Dertien
'En? Hoe gaat het nou met Neil?' Sarah was een van die irritant fitte vrouwen die tegelijk konden hardlopen en praten. Zelfs op topsnelheid klonk haar stem volstrekt normaal, alsof ze niets inspannenders deed dan wat rondwandelen in Space NK op zoek naar een nieuwe lippenstift. Het was druk in de sportschool; de fitnessapparaten zoemden erop los en de stevige, opzwepende muziek die het tempo nog een tandje hoger leek te schakelen dreunde. Iedereen in het gebouw glom met de glans van zinvolle inspanning. Melanie, op het apparaat naast dat van Sarah, hijgde in een langzaam drafje en vroeg zich af waarom ze niet had aangeboden om de terriër van haar ouders en de poedel van Mrs. Jenkins mee naar het park te nemen. Ze zou lekker in de hopen herfstbladeren hebben kunnen schoppen, kunnen kijken of de kastanjebomen hun kleverige knoppen voor het volgende voorjaar al hadden gevormd en kunnen raden welke van de paddestoelen giftig waren. Daar had ze tenminste niet hoeven doen alsof ze in fysieke topconditie verkeerde en zich rustig met de natuur en haar eigen gedachten kunnen bezighouden.
'Waarom denk je dat er iets over Neil te melden is?' vroeg ze Sarah zodra ze genoeg adem had.
'Ik heb hem gebeld.' Sarah praatte extra hard om boven de muziek uit te komen. 'Ik vroeg of hij jou nog had gezien en hij zei dat hij wat geklust had bij jou thuis. En we weten allemaal heus wel wat dat betekent.' Ze keek Melanie aan in de spiegel en grijnsde haar toe met een vette, veelbetekenende knipoog.
Mel lachte. 'Het betekent dat ik een paar mooie nieuwe planken heb, waar ik lekker veel boeken op kwijt kan.'
'Ach, toe nou, Melanie, hou je nou niet van de domme. Ik kan me echt niet voorstellen dat hij alleen maar een beetje onschuldig met zijn hamer heeft staan zwaaien.'
Een voorbij lopend personeelslid, een van de instructeurs, hoorde wat Sarah zei. Hij vertraagde zijn pas, nam Mel onderzoekend op en lachte dubbelzinnig naar haar. Hij was een gespierde twintiger, stevig gebouwd, met kort zwart haar en een nauwsluitende korte broek aan. Volgens de roddel in de sportschool was hij een professionele rugbyspeler geweest tot hij bij een botsing met een overenthousiaste tegenstander zijn knie had beschadigd. Hij gaf Mel via de spiegel een geile knipoog en zij lachte terug, om beleefd te zijn.
'Zag je dat? Hoe durft hij!' zei ze tegen Sarah toen de man was doorgelopen om een andere vrouw te helpen die problemen had met het tricepsextensie-apparaat.
'Ik zag het en het is een stuk. Jouw probleem, Mel, is dat je niet weet wanneer je dankbaar moet zijn.'
'Dankbaar? God, moet ik dat dan zijn? Dank je wel.'
'Ja, dankbaar. Wie weet? Misschien ziet hij je echt wel zitten. Je moet eens naar hem toe gaan en hem je nummer geven; dat zou ik in ieder geval doen als ik jou was. Jong, vers bloed, je weet maar nooit.
'Hou op, Sarah, zoals jij het zegt, lijk ik wel een vampier! Het enige wat er zou gebeuren, is dat we zouden zien hoe hard hij kan rennen!'
'Je bent gek. Kijk nou eens naar jezelf: de droom van elke jongeman: een ervaren, ongebonden oudere vrouw met een comfortabel, warm, leeg huis en een heleboel vrije tijd.'
Melanie schakelde haar apparaat uit en ging rek- en strekoefeningen doen. Sarah vertraagde haar tempo ook en sprong bevallig op de grond. 'Stel je eens voor, je zou je eigen jongemannenclubje kunnen beginnen. Je zou een hele rij aanbidders kunnen hebben,' zei ze.
'Nu je het er toch over hebt,' zei Mel nadenkend toen ze naar de kleedkamer liepen om zich te verkleden voor het zwembad, 'het drong eigenlijk pas net tot me door, maar ik denk dat een van mijn buren denkt dat ik me aan haar zoon vergrijp. Ik was zo druk bezig met het afmaken van mijn boek en kijken naar wat Max in de tuin aan het doen was... Jezus, dat denkt ze echt. Ik ben zo traag van begrip - ik begrijp nu pas wat ze bedoelde.'
