17

Het was Emily.

Haar gouden haar glansde in het maanlicht toen ze over het weiland naar hem toe kwam lopen.

Kom maar, Emily, dan kan ik je terugsturen naar het duistere land. Gun me mijn beloning.

Nog een paar meter verder en dan het bos in.

Hij was hier.

Ze kon zijn aanwezigheid voelen, daar voor haar in het donker. Haar hand spande zich om het pistool. Ze liep het bos in. De duisternis van het lover omhulde haar. 'Ishmaru.'

Geen antwoord.

Ze liep nog een stukje verder tot ze bij een kleine open plek kwam. Ze bleef staan en keek onderzoekend naar de bomen rondom.

'Ishmaru?'

Geen antwoord.

'Je hebt me gevraagd om hier te komen. Hou dan ook op met je voor me te verstoppen.'

'Doe dat pistool weg. Dat is niet het juiste wapen.'

'Waar is de vader van Kate?'

'De vader van Kate?' Het bleef even stil. 'Geef je dan eindelijk toe dat je Emily bent?'

'Natuurlijk, dat wist je toch allang? Waar is hij?'

'Wat kan jou dat schelen, Emily?'

'Kate en ik zijn één.' De woorden kwamen verrassend gemakkelijk over haar lippen. 'Ik moet me wel druk maken over dingen die voor haar belangrijk zijn. Ik moet beschermen wat zij belangrijk vindt.'

'Wat jammer. Het is zo'n breekbare man. Ik zou hem met één handbeweging de nek kunnen breken. Leg dat pistool neer.'

Stond hij daar in het donker met zijn handen om de nek van haar vader?

Dat risico mocht ze niet nemen. Ze legde het pistool op de grond.

'Goed zo. Met die stomme vuurwapens zouden we ons geen van beiden op coup kunnen beroemen.'

Haar ogen deden pijn van het turen door de floers van bomen. 'Waar is de vader van Kate?'

'Ik heb hem zijn vrijheid geschonken.'

Haar hart sloeg over. Dood? Bedoelde hij dat hij dood was?

'Hij was me te lastig.'

Ze draaide snel om haar as toen ze in een flits aan haar linkerkant iets zag bewegen.

'Je hebt goede ogen.' Zijn stem kwam van rechts. 'Ja, daar stond ik net. Ik beweeg me vlug, hè? Ik heb mezelf geleerd om zo snel te zijn als de wind en ik ben sterker dan ik was toen we de eerste keer met elkaar vochten, Emily. Maar misschien heb jij wel bijzondere gaven van de goden meegebracht toen je terugkeerde.'

Dat was een goede opening. Maak hem onzeker. Neem het heft in handen. 'Ik heb heel wat gaven meegekregen. Waarom denk je dat het je niet is gelukt om Kates zoon te doden?'

'Dat was mijn eigen keus. Ik wilde haar laten lijden, ik wilde jou laten lijden.'

'Misschien dacht je wel dat het je eigen keuze was, maar daar heb ik voor gezorgd. Vanaf de eerste keer dat je Kate onder ogen kreeg, heb ik al je gedachten en alles wat je deed bestierd.'

'Leugenaar.'

'Waarom zou ik liegen? Geesten hoeven niet te liegen.'

'Omdat mijn macht groter is,' zei hij bot. 'Je bent bang voor me.'

'Was ik de eerste keer soms bang voor je? Was ik die avond dat je me vermoordde bang voor je?'

'Nee, je was een teef en zo vocht je ook.' Hij was even stil. 'Je hebt me met een més bewerkt.'

'Ik was toen nog niet sterk genoeg om je te doden, maar dat ben ik nu wel. Ik heb lang moeten wachten voordat ik jou mee kon nemen naar het duistere land. Weet je wie er daar op je wachten?'

'Daar wil ik niet over praten.'

Ze kon de angst in zijn stem horen. 'De wachtposten.'

Hij haalde diep adem. 'Aha, je bent verdraaid slim. Maar je kunt mij niet bang maken. Ik heb hier al zo lang op gewacht. Het zal een bijzondere gebeurtenis worden.'

'Terwijl ik hier open en bloot sta en jij als een lafaard tussen de bomen door sluipt.' Zag ze daar een donkerder schaduw naast die dennenboom?

'Nee, ik denk dat het juiste moment is aangebroken. Ik kom eraan.'

'Wacht even.' Ze had geen wapen en hij was sterker. Op die manier was hij in het voordeel en zou zij hulpeloos zijn. 'Zo zou een echte krijger het nooit doen. Die zou me besluipen en me achtervolgen. Of denk je dat ik voor je weg zou lopen?'

'Dat zou je volgens mij vast proberen.'

Waarom was ze met dat voorstel gekomen? Hardlopen door dit bos? Ze kon nauwelijks een hand voor ogen zien. Maar dat gold ook voor Ishmaru.

'Maakt het dat voor jou niet nog veel leuker?'

Stilte. 'Ja, ik heb je nog nooit eerder achtervolgd. Dat is echt een buitengewoon genoegen. Ja, loop maar weg en laat me je vangen.'

Ze bleef onbeweeglijk staan terwijl er opnieuw iets door haar hoofd schoot. Plotseling kreeg ze een gevoel van hoop. Misschien...

