4

'Goed, steek maar van wal,' zei Kate zodra Noah Smith de deur van de motelkamer opendeed. 'Ik geef je een halfuur. Dan moet ik terug naar mijn zoon.'

'Er gaat niets boven pressie.' Noah stapte achteruit. 'En als ik nu niet zo snel kan praten?'

'Ik denk niet dat je daar moeite mee zult hebben.' Ze liep de kamer binnen en keek om zich heen. Sjofel, schoon en onpersoonlijk, net als een miljoen andere derderangsmotelkamers. 'Het lukte je prima op de begraafplaats.'

'Een kwestie van motivatie. Ik wist niet of ik een tweede kans zou krijgen om met je te praten.' Hij hield het gordijn voor het raam opzij en wierp een blik op het parkeerterrein. 'Ik neem niet aan dat je hebt opgelet of je gevolgd werd?'

Mijn god, hij gedroeg zich alsof hij verwachtte dat er een stel commando's binnen zou vallen, dacht Kate. 'Ik heb wel opgelet. Ik ben heel voorzichtig geweest. Niemand is me gevolgd.'

Hij liet het gordijn weer dichtvallen. 'Daar sta ik van te kijken. Ik had niet het idee dat je me geloofde.'

'Ik geloofde je ook niet. Ik geloof je nog steeds niet.'

'Waarom ben je dan hier?' Hij keek haar met samengeknepen ogen aan.

'Is er iets gebeurd?'

'Het was een Tsjechische timer.'

'En?'

'Er was vanavond een man bij mijn huis. Hij had een politielegitimatie, maar hij was niet van de politie. Hij wist alles van Michael. Hij kende Michaels partner, Alan. Alan dacht dat hij het huis in de gaten hield omdat hij van plan was in te breken.'

'Maar jij niet?'

'Het zou kunnen.'

'Maar je bent argwanend genoeg om hiernaartoe te komen.'

'Die legitimatiebewijzen waren bijzonder goed. Ik heb jarenlang de penning en het legitimatiebewijs van mijn man onder ogen gehad en ik laat me niet gemakkelijk foppen.'

'Ik ben blij dat je nog steeds logisch kunt nadenken.'

'Dat gevoel heb ik helemaal niet. Ik voel me juist heel emotioneel.' Ze keek hem recht aan. 'Jij zei dat mijn zoon in gevaar verkeerde. Als ik tot de conclusie kom dat je liegt, loop ik de deur uit en dan vertel ik de hele wereld dat Noah Smith nog steeds in leven is en zeker niets goeds van plan is.'

'Goed en slecht zijn altijd betrekkelijk.' Hij stak zijn hand op. 'Al goed, ik zal me niet aan filosofie bezondigen. Daar zijn we geen van beiden voor in de stemming.'

Het viel haar plotseling op dat hij er moe uitzag. Niet gewoon moe, maar volslagen uitgeput. 'Ben je gewond geraakt bij die brand?'

'Een lichte hersenschudding.' Hij wierp een blik op zijn verbonden handen. 'Eerstegraadsverbrandingen. Morgen haal ik dit verband eraf.'

'Hoe ben je eruit gekomen? Dat kantoorgebouw stond in lichterlaaie. Ik heb de reportage van de ontploffing op CNN gezien.'

'Ik ook.' Hij klemde zijn lippen op elkaar. 'Twee dagen later, toen ik weer bijkwam.'

Hij had haar nog steeds geen antwoord gegeven. 'Hoe ben je naar buiten gekomen?' herhaalde ze.

'Mijn vriend Tony Lynski kwam net het gebouw binnen. Toen hij de eerste explosie in de oostelijke vleugel hoorde, holde hij de trap op naar mijn kantoor. Hij stond in de kamer voor mijn kantoor toen de tweede bom afging op de verdieping vlak onder de mijne. Hij trof me bewusteloos aan en slaagde erin om me de achtertrap af te slepen.'

'Maar waarom was je dan niet op het fabrieksterrein bij de andere gewonden?'

'Het leek Tony beter om me in zijn auto te stoppen en me mee te nemen.'

'Waarom?'

Hij schonk haar een scheef glimlachje. 'Hij zei dat hem iets te binnen was geschoten wat ik had gezegd over RU2 en Hiroshima en aan die vergelijking moest hij meteen denken na die ontploffingen. Hij was er niet van overtuigd dat ik in het ziekenhuis veilig zou zijn. Tony's intuïtie laat niets te wensen over.'

Ze staarde hem ongelovig aan. 'Wil je zeggen dat jouw fabriek alleen maar is opgeblazen om jou te doden?'

'En om alle sporen van RU2 uit te wissen. Als ik afga op de foto's die ik heb gezien, zou ik zeggen dat hij daarin is geslaagd.'

'Hij?'

'Raymond Ogden. Heb je wel eens van hem gehoord?'

'Ja, natuurlijk. Wie niet?' Het verhaal van Smith werd steeds grotesker.

'Beschuldig je hém?'

'Dat klopt.' Hij keek haar aandachtig aan. 'Je kunt het allemaal nauwelijks geloven.'

'Dat kun je wel stellen.' Ironisch voegde ze eraan toe: 'Hoe zou dat nou komen?'

'Omdat je niet over de cruciale gegevens beschikt. Het is net zoiets als het maken van een legpuzzel waarvan alleen de randen ingevuld zijn.'

'En is Michaels dood een van de cruciale gegevens?'

Hij schudde zijn hoofd. 'Ik heb je al verteld dat hij er niets mee te maken had. Hij is gestorven omdat het toevallig zo uitkwam.'

Ze deinsde terug alsof zijn woorden haar een klap in het gezicht gaven.

'Toevallig zo uitkwam?'

