek hing en verliet de verdieping die de vorm van een ring had, waardoor de clubleden een aangename afleiding hadden, omdat ze op die manier het grootste deel van het gebouw konden zien.

Toen ze de hoek om liep, botste ze bijna tegen Marguerite aan, die uit een van de aerobiczalen kwam. Ze keken elkaar op hun hoede aan.

‘Catherine.’

‘Dag, Marguerite.’

‘Ben je hier om je figuur te houden?’ vroeg Marguerite. Ze wachtte niet op een antwoord. ‘Heel verstandig. Mannen verliezen hun interesse in vrouwen die zich laten gaan na het jawoord, en zo te zien ben jij al een paar kilo aangekomen.’

Catherine hield een scherp antwoord in. Ze was nog geen pond aangekomen, ondanks haar zwangerschap. ‘Ik heb Stephen nog niet horen klagen.’

‘Nog niet, lieverd. Maar dat komt nog, geloof me maar. Je zou met Len moeten praten. Hij is de meest gevraagde personal trainer, een echte slavendrijver, maar het heeft wel effect.’

Marguerite zette haar handen in haar zij om haar slanke taille te accentueren. Het feit dat haar strakke gezicht nauwelijks bewoog, maakte haar glimlach niet minder katachtig.

‘O, ik dacht dat jij je figuur aan dokter Redmond had te danken,’ merkte Catherine onschuldig op. Dokter Redmond was een bekende chirurg met buiken en borsten als specialiteit.

De blik van Marguerite werd ijzig. ‘Als je me wilt excuseren, ik werd omgeroepen.’

Catherine glimlachte. Het was wat flauw, maar op de een of andere manier gaf het haar bevrediging te kunnen zeggen: ‘Of ik. Ik ben ook mevrouw Danbury.’

Ze liet Marguerite voor zich uit benen, en neuriede terwijl ze achter haar aan liep. Toen ze bij de receptie kwamen, keek een verhitte jonge vrouw op. Brittney, stond er op haar naamkaartje, en ze zag eruit alsof ze vers van de middelbare school kwam. Ongetwijfeld was ze nieuw, en stond ze voor het eerst alleen achter de balie.

‘Kan ik u helpen?’

‘Mijn naam werd omgeroepen,’ antwoordde Marguerite en stak haar kin net voldoende naar voren om de jonge vrouw langs haar professioneel gevormde neus aan te kijken.

‘Een van ons beiden werd omgeroepen,’ zei Catherine met een warme glimlach. ‘Ik ben Catherine Danbury, en dit is Marguerite Danbury.’

‘O.’ De jonge vrouw fronste even haar wenkbrauwen, maar toen klaarde haar gezicht op. ‘Het moet voor de jonge mevrouw Danbury zijn.’

Lang kon Catherine echter niet genieten van Marguerites geïrriteerdheid door de onbedoelde belediging. Brittney hield een video omhoog. ‘Yoga voor aanstaande moeders. Tanya zei dat ik dit aan u moest geven,’ zei ze. Tanya was de yogalerares van de club.

‘Dank je wel,’ zei Catherine. Ze wist zeker dat ze vuurrood was, en ze zag de speculatie in Marguerites ogen branden.

‘Zijn we zwanger?’

‘Daar heb jij echt niks mee te maken.’

‘Nou, nou, niet zo prikkelbaar. Wanneer is de blijde gebeurtenis?’

‘Ook daar heb jij niks mee te maken.’

‘Ik vraag me af –’

‘Wát vraag jij je af?’ vroeg Catherine, maar ze wist allang wat er door het geslepen hoofd van de andere vrouw ging.

‘Niks, lieverd. Helemaal niks.’

 

Toen Marguerite de fitnessclub verliet, begon er zich al een plannetje te vormen. Derek en zij mochten Danbury dan misschien nooit in hun bezit krijgen, zoals ze dat van plan waren geweest, maar Stephen en Catherine hadden geen van beiden recht op geluk, nadat ze hun goed uitgedokterde plannen hadden gedwarsboomd.

Wraak was het zoetst als je hem met iemand kon delen, en dus vroeg ze haar chauffeur haar naar het appartement van haar zoon te brengen. Ze vond het niet nodig zich door de portier te laten aankondigen en gebruikte haar sleutels om de lift van het appartement binnen te gaan, zonder zich af te vragen of Derek wel thuis was of zin had in onverwacht bezoek.

