Zes

'Ik heb gisteravond met mijn vroegere aardrijkskundeleraar gevreeën.' Mel probeerde op luchtige, opgewekte toon deze openlijke bekentenis uit op Jeremy Paxman terwijl ze een blikje Whiskas voor hem opende. De kat was alleen in eten geïnteresseerd en draaide zijn vaste programma af dat hij tweemaal per dag vertoonde: dan schonk hij zijn baasje een kleine uiting van affectie door haar kopjes te geven en te spinnen. 'Ik had hem in geen vijfentwintig jaar gezien. Misschien zie ik hem wel nooit meer,' vervolgde Mel en zette het bakje op de grond. Ze vroeg zich af hoe dit allemaal zou overkomen op een ander mens, en hoe ze zelf zou reageren als bijvoorbeeld Cherry haar dit zou vertellen.

'Ben je niet geschokt, Jeremy? Vind je me geen wanhopige ouwe taart?'

De kat stak zijn gretige kop in de onwelriekende brij, het snorren ging met horten en stoten door tijdens het schrokken. Ze kon niet van hem verwachten dat het hem ook maar iets interesseerde. Katten, dacht ze toen ze water opzette, hoefden zich het hoofd niet te breken over de vraag of een potje snelle, vrijblijvende seks wel of niet kon. Ze praatten er niet over, analyseerden het niet, vroegen zich niet af of ze wel het goede hadden gedaan en wat de gevolgen zouden zijn. Anders dan mensen konden ze zich door de natuur laten leiden en wisten ze precies waartoe hun bestaan diende: als de gelegenheid zich voordeed zich voort te planten, dan maakten ze er gebruik van en smeerden 'm zonder om te kijken. Normen en waarden, gevoelige afwegingen over zwangerschap, ziekte en schuld en een volgend afspraakje voor de beleefdheid, daar hadden ze geen last van. Bofkonten - hoewel, Jeremy bofte niet zo: hij was met zes maanden gecastreerd. Ze kriebelde hem boven op zijn brede zwarte kop. Geen wonder dat er geen reactie kwam: hij had geen idee waar ze het over had.

Ben stond weer bij de bushalte toen Mel zich in het verkeer stortte om naar de sportschool te gaan. Ze toeterde en zag dat het even duurde voor hij haar herkende. Hij zag er nog mismoediger en afwijzender uit dan anders, alsof hij heel erg zijn best deed om te doen alsof hij ergens anders was, als het maar niet die koude bushalte was, onderweg naar school.

'Je ziet er een beetje somber uit,' zei ze toen hij zijn lange lijf op de passagiersstoel neerliet. Hij haalde zijn schouders op en sloeg zijn armen defensief over elkaar, alsof hij bang was dat zij van hem verwachtte dat hij haar volledig in vertrouwen nam als dank voor de lift.

'Stomme school, stomme examens, stomme ouders.' Het kwam eruit als één lange zucht. Mel wilde dat ze niets had gezegd. Zoals het eigenlijk hoorde was dat hij geglimlacht had, zijn schouders had opgehaald en 'ach, zo is het nou eenmaal' had gezegd. Dan had zij terug kunnen lachen en iets even onbetekenends kunnen zeggen als 'ja, ik weet het'.

'Weer examens dit jaar?' vroeg ze en schoof een stukje op in de rij achter het stoplicht.

'Elk jaar. De hele tijd. A1 A2, ga maar door, tot volgend jaar als ze het systeem weer gaan veranderen. Alweer. Te laat voor onze klas. En als ik thuiskom...' Hij kwam nu goed op stoom. Hij had haar nog niet eens gegroet. O, dat heerlijke egocentrisme van de jeugd, ze hoefden alleen maar aan zichzelf te denken. Net als ik, moest Mel schuldig toegeven.