'Ze wilden net doen alsof jouw dood een ongeluk was. Hij was een politieman met een heel gevaarlijke baan. Als jij samen met hem stierf, zou worden aangenomen dat de bom voor hem was bestemd.'

'Die was ook voor hem bestemd.'

Hij schudde zijn hoofd. 'Die was voor jou bestemd.'

'Nee.'

'Ja.' Hij haalde zijn schouders op. 'Ogden is erachter gekomen.'

Ze staarde hem aan. 'Waar is hij achter gekomen?'

'Dat ik jou nodig had. Misschien denkt Ogden dat je al met me samenwerkt. Waarschijnlijk is dat zo, want anders zou hij niet zoveel belang aan je hechten.'

'Hoe kon hij zelfs maar weten dat je mij hebt benaderd?'

'Daar heb ik over nagedacht. Ik liet iedere week een expert langskomen om mijn telefoons op afluisterapparatuur te controleren. Ze hebben nooit iets gevonden. Dus weet ik zeker dat Ogden geen afschriften had van onze gesprekken. Maar hij wist genoeg van je om tot een overhaaste conclusie te komen. Het enige dat ik kan bedenken is dat hij waarschijnlijk iemand bij de telefoonmaatschappij heeft omgekocht om hem een lijst te geven van de nummers die ik belde. De afgelopen maand zou jouw nummer daar heel vaak op vermeld hebben gestaan. Zodra hij ontdekte wat je beroep was, werd jij ook een doelwit.'

'Zomaar?'

'Zomaar.'

'En hoe zit het dan met Joshua?'

'Voor Joshua geldt hetzelfde als voor je ex-man. Als het toevallig beter uitkomt dat hij doodgaat, dan zal hij sterven.'

'Een klein jochie?'

'Dan zal hij sterven,' herhaalde hij. 'Net zoals zevenennegentig van mijn mensen bij die verdomde ontploffing om het leven kwamen.'

Mijn mensen. Er klonk zowel bezitterstrots als hartstochtelijke verbittering in die woorden door. Welke twijfels ze ook mocht hebben, ze kon niet anders dan geloof hechten aan zijn intense bewogenheid in dit opzicht. Een kil gevoel bekroop Kate toen ze besefte dat als een gedeelte van zijn verhaal waar was ook de rest zou kunnen kloppen. Misschien was zij inderdaad de aanleiding voor Michaels dood geweest. Joshua kon nog steeds sterven omdat het 'toevallig beter uit zou komen'.

'Ik spreek de waarheid.' Zijn ogen waren strak op haar gezicht gevestigd.

'Waarom zou ik tegen je liegen? Waarom zou ik het halve land door reizen als het voor mijn eigen veiligheid veel verstandiger zou zijn om me schuil te houden?'

'Dat weet ik niet.' Ze propte haar handen in de zak van haar jack om hem niet te laten zien hoe ze trilden. 'Ik weet niet waarom jij je schuil zou moeten houden. Ik begrijp er helemaal niets van. Ik snap niet waarom iemand mij zou willen vermoorden alleen maar omdat ze denken dat jij me in dienst hebt genomen.'

'RU2.'

'Wat is RU2 in godsnaam?'

Hij schudde zijn hoofd. 'Volgens mij heb je momenteel al genoeg te verwerken gekregen.'

'Krijg het heen-en-weer. Je zegt dat ik vermoord zal worden vanwege RU2

en dan wil je me niet vertellen wat het is?'

'Ik heb niet gezegd dat ik je dat niet wilde vertellen.' Hij pakte een legergroene bodywarmer van het bed en trok die aan. 'Ik zei dat ik je nog even wat tijd zou gunnen. Kom op, dan gaan we.'

'Gaan we? Ik ga nergens heen.'

'Alleen maar eindje verderop langs de snelweg,' zei hij. 'Daar is een wegrestaurant en ik heb zin in een kop koffie.'

'Haal die dan maar als ik weg ben.'

Hij schudde zijn hoofd. 'Nu.' Hij trok de deur open. 'Ik heb nog tien minuten en die brengen we in het restaurant door.'

Ze keek hem geërgerd aan. Het zou waarschijnlijk al tien minuten kosten om bij dat restaurant te komen. Maar ze maakte zich niet druk over het feit dat de dertig minuten die ze hem had toegezegd zouden uitlopen. Ze was bang en onzeker en ze had het gevoel dat ze de zaak niet meer in de hand had. Het was net alsof ze op het moment dat ze de motelkamer van Smith binnenstapte in drijfzand terecht was gekomen.

'Hou nou op met tegenstribbelen,' zei hij vermoeid. 'We gaan wel met twee auto's, dan kun je weggaan wanneer je wilt. Wat maakt één kopje koffie nu uit?'

Ze besefte dat hij gelijk had, dat ze problemen maakte over een kleinigheid. Het was de angst waardoor ze instinctief van zich af beet. Ze vond het niet prettig om bang te zijn. Als je bang was, kon je niet nadenken en ze moest haar hersens gebruiken en conclusies trekken. Voor haar eigen bestwil en voor Joshua. Ze schoof langs hem heen naar de deur. 'Oké. Eén kopje koffie dan.'

'Eén kopje koffie?' vroeg ze sarcastisch met een blik op de lege borden die voor Noah stonden. 'Ik geloof dat je de halve menukaart hebt besteld.'

'Ik had honger,' zei hij eenvoudig. 'Ik heb de hele avond in die motelkamer rondgehangen. Ik wilde je niet mislopen.' Hij bracht de vork met het laatste stukje appeltaart naar zijn mond en grinnikte tegen haar. 'En het was gedeeltelijk waar. Jij hebt één kopje koffie gehad.' Hij stak zijn hand op naar de serveerster. 'En het wordt tijd dat je er nog een neemt.'

'Heb je altijd zo'n grote eetlust?'

Hij knikte. 'Ik hou van lekker eten.'