'Krijg ik een voorsprong?'

'Ik kan aan je stem horen hoe gretig je bent. Je bent blij dat er een eind is gekomen aan het wachten, hè?'

'Krijg ik een voorsprong?' vroeg ze nog eens.

'Ik tel tot tien.'

Ze rende de open plek over en ging linksaf.

Geen paden.

Zoek een herkenningspunt.

Wanhopig concludeerde ze dat alle bomen op elkaar leken als je er met een noodgang langs rende.

Nee, die knoestige wilg was anders.

De wilg.

En daar links lag een met mos bedekt rotsblok.

'Je maakt veel te veel lawaai. Zo wordt het niet moeilijk voor me,' riep Ishmaru achter haar. 'Maar je bent wel hartstikke snel. En je loopt gemakkelijk, als een echte krijger.'

Haar hartslag was veel te hoog. Ze moest haar adem onder controle brengen. Gewoon doen alsof dit haar normale ochtendloop was. Ja hoor.

Haar voeten werden plotseling nat. Water spatte tegen haar spijkerbroek op. Ze liep dwars door een beekje heen.

Weer een punt van herkenning.

'Maar ik ben toch sneller. Ik haal je in. Merk je wel?'

Natuurlijk merkte ze dat. Hij klonk alsof hij haar vlak op de hielen zat.

'Dat kleine meisje was ook snel. Dat kind dat me deed inzien dat jij Emily was. Ik weet nog hoe haar lichte haar achter haar aan wapperde. Ik deed er bijna vijf minuten over om haar in te halen.'

Welk klein meisje? vroeg Kate zich verbijsterd af.

'Maar ik heb geen moment getwijfeld. Zij was het teken. Word je al moe?'

Ze werd inderdaad moe en zijn stem klonk nog even krachtig en vast als bij het begin.

En hij was dichterbij, veel dichterbij.

Hij kon haar elk moment te pakken hebben.

Alsjeblieft, laat me harder lopen. Help me...

Ze liep inderdaad harder en ze ademde gemakkelijker. Ze voelde haar kracht plotseling toenemen.

Adrenaline? Ze wist het niet en het kon haar niet schelen ook. Het was mooi meegenomen.

Ze liep op hem uit, eerst een meter, toen twee.

Ze rende door en sprong soepel over boomstammen en lage struikjes die ze op haar weg vond. Ze kon nu veel beter zien. Haar ogen zouden wel aan de duisternis gewend zijn.

Hij was nog steeds vlak achter haar, maar ze besefte vol leedvermaak dat hij hijgde.

'Ik zou maar opschieten,' riep ze uitdagend over haar schouder. 'En kijk niet om. Je dacht toch niet dat de wachtposten mij het in m'n eentje tegen je zouden laten opnemen?'

Hij maakte een grommend geluid.

Maar misschien was het toch fout geweest om angst als aanzet te gebruiken. Hij begon weer harder te lopen. Hij zat opnieuw vlak achter haar. Veel te dichtbij.

Maar ze mocht doodvallen als ze zich als een angstig konijntje door hem liet bespringen.

Die tak naast het pad.

Ze stopte, greep hem op en verkocht hem er een dreun mee toen hij haar had ingehaald.

Hij kreunde van pijn maar deed toch een uitval naar de tak. 'Goed zo. Daar rekende ik niet op.' Hij rukte de tak uit haar handen. 'Je hebt me laten bloeden. Nu is het mijn beurt.'

Zijn handen sloten zich om haar keel.

Ze stootte haar knie in zijn kruis.

'Oef.' Zijn handen verslapten en meteen was ze er weer vandoor. Ze schoot rechts van het pad af, stak het vervolgens een paar meter verderop weer over en begon dezelfde weg terug te hollen.

Hij zat weer achter haar aan.

Nog harder lopen. Niet stilstaan. Niet hier.

Ze liep weer door de beek.

Een ogenblik later hoorde ze hem er ook doorheen plenzen. Doorgaan. Blijf doorgaan.

Het met mos bedekte rotsblok.

Hij liep binnensmonds te mompelen.

De knoestige wilg.

Nu moest ze echt harder lopen. Het was tijd voor een sprint.

'Néé,' riep Ishmaru toen hij besefte waar ze naartoe ging. 'Nee, dat moet je niet doen.'

Hij kon het heen-en-weer krijgen. Ze was op de open plek. Ze dook naar het pistool dat ze op de grond had gelegd. Ze rolde om. Hij stond vlak boven haar.

Ze haalde de trekker over.

Ze zag hoe hij achteruitdeinsde, maar hij stond nog steeds overeind. Ze haalde opnieuw de trekker over en nog eens en nog eens. Waarom viel hij niet?

Hij stond haar met een haast trieste blik aan te kijken. 'Niet goed.' Er liep een dun straaltje bloed uit zijn mond. 'Dit... is... geen coup.'

Ze schoot weer op hem.

Hij viel op de grond. Ze ging op haar knieën liggen en keek op hem neer. Hij had zijn ogen open en keek haar strak aan.