'Wat is er mis met thuis?' vroeg ze iets te belangstellend. Alsjeblieft, God, laat het zo zijn dat Perfecte Patty niet geheel onberispelijk is als moeder. Kon een vrouw die met één hand vijfentwintig taarten bakte voor het jubileum van het bejaardenhuis tekortkomingen hebben? Mel hoopte het, want Patty was ook een vrouw die moeite had haar gasten niet te vragen hun schoenen uit te trekken bij de voordeur uit angst dat er een korreltje vuil op haar roomwitte berber terechtkwam, en moest nodig eens van een andere kant worden belicht.

'Ze zitten me alsmaar op mijn kop. Nou ja, mijn moeder dan. Papa grijnst alleen maar alsof hij met me meeleeft, maar hij is gewoon lui en bang voor haar. Ze zeurt maar door: "Heb je geen huiswerk, Ben?" en "Het is zo belangrijk dat je je inleest in een onderwerp, Ben."' Mel lachte om Bens treffende imitatie van Patty's zoetgevooisde maar dwingende stemgeluid.

'Nou nou, ze heeft het beste met je voor.'

'Dat is ook iets wat ze altijd zegt. En ze zegt het alsof ze teleurgesteld is.' Ben zag er moedeloos uit, alsof hij meende te hebben ingezien dat ze het meer met zijn moeder eens was dan hij had aangenomen. Het weerhield hem er niet van door te gaan, hij was in een echte mopperbui.

'En ze blijft maar doorgaan over die computer. Ik moest hem beneden in de keuken zetten, zodat ze kan zien of ik geen porno-chatrooms bezoek en dan kletst zij de oren van mijn kop als ik zit te werken. Jeppetiejeppetiejep. Ik kan niet wachten tot ik weg kan.'

'Wat, van school of van huis?'

'Allebei. Zo gauw mogelijk.' Ben zuchtte zo diep dat Mel bang was dat zijn longen zouden inklappen.

'Rosa's computer staat nog altijd op haar kamer - ze gebruikt nu de computers van de universiteit. Je zou die wel kunnen gebruiken als je dat wilt.' Waarom had ze dat gezegd? Waar zaten haar hersens dat ze vrijwillig weer een humeurige, voortdurend uitgehongerde puber uitnodigde, zodat haar huis naar zweterige sportschoenen zou gaan ruiken? Wat kwam er terecht van al dat onbelemmerde genieten van al die heerlijke tijd en ruimte voor zichzelf?

Ben draaide zijn gezicht naar haar toe om haar eens goed aan te kijken en te zien of ze het meende. Ze glimlachte naar hem en verwonderde zich erover hoe snel de stemming van een tiener kan omslaan. 'Mag dat? Echt? Altijd?'

Mel aarzelde en vroeg zich even af waar ze aan begon. Misschien wilde hij echt wel uren op het net surfen en alle mogelijke contacten leggen in chatrooms en via e-mails, net als Rosa. Misschien wilde hij wel weten wat zij op haar computer had staan, misschien dacht hij wel dat hij zomaar haar werkkamer binnen kon lopen om te vragen hoe het met Tina Keen ging of, erger nog, over haar schouder meelezen. Aan de andere kant: hij zag er zo ellendig uit en ze had het aangeboden. Ze moest alleen even een paar basisregels opstellen.

'Ja, maar bel van tevoren - en het is alleen voor je huiswerk, geen uren op het internet.'

'Cool. Dan kom ik morgen. Ik moet een boekbespreking afmaken voor Frans. Thuis is mijn moeder de hele tijd maar aan het zeuren over hoe het was toen zij André Gide op school las.'

Melanie zette Ben af voor het hek van zijn school, waar een paar vrienden van hem tegen de muur geleund op hem stonden te wachten. Toen ze achteruitreed naar de weg hoorde ze hun te luide mannelijke geschater. Ze keek naar ze in haar spiegel; ze staarden terug, grijnsden en maakten van die ongecoördineerde bewegingen die lol trappende jongens altijd maken als ze schunnige grappen maken. Ben liep met grote passen bij ze weg. Ze kon zijn gezicht niet zien, zag niet of hij zich van hun commentaar distantieerde. Waarschijnlijk wel, dacht ze, maar ze zou nooit weten of het uit afschuw was over het idee dat zijn middelbare buurvrouw voer voor schooljongensfantasieën kon dienen.