Maar hij was even soepel en sterk als een ijzeren veer. Haar stem klonk zuur toen ze zei: 'En dan zul je ook wel een van die onuitstaanbare mensen zijn die nooit een gram aankomen.'

'Het spijt me.' Zijn ogen gleden over haar heen. 'Maar jij hebt vast geen problemen met je gewicht.'

Ze keek nors. 'Ik ga iedere dag een eind hardlopen. Als ik geen lichaamsbeweging neem, zou ik een ton worden.'

'Maar dan wel een interessante.' Hij richtte zich tot de serveerster die vlak naast hem stond te wachten. 'Kunnen we nog een kopje koffie krijgen?' Hij glimlachte. 'En nog een stuk appeltaart, Dorothy?'

Ze glimlachte terug terwijl ze hen bediende. Ze had continu tegen Noah gelachen vanaf het moment dat ze het restaurant binnen waren gekomen, dacht Kate. Vrouwen deden waarschijnlijk niets anders dan lachen tegen Noah Smith. Hij beschikte over een dierlijke aantrekkingskracht en charme. In die paar minuten dat hij tegen Dorothy had gepraat, had hij haar het gevoel gegeven dat ze voor hem de belangrijkste vrouw ter wereld was. Hij trok zijn wenkbrauwen op toen hij zag dat Kate naar hem keek. 'Wat is er?'

'Niets.' Ze trok een gezicht. 'Ik zat me alleen maar af te vragen of Dorothy de hele avond bij je zou blijven plakken of dat ze ons nog wat privacy zou gunnen.'

Zijn b1" d naar de serveerster die inmiddels koffie uit de grote pot stond te tappen. 'Het is een aardig mens.' Hij bracht zijn kopje naar zijn lippen.

'Ben je nu van plan om antwoord te geven op mijn vragen?' vroeg Kate.

'Drink je koffie op.' Hij viel op zijn appeltaart aan. 'Ik sta zo tot je beschikking.'

Ze duwde met een beslist gebaar haar kopje van zich af. 'Nu.'

Hij keek op en zat haar nadenkend te bestuderen. 'Oké, ik neem aan dat je geen koffie meer nodig hebt. Dat beven is opgehouden.'

Ze had zich niet gerealiseerd dat het hem was opgevallen. 'Ik had het koud.'

'Je was bang. Je begon me te geloven en daardoor werd je hartstikke bang.'

Hi; duwde het bordje van de appeltaart aan de kant en keek weemoedig in zijn kopje koffie. Hij zei: 'Weet je, ik ben twee jaar geleden gestopt met roken en ik mis m'n sigaretten eigenlijk alleen als ik lekker heb gegeten.'

Ze staarde hem in stomme verbazing aan. 'Jij bent een expert op het gebied van kankeronderzoek en je hebt geróókt?'

'Vrij stom, hè? Ik zei altijd dat ik morgen zou stoppen.' Hij trok een gezicht. 'Maar morgen kwam eerder dan ik had verwacht. Twee jaar geleden kwam ik tot de ontdekking dat ik longkanker had.'

Ze zette grote ogen op. 'Daar heb ik niets van gehoord.'

'Ik heb het ook niet aan de grote klok gehangen.' Hij nam een slokje koffie. 'En je hoeft me niet zo aarzelend aan te kijken. Ik heb het niet meer. Mijn longen zijn inmiddels schoon.'

'Daar ben ik blij om,' zei ze oprecht.

'Ik ook. Doorgaans wordt stompzinnigheid niet zo royaal beloond.' Hij glimlachte. 'Maar daardoor ben ik de genoegens van het leven weer extra gaan waarderen. Maar ondanks dat zou ik toch niemand die ziekte willen aanraden.'

'Nee.' Ze vond het moeilijk om zich een zieke of een stervende Noah Smith voor te stellen; hij bruiste gewoon van levenslust. En zoals hij daar nu tegenover haar zat, ogenschijnlijk ontspannen, leek hij heel... menselijk. Hij leek in niets op de agressieve figuur die ze op het symposium was tegengekomen. Zonder na te denken schoof ze het bordje met de appeltaart weer naar hem toe. 'Je kunt het net zo goed opeten,' zei ze stug. 'Anders raakt Dorothy nog overstuur.'

'Aha, ik heb je moederlijke gevoelens gewekt. Een dodelijke ziekte was al genoeg.' Hij stortte zich weer op de taart. 'Ben jij een goede moeder, Kate?'

'Verdomd goed. Daarom ben ik ook hier.'

'Vanwege Joshua.' Hij had de taart op en leunde achterover in zijn bank.

'Een fijne knul?'

'Hartstikke fijn.'

'Maar fijne knullen kunnen ziek worden, fijne knullen kunnen een ongeluk krijgen en wonden kunnen geïnfecteerd raken.' Hij keek haar aan. 'Fijne knullen kunnen doodgaan.'

Ze verstijfde. 'Bedreig je mijn zoon?'

Hij schudde zijn hoofd. 'Ik zou niet durven. Zelfs in een felverlicht restaurant zou ik mijn leven niet zeker zijn.'

'Wat bedoel je dan in vredesnaam?'

'Ik probeer je te vertellen waarom zevenennegentig mensen in Seattle om het leven kwamen en twee hier in Dandridge.'

'Dan maak je er een potje van. Waarom was dat?'

'RU2.' Hij hief zijn hand op toen ze haar mond opende. 'Ik weet het, laat me uitpraten. Ik probeerde je voor te bereiden.'

'Ik hoef niet voorbereid te worden. Ik wil antwoorden. Wat is RU2 en wat heeft Joshua daarmee te maken?'