'Wie? Wat?'
'Perfecte Patty. Op nummer 14. Haar zoon Ben komt af en toe langs en gebruikt dan Rosa's computer. Hij komt alleen lang niet zo vaak als zijn moeder denkt. Een paar weken lang gebruikte hij me als excuus om naar de andere buren te gaan en de kleindochter van de oude Mrs. Jenkins te versieren. Ze is nu een poosje met haar ouders naar Parijs en Berlijn. Ze komen morgen terug, geloof ik. Patty zei iets tegen me over dat ik Ben zou "aanmoedigen". En ze denkt dat ik hem dronken voer. Ik heb hem niet verraden, dus ik heb het niet ontkend. Sindsdien doet ze een beetje raar tegen me.'
'Tja, je bent een vrouw alleen - een beetje als de dorpsheks.'
'Ik heb zelfs een kat.'
'Zie je wel. Die vrouw kan elk moment op je stoep staan om in je schuur te kijken of er geen bezemsteel staat.'
Mel lachte. 'Ik heb niet eens een schuur.'
'Dus die bezemsteel ontken je niet?'
'Of mijn goeie ouwe heksenketel. Er valt veel te zeggen voor een goede heks.'
De planten kwamen 's middags. Max en Melanie hadden zitten wachten
als bezorgde ouders van wie het kind te laat uit school komt. Ze
zaten op het bankje voor het keukenraam met hun derde mok thee toen
de vrachtauto voorzichtig over het smalle pad achter het huis kwam
aanrijden. Het was een sombere maar rustige dag, zo'n grijze dag
waarop je regen verwacht die nooit echt valt, en het begon al te
schemeren, veel te vroeg, alsof de zon het had opgegeven en naar
huis was gegaan. Het leek Melanie helemaal het verkeerde seizoen en
het verkeerde weer voor deze exotische planten die je toch
associeerde met zon, warmte en licht. Toen de vrachtwagen naderde,
langs de schuttingen van de achtertuinen, wuifden de palmbladeren
en de pluizige stengels van de bamboe, veilig bijeengebonden met
tape, sierlijk in de wind, als koninklijke hoogheden die een
juichende menigte begroetten.
'Ach gossie, ze zien er zo ontheemd uit,' merkte Melanie op. 'Ik hoop dat maar ze het bij mij naar hun zin krijgen.'
'Het zou een verdomd dure vergissing zijn als dat niet zo was!' zei Max lachend. 'Maak je niet zoveel zorgen, Mel, je moet ze niet onderschatten. Ze hebben een heleboel weerstand. Geniet ervan! Dit is altijd het leukste, als alles helemaal klaar is en ligt te wachten op het laatste stadium.' Hij keek naar haar, nu eens een keer ernstig. 'Ik hoop dat we het eens zijn over wat waar komt te staan.'
'Natuurlijk,' verzekerde Melanie hem. 'We doen het toch volgens je originele ontwerp? Dat vond ik er wel mooi uitzien.'
'Ja, maar als het spul er eenmaal echt is... blijft er altijd ruimte om een beetje te rommelen, een beetje artistieke vrijheid.'
'Nou, jij bent de kunstenaar... neem jij de beslissingen maar. Ik blijf hier gewoon zitten en kijk toe!'
'Hmm - ik weet niet of dat een goed idee is.'
De planten in hun potten werden door Max en de bezorgers door de poort naar binnen gedragen. Mel droeg de twaalf bamboeplanten en zette ze op een rij langs de achterste schutting waar ze volgens Max moesten staan. Ze waren nog klein, maar zouden in het voorjaar snel gaan groeien - zo'n 30 centimeter per dag, volgens Max, hoewel ze zich afvroeg wat hij gerookt had toen hij dat zei. De afwisseling in de kleur van hun stelen was opvallend, zelfs in het sombere novemberlicht - de vele tinten geel, groen en zwart zouden steeds variëren als rimpelend water waar de zomerzon op speelt en hun bladeren zouden ruisen en trillen in het lichtste briesje. Het vervangen van de oude, woekerende clematis door deze planten was, dacht ze toen ze ze voorzichtig tegen de schutting zette, als het uittrekken van een verstikkend, strakzittend wollen pak en het aantrekken van een simpele, dunne zijden jurk.