De Freelander van Sarah stond op het parkeerterrein van de sportschool - vlak bij de deur, dus ze was weer vroeg geweest vandaag. Melanie had haar niet meer gesproken sinds het incident met Neil tijdens de reünie. Toen ze was teruggelopen naar de aula - met knikkende knieën en mentaal, en mogelijk ook fysiek, nogal uit haar doen - stond Sarah midden in een groepje dat Mel van een veilige afstand herkende als het eerste hockeyteam uit de tijd dat ze in de vierde zaten. Zoals iedereen had kunnen voorspellen, waren het allemaal breedgeschouderde vrouwen geworden met kortgeknipte haren. Enkelen van hen stonden met hun voeten stevig uit elkaar en zagen eruit alsof ze nog elk weekeinde over een veld heen en weer renden. Ze durfde erom te wedden dat ze allemaal sportlerares waren geworden en getrouwd waren met het soort mannen dat het prettig vindt als hun leven voor hen geregeld wordt. Mel had geen zin gehad zich bij het groepje te voegen, vooral omdat ze nog nauwelijks op adem was van haar eigen korte, maar heftige inspanningen. Ze had naar Sarah gebaard dat ze last had van een opkomende migraine en ten afscheid haar hand opgestoken. Een snelle vlucht was beter dan Sarah onder ogen komen die - veel te luid - zou zeggen 'En waar ben jij al die tijd gebleven?'

Eerlijk gezegd was ze er, toen ze langzaam over het parkeerterrein reed, niet zeker van of ze er nu wel zin in had. Sarah zou weer flink staan te buffelen op de crosstrainer en in de spiegel naar haar slanke, gespierde lichaam kijken. Als ze Melanie zag, zou ze gillen: 'Met jou heb ik nog een appeltje te schillen!' en elk hoofd in de zaal zou zich omdraaien en toezien hoe Sarah van het apparaat af sprong en haar meesleepte naar de kleedkamer. En dan zou ze het haar moeten vertellen. Sarah zou op de ik-ben-je-beste-vriendintoer gaan en het zou er allemaal uitkomen. Ze zou niet in staat zijn te liegen - het vervelende van mensen die je al kennen van voor je eerste ongesteldheid is dat ze het meteen merken als je een smoesje ophangt. Het zou heel anders gaan dan toen ze het aan de kat vertelde - Sarah zou haar niet gewoon negeren en op zoek gaan naar koffie en een broodje. Ze zou allerlei vreselijk intieme details willen weten. Ze zou maar door blijven gaan met vragen stellen. Haar ogen zouden glinsteren van begeerte om alles te willen weten. Voor een vrouw die veel liever een gezichtsbehandeling onderging dan aan seks deed, zoals ze ooit gezegd had, was Sarah's belangstelling voor andermans seksleven bijna verdacht.

Melanie keerde de Golf en reed terug naar de weg. Maar ze wilde ook niet meteen weer naar huis gaan. Dat was zo zinloos, en bovendien zou ze alleen maar teleurgesteld zijn als ze thuiskwam en Max was er nog niet met de nieuwe Yorkstone-tegels voor de tuin (zonder die tegels was er volgens hem geen enkele voortgang mogelijk). Ze had haar mobiele telefoon vergeten mee te nemen, maar Cherry zou geen bezwaar hebben tegen een onaangekondigd bezoek. Ze zei altijd dat haar manier van fijnschilderen de enige kunstvorm was waarbij je twee dingen tegelijk kon doen: naar de radio luisteren, boodschappenlijstjes maken in je hoofd - luisteren naar leugens van je 'oudste' vriendin.