'Het zou zijn leven kunnen redden,' zei hij eenvoudig. 'RU2 is een universele cocktail van antistoffen. Ik heb een geneesmiddel ontwikkeld dat het cellulaire immuniteitssysteem dermate zal versterken dat het vrijwel iedere aanval afkan slaan.'

Ze staarde hem verbijsterd aan. 'Dat is onmogelijk,' fluisterde ze. 'Het zal nog zeker twintig jaar duren voor we zelfs maar bij zoiets in de buurt komen.'

Hij haalde zijn schouders op. 'Goed, ik heb een paar fases overgeslagen. Zes jaar geleden was ik bezig met een studie over interleukinen en ik heb een spoor gevolgd dat me boeide. Ik kwam terecht in een regelrechte schatkamer.'

Misschien is het dan wel goed om af en toe een zijsprong te maken, had Phyliss gezegd. Ze schudde beduusd haar hoofd. 'Het kan gewoon niet.'

'Ik heb het voor elkaar gekregen,' zei Noah. 'Aanvankelijk kon ik het zelf ook niet geloven. En het heeft me nog eens vier jaar van proefnemingen en verfijningen gekost om mezelf ervan te overtuigen dat het geen toevalstreffer was.' Hij keek haar strak aan. 'En dat was het niet. RU2 werkt echt, Kate.'

'Dat betekent...' Het duizelde haar van de mogelijkheden. 'Alzheimer, aids, kanker... Weet je zeker dat het universeel is?'

'Als de afweercellen sterk genoeg zijn en de ziekte bevindt zich niet in het laatste stadium, kan RU2 alles aan waar ik het mee geconfronteerd heb.'

'Maar dat is een wonder.'

Hij boog zijn hoofd. 'Sint Noah, aangenaam.'

'Spot er niet mee, je hebt iets... wonderbaarlijks verricht.'

'Ik heb iets verricht dat zo gevaarlijk is als de pest. Aanvankelijk klopte ik mezelf stevig op de borst en daarna kreeg ik last van een onkarakteristieke aanval van bescheidenheid. Pas toen de eerste euforie voorbij was, begon ik te beseffen dat ik op een soort kruitvat zat. Denk er maar eens over na.'

'Het enige waar ik aan kan denken, is hoeveel levens het zal redden.'

'Ogden heef wel aan iets anders gedacht. Aan de miljarden dollars die ieder jaar aan medicijnen worden uitgegeven en die wegvallen als alle ziektes vrijwel worden uitgebannen. En wat dacht je van de verzekeringsmaatschappijen? Die behoren tot de financiële reuzen van onze maatschappij. Hoe denk je dat zij het zullen vinden als de ziektekostenverzekeringen een enorme dreun krijgen? Godsdienst. Daar wordt nu al gekrijst dat we de natuur geweld aandoen bij elke kleine stap voorwaarts op ons gebied. Als er een echt belangrijke ingreep zou komen, worden ze helemaal knettergek. Moet ik nog doorgaan?'

'Nu even niet. Ik heb moeite om het allemaal te bevatten.'

'Het gaat je prima af. Doe maar rustig aan.'

'En Ogden heeft gemoord om te voorkomen dat jij RU2 in de openbaarheid zou brengen?'

'Ja.'

'Weet je dat zeker?'

'Een paar minuten voor de ontploffing heeft hij me dat zelf min of meer verteld.'

'Hij moet een echte schoft zijn.'

'Absoluut.'

Ze was even stil terwijl ze probeerde haar gedachten op een rijtje te zetten. 'Als je de cocktail al hebt, waarom had je mij dan nodig?'

'Je moet de tegenwoordige tijd gebruiken, niet de verleden tijd. Ik heb je nodig.'

'Waarom?'

'Ik moet een overbrengingsmechanisme voor het serum hebben. En ik denk dat jij dat hebt.'

Ze verstijfde. 'Waarom denk je dat?'

'Je hebt een artikel voor het medisch tijdschrift geschreven.'

'Puur speculatief.'

'Gelul. Je hebt een gen geïsoleerd dat voorkomt dat cellen iets afstoten. Je hebt gewerkt aan een onfeilbare plasmatische methode voor het toedienen van medicijnen die voor cellen acceptabel is zonder ze op hol te laten slaan. In je studie noemde je het een paard van Troje, omdat de cellen slinks benaderd zouden worden en al bediend zouden zijn voor het afweermechanisme in werking kon worden gesteld. Hoever ben je?'

Ze gaf geen antwoord.

'Verdomme, je moet het me vertellen. Denk je soms dat ik van plan ben om jouw patent te stelen?'

'Ik heb er nog geen patent op gevraagd.' Haar reactie was puur instinctief geweest. Noah was tegen haar heel openhartig geweest, hij verdiende het om met gelijke munt terug te worden betaald. 'Maar ik ben er heel dichtbij.'

'Hoe lang nog?'

'Vier, misschien vijf weken. Ik kan er alleen in mijn vrije tijd aan werken.'

'Dus het zou in drie weken kunnen als je er al je tijd aan besteedt?'

'Maar dat kan niet. Ik moet werken voor de kost.'

Hij boog zich naar haar over met een geconcentreerde uitdrukking op zijn gezicht. 'Wat is het succespercentage van je laatste proeven?'

'Zevenentachtig procent.'

Hij gaf met zijn platte hand een klap op de tafel. 'Mijn god, dat is fantastisch.'

Ze voelde haar wangen gloeien van trots. 'Dat vond ik ook.'

'Maar dat percentage moet omhoog naar achtennegentig.'

'Wat?'

'Het moet vrijwel perfect zijn. De opdonder die RU2 uitdeelt, is te vergelijken met die van een kernraket.'

'Ik heb niet zitten werken met de bedoeling om jou aan een drager te helpen.'

Hij grinnikte. 'Nee, maar is het niet geweldig dat jij net op het juiste moment kwam opduiken?'