Op de vrachtwagen stond een klein hijskraantje en toen alle andere planten waren uitgeladen, werden de drie grootste palmen in een soort juten hangmat gehangen en over de schutting gehesen. Hun potten waren minstens anderhalve meter breed en diep. Het was een precies, moeilijk karwei en op dat moment realiseerde Melanie zich ook dat de hele operatie nauwkeurig werd gadegeslagen door vrijwel iedereen in de buurt die in haar tuin kon kijken.
Patty hing uit het slaapkamerraam van Ben. 'Hemel, wat worden we exotisch!' riep ze.
'Het is wel heel wat anders,' klonk een norse stem aan de andere kant van de schutting die Melanie herkende als die van Gerald, een gepensioneerde belastinginspecteur die op het gebied van tuinen een voorkeur had voor fluwelige rozen, manden met hangplanten en een kortgemaaid gazon. De stem klonk niet goedkeurend.
'Niet jouw stijl, Gerald?' riep ze terug.
'Het geeft je zo weinig te doen in de tuin,' antwoordde hij.
'Dat is nou precies wat ik wilde!' zei ze. 'Wacht maar tot het weer voorjaar is, als alles goed is aangeslagen en begint te groeien. Dat vind je het misschien best mooi.'
'Geen echte bloemen...' De afkeurende stem stierf weg en ze hoorde het geluid van een deur die werd dichtgeslagen.
'Ik tel alvast één stem tegen,' zei Melanie tegen Max toen hij samen met Pablo en Brian van het tuincentrum de grootste plant, een enorme Chamaerops humilis loshaakte uit de hijskraan en hem op zijn plaats sleepte in de achterste hoek van de tuin.
'Ooh, kijk nou eens! Het lijkt wel het buitenland!' Mrs. Jenkins kwam naar buiten om te zien wat er aan de hand was. Ze was warm ingepakt in haar grijze wintermantel en had haar roze gehaakte mutsje op.
'Wat vindt u ervan? Vindt u ze mooi?' Max veegde zijn modderige handen af aan zijn aardekleurige trui.
'Je moet je vrouw vragen of ze die eens wast, lieverd,' zei Mrs. Jenkins tegen hem en wees met haar gele want naar zijn borst.
'Die heb ik niet,' antwoordde hij met een gespeelde uitdrukking van spijt op zijn gezicht.
'O nee? Melanie?' riep ze naar Mel, die met de bezorgers stond te praten. 'Melanie, hoor je dat? Hij heeft geen vrouw! Komt dat even mooi uit!'
Brian en Pablo keken afwachtend van Melanie naar Max en weer terug.
'U zegt ook altijd het verkeerde,' zei Mel tegen haar. 'Ik heb net een nutteloze echtgenoot gedumpt en ik zit echt niet te wachten op een andere!'
'Nou, bedankt,' zei Max. 'Ik werk me voor je uit de naad en dan word ik zo maar even met alle andere mannen op deze aardbol afgeschreven als nutteloos. Tegen de tijd dat het voorjaar wordt, wou je deze planten toch nog wel de grond in hebben?'
'Het nutteloos sloeg op echtgenoten,' zei Mel tegen hem. Max leunde tegen de muur en grijnsde naar haar. 'Dan is het maar goed dat ik dat niet ben,' zei hij, 'En zeker niet de jouwe.'
'O, alsjeblieft, je begrijpt toch wel wat ik bedoel.' Mel beende het huis in. Ze geneerde zich dood. Ze had de bel horen gaan - twee keer lang, Sarah's herkenningsteken. Toen ze de keuken binnenliep, hoorde ze Mrs. Jenkins aan Max vertellen: 'Brenda komt morgen terug. Ze wilden dat ik meeging naar Parijs, maar ik ben tweeëntachtig...'
Sarah, Cherry en Helena - de schilderes van wie Melanie het werk had gezien - stonden op de stoep.