'Geen coup...' Hij verstijfde terwijl zijn blik zich richtte op iets achter haar rechterschouder. 'Nee, ik wil niet... Neem me niet...'

Hij jammerde met een van angst vertrokken gezicht.

'Emily.'

Kate voelde dat haar nekharen overeind gingen staan. Ze bleef strak voor zich uit kijken. Ze wilde zich niet omdraaien om te kijken naar wat Ishmaru had gezien. Het kon Emily niet zijn geweest. Het was zijn verbeelding, op hol geslagen door wat zij had gezegd.

Was dat Kate geweest of Emily?

Inmiddels had Ishmaru zijn ogen dicht en zijn spieren waren slap. Ze moest het zeker weten.

Ze legde haar vinger op de ader in zijn hals en ging toen op haar hurken zitten.

Dood.

Ze had de dood altijd als een vijand beschouwd, maar ze voelde geen enkel berouw terwijl ze naar hem zat te staren. Als hij zijn ogen opendeed, zou ze hem neerschieten alsof hij een gifslang was.

Alles was zo snel gegaan dat ze het nauwelijks kon geloven. Ishmaru was dood. De nachtmerrie was voorbij.

Nee, niet echt.

Waar was haar vader?

'Kate.'

Iemand baande zich met geweld een weg door het struikgewas en Seth kwam de open plek ophollen. Hij stopte zo plotseling dat hij bijna uitgleed en liep toen langzaam naar de plaats waar zij op haar knieën naast Ishmaru zat.

'Dood?'

'Ja.'

Hij rukte haar overeind en trok haar in zijn armen. 'Kreng dat je bent.'

Zijn stem beefde. 'Wat een kreng om tegen me te liegen. Ik werd bijna gek toen ik die schoten hoorde.'

Ze leunde tegen hem aan. Wat een fijn gevoel. Nu mocht het, nu kon ze zich aan hem vastklampen. 'Hij stond op me te wachten. Ik wist dat we hem helemaal niet hoefden op te sporen.' Ze sloot haar ogen en fluisterde: 'Maar papa was niet bij hem. Ik denk dat hij hem heeft vermoord.'

Seth schudde zijn hoofd. 'Ik heb hem gevonden terwijl hij in het bos liep rond te dwalen. Ik had de geur meteen te pakken, maar hij leidde me de andere kant op.'

Een golf van opluchting sloeg door haar heen. 'Goddank. Waar is hij?'

'Ik heb hem op het wandelpad achtergelaten toen ik de schoten hoorde.'

'We moeten hem ophalen.'

'Zo meteen.' Zijn armen omknelden haar vaster. 'Ik heb dit nodig.' Een ogenblik later duwde hij haar van zich af en dook opnieuw het struikgewas in.

Ze liep hem achterna, maar hij was zo snel dat ze hem niet bij kon houden. Toen ze hem inhaalde, stond hij op het pad met haar vader in zijn armen. Ze werd ineens door paniek bevangen. 'Is hij gewond?'

'Alles is in orde. Hij heeft geen schoenen aan en zijn voeten zijn lelijk toegetakeld. Het is beter om hem niet meer te laten lopen.'

'Kun je hem wel houden?'

'Tuurlijk, hij weegt niets.'

Nee, in Seths armen leek hij even nietig en kwetsbaar als een kind. Ze kwam iets dichterbij en legde haar hand tegen zijn wang. Zijn ogen waren open maar hij leek haar niet te zien. 'Papa?'

Hij gaf geen antwoord.

Het bekende gevoel van pijn kwam in haar op. Hij had al maandenlang niet meer gesproken. 'Alles komt in orde, papa. Je bent nu veilig.'

Had hij haar gehoord? Wist hij wat ze zei?

'We kunnen hem beter terugbrengen naar het ziekenhuis, Kate,' zei Seth teder.

Ze knipperde de tranen weg die in haar ogen brandden. 'Ja, je hebt gelijk. Het is koud hier.'

Ze draaide zich om en liep voor hem het pad af.

Ze lieten het bos achter zich en staken het weiland over toen ze haar vaders stem hoorde. Gretig draaide ze zich om, maar hij sprak niet. Hij maakte een zacht, jankend geluidje.

'Sstt,' zei Seth op zangerige toon en wiegde hem min of meer terwijl hij gewoon doorliep. 'Ik ben bij je. Niets aan de hand.'

Haar vader leek het te begrijpen. Hij ontspande in Seths armen. Een gevoel van vrede bekroop haar. Seth was bij hen. Alles was goed.

'Zo, dat is voor elkaar, Robert.' Charlene trok de deken over zijn pasverbonden voeten. 'Binnen een paar dagen ben je weer helemaal boven Jan. Al verdien je dat eigenlijk niet als je zomaar met vreemden op stap gaat.' Ze keek Kate aan. 'Ik heb gedaan wat je zei, ik heb de politie gebeld. Er zit een zekere rechercheur Eblund op je te wachten in het kantoor van de verpleegkundige staf.'

'Bedankt, Charlene.'

'Graag gedaan.' Ze liep de kamer uit.

Seth kwam naar het bed toe en stond naast Kate met zijn ogen op het gezicht van haar vader gevestigd. 'Kan RU2 hem helpen?'

