18
De zon ging onder en wierp een weelde aan roze en paarse tinten op de spiegelbeelden op het meer.
Spiegel…
Zou ze ooit nog aan dat woord kunnen denken zonder zich Montalvo te herinneren, vroeg Eve zich af terwijl ze met haar armen om haar knieën geslagen, met haar rug tegen een pijnboom geleund zat.
Natuurlijk wel. Het was gewoon een kwestie van tijd. Ze had de afgelopen twee maanden, zolang ze nu al weer terug was van de compound, maar een paar keer aan hem gedacht. Over een jaar wist ze niet eens meer dat hij bestond.
Jawel, dat weet je dan heus nog wel.
Ze keek opzij en zag Bonnie tegen een boom iets verderop geleund staan. Eve werd overspoeld door een golf van liefde.
‘Daar begrijp je niets van, je bent nog een kind.’
Bonnie zuchtte. ‘Ik heb je toch verteld dat dat geen verschil maakt.’
‘Jij zegt altijd precies tegen me wat ik graag wil horen. Dat is nogal verdacht, weet je.’
‘Ik wil je graag gelukkig maken. Maar dat betekent niet dat ik je leugens op de mouw zit te spelden.’
‘Zoals je wilt.’
Er verscheen een stralende glimlach op Bonnies gezicht. ‘Ja, zoals ik wil. ‘
‘Ik ben gelukkig,’ zei Eve zachtjes. ‘Altijd als ik je zie, voel ik me gelukkig. Dat betekent natuurlijk dat ik aardig gestoord ben.’
‘En ben je nu ook gelukkig met Joe, mama?’
‘Natuurlijk wel. ‘ En dat was waar. Waarom zou ze niet gelukkig met hem zijn? Ze hadden elkaar weer en het vreedzame leventje dat ze bijna waren kwijtgeraakt. ‘Waarom vraag je dat?’
Bonnie keek haar alleen maar aan.
‘Oké, we moeten een paar dingen met elkaar oplossen. Het verloopt niet allemaal even… gladjes.’
‘Glad is niet altijd het beste, mama. Misschien moet je wel een beetje door elkaar worden geschud.’
‘Niet op die manier,’ reageerde ze droogjes. ‘Het gaat wel over.’
‘Hij was goed voor je, mama.’
‘Montalvo? Je weet niet waar je het over hebt.’
‘Het was alsof je midden in een storm zat. Je moest vechten om te overleven, maar dat vond je spannend. Je voelde je leven. Ik hou ervan als ik je zo stralend en geconcentreerd zie.’
‘Ik ben blij dat jij het leuk vond, voor mij was het minder.’ Ze staarde over het meer. ‘En het is voorbij. Ik wacht nu alleen nog maar tot Joe helemaal is hersteld en dan gaan we achter de man aan die jou waarschijnlijk heeft vermoord. Was hij het, liefje?’
‘Ik heb je al eens gezegd dat ik niet na wil denken over de dingen die die avond met me zijn gebeurd. Het zorgt ervoor dat ik… Ik wil er niet aan denken.’
Eve sloot haar ogen toen ze die afschuwelijke avond weer voor zich zag. ‘Sorry, liefje, ik was het even vergeten,’ fluisterde ze. ‘Ik wou alleen wat hulp.’
‘Je hebt hulp. Je hebt Joe.’ Bonnie glimlachte. ‘En Montalvo.’
‘Nee, Montalvo niet. Daar hoor ik waarschijnlijk nooit meer iets van.’
‘Jawel, je hoort echt wel wat van hem. Hij wacht.’
‘Dan zal ik hem vertellen dat ik hem niet nodig heb en hem wegsturen. ‘
‘We zullen zien,’ zei Bonnie vriendelijk. ‘Het wordt al donker. Joe gooit vanavond een paar steaks op de barbecue. En hij vraagt zich af waar je zit.’
‘Dan kan ik maar beter teruggaan.’ Eve deed haar ogen weer open. ‘Ik hou er niet van om…’
Bonnie was weg. Eve voelde de bekende steek van pijn en verlies.
‘Dag lieve schat,’ fluisterde ze.
Ze stond op en wandelde over het pad terug naar hun huisje.
Joe stond op de veranda en zwaaide naar haar.
En ze zwaaide terug.
Tevredenheid en liefde stroomden door haar heen terwijl ze zag hoe Joe, geleund over de veranda, naar haar lachte. Ze versnelde haar pas, ze wilde graag bij hem zijn.