Het was nog geen negen uur ’s ochtends toen ze uit de lift stapte. Ze liep direct naar de slaapkamer van haar zoon en bezorgde zichzelf daardoor een aanblik die de meeste moeders hopen te kunnen vermijden.

Een naakte vrouw gilde en vloog onder de lakens. Ook Derek bedekte zich, maar hij leek eerder geïrriteerd dan geschokt.

‘Is het te veel gevraagd om eerst even te bellen, mam? Er is een reden waarom ik mijn eigen appartement heb.’

‘Ja, nou ja, dit kon niet wachten.’ Ze richtte haar aandacht op de bibberende vrouw. ‘Sta op, kind, en maak dat je wegkomt. Ik moet mijn zoon onder vier ogen spreken.’

De vrouw gleed uit bed, met een van de lakens om zich heen geslagen.

‘Ik bel je straks, Cherise,’ zei Derek.

Cherise wierp hem over haar schouder een vernietigende blik toe, terwijl ze naar de badkamer liep met de rest van het laken onder haar arm. ‘Ik denk niet dat ik er dan zal zijn.’

‘Prikkelbaar,’ merkte Marguerite op toen de badkamerdeur met een knal werd dichtgegooid.

‘Ik vraag me af waarom?’ vroeg Derek minzaam. Hij wees naar de woonkamer. ‘Geef me een minuutje, mam.’

Vijf minuten nadat een gekwetste Cherise het appartement uit gebeend was, kwam Derek te voorschijn, fris gedoucht en volledig gekleed.

Marguerite vergaf het hem dat hij haar had laten wachten. Ze was in een veel te goed humeur om het door wat dan ook te laten bederven. Ze had zelfs koffie gemaakt, iets wat ze liever aan de bediendes overliet, maar Derek had geen fulltime bediende.

‘Vertel, wat is er zo belangrijk dat je me ervoor uit bed moest slepen?’

‘Niet dat je echt aan het slapen was.’

‘Dat bedoel ik maar.’

‘Ik kwam Catherine vanochtend tegen op de fitnessclub.’

Ze nam een slokje van haar koffie, en Derek wachtte, omdat hij wist dat zijn moeder hem pas de kern van het verhaal zou vertellen wanneer ze daar zelf aan toe was.

‘Het lijkt erop dat je ex een kind gaat krijgen.’

‘Verwacht je van me dat ik het gelukkige paar ga feliciteren?’

Niet in staat behoorlijk haar wenkbrauwen te fronsen, schudde Marguerite haar hoofd. ‘Je stelt me teleur, Derek. Voor iemand die op zoek is naar een manier om problemen te veroorzaken, zou je de gouden gelegenheid toch moeten zien die zich hier voordoet.’

‘Hoe ver is ze?’

‘Dat wilde ze niet zeggen. Ze was er niet erg spraakzaam over. Dat zet een mens aan het denken.’ Ze slaagde erin iets voort te brengen wat op een glimlach leek.

‘Het spijt me dat ik je moet teleurstellen, mam, maar je wordt nog geen oma. Catherine en ik zijn niet erg lichamelijk geweest, samen, en wanneer dat wel zo was, ben ik – zoals altijd – erg voorzichtig geweest.’

‘Of het kind nou wel of niet van jou is, doet helemaal niet ter zake. Belangrijk is wat Stéphen denkt.’

Derek grinnikte toen hij begreep wat ze bedoelde. Hij zette zijn koffie op tafel en ging staan.

‘Vind je het goed om jezelf eruit te laten als je je koffie op hebt?’

‘Waar ga je naartoe?’

‘Ik dacht dat ik mijn allerliefste neef maar eens met een bezoekje moest verblijden.’

 

Stephen had een pesthumeur. Hij bladerde door het rapport op zijn bureau, in de hoop beter nieuws, betere cijfers te lezen. Ze zaten midden in de weken voor de feestdagen, maar de verkoop was nog steeds slecht vanwege de zwakke economie. Danbury had al enorme aanbiedingenacties gehouden om prijsbewuste klanten te lokken. Ze waren nu op het punt aanbeland, waarop ze hun producten net zo goed konden weggeven. De hele detailhandel zat in hetzelfde schuitje, maar dat was een schrale troost. Hij had op een winstgevende periode gehoopt, Danbury’s toekomst zou er wel eens vanaf kunnen hangen.