Roger reed tot aan het eind van de straat en parkeerde in een van de voor bewoners bestemde vakken aan het eind van een klein rijtje winkels. Hij zag dat de wasserette eruit was en voelde iets van verbazing dat dat gebeurd was zonder dat hij ervan wist. Niet dat het op zich verbazingwekkend was - dit was een buurt met grote huizen en de meeste hadden een bijkeuken met alle benodigde apparatuur. De deur van de wasserette was dichtgetimmerd en beklad en de ramen waren beplakt met affiches die mensen waarschuwden dat ze geen affiches mochten opplakken. Tussen de delicatessenwinkel met zijn peperdure flessen olijfolie en authentiek Frans boerenbrood en de chique groenteman die biologische kruiden per versgeplukt bosje verkocht, zag de zaak eruit als een armzalige zwerver die op Ascot op de koninklijke tribune verzeild was geraakt.

Roger haalde een parkeerbonnetje uit de machine voor de delicatessenwinkel. Het voelde nog altijd raar om dat te doen - hij had zoveel jaar een bewonersvergunning gehad. Het was het laatste stukje van zijn band met de buurt geweest: de laatste keer dat de vergunning verliep was hij bijna geneigd geweest hem heimelijk te verlengen. Hij had geen parkeervergunning nodig in het splinternieuwe huis in Esher - de ingebouwde garage en de oprijlaan boden samen genoeg ruimte voor een heleboel visite met auto's aan hun kant van Balmoral Close.

Leonora's ouders hadden het huis gekocht voor hun beminde dochter. Het stond alleen op haar naam. Leonora's vader had Roger een klap op zijn schouder gegeven - iets te hard om joviaal te zijn - en gezegd: 'Tja, je weet nooit, hè?' alsof Roger een serie-echtbreker was die er een gewoonte van maakte er met de helft van de bezittingen vandoor te gaan zodra de inkt van de huwelijksakte droog was. Het huis voelde nog helemaal niet als iets wat Roger zijn thuis kon noemen - Leonora en haar moeder Maureen hadden het samen uitgezocht uit een brochure van nieuwbouwhuizen en hadden met stalenboeken in de hand op hun naaldhakken rondgestampt over de nieuwe lichte plankenvloer en niet terug te draaien beslissingen genomen over stoffen, verf en vloerbedekking.

Leonora had hem het serviesgoed voor op de bruidslijst laten uitzoeken en had toegegeven (na wat gepruil en gemok) toen hij zijn zin had doorgedreven met de limoengroene leren bank. Citroengeel was gewoon geen compromis in zijn ogen. Eigenlijk waren alle meubels in huis hotelachtig; ze kwamen uit winkels die hem onbekend waren. Melanie had bezoeken aan IKEA of Habitat afgewisseld met vondsten uit rommelwinkels, maar Leonora had een vreemd volwassen smaak, precies als haar moeder, en hield van dingen in setjes. Ze had een kille eettafel met leistenen blad uitgezocht, met acht bijpassende smeedijzeren stoelen waarvan de dikke kussens met sierstroken het gevoel niet konden wegnemen dat het hele ensemble eigenlijk bedoeld was voor een veel zonniger klimaat dan dat van Surrey. Hij en Melanie hadden nooit bij elkaar passende stoelen gehad: rond de grote, oude iepenhouten tafel in de keuken stond hun verzameling oude rotan stoelen van Lloydloom. De kat sliep op alle kussens en verhaarde. Roger vroeg zich af wat er met Leonora's spulletjes zou gebeuren als de baby overal op zou gaan kwijlen. Ze zou als een gek met ontsmettingsmiddelen te keer gaan. In hun oude huis zat er vast nog wel pindakaas in de stoelbekleding, als specie in een slecht gevoegde muur.