'Daar hoopte ik wel op toen ik met Noah samenwerkte. Maar ik weet het niet. Ik denk eigenlijk van niet. Misschien als we eerder met de behandeling waren begonnen, maar er is al zoveel schade aangericht.' Hulpeloos haalde ze haar schouders op. 'Hij is nu ontzettend broos en we weten nog niet zeker hoe RU2 op bepaalde ziektes zal reageren. Er moeten nog meer proeven worden gedaan.'

Hij pakte haar geruststellend bij de schouder. 'Dat kan in Amsterdam gebeuren.'

'God, dat hoop ik wel.' Ze legde haar hand over die van haar vader. 'We zullen het in ieder geval proberen, papa,' fluisterde ze. 'Weet je nog dat je tegen me zei dat ik die bladeren niet meer aan de bomen vast kon spijkeren?

Nou, dat gaan we nu doen en ze zullen vast en zeker weer aangroeien. Let maar op. Je moet gewoon volhouden en op krachten komen.'

'We moeten gaan.'

Met tegenzin liet ze haar vaders hand los en deed een pas achteruit. 'Dat weet ik.' Ze draaide zich om en liep naar de deur. 'Tot ziens, papa.'

'Kan hij je horen?' vroeg Seth terwijl ze door de gang naar de verpleegsterspost liepen.

'Af en toe denk ik van wel. En af en toe denk ik dat hij gewoon helemaal weg is.' Ze slikte om de brok in haar keel weg te krijgen. 'Dat hoop ik tenminste. Ik vind het een afschuwelijk idee dat hij in zichzelf zit opgesloten. Ik denk liever dat hij gewoon ronddwaalt en nog steeds de man is die hij vroeger was.'

'Dan kun je maar beter op die manier aan hem denken.'

'Weet je dat ik tegen hem praat? Vind je dat niet gek? Als hij niet hier is, dan moet hij bij mij zijn. Hij hield van me. En dat is, geloof ik, nog steeds zo.'

'Dan heeft hij een goede smaak.'

Ze haalde even diep en bevend adem. 'Het spijt me. Ik hou al op. Soms wordt het me te veel.' Ze waren bijna bij de verpleegsterspost.

'Daar is Alan.'

'Voel je je goed? Wil je dat ik dit afhandel?'

'Natuurlijk niet.'

Hij begon langzaam te glimlachen. 'Dat had ik kunnen weten. Vind je het goed dat ik erbij blijf terwijl je het zelf afhandelt?'

'Ja.' Ze pakte zijn hand. 'Ik wil dat je bij me blijft. Dat wil ik verschrikkelijk graag.'

Alan Eblund stond bij de balie en draaide zich om toen zij aan kwamen lopen. 'Jij weet wel hoe je heisa moet veroorzaken, Kate.'

'Hallo, Alan.' Ze kuste hem op de wang. 'Bedankt voor alles. Ik heb gehoord dat jij het voor me opgenomen hebt.'

'De zaak was van a tot z opgezet. Het zou nooit voor de rechter zijn gekomen.' Hij haalde zijn schouders op. 'Ik hoefde het alleen maar door te prikken. Maar je hebt kennelijk een paar behoorlijk belangrijke mensen tegen je in het harnas gejaagd.'

'RU2.'

'Ja, ik heb op tv gevolgd waar je mee bezig was.' Hij wierp een blik op Seth. 'Drakin?'

Seth stak zijn hand uit.

Alan pakte hem en richtte zich daarna weer tot Kate. 'Weet je zeker dat het Ishmaru was?'

Ze knikte. 'Geen twijfel mogelijk. Zit ik erg in de nesten?'

'Als het echt Ishmaru is, denk ik niet dat ze je vast zullen houden. Zelfverdediging. We zijn heel wat over hem te weten gekomen uit een bulletin dat de politie van L.A. een paar weken geleden over hem heeft rondgestuurd en zijn strafblad spreekt voor zich. Maar je zult mee moeten naar het bureau om een verklaring af te leggen.' Hij schudde zijn hoofd. 'En dat gedoe met je vader... verzekeringsfraude en vervalsing van overheidsgegevens.'

'Ik heb het geld van de verzekering niet aangeraakt. Ik denk niet dat ik daarmee problemen zal krijgen.'

'Ik zal met de officier van justitie praten over het vervalsen van die gegevens. Misschien komt het allemaal wel goed.'

'Ik kon niet anders, Alan.'

'Je hebt de wet overtreden.' Hij begon plotseling te lachen. 'Maar de officier van justitie staat voor een herverkiezing en het is in feite een misdaad uit mededogen. Ik denk niet dat hij zijn poot stijf zal houden.'

'Duurt het lang, denk je? Ik moet terug naar Joshua. Ik wil niet dat hij dit via de media te weten komt.'

'Ik zou me maar geen zorgen maken of hij het erg vindt dat jij Ishmaru van kant hebt gemaakt,' zei Seth. 'Waarschijnlijk zal hij denken dat je een medaille verdient.'