Net toen hij dacht dat de dag niet meer slechter kon worden, kwam Derek onaangekondigd zijn kantoor binnenlopen. Stephens secretaresse kwam gestrest achter hem aan gerend en schonk Stephen een verontschuldigende glimlach.

‘Geen probleem, Lottie. Kom binnen, Derek.’ Toen zijn neef zich op een van de stoelen liet zakken en zijn rechterenkel op zijn linkerknie legde, voegde Stephen er sarcastisch aan toe: ‘Ga zitten en doe alsof je thuis bent.’

Toen ze eenmaal alleen waren, vroeg Stephen: ‘En, wat brengt jou hier om…’ hij raadpleegde zijn horloge ‘…tien over half elf op maandagochtend? Toen je hier werkte, geloofde je niet in opstaan voor twaalven.’

‘Dit is voor de gezelligheid. Een fijn familiebezoekje.’

Stephen snoof. ‘Zo’n familie zijn wij niet, Derek. Bovendien geef jij niet eens graag toe dat we familie zijn. Waarom ben je hier? Is je beheerde fonds nu al leeg?’

‘Eigenlijk ben ik gekomen om je te feliciteren.’

Wantrouwend keek Stephen hem aan. ‘Waarmee?’

‘Met de baby, natuurlijk. Catherine en jij moeten dolgelukkig zijn.’

De baby? Op de een of andere manier slaagde Stephen erin zijn gezicht strak te houden, ondanks het gonzende bloed in zijn slapen. Zijn neef moest het mis hebben. Dit was vast weer een van zijn fijne spelletjes.

‘En hoe ben jij dit te weten gekomen?’

‘Mijn moeder vertelde het me. Ze kwam Catherine vanochtend op de fitnessclub tegen en hoorde het toen.’

Hij geloofde er helemaal niets van. Het kon niet waar zijn. Catherine zou hem dat hebben gezegd. Zoiets geweldigs zou ze nooit voor zichzelf hebben gehouden.

Maar terwijl hij zich dat voorhield, realiseerde hij zich dat het wel degelijk kon kloppen. De misselijkheid, de vermoeidheid, haar plotselinge besluit geen wijn meer te drinken. Ineens voelde hij pure blijdschap. Een kind. Een gezin. Maar toen keerde de scepsis weer terug, vergezeld van de twijfels die aan hem pikten als een vlucht vijandige kraaien.

‘En je bent alleen gekomen om me te feliciteren?’ Zijn hoofd liep over, maar hij besloot mee te spelen totdat hij exact wist wat Derek van plan was. ‘Sportief van je.’

‘Ik moet toegeven dat ik, toen ik het hoorde, me afvroeg of het van mij kon zijn. We zijn niet altijd voorzichtig geweest, als je begrijpt wat ik bedoel. Je weet maar nooit…’ Derek liet de gedachte in hun midden hangen met een slangachtige glimlach op zijn gezicht. ‘Maar ik weet zeker dat Catherine nooit met je zou zijn getrouwd als ze dacht dat ze zwanger was van mij.’

Derek zag zijn neef verbleken. Midden in de roos. O, kon hij vanavond maar een vlieg zijn op de muur van Stephens huiskamer. Als het ging zoals hij hoopte, dan zouden de beschuldigingen in de rondte vliegen. En wanneer dat allemaal voorbij was, zou Derek er zijn om de scherven op te rapen.

Hij besloot het niet te overdrijven en stond op. ‘Nou, ik zal je niet langer ophouden, ik weet hoe druk je het hebt. Geef de aanstaande moeder een kus van me, als je wilt.’ Toch kon hij het niet nalaten eraan toe te voegen: ‘Op die schattige kleine moedervlek van haar.’

Toen hij was verdwenen, zakte Stephen terug in zijn stoel. Hij probeerde alle informatie, en de niet al te subtiele beschuldiging van zijn neef, te verwerken. Was Catherine echt zwanger? Het was niet te zien, maar ze waren de laatste tijd ook niet echt intiem geweest. Waarom had ze het hem niet verteld? Zou het kunnen, zoals Derek had geïnsinueerd, dat hij niet de vader was? Dat wilde hij niet geloven, maar hoe meer hij erover nadacht, hoe logischer het leek. Welke andere reden kon ze hebben om zoiets geheim te houden?

 

Stephen zat op de bank in de huiskamer op haar te wachten toen ze thuiskwam. Hij zat aan zijn vierde whisky. Met elk slokje was zijn stemming steeds wisselvalliger geworden; hij ging op en neer tussen melancholie en pure woede. Norah Jones zong gekweld een nummer op de achtergrond, en omdat hij de moeite niet had genomen de lichten aan te doen, was het in de kamer net zo donker als buiten op deze korte winterdag.