'Je zei dat vandaag de planten werden gebracht, dus we dachten: we komen maar eens kijken. En dit hebben we meegenomen!' Sarah overhandigde een tas van Waitrose die vol zat met flessen wijn. 'En Neil komt er ook aan, hij schijnt te denken dat hij ergens bij kan helpen.' Ze liep achter Mel aan de keuken in en opende de la, op zoek naar een kurkentrekker.
'Denkt hij dat?' lachte Melanie. 'Bij wat? Max vertellen wat hij moet doen? Dat wil ik hem wel eens zien proberen!'
'Mel, je bent gek - Neil is een aardige, beschikbare vent die nog al zijn tanden heeft...'
'Dat heb ik niet gecontroleerd.'
'...die elke aanleiding aangrijpt om bij jou te zijn, en wat doe jij?'
'Niets.'
'Precies.' Sarah dreef de punt van de kurkentrekker in de eerste fles en gaf er een felle draai aan. Ze klonk behoorlijk heftig, alsof Melanie leed aan een sluimerende ziekte en weigerde een beproefde remedie te proberen.
'Sarah, ik wil ook helemaal niets doen. Ik vind hem aardig als vriend, maar ik heb hem niet gevraagd me te komen opzoeken.'
'Als ik in jouw schoenen stond...' Sarah was niet in de stemming om redenen of excuses aan te horen. Toen ze glazen uit de kast pakte, keek ze uit het raam naar Max, die de laatste van de drie Phoenix canariensis op zijn plaats zette, halverwege de schutting links.
'O, nou begrijp ik het!' riep Sarah uit. Ze draaide zich lachend om naar Mel. 'Kijk eens wat je al die tijd voor ons verborgen hebt gehouden! Jij achterbakse tante! Waarom heb je dat niet verteld? Wist Cherry hiervan?'
'Verdorie, Sarah, Max is gewoon de tuinman! Ik betaal hem om hier te zijn!'
'Mm, dat zou ik ook doen,' mompelde ze, schonk een groot glas wijn in en opende de deur. 'Hoi!' riep ze. 'Heb je zin in een glas om op te warmen?'
'Sarah liegt dat ze barst,' mopperde Mel toen ze glazen en een fles naar de woonkamer bracht naar Helena en Cherry. 'Ze zou Nick nooit bedriegen - ze kijkt alleen maar en...' Melanie viel stil. Cherry en Helena zaten dicht bij elkaar op de bank, hand in hand. Cherry keek op; haar ogen glansden, haar gezicht lichtte op in een nieuwe vervoering. 'Mel, er is iets wat we je wilden vertellen...'
Roger keek toe hoe Leonora zich uitkleedde. Hij leunde in zijn
kussen en probeerde zich te herinneren hoe ze eruit had gezien toen
ze nog een taille had. Ze droeg nog altijd kleren die hij
gevaarlijk strak vond, alsof ze haar uitdijende middel opzettelijk
negeerde. Er liep een vurige rode band rond haar middel, de band
van haar broek had de baby misschien wel ingeklemd. Dat kon toch
niet goed zijn. Tegen welk deel zou hij gedrukt hebben, vroeg hij
zich af, de kleine hersentjes, het kleine buikje?
Hij wist dat hij hierover niet moest beginnen tegen Leonora. Hij had ooit iets over positiekleding gezegd en ze had hem alleen maar uitgelachen, alsof hij een belachelijke faux pas had gemaakt. Erger nog, ze had het volkomen duidelijk gemaakt dat die term hopeloos uit de tijd was, passé, iets uit het midden van de vorige eeuw, als het niet die daarvoor was. 'Niemand draagt dat meer,' had ze proestend van het lachen uitgebracht. Hij had alleen maar willen zeggen... ja, wat had hij eigenlijk willen zeggen? Dat het hem nogal raar leek om nauwe T-shirts te dragen en broeken die niets verhulden, die elke bolling lieten zien. In huis had ze het vaak te warm en droeg ze kleine topjes die opkropen en de strakzittende, kwetsbare huid blootgaven. Haar navel stak uit als de neus van een puppy. Er was zo weinig wat de baby daarbinnen beschermde. Waarschijnlijk had hij willen zeggen dat ze nog steeds rondliep alsof ze - alsof ze nog steeds iemand probeerde te verleiden. Hij vond het vervelend. Hij wist wel dat hij zich er niets van aan moest trekken, dat het gewoon de kleding was die vrouwen nu eenmaal dragen, maar hij vond het toch vervelend.