Roger klopte op Mels deur. Hij had eerst kunnen bellen, dat wist hij wel, maar de drang om te laten zien hoe bruin hij was geworden op hun huwelijksreis was te groot. En ze waren tenslotte nog altijd vrienden. Iedereen stond verbaasd over hoe vriendschappelijk ze uit elkaar waren gegaan. Er kwam geen reactie. Hij zag de vitrage bij Mrs. Jenkins heen en weer bewegen en hij zwaaide om te laten zien dat hij haar betrapt had. Hij klopte nog eens, nu harder. Soms deed Mel de deur niet open als ze aan het werk was; ze zei dan dat als het echt belangrijk was ze wel nog eens zouden kloppen of terugkomen. Eindelijk werd hij beloond met het geluid van voetstappen en zwaaide de deur open.

'Ze is er niet,' zei een lange man met een wilde bos haar en een modderige sweater aan. 'Ze is naar de sportschool, denk ik.' 'Weet je dat niet zeker?' vroeg Roger. Hij zag dat de man dikke geitenwollen sokken droeg, maar geen schoenen. Dan was het waarschijnlijk een soort minnaar, dacht hij, en voelde zich bedrogen, al was dat bespottelijk.

'Nee, dat weet ik niet zeker. Ik ben de tuinman,' zei de man en haalde zijn schouders op. 'Wie zal ik zeggen dat er aan de deur was?'

'O, eh, ik ben Roger.'

'Dus jij bent Roger!' Het gezicht van de tuinman lichtte op in een brede glimlach, die Roger niet erg beviel, want hij vertoonde te veel van wat leek op ongepast leedvermaak.

'Wat doe je met de tuin?' vroeg Roger. Mel had daar niets over gezegd. En het stuk tussen het hek en de voordeur zag er nog hetzelfde uit - onverzorgd en dichtgegroeid, zodat het bijna kon doorgaan voor een wildernis.

'Loop maar even mee, dan zal ik het laten zien.' Max opende de deur helemaal en ging Roger voor door de keuken.

'Dit is het. Nog een lange weg te gaan, maar we komen er wel.' Max stak zijn geitenwollen voeten in een paar modderige groene rubberlaarzen en deed de achterdeur open.

'Jezus. Wat gebeurt hier?' De aanblik van de tuin trof Roger als een klap in zijn gezicht. Het was alsof je een dierbare oude vriend tegenkwam die opeens verwaarloosd en ziek bleek te zijn. Waar was de clematis die hij en Mel samen hadden uitgezocht? De rozen met hun leuke toepasselijke namen die ze elkaar op trouwdagen hadden gegeven, de lange lavendelhaag die in de herfst steeds zo moeilijk in model te snoeien was geweest en het gazon met het zanderige stuk dat zich nooit had hersteld nadat het onder Rosa's zandbak vandaan was gekomen? Hij voelde zich bedroefd, vol machteloze woede op Mel. Zij verwoestte een groot deel van hun leven samen.

'Ze wilde geen gras meer maaien of onkruid wieden of snoeien,' legde Max uit. 'Ze zei dat het zonde van haar tijd was en ik denk dat ze gelijk heeft.'

'Gelijk? Wat weet jij er nou van?' Roger reageerde zich op hem af en had zin om dat rustige, knappe gezicht eens flink onder handen te nemen en er hetzelfde mee doen als wat Max met zijn tuin had gedaan.

'Palmen, bananen, wat bamboe, grind, dat soort dingen.' De man leek Rogers woede niet eens op te merken. 'Dat is ons plan.'

Ons? Roger had genoeg gehoord.

'Ik ga. Zeg maar dat ik langs ben geweest.'

Hij liep met grote passen het huis weer door, trillend van kwaadheid.

'O, wat ik nog zeggen wou, gefeliciteerd!' riep Max hem na.

'Waarmee?'

'De baby natuurlijk, en je nieuwe vrouw. Mel heeft het me verteld. Leuk, hoor!'