‘Hé, je bent thuis.’ Ze glimlachte, op haar hoede. Haar blik gleed naar het glas in zijn had. ‘Rotdag?’

‘Ik heb betere gekend.’

‘Wat vervelend voor je. Ik had gedacht dat we vanavond misschien naar dat nieuwe Griekse restaurant konden gaan. Ik heb zo’n zin in feta.’

‘Dat zal wel,’ mompelde hij.

‘Wat zei je?’

Hij nam nog een slokje en zei niets.

Ze keek hem onzeker aan. ‘We hoeven ook helemaal niet uit te gaan, maar ik heb niks voor het eten geregeld. Als je me een uurtje geeft, kan ik ook vast wel wat in elkaar flansen. Is er iets waarin je zin hebt?’

Ze liep naar hem toe en bukte zich om hem op zijn mond te kussen. Hij draaide zijn hoofd weg, en haar lippen streken langs zijn kaak.

Nog voordat hij haar pols beetpakte, wist Catherine al dat er iets helemaal mis was.

Hij ging rechtop zitten en met ijzige stem antwoordde hij: ‘Ja, de waarheid.’

Ze trok haar hand los en ging een stap achteruit. ‘Ik weet niet waarover je het hebt.’

Maar natuurlijk wist ze dat wel, en haar hart kromp pijnlijk ineen bij het zien van zijn boze gezicht. Dit was niet de manier waarop ze hem wilde vertellen van het leven dat ze samen hadden gemaakt op die fantastische middag aan boord van de Libertad. Niet als hij er zo afstandelijk uitzag, zo koud, zo ver verwijderd van de liefde die hij zeker voor haar was gaan voelen.

‘Kom nou toch, Catherine.’ Zijn stem was laag, gevaarlijk, en de rollende r zorgde ervoor dat ze huiverde, alsof de ijzige wind die onafgebroken tegen het raam had gewaaid, nu de kamer binnen was gekomen.

‘Vertel me van de “blijde” gebeurtenis die over een paar maanden gaat plaatsvinden.’

Hij sloeg de rest van zijn whisky achterover, en zette het lege glas met een klap op tafel. Catherine schrok, verrast door de woede die hij nauwelijks kon onderdrukken. Het was nooit in haar opgekomen dat hij woedend zou worden over zijn toekomstige vaderschap.

‘Stephen, ik –’

‘Zeg het!’

‘We krijgen een kindje,’ fluisterde ze, terwijl haar ogen zich met tranen vulden.

‘Wé?’ Zijn toon was spottend, en het verscheurde haar al zo lijdende hart.

‘Ik weet dat het geen onderdeel was van onze… overeenkomst.’ Het woord had een bittere smaak. Ze was er zo zeker van geweest dat hun relatie meer was dan een onpersoonlijke zakelijke overeenkomst die volgend jaar zomer zou aflopen.

‘Dat was het ook niet. Dit verandert niks,’ zei hij. Toen hij opstond, herhaalde hij: ‘Niks.’

Catherine was dankbaar voor de dikke kussens van de bank toen ze haar knieën voelde knikken.

‘Niks?’

‘Dat heb je goed gehoord, net zoveel als je krijgt na dit jaar. Niks. Ik ben niet van plan de voorwaarden van de overeenkomst nu te veranderen.’

‘Denk je dat het me om het geld te doen is, Stephen? Denk je dat ik expres zwanger ben geworden?’

‘Ik ben ervan overtuigd dat je het niet expres hebt gedaan, anders had je je bruiloft met Derek wel laten doorgaan.’

‘Derek? Wat heeft Derek hier nou mee te…’

Maar toen begreep ze het, en de hoop die ze nog had het hart van haar man te veroveren, was met één klap vervlogen.

Toen kwamen de tranen, en ze liet ze ongehinderd over haar wangen stromen. Ze huilde om zichzelf en om haar baby, maar ze huilde ook voor hem. Zou hij nooit leren te vertrouwen, lief te hebben?

‘O, Stephen, nee. Denk je dat deze baby van Derek is?’

‘Waarom zou je het me anders niet hebben verteld, Catherine? Waarom zou je anders zoiets belangrijks zo geheimhouden dat ik het nota bene van mijn eigen neef moest horen?’