'Maar hij zal me geen medaille geven voor het feit dat ik tegen hem heb gelogen over zijn grootvader. Dat zal nu allemaal uitkomen. Hij moet het van mij horen.' Lieve hemel, dat zou nog moeilijk worden. 'Ik zal proberen om je zo snel mogelijk weer te laten gaan,' zei Alan. 'Maar ik kan niets beloven, Kate. Je hebt hier voor heel wat opwinding gezorgd. Er zit hier zelfs een bataljon verslaggevers in de hal.'

'Ik bel Phyliss wel op om te zeggen dat ze de kranten moet verstoppen en de tv niet mag aanzetten,' zei Seth. 'Ga jij maar vast, Kate, ik kom meteen naar je toe als ik haar heb gesproken. Maak je geen zorgen, ik regel het wel.'

Op droge toon voegde hij eraan toe: 'Als ik dit akkefietje tenminste voor je mag opknappen. Ik zou me niet graag opdringen.'

Kate mocht het politiebureau pas verlaten toen de ochtend al was aangebroken. Alan smokkelde haar en Seth aan de achterkant het bureau uit en zette hen af op het vliegveld.

'Kate.' Hij stak zijn hoofd uit het raampje toen zij en Seth de auto uitstapten. 'Dat RU2...'

Ze draaide zich om. 'Wat is daarmee?'

'Is dat echt wat jij beweert?'

Ze glimlachte. 'Daar kun je donder op zeggen.'

'Dan mag je het niet opgeven. Leg ze het vuur maar aan de schenen.'

'Dat zal ik doen.'

'Aardige vent,' mompelde Seth terwijl ze de hal van het vliegveld inliepen. 'Voor een smeris.'

'Hij is aardig, punt uit. Daar hoef je niets aan toe te voegen.'

'Zoals je wilt.' Hij hield haar tegen toen ze naar de ticketbalie wilde lopen. 'Nee, niet daarheen. Wij moeten aan de andere kant van de hal zijn, voor de afdeling privévliegtuigen.'

'Heb je een privéjet gecharterd?'

'Hoe dacht je dat ik hier anders vóór jou had kunnen aankomen?'

'Ik geloof dat ik daar helemaal niet over heb nagedacht. Ik wilde alleen maar dat je weer wegging.'

'Dat heb je wel duidelijk gemaakt. Ik voelde me bepaald ongew...'

'Mijn god.' Kate greep zijn arm vast. 'Dat is Ogden.' Ze staarde als gebiologeerd naar het scherm van de tv in de passagierslounge. Ogden stapte net uit een langs het trottoir geparkeerde politieauto. 'Wat is er aan de hand?'

Ze liet Seth in de steek en liep naar de tv toe om het commentaar te kunnen horen.

'Er is nog geen aanklacht tegen Ogden ingediend. Zijn advocaten houden vol dat de topman van de farmaceutische industrie volkomen onschuldig is en alleen maar is opgepakt om een verklaring af te leggen in verband met de moord op William Blount. De heer Ogden zelf onthoudt zich van commentaar.' Daarna verscheen er een commercial.

'Blount is dood.' Ze draaide zich om en keek Seth beschuldigend aan. 'Je ging toch alleen maar de kust verkennen?'

'Ach, soms leidt het een tot het ander.' Hij pakte haar arm en trok haar weg bij het scherm. 'Het had best op een verkenningstocht uit kunnen draaien.'

'Maar zo ging het niet.'

Hij gaf geen antwoord.

'En nu zit Ogden voor die moord vast.'

'Ik denk niet dat ze hem vast zullen houden. Daarvoor hebben ze niet genoeg bewijsmateriaal. Er is maar net genoeg om het interessant te houden.'

'Interessant?'

Hij glimlachte. 'Zoals ik al zei, soms leidt het een tot het ander.'

'Je ziet eruit als een geest,' zei Phyliss toen ze de suite in het hotel binnenkwamen. 'Ga maar naar mijn slaapkamer, borstel je haar en doe een kleurtje op je gezicht. Anders maak je Joshua nog bang. Hij zal al genoeg overstuur raken.'

'Waar is hij?'

'Hij zit in zijn kamer te lezen.'

'Heeft hij al iets gehoord?'

'Nee, maar hij is niet dom. Toen ik niet wilde hebben dat hij de tv aanzette, moest ik op een hele stapel bijbels zweren dat jij en Seth niet dood waren of in het ziekenhuis lagen.'

'Bedankt, Phyliss.' Ze wierp een blik op Seth. 'Ik wil alleen met hem praten.'

Hij knikte en draaide zich om naar Phyliss. 'Hoe krijg ik je zover dat je met mij meegaat naar beneden om een hapje te gaan eten?'

'Neem maar een douche en doe een beetje deodorant op.'

Hij trok een gezicht. 'Alweer een steek recht in het hart. Waarom pik ik dat allemaal van je?'

Kate luisterde maar met een half oor naar hen terwijl ze naar Joshua's kamer liep. Ze was bijna net zo nerveus als op het moment dat ze over het weiland op weg was naar Ishmaru. Je moet het begrijpen, Joshua.

Ik wilde het niet doen.

Doe alleen maar je best om het te begrijpen.

'Je hebt tegen me gelogen.' Joshua bleef met een strak gezicht naar de muur achter haar staren. 'Je hebt tegen me gezegd dat je nooit tegen me zou liegen. Je hebt me verteld dat dat verkeerd is.'