Melanie was niet van plan om Cherry iets over Neil te vertellen. Cherry zou 'teleurgesteld' zijn in haar. Ze zou medelijden met haar hebben en ten onrechte denken dat ze een kans op snelle seks had aangegrepen in de hoop dat het ergens toe zou leiden, gezelschap voor een paar hoopvolle afspraakjes, een relatie misschien. Ze wilde niet dat ze dat dacht, want het kwam niet eens in de buurt van de waarheid. Ze had seks gehad met Neil 'omdat hij er was', zoals bergbeklimmers over de Mount Everest zeggen, en ze wilde wel eens weten hoe dat was, dat terloopse, vrijblijvende seksgedoe.

Mel was niet verbaasd dat ze Cherry'wie is daar?' hoorde roepen van achter een gesloten deur. Het was niet zo dat Cherry doodsbang was door een overvaller te worden belaagd zodra ze de ketting van de deur haalde, waarschijnlijk stond ze daar gewoon met nat haar in een om haar hoofd gewikkelde handdoek, of had ze geen mascara op.

'Ik ben het, Melanie. Laat me alsjeblieft binnen en geef me snel een kop koffie!'

'O. Mel. Nou, goed.' Dat klonk niet zo enthousiast, vond Mel, en ze vroeg zich af of ze niet beter een excuus kon verzinnen en naar huis kon gaan.

'Je had moeten bellen!' Cherry deed de deur open en lachte. 'Kom mee naar de woonkamer. Ik zal even koffie en cake voor je halen.' Cherry duwde de deur van de woonkamer open en dwong Mel bijna op de lange, blauwe fluwelen bank te gaan zitten.

'Wat is er mis met de keuken? Ik kom hier bijna nooit.'

'O, niets! Een beetje een bende, dat is alles. Ik was met iets bezig.' Op Cherry's handen zaten inderdaad verse verfvlekken. Als dat niet zo zou zijn geweest, had Mel gedacht dat ze in de keuken een of andere minnaar verborgen hield, eentje die te erg was om aan haar voor te stellen: een gigolo of zo, of iemand van een escortservice. De verf die ze gebruikte rook trouwens nogal vreemd, er hing een scherpe, zure lucht die Mel deed denken aan dode dingen in het biologielokaal van school. Cherry deed de deur stevig achter zich dicht en liet Mels nieuwsgierigheid als kokende melk omhoog komen. Ze zou haar net genoeg tijd geven om zich veilig te wanen en dan snel toeslaan.

'Zo, wat voor cake heb je in huis?' Mel had Cherry maar dertig seconden de tijd gegund en liep haar achterna de keuken in onder het voorwendsel dat ze trek had in iets lekkers.

'Wow, kijk nou eens wie daar zit!' Mel bleef op de drempel staan en wees. Op de tafel, midden tussen Cherry's verftubetjes en kwasten, zat een kleine grijze eekhoorn met een walnoot in zijn pootjes.

'Wat? Het was niet de bedoeling...' Cherry, die met de ketel in de weer was en met haar rug naar het diertje stond, zag er geschrokken uit.

'Sst! Je jaagt hem nog weg!' fluisterde Mel. De eekhoorn had zich niet bewogen, hij hield zich waarschijnlijk dood van de schrik.

'Eh... het was niet de bedoeling dat je hier kwam.' Cherry zette de ketel met een klap op het aanrecht (het aanrechtblad van lichtgroen graniet waar ze zes weken op had moeten wachten).

De eekhoorn had zich nog steeds niet bewogen. Mel sloop naderbij. Op het tekenblok dat voor het diertje lag, was zijn half voltooide portret te zien, elke kleine variatie in kleur en textuur van de vacht precies nagetekend, de kleine gebogen klauwtjes haarfijn op papier gekopieerd. 'Lieve hemel, Cherry, hij is opgezet!' gilde ze, nadat ze voorzichtig een vinger had uitgestoken en het koude, stijve pootje had aangeraakt.