'Als het aan jou lag zouden we allemaal rondlopen in wijde positiejakken!' had ze smalend gezegd. Ze vouwde haar lenige benen onder zich op de bank en nam een hap van weer een bakje van haar favoriete pistache-chocoladeijs. De baby zou groen-bruin gestippeld worden als een tropische slang als ze er nog meer van at. Dat was een ding dat zeker was.
'Helemaal niet,' wierp hij tegen. 'Ik vraag me gewoon af of het je nog wel lekker zit, zulke strakke kleding.'
'Maar het zit helemaal niet strak. 'Dat is het wonder van Lycra,' legde ze geduldig uit, plagend alsof hij de oudste man op aarde was. Soms voelde hij zich ook zo.
En nu, nu hij haar naakt door de kamer zag lopen, voelde Roger zich nauwelijks aangetrokken tot zijn aantrekkelijke jonge vrouw. Zij had nu juist veel zin in seks. De hormonen deden iets met haar seksbehoefte, beweerde ze, en als ze aan het vrijen waren, leek ze ver weg te zijn in een primitieve, hitsige eigen wereld. Op die momenten, als hij haar gesloten ogen en haar wilde, haast dierlijke gezichtsuitdrukking zag, maakte het niet uit wie hij was, kon hij iedereen zijn met een goed functionerende penis. Het maakte hem bang. Hij zou in de jaren die komen gingen niet genoeg voor haar zijn. Ze zou iets anders zoeken. Hij zou alleen maar een nuttige, leerzame fase voor haar zijn. Uiteindelijk zou hij alleen komen te staan. Hij zou zijn dagen eindigen in een eenzame flat met een paar katten en de hoop dat zijn kinderen wat tijd overhielden in hun drukke bestaan om hem eens op te zoeken. Hij zou lang op zijn werk blijven hangen en het moment uitstellen dat hij naar huis moest en de lampen aandoen in een zielloos huis waar werd bestaan, maar niet geleefd. Hij wilde dat hij er met Melanie over kon praten, maar zij zou de laatste zijn die het wilde weten. Hij kon haar al horen: 'Dat had je eerder moeten bedenken.'
Hij glimlachte bij zichzelf toen Leonora in bed stapte. Zij legde zijn uitdrukking verkeerd uit, drukte haar volle borsten tegen hem aan en kneep in zijn dijbeen. Meer uit plichtsbesef dan uit hartstocht liet hij zijn handen rond haar gretige lichaam glijden.
Het was na middernacht toen de laatste van hen wegging. Het huis
zag eruit alsof dertig tieners er een feest hadden gegeven. Er
stonden overal lege flessen, er lagen peuken van Max op elk
schoteltje dat Mel bezat en de keuken was een plakkerige smeerboel
van broodkruimels, geraspte kaas, likken Marmite die hun doel
hadden gemist en kruimels van de chocoladecake die Patty had
bijgedragen.
'Ik dacht ik kom maar eens met hem mee om te zien wat jullie computer heeft wat de onze niet heeft,' had Patty gezegd toen ze op de drempel stond naast een hoogst opgelaten Ben met zijn tas met schoolboeken.
'Die hoorde de muziek, als je het mij vraagt, en dacht daar is het gezellig,' had Sarah tegen Mel gefluisterd terwijl ze Patty een glas inschonk en haar aan de anderen voorstelde. 'Die denkt dat we haar kleine jongen gaan groepsverkrachten,' voegde ze eraan toen. Mel was dankbaar voor de harde muziek (het Nelly Furtado-bandje uit de auto van Max) en probeerde niet te giechelen. Het idee dat zij, Sarah en Mrs. Jenkins zich op Ben zouden storten en hem de kleren van het lijf zouden rukken was volkomen bespottelijk, dat moest zijn moeder ook inzien.
Het was een langdurig karwei geweest om de planten zo op hun plaats te krijgen dat iedereen er tevreden mee was. Behalve Max en Melanie hadden ook Sarah, Cherry en Helena, de mannen van het tuincentrum en Mrs. Jenkins allemaal hun zeg je gedaan. Het oorspronkelijke ontwerp lag uitgespreid op de keukentafel en zat vol vieze vingers - het gevolg van aanwijzingen als: 'Zet die lange pierlala hier,' of 'Dat lelijke prikding moet niet te dicht bij het pad staan.' Neil was gearriveerd toen de discussie op zijn hoogtepunt was en had, zoals het een leraar betaamt, geprobeerd de leiding te nemen, zwaaiend met zijn armen alsof hij het verkeer regelde.