Kate kromp in elkaar. 'Het is ook verkeerd. Wat ik heb gedaan, was niet goed. Er is geen enkel excuus voor. Maar ik zag geen andere oplossing.'

'En opa heeft me voorgelogen door jou te laten liegen.'

'Hij wilde je geen pijn doen, Joshua. Het is een vreselijke ziekte.'

'Dat had hij nooit mogen doen,' zei hij fel. 'Ik was vast toch wel van hem blijven houden. Dat heb jij ook gedaan.'

Waarom wilde hij haar niet aankijken? 'Ja, dat is zo. Maar ik heb het er erg moeilijk mee gehad.'

'Dan had je mij om hulp moeten vragen. Het is altijd beter als je met z'n tweeën bent. Ik had je best kunnen helpen.'

'Ik moest het hem beloven, Joshua.'

'Je had het me toch moeten vertellen. Je had me moeten laten helpen.'

'Goed, ik heb een fout gemaakt. Hij heeft het ook mis gehad. Kun je ons dat vergeven?'

Hij bleef stil.

'Joshua?'

Eindelijk keek hij haar aan. 'Ik wil naar hem toe.'

'Nee, Joshua. Hij is heel anders geworden. Ik heb je verteld hoe hij nu is.'

'Ik wil hem toch zien. Breng je me naar hem toe?'

Ze keek hem bezorgd aan. Ze wist niet zeker wat nu het beste zou zijn: hem confronteren met wat er van zijn grootvader was geworden of toestaan dat hij er in zijn verbeelding iets nog afschuwelijkers van brouwde. In beide gevallen zou het een traumatische ervaring zijn voor een joch dat zo gevoelig was. Ze stond met een ruk op en liep naar de deur. 'Maak je maar klaar. Ik zal het tegen Seth zeggen.'

De volgende dag gingen ze naar Dandridge en rond het middaguur waren ze in het ziekenhuis.

Kate bleef voor de deur van haar vaders kamer staan. 'Vind je het erg als ik met je meega naar binnen, Joshua?'

Hij schudde zijn hoofd. 'Ik zei toch tegen je dat het altijd beter is als je met z'n tweeën bent.' Hij aarzelde terwijl hij Seth aankeek.

'Mij best.' Seth keek glimlachend op hem neer. 'Ik wacht wel hier in de gang.'

Joshua knikte kortaf. 'Het is alleen maar omdat jij mijn opa niet kent.'

'Ik vind het niet erg.'

Kate wierp een bezorgde blik op Joshua terwijl ze de deur opendeed. Hij was bleek en had tijdens de reis vrijwel geen mond opengedaan. God, ze hoopte dat ze de juiste beslissing had genomen.

Haar vader lag op zijn zij met zijn gezicht naar het raam. Zag hij iets? Als dat zo was, wist hij dan wat hij zag?

Ze gaf Joshua voorzichtig een duwtje in de richting van het bed. 'Ik heb Joshua meegebracht, papa. Hij wilde u verschrikkelijk graag zien.'

Geen reactie.

Joshua liep langzaam de kamer door tot hij naast het bed stond. Hij zette zijn sporttas van de Braves op de grond.

'Joshua is mijn zoon, papa. Weet je nog wel?'

Geen reactie.

'Hij hoeft niet te praten,' zei Joshua. 'Soms heb ik ook geen zin om te praten, opa.' Hij stond naar hem te kijken. 'Je had het niet moeten doen. Het maakt echt geen verschil. Ik had samen met mam naar je toe kunnen komen en dan hadden we misschien een wandelingetje kunnen gaan maken of zo. Ik had je van alles kunnen vertellen. En je had helemaal niks hoeven te zeggen. Ik had je kunnen vertellen over mijn honkbalploeg en over school en over films waar ik naartoe was geweest.' Hij was even stil. 'En over papa. Hij is dood, weet je. Je had echt niks hoeven te doen.'

Geen reactie.

'Misschien kan ik nu toch nog wel iets doen. Mam zegt dat RU2 zou kunnen helpen.' Hij hield zijn mond en knipperde heftig met zijn ogen. 'Maar ook als dat niet waar is, wil ik toch dat je weet dat ik altijd aan je zal denken. En misschien kan ik op die manier dan bij je zijn.'

Help hem. Alsjeblieft, zeg iets, papa.

Geen reactie.

Joshua pakte zijn tas van de grond en ritste hem open. 'Ik heb iets voor je meegebracht. Ik dacht dat je er misschien naar zou kunnen kijken en dan af en toe ook aan mij denken.' Hij haalde zijn honkbalhandschoen te voorschijn, de handschoen die 's avonds altijd boven zijn bed hing. Hij legde hem naast zijn grootvader op het bed. 'Het is echt een fantastische handschoen. Ik heb hem gebruikt toen we kampioen bij de junioren werden. Ik heb die dag hartstikke goed gespeeld. Ik wou dat je me had kunnen zien.'

Geen reactie.

Kate had het gevoel dat ze niet veel meer kon hebben.

'Dat is alles.' Joshua pakte zijn sporttas weer op. 'Tot ziens, opa. Ik kom wel weer langs.' Hij fronste toen hij Kate aankeek. 'Hou nou op met huilen, mam. Alles is in orde.'