'Wacht even.' Hij ging veel te snel voor haar. 'Hoe heb jij kunnen testen als je geen anti-afweermechanisme voor het medicijn had?'

'Ik dacht dat ik dat in de formule had ingebouwd. Bij de dierproeven verliep alles prima. Zonder problemen. Totaal geen bijverschijnselen.' Hij haalde zijn schouders op. 'Jammer genoeg zijn chimpansees geen mensen.'

'Mijn god,' fluisterde ze. 'Heb je RU2 op mensen getest?'

'Op één mens.' Hij klopte op zijn borst. 'Twee jaar geleden.'

Ineens begreep ze het. 'Toen je ziek was?'

'Ik had toch nog maar zes maanden te leven. Naar mijn idee had ik weinig te verliezen.' Hij trok een gezicht. 'Maar de kuur heeft me op een haartje na het leven gekost. Ik raakte in een shocktoestand.'

'Wat heeft je erdoor gesleept?'

'RU2. Het begon net op tijd te werken. Ik bleef leven en het serum deed zijn werk.' Hij nam een slokje koffie. 'Maar het pakte me veel te hard aan. Waarschijnlijk zou het voor een groot percentage van de mensen die het ingespoten krijgen, de dood tot gevolg hebben. RU2 zal het zwaar te verduren krijgen als ik het wereldkundig maak. Het moet echt superveilig zijn.'

'Maar het zou best kunnen dat mijn formule en procedure niet in combinatie met RU2 te gebruiken zijn.'

Hij glimlachte. 'Dat zullen we moeten uitzoeken, hè? Dat hoeft niet zo lang te duren. Drie weken tot jij klaar bent met je werk. Dan nog een maand waarin ik kan experimenteren om de beste manier te vinden voor een combinatie met RU2.'

'Een maand? Dat kan jaren in beslag nemen.'

'We hebben geen jaren.' Zijn glimlach verdween. 'Misschien hebben we niet eens maanden. Ogden zal er op den duur achter komen dat ik nog in leven ben en dan wordt de jacht weer geopend. Hij heeft zijn honden nu al op jouw spoor gezet. Hij heeft al een keer geprobeerd om je te vermoorden. Daar zal hij het niet bij laten.'

'Als hij dat echt heeft geprobeerd. Ik begrijp wel waarom RU2 jou in gevaar kan brengen, maar mijn connectie met jou is veel te vaag. Ik heb geen bewijs dat...'

'Als je op bewijzen wacht, zul je dood zijn.'

Ze schrok van die grimmige woorden. 'En wat zou ik dan moeten doen?

De politie opbellen om te vertellen dat ik achtervolgd word door een sluipmoordenaar die wordt betaald...'

'De politie is niet te vertrouwen als er zoveel geld in het geding is,' zei hij zonder omhaal.

'De politie kan altijd helpen.'

'Luister nou eens, heb je dat bericht gehoord dat J. & S. Pharmaceuticals in financiële problemen zat?'

Ze knikte.

'Dat was niet waar. We stonden er uitstekend voor. Maar er is genoeg met geld gesmeten om ervoor te zorgen dat het accountantsbedrijf dat onze administratie deed, een onjuiste verklaring aflegde.'

'Waarom zou iemand hun daarvoor betalen?'

'Om de indruk te wekken dat ik het geld van de verzekering nodig had. Als de ontploffing mij niet het leven zou kosten, dan zou ik eerst moeten afrekenen met aanklachten wegens fraude en moord voordat ik verder kon met RU2. Ogden heeft al die moeite alleen maar genomen om ergens op te kunnen terugvallen. Maar waar zou hij volgens jou toe bereid zijn als hij echt in de aanval gaat?' Hij schudde zijn hoofd. 'Geen politie. Er staat te veel op het spel. We zijn op onszelf aangewezen.'

'Ik heb acht jaar lang mijn leven gedeeld met een politieman. Ik geloof in het systeem. Ik weet dat het werkt.'

'En heeft je man het nooit gehad over het omkopen van politiepersoneel?'

'Natuurlijk wel. Er zitten altijd wel een paar rotte appels tussen. Dat wil niet zeggen dat ik ze allemaal moet wantrouwen.' Ze zweeg even. 'Of dat ik jou moet vertrouwen.'

'Maar je vertrouwt me wel.'

Ze zou hem eigenlijk niet moeten vertrouwen. Hij was een vreemde die haar het meest onzinnige verhaal dat je maar kon bedenken had voorgeschoteld. En toch voelde ze geen argwaan. Ze schudde vermoeid haar hoofd.

'Ik ben zo in de war dat ik niet meer kan nadenken.'

'Laat mij dat dan voor je doen.' Hij pakte haar hand en zei zacht: 'Ik weet wat we moeten doen, Kate. Ik heb plannen gemaakt om de veiligheid van jou en van Joshua te waarborgen.'

'Terwijl je mij ondertussen gebruikt voor het perfectioneren van jouw RU2?' vroeg ze droog.

'Verrek, ja, had je verwacht dat ik dat zou ontkennen?'

'Ik weet niet meer wat ik moet verwachten.' Ze trok haar hand terug en deed haar jack aan. 'Maar ik ben niet van plan om mijn lot noch dat van mijn zoon in de handen van iemand anders te leggen.'

'Luister, Kate, de enige manier waarop jij veilig zult zijn, is door mij te helpen om RU2 wereldkundig te maken. Als we dat eenmaal gedaan hebben, heeft het geen zin meer om een van ons beiden te vermoorden. Tot dan zal Ogden alle mogelijke middelen aanwenden om ons...' Hij hield zijn mond en keek haar nadenkend aan. 'Het dringt niet echt tot je door, hè? Goed dan, ga maar weg en denk erover na. Mocht je van gedachten veranderen, dan zit ik nog een paar dagen in het motel.'