Ze deed haar ogen dicht en kon zich helemaal voorstellen hoe Derek moest hebben genoten van zijn rol als boodschapper.

‘Dat spijt me. Echt.’

‘Ik wil geen excuses. Ik wil weten waarom.’

Het leek nu geen zin te hebben over liefde te praten. Hij was vastbesloten haar niet te geloven, dat was wel duidelijk. ‘Mijn redenen doen er nu niet meer toe.’

‘Ik denk dat ik recht heb op een verklaring. Dat ben je me wel verschuldigd.’ Daarna zei hij wat in het Spaans, en te oordelen aan de ruwe toon mocht ze blij zijn dat haar kennis van de taal beperkt was. ‘Ik dacht dat ik je kende, Catherine.’

‘Ja, en ik dacht ook dat ik jou kende. Ik denk dat we het alle twee mis hadden.’ Ze ging staan, en veegde de tranen weg, terwijl ze tot het enige besluit kwam dat ze onder deze omstandigheden kon nemen. ‘Ik vertrek morgenochtend.’

‘Het jaar is nog niet voorbij, Catherine.’

‘Ik kan hier niet blijven. Niet nu jij zo’n lage dunk van me hebt. Ooit nam je het me kwalijk dat ik Derek twijfel en verdenking liet zaaien. Wat ben jij hypocriet, zeg; de eerste de beste keer dat hij wat over mij in je oor fluistert, geloof je het.’

‘Geef mee één reden waarom ik dat niet zou doen,’ zei hij rustig, en ze twijfelde niet aan zijn oprechtheid.

‘Het punt is, Stephen, dat ik dat helemaal niet zou moeten hoeven doen.’

Stephen keek haar na toen ze de trap op liep, met die rustige gratie en waardigheid die hij zo bewonderde. Hoewel hij hier degene was die onrecht aangedaan was, hadden haar tranen en het verdriet in haar saffierkleurige ogen echt geleken.

Hij wilde naar haar toe gaan. Haar smeken te blijven, van hem te houden. Maar trots hield hem in zijn stoel. Hij had al lang geleden geleerd dat je mensen niet kon dwingen iets voor hem te voelen. Boven aan de trap zag hij haar naar rechts gaan. De cirkel leek zich te sluiten: van vreemden naar geliefden, naar van elkaar vervreemde geliefden.

Toen hij haar slaapkamerdeur hoorde dichtvallen, stond hij op, pakte zijn glas en smeet het als een baseball naar de open haard. Het spatte in gevaarlijke scherven uit elkaar. Ze leken de spot met zijn hart te drijven en pasten bij zijn stemming.

‘Waarom?’

 

Stephen was nog wakker toen hij zijn deur hoorde opengaan. Er viel licht uit de gang naar binnen, waardoor Catherines silhouet even te zien was voordat ze naar binnen glipte. Hij rolde op zijn zij en deed het lampje aan. Als ze was gekomen met het doel hem te verleiden om hem zo van gedachten te doen veranderen, had ze er niet de juiste kleding voor aan. De keurige peignoir die ze droeg was stevig dichtgeknoopt en hoog gesloten. Haar gezichtsuitdrukking was strak, gepijnigd, alsof ze niet langer haar afkeer van hem, en wat ze op het punt stond te gaan doen, kon verbergen.

Zelfs toen zijn lichaam een leugenaar van hem zou maken, deed hij zijn mond open om haar te vertellen dat hij haar niet wilde. Maar toen ze bijna bij het bed was, kromp ze in elkaar.

‘Stephen!’ gilde ze.

Hij vloog het bed uit en ving haar op voordat ze in elkaar zakte.

Met bonkend hart vroeg hij: ‘Wat is er? Wat is er aan de hand?’

‘De baby.’ Catherine kneep haar ogen dicht, de pijn in haar hart was veel groter dan de pijn die door haar onderlijf schoot. Ze mocht dit kind niet verliezen. Dat mocht niet. Het zou het enige zijn wat ze nog over had van de man van wie ze hield.

Hij legde haar voorzichtig op het bed dat ze de afgelopen weken hadden gedeeld. Ze rolde op haar zij en trok haar benen dicht tegen zich aan.

‘Ik bloed,’ fluisterde ze, gechoqueerd door het vuurrode bloed dat ze een uur daarvoor had ontdekt.

‘Ik breng je naar het ziekenhuis.’

‘Nee.’