'Mmm. Niet echt.' Cherry keek betrapt. 'Hij is niet echt opgezet. Tenminste, hij is opgezet met een kleerhanger. Ik had liever niet gehad dat je het wist - niemand mag het zien.'

'Zien? Wat valt er te zien? Dat je een opgezette eekhoorn schildert? Wat is daar mis mee?' Mel nam aan dat ze hem in een rommelwinkel had gevonden. Er was alleen nog iets. 'Wat zei je nou over die kleerhanger?'

'Nou, hij wou niet blijven zitten, ook al zit hij helemaal vol met formaldehyde - er is geen millimeter die ik niet heb ingespoten. Dus nu zit er een kleerhanger in zijn kont.' Cherry rammelde met de koffiekopjes en weigerde Melanie aan te kijken.

Mel lachte; het kwam er een beetje hysterisch uit. Dit leek wel zo'n afschuwelijke marteling die ze bedacht voor de slachtoffers in haar Tina Keen-boeken.

'Ingespoten?' vroeg ze. 'Jij hebt hem ingespoten?'

'Ik heb een paar jaar geleden een grote fles van dat spul gekocht en ik heb injectiespuiten voor diabetici. Ik vlieg door mijn naalden heen omdat je steeds de botten raakt.'

'Ja, dat zal best... Maar waar heb je die eekhoorn vandaan?' vroeg Mel, en ze zag een bizarre winkel voor zich in Bloomsbury die kunstenaarsmodellen van alle mogelijke diersoorten op voorraad had.

'Hij lag naast de A3, vlak bij de Asda in Roehampton,' bekende Cherry met een beschaamd gezicht. 'En waag het niet het aan iemand te vertellen, zeker niet aan Sarah. Ze houdt er nooit meer over op.'

'Verkeersslachtoffer. Hmm.' Mel pakte de kop koffie aan die Cherry haar aanreikte, maar vroeg zich af of er chemische middelen in zaten. Was formaldehyde niet enorm giftig? Cherry's handen zaten nog onder de verf. En misschien had ze de eekhoorn wel aangeraakt om hem in een goede houding te zetten. Ze besloot van de cake af te zien.

'Hoe denk je anders dat ik die dieren zo precies kan natekenen?' Cherry klonk nu defensief. 'Dacht je dat ik ze uit een boek kopieerde?'

'Ik denk dat dat precies is wat ik zou denken, als ik het me zou afvragen,' gaf Mel toe. 'Wat heb je nog meer?'

Cherry keek een beetje schichtig. 'Eerlijk gezegd heb ik ook nog een hele mooie das, in perfecte staat, geen krasje op te zien. Ik heb hem in een zak in de diepvries gelegd, maar er is een stop doorgeslagen toen ik weg was en ik moet hem helaas wegdoen. Tenzij...'

'In de vriezer? Naast je gamba's en je erwten en je pizza's?'

'Hoor eens, als je alleen woont, kun je precies doen wat je wilt! Ik heb hier niemand om me heen die het iets kan schelen of ik mijn vriezer volstop met kaviaar of met dode dieren, dus wat maakt het uit? Bovendien zit hij in een tas.'

'O.' Mel keek naar Cherry, die op een afschuwelijk hoopvolle manier naar haar stond te lachen. 'Cherry, wat bedoelde je eigenlijk met "tenzij"?'

'Nou ja, omdat er bij jou ook niemand in je vriezer rondneust, vroeg ik me af of jij hem niet mee naar huis zou willen nemen om hem bij jou in de vriezer te leggen. Alsjeblieft? Alleen tot ik de mijne heb ontdooid en weer op gang heb?'

Mel trok een vies gezicht. 'Bah, Cherry, het is een dood dier!'

'Dat is een lamsbout ook.'

'Een lamsbout heeft geen vacht en ogen en tanden.'