Ze knikte en stond haastig op van de bank.

Noah fronste. 'Ik vind het geen prettig idee dat je alleen naar huis moet. Zal ik achter je aan rijden tot je thuis bent?'

Ze schudde haar hoofd. 'Ik heb al tegen je gezegd dat ik niet gevolgd werd.'

'Hoe zag hij eruit, die man die je huis in de gaten hield?'

'Hoezo?' vroeg ze verbaasd.

'Het helpt als je weet wie je vijanden zijn. Daar komt nog bij dat ik een paar vrienden heb, met wie ik contact kan opnemen. Misschien kom ik erachter wie hij was.'

'Lang donker haar in een paardenstaart, hoge jukbeenderen, grijze ogen. Hij zag er... hij zou indiaans kunnen zijn. Misschien ook niet. Die inheemse spullen uit het zuidwesten zijn op het moment nogal populair.' Ze probeerde na te denken. 'Hij droeg een soort kralenketting. Ik weet niet hoe lang hij was. Hij bleef in de auto zitten. Hij zag er niet erg groot uit.'

'Oké, ik denk dat ik dat wel kan onthouden.' Hij zweeg even. 'Ga niet naar de politie, Kate. Dat zou voor ons allebei heel gevaarlijk kunnen zijn.'

'Ik doe wat mij het beste lijkt.' Ze aarzelde en zei toen weifelend: 'Maar ik wil niet dat jou iets overkomt. Als wat je me hebt verteld waar is, dan heb je iets buitengewoons verricht voor ons allemaal.'

'Dan mag ik er dus van uitgaan dat je me niet zult aangeven?'

Ze schudde haar hoofd. 'Wat ik ook doe, ik zal proberen om jou erbuiten te laten.'

'Dat zal je niet lukken.' Hij keek haar recht in de ogen en zijn stem klonk bijna verdrietig toen hij zei: 'Je begrijpt het nog steeds niet, hè? Of we het nu leuk vinden of niet, van nu af aan zitten we er samen aan vast.'

Hij had haar niet op de goede manier aangepakt.

Noah keek Kate na toen ze het restaurant uitliep en in haar auto stapte. Verdomme, eigenlijk zou hij het liefst achter haar aan hollen, haar door elkaar schudden en met haar bakkeleien in plaats van hier op z'n kont te blijven zitten. Ze had er nog steeds geen flauw benul van wat haar misschien boven het hoofd hing. Het enige dat hij had bereikt, was dat ze nu volkomen in de war en bang was, terwijl hij haar had willen overhalen om zijn kant te kiezen.

Dat kon hij op zijn buik schrijven. Kate Denby was uit puur staal opgetrokken en gewend om haar eigen beslissingen te nemen. Nee, niet uit puur staal. Toen ze over haar zoon had gepraat, was ze anders geworden, zachter. Dat was misschien iets waar hij gebruik van kon maken, iets dat hem een houvast gaf. Gebruik.

Hij leunde vermoeid achterover op de bank. Waar maakte hij zich nu druk over? Hij had geweten dat het een kwestie van manipuleren zou worden, daar had hij van tevoren zelfs rekening mee gehouden. Maar ze was zo fel en zo scherp geweest als een scalpel, ze had meteen al het geleuter weggesneden om de waarheid bloot te leggen. Ze had daar tegenover hem gezeten met bevende handen en uitdagende, heldere ogen. Ze was bang geweest, maar ze had geen moment haar zelfbeheersing verloren. Ze was in de aanval gegaan op het moment dat ze zich het meest weerloos voelde.

Een unieke vrouw.

Hij hoopte verdomme alleen dat hij een manier zou kunnen vinden om haar in leven te houden.

Hij pakte zijn portefeuille, gooide een paar bankbiljetten op de tafel en kwam overeind. Hij zou teruggaan naar het motel en Tony opbellen om te zien of hij iets meer te weten kon komen over de slachtoffers van de ontploffingen in de fabriek. Drie van zijn mensen verkeerden gisteren nog steeds in levensgevaar.

'Lars Franklin is overleden,' zei Tony toen Noah hem een kwartier later aan de lijn had. 'Clara Brookin en Joe Bates leven nog steeds.'

'Shit.' Hij sloot zijn ogen in een poging om de schok op te vangen. Hij kende Lars Franklin al sinds hij een jochie was en hij had wanhopig gewenst dat de oude man het zou overleven. Een paar jaar geleden had hij de dochter van Lars een kantoorbaan bezorgd en haar naam stond op de lijst van de vermisten.

'Het spijt me, Noah, ik weet hoeveel hij voor je betekende.'

'Ze betekenden allemaal veel voor me,' zei hij dof. 'Allemaal, stuk voor stuk.'

'Ik hou de ontwikkelingen wel in de gaten. Hoe kan ik met je in contact komen?'

'Dat gaat niet. Ik bel jou wel.'

'Verdomme, wil je me niet eens vertellen waar je zit?'

'Ik moet nu ophangen. De kans bestaat dat jouw telefoon afgeluisterd wordt. Ik wil dat je morgen overstapt op een digitaal systeem. Dat is vrijwel niet te traceren.'

'Waarom? Je hebt ervoor gezorgd dat niemand iets van het chalet afweet en iedereen denkt dat jij dood bent.'

'Ik heb je al gezegd dat Ogden iedereen die iets met RU2 te maken heeft om het leven wil brengen. Hij heeft jouw naam genoemd. Blijf nou maar waar je bent en laat je niet zien. Oké?'

'Ik zie niet in waarom...'

'Ik moet ophangen.' Noah verbrak de verbinding door op het knopje te drukken en legde de telefoon neer.

Lars Franklin. Hij had gedacht dat de ergste pijn en de grootste schok al voorbij waren, maar nu bleek dat toch niet het geval. Ze lagen nog steeds op de loer.