'Die vent met wie je tegenwoordig wat hebt is volgens mij een complete idioot,' mopperde Max tegen Mel.
'Ik heb niets met hem,' siste ze terug.
'Maar goed ook,' zei hij en verdween achter een palm.
Mel probeerde Neil op tactische wijze af te leiden en stuurde hem naar Oddbins toen duidelijk werd dat de biervoorraad moest worden aangevuld. Eindelijk, nadat Max het gezelschap er voorzichtig aan had herinnerd dat de beslissingen die nu genomen werden niet definitief hoefden te zijn en dat er in het voorjaar nog echiums en andere kwetsbare vetplanten zouden komen, was het tijd geworden om er eens feestelijk op te drinken. Iemand had gesuggereerd dat het wel een goed idee zou zijn om even te kijken hoe het met die belangrijke voetbalwedstrijd ging die op tv werd uitgezonden, en Brian, Pablo en Neil begonnen een uitvoerige discussie over wie er kampioen zou worden.
Melanie liep met Mrs. Jenkins, die een klein glaasje wijn had gedronken ('Ik hou wel van een glas, lieverd, maar wijn houdt niet zo van mij'), mee naar haar voordeur en zag toen ze terugkwam dat iedereen zich voor de rest van de avond had geïnstalleerd. Ben lag breeduit op de grond voor de televisie en leek geen plannen te hebben om nog in de buurt van de computer te komen en Jeremy Paxman lag heerlijk boven op zijn boekentas in de stoel in de gang te slapen.
Laat in de avond schonk Patty zichzelf een vijfde glas gin in en bekende aan Cherry, Mel en Helena dat ze vroeger op kostschool ooit een relatie had gehad met een meisje. 'Ik weet wel dat iedereen altijd denkt dat alle meisjes op dat soort scholen aan niets anders denken, maar...' Ze begon zachtjes te huilen. 'Zij was mijn grootste liefde!' snikte ze. Mel wierp een blik op de keukendeur en was gerustgesteld toen ze Ben luid hoorde beweren dat thuiswedstrijden in Engeland het beste in het stadion van Newcastle konden worden gespeeld.
'Wat is er van haar geworden?' vroeg Helena zachtjes en streelde Patty's hand.
'Hetzelfde wat er van de meesten van ons is geworden!' jammerde Patty. 'Ze ontmoette een man die met haar wilde trouwen, en dat deed ze toen maar omdat ze niet dapper genoeg was om voor een ander leven te kiezen!' Ze stond op en sloeg haar armen om Cherry heen, die geschrokken achteruit deinsde. 'Ik vind je geweldig!' snikte Patty.
'Haal haar van me af!' siste Cherry tegen Sarah.
'Alles oké hier?' Tijdens de rust kwam Max de keuken in om te kijken of er nog bier in de koelkast was. 'O, lieve hemel, wat is er met haar aan de hand?'
'Een beetje moe en emotioneel, dat is alles,' zei Mel. 'Niets om je ongerust over te maken.'
'Waar woont ze? Zal ik haar naar huis brengen?'
Mel keek naar Patty, die nog altijd om Cherry's nek hing. Cherry probeerde met veel moeite Patty's vingers los te maken. 'Misschien is dat wel een goed idee,' zei Melanie tegen hem. 'Ze woont hiernaast, op nummer 14. Ik zeg wel tegen Ben dat ze vast naar huis is en hem niet bij die wedstrijd vandaan wilde slepen.'
'Weet je, Melanie,' lispelde Patty toen Max Cherry's plaats innam en haar ondersteunde, 'je bent een goed mens, een gulle gastvrouw. Jij verdient een aardige nieuwe vent. Iemand van je eigen leeftijd. Ben is nog maar een jongetje. Zijn idee van een oudere vrouw is iemand van tweeëntwintig, niet van tweeënveertig.'