Maar hij was zijn broek al aan het aantrekken. Terwijl hij zijn armen door de mouwen van een overhemd stak, vroeg hij: ‘Zal ik dan een ambulance bellen?’

‘Nee.’

Met loshangend overhemd en armen die langs zijn lichaam vielen, zei hij: ‘Zeg me wat ik voor je kan doen, en ik zal het doen.’

Zijn stem was zacht, vleiend, en heel even had ze bijna toegegeven aan zijn verzoek. Houd van me, dacht ze. Houd gewoon van me. Maar zelfs tijdens deze marteling kon ze hem niet smeken. Het was geen kwestie van trots, want als het opzijzetten van haar trots de oplossing was geweest, dan had ze dat zonder aarzelen gedaan. Maar liefde moest uit zichzelf komen, zonder dat erom werd gevraagd, zonder voorwaarden.

De telefoon ging.

‘Dat zal de dokter zijn,’ zei ze. ‘Ik heb hem laten oproepen.’

Stephen nam de telefoon met een ruk op. ‘Hallo!’

Catherine stak haar arm uit voor de hoorn, maar hij schudde zijn hoofd en ging op de rand van het bed zitten.

‘De dokter wil weten wanneer het bloeden is begonnen.’

‘Een uur geleden.’

Hij gaf de informatie door en vroeg toen: ‘Is het een zware bloeding? Heb je krampen?’

‘Niet zo heel zwaar, maar ik heb wel wat krampen.’

Ook dat gaf hij door. Het leek absurd zo met zijn drieën te praten, maar ze was te bang om erop te staan dat hij haar de telefoon zou geven; ze wilde dit niet alleen doormaken. Als dit de enige manier was waarop hij bij haar zwangerschap betrokken zou zijn, zou ze dat zo laten.

‘Ik begrijp het,’ zei Stephen. En toen: ‘Ja, ik breng haar morgenvroeg meteen naar u toe. Dank u wel, dokter.’

‘We kunnen niets doen, of wel?’ vroeg Catherine en liet zich terug in de kussens vallen, terwijl haar ogen zich vulden met tranen.

‘Ik vind het heel erg voor je, Catherine.’

Zachtjes streek hij het haar uit haar gezicht. Hij veegde een traan weg en streelde haar wang.

‘Ik heb vandaag gefitnest. De dokter had gezegd dat dat mocht. Hij zei dat ik helemaal gezond was. Misschien heb ik het wel overdreven.’

Hij veegde nog een traan weg en pakte toen haar hand. Terwijl hij er een kneepje in gaf, zei hij: ‘Geef jezelf nu niet de schuld, Catherine. Je hebt helemaal niets gedaan wat dit kon veroorzaken.’

‘Maar waarom dan?’ Opnieuw rolden de tranen over haar wangen.

Diezelfde vraag had Stephen zichzelf nog geen paar uur daarvoor ook gesteld, met dezelfde pijn. Hoe graag hij haar ook wilde haten, hij kon het niet. Hij kon het niet verdragen haar zo te zien, zo wanhopig bij het vooruitzicht het kind van zijn neef te verliezen, maar hij moest het weten.

‘Houd je nog altijd van hem?’

Toen ze hem daarop slechts wezenloos aanstaarde, zei hij: ‘Derek. Houd je – na alles wat hij heeft gedaan – nog altijd van hem?’

‘Ik houd niet van hem, Stephen. Na de afgelopen paar maanden met jou heb ik me gerealiseerd dat ik nooit van hem heb gehouden, niet zoals ik van hem had moeten houden. Liefde is geen oppervlakkige emotie, en dat was het enige wat ik voelde wanneer ik bij hem was.’

Wat onuitgesproken bleef, was wat ze beiden wisten: niets wat tussen hen beiden was gebeurd, kon oppervlakkig worden genoemd.

‘Ik breng je naar je kamer.’

‘Nee, alsjeblieft.’ Ze greep zijn hand vast. ‘Laat me bij je blijven. Ik wil nu niet alleen zijn.’

‘Catherine –’

‘Je hoeft me alleen maar vast te houden, Stephen. Het wordt gauw genoeg ochtend. Geef me alleen vannacht. Laat me de illusie dat alles in orde komt. Dat is alles wat ik van je vraag. Alsjeblieft.’

Hij was niet hard genoeg om haar verzoek af te wijzen, en dus glipte hij naast haar in bed, sloeg zijn armen om haar tengere lichaam en gunde zichzelf eveneens de illusie.