'Ja, dat weet ik.' Ze probeerde te glimlachen. 'Zullen we nu gaan?'

Hij knikte. 'Ik denk het wel.'

Ze trok hem mee naar de deur. 'Tot ziens, papa. Ik hoop dat je...'

'Mam.' Er gleed een stralende glimlach over Joshua's gezicht. Ze volgde zijn blik.

Dank u, God.

De hand van haar vader rustte op Joshua's oude honkbalhandschoen.

'Ze hebben hem laten gaan.' Kate gooide Seth de volgende ochtend de krant toe. 'Ogden is vrij.'

'Dat had ik toch gezegd.'

'En je maakt je geen zorgen?'

Hij schudde zijn hoofd.

'Nou, ik wel.'

'Hoor eens, de politie denkt gewoon dat hij het heeft gedaan, maar ze kunnen het niet echt bewijzen.'

'Maar de zaak wordt niet afgesloten.'

'Dat zal waarschijnlijk niet lang meer duren.' Hij veranderde van onderwerp. 'Ik heb onze vliegtickets opgehaald. Morgen vertrekken we naar Amsterdam.' Hij zweeg even. 'Als je tenminste zeker weet dat je nog steeds wilt gaan. De grootste dreiging is nu voorbij.'

'Ik wil echt weg. Ik wil Joshua weghebben uit dit gekkenhuis en ik wil beginnen met het uittesten van RU2. We hebben ons best gedaan om de zaak op Noahs manier aan te pakken. Zelfs als we erin slagen om dat wetsvoorstel tegen te houden, kan het nog jaren duren voor ze ons echt serieuze proefnemingen willen laten doen.' Ze schudde geërgerd haar hoofd. 'Al die tijdverspilling. Ik word er gek van. Ik wil iets dóén.'

'Waar had je het vanmorgen met Tony over toen je met hem belde?'

'Ik heb hem gevraagd om wat inlichtingen in te winnen.' Ze pakte haar handtas op. 'Ik ga een paar uurtjes op stap.'

Hij keek op van de krant. 'Waarheen?'

Ze schonk hem een lief lachje en trok de deur open. 'Ik ga op verkenning.'

'Kate!'

'Je weet wel hoe je in het nieuws moet komen, jongedame.' Senator Longworth keek haar stralend aan. 'Maar helaas niet op de juiste manier. Door een man neer te schieten bewijs je het grote publiek niet bepaald dat je in enig opzicht een autoriteit en een evenwichtige persoonlijkheid bent. Hoewel je daarvoor ook geen schijn van kans had.'

'Mag ik gaan zitten?'

'Natuurlijk. Vergeef me mijn slechte manieren. Ik was gewoon verbaasd om je te zien. Kom je me vertellen dat je de strijd opgeeft?'

'Ik kom u vertellen dat ik naar Amsterdam vertrek.' Ze zweeg even. 'En dat ik zolang ik leef zal zorgen dat u nooit ook maar één druppel RU2 zult krijgen.'

Hij zette grote ogen op. 'Wat vertel je me nou?'

'Is dat niet een van de voordeeltjes die Ogden u had beloofd? Dat hij wel een manier zou vinden om u RU2 te bezorgen als de strijd was gewonnen?

U hebt er zo hard voor gevochten, senator. Zelfs Migellin zei er iets van. Maar het ging niet alleen om geld en politiek aanzien.'

Hij lachte. 'Wat een onzin. Ik zou een ongeregistreerd geneesmiddel nog met geen stok willen aanraken.'

En hij deed zijn uiterste best om ervoor te zorgen dat RU2 ongeregistreerd zou blijven. Kate onderdrukte haar boosheid. 'Niet openlijk.'

Hij keek haar met samengeknepen ogen aan. 'Wat probeer je me te vertellen?'

'Dat u aids hebt, senator.'

Hij lachte. 'Je ziet echt spoken.'

'Ik ben arts. De eerste keer dat ik u ontmoette, viel me op dat u er niet goed uitzag. U was bleek en uw handen beefden. Ik dacht dat het een kwestie van nervositeit was, maar u zit al jaren in het vak. U zou helemaal niet zenuwachtig horen te zijn. En later op de begraafplaats leek uw vrouw overdreven bezorgd dat u een beetje regen op uw hoofd zou krijgen. Ze leek mij niet een type dat u doorgaans tegenspreekt.'

'En dat is het losse zand waarop jij je stelling baseert?' zei hij spottend.

'Nee, dat was allemaal puur gokwerk. Een schot in het duister. Zelfs als u echt ziek was, wat was dan de kans dat wij er iets aan zouden hebben? Maar we hebben een bijzonder goede privédetective. Ik heb hem op pad gestuurd en hij heeft een kleine kliniek in Maryland ontdekt waar u zich laat behandelen. Sunnyvale Physicians Care. Klinkt u dat bekend in de oren?'

'Nee.'

'Dat zou toch wel moeten. U bent een van de voornaamste aandeelhouders. Maar pas sinds vorig jaar. Raymond Ogden zit ook in het bestuur. Heeft hij u aan het verstand gebracht dat u hem nodig had om uw ziekte geheim te houden?'