'Waarom zei ze dat niet wat harder?' siste Cherry tegen Mel, toen Max Patty meetroonde naar de voordeur. 'Misschien heeft niet iedereen het gehoord.' Het kon Melanie eigenlijk niet veel schelen. Patty kon denken wat ze wilde - het strekte op een beschamende manier tot troost dat ze eigenlijk helemaal niet zo perfect bleek te zijn.
Max kwam vijf minuten later terug. Iedereen, behalve Mel, zat weer naar de wedstrijd te kijken. Ze zette glazen in de vaatwasser. Er stroomde bloed uit Max' neus.
'Die klootzak sloeg me!' zei hij, op zoek naar iets om de rode vloedgolf mee te stelpen. Mel duwde hem in een stoel, rukte een stuk keukenpapier van de rol, hield dit onder de koude kraan en drukte het tegen zijn neus. Zijn blauwe ogen keken haar aan, verwonderd en gekwetst. 'Patty's man, die dikke hufter! Hij gaf me een dreun! Hij dacht dat ik zijn vrouw dronken had gevoerd! Hoe komt die vent er bij! Alsof ik haar zou willen versieren. Ze is absoluut niet mijn type!'
'Wat is dan wel je type?' Melanie hield het er maar op dat het door de wijn kwam dat ze die vraag had gesteld.
Max keek haar nog altijd recht aan en hij had die blik in zijn ogen die hij meestal had als hij haar plaagde. Hij gaf geen antwoord op haar vraag, wat eigenlijk maar goed was. Want ze wilde het natuurlijk niet weten. Niet echt, tenminste.
De poedel blafte in het huis naast het hare. Melanies gedachten gingen terug naar de vorige avond, ze kreunde en stopte haar bonkende hoofd onder het kussen. Het was vlak na zevenen, maar nog altijd pikkedonker. Ze had er een bloedhekel aan om 's winters in alle vroegte in het donker te moeten opstaan. Het voelde onnatuurlijk. Mensen zouden zich net als schildpadden moeten gedragen, dacht ze, en ze sloot haar ogen in een poging terug te keren naar de droom die ze had over een warm, zonnig strand met wuivende palmen erlangs (het waren elegante Butia capitata's; ze was verrukt dat ze ze kon herkennen). Mensen zouden zich ook moeten kunnen vertragen en de uren zonder zon slapend doorbrengen, na zich eerst op een vorstvrij plekje te hebben ingegraven en een soort heilzame verdoving te hebben bereikt. Toen de hond bleef doorkeffen en ze eindelijk echt wakker werd, drong tot haar door dat dat vroege opstaan ook echt niet meer hoefde. Als ze dat wilde, kon ze naar een zonnige plek reizen, om er permanent te wonen of om er de koude, grijze Engelse wintermaanden te ontvluchten. Ze zou een huis kunnen huren of er zelfs een kopen - in Zuid-Frankrijk gaan wonen of op een klein eiland in de Caribische Zee. Net als de dochter van Mrs. Jenkins kon ze zo ver weg gaan wonen dat ze elke keer als ze op bezoek kwam hartelijk zou worden begroet door haar familie en eigenlijk niets fout kon doen - een echte verloren dochter.
Er klopte iets niet. Melanie rukte zichzelf los van haar zonnige dromen, smeet het kussen op de grond en schoot overeind. Mrs. Jenkins liet de hond nooit langer dan een paar minuten blaffen. Ze was gek op haar hond en verwende hem en zou bij nacht en ontij de trap af komen om het schepsel uit te laten als het moest. En het moest vaak de laatste tijd, want de poedel was op een leeftijd gekomen waarop de eisen van het spijsverteringsstelsel dringend en veelvuldig waren.
Mel kleedde zich haastig aan, schoot in de spijkerbroek en de met aarde besmeurde trui die ze aan had gehad om de planten te verplaatsen, en stapte in haar modderige laarzen van schapenvel. Ze zei tegen zichzelf dat ze niet te paniekerig moest doen: er waren genoeg redenen te bedenken waarom Mrs. Jenkins de hond liet doorblaffen. Ze deed haar best er een paar te bedenken, maar er schoot haar niets te binnen. Ze stond wel altijd vroeg op, maar het was toch niet waarschijnlijk dat ze al een boodschap deed.