Ga maar naar bed. Ga slapen. Denk er niet aan.

Hij kon nog niet slapen. Hij moest nog iets doen.

Hij belde Seth in zijn appartement in Miami.

Een vrouw nam op, ze klonk alsof ze buiten adem was. 'Hallo.'

'Ik wil Seth spreken.'

'Is het belangrijk?' vroeg ze geïrriteerd.

'Noah?' Seth kwam aan de telefoon. 'Verdomme, dit komt niet echt gelegen.'

'Ik heb je maar een minuutje nodig. Ogdens man is boven water. Kate Denby heeft hem vanavond gezien. Ik moet alles van hem te weten zien te komen.'

'Naam?'

'Weet ik niet.' Hij lepelde snel de korte beschrijving op die Kate hem had gegeven.

'Klinkt bekend. Laat me er even over nadenken. Het zal me wel te binnen schieten.'

'Ik wil het nu weten.'

'Da's dan jammer. Je hoort het zo gauw ik iets weet.'

'Uiteraard, laat je vooral door mij niet storen,' zei Noah sarcastisch. 'Ga maar weer door met waar je mee bezig was.'

'Wie was ermee opgehouden?'

Noah hoorde een vrouw giechelen voordat hij de verbinding verbrak.

'Ishmaru,' zei Seth toen Noah een uur later de telefoon oppakte. 'Jonathan Ishmaru. De smeerlap is stapelgek maar goed. Heel goed. Ik heb over hem horen spreken toen ik drie jaar geleden in Mexico was, dus heb ik Kendow opgebeld.'

'Wie is Kendow?'

'Een makelaar in inlichtingen. Hij woont in L.A. Ishmaru denkt dat hij een soort Apache-of Comanchekrijger is. Zoiets.'

'Is hij indiaans?'

'Half indiaans, half Arabisch. Opgegroeid in Oost-L.A. Verrek, daar zou iedereen stapelgek van worden.'

'Ogden zou dat baantje nooit aan iemand geven die labiel is. Hij moet zich indekken door een prof in te huren die ze alle vijf op een rijtje heeft.'

'Iemand met een gezonde geest is bereid om het op een akkoordje te gooien als hij gepakt wordt. Ishmaru zou gevangenisstraf als een vuurproef beschouwen.'

'En Ogden niet verlinken?'

'Er doet een verhaal de ronde over de tijd dat hij in een stadje in het zuiden gevangen heeft gezeten nadat hij de burgemeester had vermoord. Die burgemeester was de broer van de sheriff. De sheriff wilde bijzonder graag weten wie zijn opdrachtgever was. Voordat Ishmaru erin slaagde om te ontsnappen, hebben ze van zijn beide handen alle vingernagels uitgetrokken. Hij hield zijn mond.'

'Kan hij de bommen hebben geplaatst?'

'Niet van harte. Hij werkt liever op korte afstand. Van heel dichtbij.'

'Maar hij kan het wel hebben gedaan?'

'O ja, hij is multi-inzetbaar. Het hangt ervan af wat hem in het vooruitzicht is gesteld.'

'Werkt hij met iemand anders samen?'

'Niemand zou samen willen werken met een stapelgekke smeerlap die je liever om zeep helpt dan dat hij je aankijkt. Anders nog iets?'

'Ja, ik wil dat je morgen naar het chalet gaat en daar op ons wacht.'

Seth hing op.

Ishmaru. Noah liep de badkamer in, trok zijn kleren uit en zette de douche aan. Hij moest Kate morgen bellen en haar vertellen wat hij te weten was gekomen. Dat kon ze er nog wel bij hebben - de wetenschap dat een gek de opdracht had gekregen om haar te vermoorden. Eigenlijk moest hij blij zijn; misschien was dit voor haar een beweegreden om zich bij hem aan te sluiten. Hij stapte onder de warme douche en liet het neergutsende water iets van zijn spanning wegnemen.

Hij was helemaal niet blij. Hij was boos en verdrietig en een beetje jaloers op Seth die geen andere zorg had dan de vrouw in zijn bed te behagen. Hij had meer dan genoeg van dit schuldgevoel en de verantwoordelijkheid. Hij wilde niet op slinkse wijze een vrouw die hij respecteerde angst aanjagen. Hij wilde niet dat er nog meer mensen zouden sterven. Wat maakte het uit dat hij niets van dat alles wilde, dacht hij ongeduldig. Hij kon de zaak nog maar op één manier aanpakken. Hij moest Kate opbellen en haar de schrik van haar leven bezorgen. De tijd begon te dringen. Als hij in actie kwam, moest het snel gebeuren.

En hij moest Kate aan zijn zijde hebben.

De patrouillewagen stond nog steeds voor haar huis toen Kate de oprit in draaide. Ze stapte uit, liep naar de voordeur en bleef even onder het buitenlicht staan, zodat de agent kon zien dat ze dezelfde vrouw was die drie uur eerder was weggegaan. Hij wuifde dat hij het had gezien. Het was een aardige jonge vent. Hij had niet gewild dat ze wegging uit het huis dat hij vannacht moest bewaken.

Drie uur. Het leek een eeuwigheid.

Ze draaide de sleutel om, ging naar binnen en trok de deur zacht dicht. Ze mocht Phyliss niet wakker maken. Phyliss had vandaag haar zoon begraven en ze moest zich geen zorgen gaan maken over waarom Kate bij nacht en ontij de stad was uitgegaan. Ze deed de deur op slot en schoof de grendel ervoor. Veilig.

Maar ze voelde zich helemaal niet veilig. Een vriendin en een beminde waren dood, een man had haar huis bespied en Noah Smith had tegen haar gezegd dat zij en Joshua vermoord zouden worden als ze niet met hem samen zou gaan werken. Hoezo dwangarbeid, dacht ze vermoeid. Nou ja, daar kon ze zich nu niet druk over maken. Ze zou er eens goed over nadenken als ze een paar uur had geslapen.