'Tegenwoordig is aids niets bijzonders meer. De mensen begrijpen dat iedereen het kan krijgen.'

'Is dat zo? Waarom verbergt u het dan? Omdat u een politicus bent en omdat u weet dat er nog steeds zoveel vooroordelen tegen zijn dat u een eventuele herverkiezing wel zou kunnen vergeten.'

'Ik ben niét ziek.'

'Niet zwaar ziek. Misschien gaat u nog wel jaren mee. U kunt zelfs genezen worden.' Ze zweeg even. 'Met RU2. Maar dat zult u niet krijgen. Het kan me niet schelen wat Ogden u beloofd heeft.' Ze wierp hem een nijdige blik toe. 'U kunt niet iedereen hulp ontzeggen en dan stiekem terughollen naar uw kleine Sunnyvale om zelf een dosis te gaan halen. Vergeet het maar. Ik zie u nog liever langzaam stukje bij beetje doodgaan.'

'Ik weet niet waar je het over hebt.'

'Ik zeg tegen u dat u die wet moet vergeten en RU2 moet steunen omdat u anders zult sterven. Doodeenvoudig.' Ze stond op en liep naar de deur. 'U

geeft het op of u krijgt geen RU2. Niet voor u. En evenmin voor uw vrouw.'

'Mijn vrouw?'

Ze bleef bij de deur staan en keek om. 'Heeft ze u dat niet verteld? Zes maanden geleden is ze hier in de stad bij een zekere dr. Timkin geweest. Maakt u zich geen zorgen, ze heeft een andere naam opgegeven. Ze bleek seropositief te zijn.' Ze zag voor het eerst dat hij zichzelf niet meer in de hand leek te hebben. 'U wist het echt niet.'

'Ik ben zo voorzichtig geweest,' mompelde hij. 'Ze had helemaal niet... Waarom zou ze mij dat niet verteld hebben?'

'Waarom vraagt u dat niet aan haar?'

'Dat was een behoorlijk heftig verkenningstochtje,' zei Seth.

'Ja, maar ik heb niemand de hersens ingeslagen.'

'Dat had weinig verschil uitgemaakt.'

'Ik had zin om hem een dreun te verkopen. Hoe kan iemand zo egoïstisch zijn, zo wreed?'

'Jarenlange praktijkervaring?'

'Wees nou even serieus. Ik maak me hier echt zorgen over.'

'Het lijkt mij anders dat je jezelf behoorlijk ingedekt hebt. Goed gedaan.'

'Geluk.' Ze schudde verbijsterd haar hoofd. 'Mijn god, wat een mazzel. Ik gooide een balletje op en ik won de jackpot. Of RU2 heeft de jackpot gewonnen. Misschien wint de goeie partij ook wel eens. Op die manier zou je haast in beschermengelen gaan geloven.'

'En wie is die beschermengel van jou dan? Noah?'

'Dat zou best kunnen.' Ze fronste plotseling. 'Het blijft nog steeds een gok. Ogden heeft enorm veel invloed op Longworth. Misschien kan hij hem er wel van overtuigen dat hij hem ondanks alles nog steeds RU2 kan bezorgen.'

'Ik zou me over Ogden echt geen zorgen maken.'

Seth glimlachte.

Bange wezel.

Ogden legde met een klap de telefoon neer. Moest hij dan alles zelf opknappen? Wat een klootzak die Longworth om bij het eerste teken van onheil de pijp aan Maarten te geven. Had hij niet genoeg aan zijn hoofd met de politie die hem vierentwintig uur per dag in de gaten hield? Hij kon niet eens terug naar Seattle.

Longworth moest weer tot de orde worden geroepen. Dat zou niet moeilijk zijn. Af en toe waren er dingen die je eigenhandig moest afhandelen. Longworth was te laf geweest om hem persoonlijk te vertellen dat hij er geen zin meer in had. Het was hem tot nog toe altijd gelukt om Longworth naar zijn pijpen te laten dansen. Hij hoefde hem alleen maar onder vier ogen de volle laag te geven.

Hij pakte de telefoon op. 'Laat mijn auto voorrijden.'

Hij pakte zijn zwarte overjas uit de gangkast. Daarin zag hij er altijd indrukwekkend uit. Hoewel het er eigenlijk niets toe deed hoe hij eruitzag. Hij was gewoon indrukwekkend. Hij zou er wel in slagen om Longworth weer in het gareel te krijgen zonder...

Zijn zwarte limousine stopte voor de deur.

Hij wachtte niet tot de chauffeur uitstapte maar deed zelf het portier open.

'Naar het huis van senator Longworth, George.'

De limousine gleed geruisloos weg.

Tot zijn ergernis zag hij dat er iemand naast de chauffeur voorin zat. Hij had tegen George gezegd dat hij niemand van het personeel een lift naar de stad mocht geven.

'Je vriend kan hier meteen uitstappen, George. En morgen kun je je loon...'

'Het is George niet,' zei de man op de plaats van de passagier. 'Hij heet Dennis.' Hij draaide zich om in de stoel.

'Hallo, Ogden,' zei Marco Giandello.