Melanie ging door de tuindeuren naar buiten en opende het hek in de schutting. De gordijnen van het huis van Mrs. Jenkins waren potdicht - zij was er een groot voorstander van om de warmte binnen te houden en de tocht buiten - maar het kleine hondje had zich onder de stof door gewerkt en sprong tegen het raam op als een balletje aan elastiek. Mel klopte op de keukendeur en wachtte, maar er kwam geen teken van leven. Ze werd nu nog ongeruster, ging haar eigen huis weer in en liep door de voordeur naar buiten, stapte over het lage muurtje en gluurde door de brievenbus van Mrs. Jenkins naar binnen. Ze vreesde en verwachtte het klassieke beeld van een oude vrouw die morsdood in een rare bocht onder aan de trap lag.
De gang was leeg. Het oude beige jasje van Mrs. Jenkins hing aan het haakje aan de muur naast haar paraplu, de hondenriem, haar verzameling shawls en het roze gehaakte mutsje dat ze de avond tevoren had gedragen. Haar rieten boodschappenwagentje stond te wachten naast het lage tafeltje waarop de oude roze telefoon, een foto van Brenda en Brian uit hun schooltijd en een breed lachende grijze porseleinen kat stonden.
'Mrs. Jenkins?' Melanie riep door de brievenbus en drukte op de bel. Waarschijnlijk bezorgde ze de oude vrouw de schrik van haar leven. Ze zou minstens een halfuur nodig hebben om haar te kalmeren en haar vol te gieten met thee en glaasjes water in haar eigen keuken. Het kleine hondje sprong hysterisch blaffend tegen de deur op. Mel deinsde achteruit voor zijn scherpe tanden, leunde tegen de deur toen ze overeind kwam en merkte vervolgens dat hij meegaf. De klink was kapot. Dit was het moment waarop, als ze deze scène in een van haar Tina Keen-boeken zou beschrijven, ze de spanning zou opvoeren, en dan werd het ook de hoogste tijd om versterking te halen. In plaats daarvan liep ze in haar eentje het huis binnen, met voorzichtige stappen in het halfduister, haar vingers gespreid voor haar gezicht voor het geval ze een tafereel zou aantreffen dat te vreselijk was om naar te kijken.
Mrs. Jenkins was in de woonkamer; ze lag achterover in haar Parker- Knoll-leunstoel waarin ze 's middags graag rustte. Haar ogen waren gesloten. Melanie twijfelde of ze weer weg zou sluipen. Ze kon, om te voorkomen dat ze haar aan het schrikken maakte, alleen de hond even uitlaten en haar verder laten slapen. Maar de klink was stuk en het was veel te leeg op de schoorsteenmantel en op het oude notenhouten dressoir waar de mooie zilveren fotolijstjes hadden gestaan. Er stond alleen nog een enkele porseleinen Pekinees met een kapot oor. Melanie begon zich koud en rillerig te voelen. Ze zag, toen ze beter keek, een wond op de wang van de oude vrouw en er zaten donkere plakkerige plekken in haar haren. Ze ademde nog, maar vlak en onregelmatig.
Mel haalde bevend een jas uit de gang en legde die voorzichtig over Mrs. Jenkins heen. Daarna belde ze een ambulance en vroeg in tweede instantie ook maar om de politie. Toen ging ze naast de bewusteloze oude vrouw zitten, hield haar koude, droge hand vast en wachtte. Ze hoopte dat de roodharige agent weer zou komen die zo vriendelijk was geweest toen haar auto was gestolen. Mrs. Jenkins verdiende iemand die zo aardig was, en geen barse jonge rechercheur die alleen aan promotie dacht en aan gewapende roofovervallers.
De ambulance was er het eerst. Een sterke jonge blonde meid en een man die verontrustend veel op Michael Caine leek spraken geruststellend tegen de oude dame en behandelden haar met waardigheid. Ze praatten tegen haar alsof ze niet bewusteloos was. Ze vertelden wat ze deden toen ze haar pols opnamen, haar bloeddruk maten en haar een zuurstofmasker opzetten. De politie kwam al snel daarna met gillende sirene de hoek om, net op het moment waarop de ambulanceverplegers Mrs. Jenkins in de ambulance schoven. Melanie wilde tegen ze zeggen dat ze stil moesten zijn, dat de oude dame sliep.
'U bent toch voorzichtig met haar, hè?' zei ze tegen het blonde meisje, dat haar rustig toeknikte. 'Ze is tweeëntachtig, weet u.'