'Je hoeft toch niet naar hem te kijken. O, alsjeblieft, Mel, ik vind er nooit meer een die zo gaaf is als deze.'

Mel aarzelde. Cherry wilde het zo graag. Ze zou zweren dat de wat doffe ogen van de eekhoorn op tafel haar aanstaarden en haar ook smeekten om ja te zeggen.

'En niemand hoeft het te weten,' vervolgde Cherry.

'Goed, maar alleen een paar dagen, afgesproken?' stemde Mel met tegenzin in. Ze zou het beest mee naar huis moeten nemen in de auto. Ze hoopte dat het goed was gedesinfecteerd. Stel nou dat het vlooien had?

Op de een of andere manier kon ze nu niet meer voor zich houden wat ze meegemaakt had: 'En dan vertel jij niemand dat ik gisteravond in het ziekenkamertje van mijn oude school seks heb gehad met mijn vroegere aardrijkskundeleraar, boven op een berg oude rapporten, oké?'

'O Mel, dat meen je niet!' Nu was het Cherry's beurt om ontzet te kijken.

'Ik meen het wel. Omdat dat ook zoiets is wat wij als alleenstaanden kunnen doen. Ik wilde wel eens scharrelseks proberen, na al die legbatterijseks die getrouwde stellen bedrijven.'

'Dat meen je niet, Mel, zo hard ben je helemaal niet.'

'Ik meen het wel en ik ben het ook - tenminste, dat dacht ik. Eigenlijk was het een soort experiment, om je de waarheid te zeggen, en ik denk niet dat het iets voor me is. Maar nu weet ik dat tenminste. Zeg het maar niet tegen Sarah als je haar tegen het lijf loopt, wil je? Of mijn moeder. Nu ik gescheiden ben, beschouwt ze me geloof ik weer als maagd.'

'Maar waarom? Ik bedoel, waarom heb je dat gedaan?'

Melanie haalde haar schouders op. 'Nou, we begonnen eraan en gingen toen verder omdat het wel lekker was, en voor we er erg in hadden... eh... Hij keek er wel raar bij.'

'O Mel, moet ik dit echt allemaal horen?'

'Waarschijnlijk niet. Maar goed, het was net alsof hij niet kon geloven wat er gebeurde en half verwachtte dat ik wel nee zou roepen. Ik moet er precies zo hebben uitgezien. Er stonden mensen aan de andere kant van de deur. Dat maakte het wel spannender.'

Cherry keek, zoals verwacht, teleurgesteld. 'Dus je ziet hem waarschijnlijk vaker?'

'Misschien. Dat weet ik niet. Alleen als vriend, hoor. Hij heeft mijn telefoonnummer, maar ik ga heus niet als een verliefde puber op zijn telefoontje zitten wachten. Ik ben helemaal niet op zoek naar een relatie.'

Cherry huiverde. 'Nee, absoluut niet. We zijn veel beter af zonder. Jij en ik moeten eens samen ergens heengaan, lekker met zijn tweeën. Ik heb een paar uitnodigingen gekregen voor openingen die er interessant uitzien.'

'Goed, lijkt me leuk. Bel me maar om te zeggen wanneer.' Mel had het gevoel of Cherry haar weer op het rechte pad wilde krijgen, haar wilde wijzen op passender bezigheden voor een ongebonden vrouw dan zo'n idiote spontane sekssessie. Voor het soort manloze bestaan dat Cherry leidde bestonden er kennelijk gedragsregels die ze nog niet had gelezen. Ze wist zeker dat ze ze helemaal niet wilde lezen.

Melanie reed naar huis met Cherry's das in haar kofferbak, voor het oog goed verpakt in een grote tas van Harrods. Ze hoopte vurig dat er niet uitgerekend vandaag een grote bankoverval in de buurt was geweest en dat de politie de wegen had afgezet om elke auto die passeerde te doorzoeken. Aan de andere kant zou dat natuurlijk ook wel weer erg leuk zijn.