Ze deed het licht uit en liep de gang door. Joshua's deur stond op een kier en ze wierp een blik in de kamer. Ze hoopte dat hij haar niet had geroepen terwijl zij het huis uit was. Ze vond het een naar idee dat ze er misschien niet was geweest toen hij haar nodig had.

Joshua lag op zijn buik en zijn dekbed lag op de grond. Hij bewoog niet toen ze naar binnen ging en hem weer toedekte. De dreiging die haar zo'n angst had aangejaagd ebde weg terwijl ze in zijn kamer stond. Het was een typische Joshua-kamer. Aan een van de spijlen van het bed hing een honkbalhandschoen, verschoten Star-Warsgordijnen omzoomden de luxaflex voor de ramen en in een hoek lag een Dave Justice-schooltas. Ik weet niet wat het beste is, Joshua.

Ik denk dat Noah Smith probeert iets geweldigs te doen. Iets dat zoveel mensen zou kunnen helpen, misschien zelfs jou. Maar het is een droom. Haar werkelijkheid was Joshua.

En die werkelijkheid moest ze beschermen. Voor de veiligheid van haar zoon was samenwerken met Noah Smith wellicht het slechtste dat ze kon doen. Misschien was het voor hen wel veel beter om op reis te gaan, om een tijdje te verdwijnen tot RU2 wereldkundig werd gemaakt. Ze draaide zich om en liep Joshua's kamer uit.

Ze ging naar de gangkast, pakte de doos met het veiligheidsslot, deed hem open en haalde de Colt te voorschijn. Verdomme, ze haatte vuurwapens. Toen Michael het pistool voor haar mee naar huis bracht, had ze toegestemd om te leren hoe ze ermee moest omgaan, maar ze wilde het wapen alleen in huis hebben zolang het in de doos met het veiligheidsslot zat. Nu stopte ze het pistool in haar leren schoudertas en nam die mee naar haar slaapkamer. Ze zette de tas met de klep open op de vloer naast het bed. Mijn god, een week geleden zou ze er niet over hebben gedroomd om met een pistool onder handbereik te gaan slapen.

Ze voelde de tranen in haar ogen branden toen ze in bed kroop en haar hoofd in de kussens nestelde.

Alles is krankzinnig, papa. Ik ben het moe om te proberen alles voor iedereen te zijn. Daar ben ik niet goed genoeg voor. Daar ben ik niet knap genoeg voor. Ik heb je nodig.

Ik voel me zo verdomd alleen.

 

Marianne was in slaap gevallen. Seth kon het zachte geluid van haar ademhaling horen. Hij rolde om en ging rechtop in bed zitten.

Ishmaru.

Niet best.

Hij stond op en liep naar de openstaande deur die toegang gaf tot het balkon. De zachte warme wind voelde prettig aan op zijn naakte lichaam. Hij staarde omlaag naar de branding. Hij had altijd van de vrijheid van de open zee gehouden en dit appartement was een verschil van dag en nacht met de benauwde huizen waarin hij was opgegroeid. God, wat had hij daar een hekel aan gehad. Grappig dat hij desondanks niet had kunnen voorkomen dat hij zich kapot knokte om er toch bij te mogen horen. Maar hij was ook zo'n kleine dwarse dondersteen geweest, uit alle macht op zoek naar een eigen plekje... Goddank had hij geleerd om dat van zich af te zetten en zijn eigen weg te zoeken. Maar iets van dat hongerige, wanhopige kind moest toch bewaard zijn gebleven, want dit appartement was een van de eerste dingen geweest die hij had gekocht. Hij had het al die jaren aangehouden. Een plek waar hij altijd naartoe kon, een toevluchtsoord.

Had Ishmaru ook een toevluchtsoord?

Wat Kendow hem over Ishmaru had verteld, beviel hem totaal niet. Het was geen man die Noah met gemak aan zou kunnen.

Het zou Seth ook niet gemakkelijk afgaan, maar hij was tenminste gewend om met tuig om te gaan. Noah was niet zo ervaren als hij. Zelfs toen ze samen bij de commando's zaten, was Noah nooit behoedzaam genoeg geweest. Hij miste het elementaire cynisme van de geboren soldaat. Hij bleef altijd geloven in het meest gunstige scenario. Seth geloofde eigenlijk nergens in en hij wist dat hij de meeste scenario's naar zijn hand diende te zetten.

Toch was het juist dat gebrek aan behoedzaamheid waardoor Noah te hulp was gesneld en Seth uit de vuurlinie had gesleept toen hij in Grenada gewond was geraakt. Seth stond bij hem in het krijt.

En eigenlijk was hij van plan geweest om zich nergens mee te bemoeien en de leiding aan Noah over te laten.

Verdomme, Noah was zijn vriend. Hij mocht niet toestaan dat hij zich halsoverkop in de moeilijkheden stortte en zichzelf om zeep liet helpen. Maar hij deed Noah onrecht. Noah zou zich niet halsoverkop in de moeilijkheden storten. Het kwam wel goed. Noah had gezegd dat hij naar het chalet moest gaan en moest afwachten.

'Seth...'

Marianne was weer wakker geworden en dat toontje kende hij. Hij glimlachte terwijl hij zich omdraaide en naar het bed liep. Marianne vroeg nooit meer dan hij bereid was te geven. Ze stond meestal tot zijn beschikking als hij weer terugkwam naar Miami en stelde geen vragen. Ze hield van sex en van een lolletje en daarna ging ze weer naar iemand anders toe. Geef haar dus maar wat ze wil. Neem wat je wilt. Vergeet Ishmaru. Laat Noah maar de leiding nemen.