6
Toen Soldono de volgende ochtend aanklopte, was Eve aangekleed en klaar om te gaan.
‘Hoe hebt u geslapen?’ vroeg Soldono nadat ze de deur open had gedaan. ‘U ziet er een beetje moe uit.’
‘Het gaat wel.’ Eve liep de gang in. ‘En ja, ik heb een hele slechte nacht gehad. Wat had je anders verwacht?’
‘Ik had een slapeloze nacht verwacht, gevuld met spijt. En wat ik niet had verwacht is dat u hierheen zou komen en u zou laten koeioneren door Montalvo.’ Hij maakte een grimas. ‘Hoewel ik u erg dankbaar ben dat u mijn hachje hebt gered door González hier weg te halen. Anders had ik zelf iets moeten ondernemen en dat had natuurlijk mijn dood kunnen worden.’
‘Montalvo’s houding ten opzichte van jou leek me anders niet erg vijandig.’
‘Nee, maar hij heeft regels, en González heeft een van de belangrijkste wetten overtreden die zijn mannen in het gareel moeten houden. Als ik in de weg had gestaan, zou hij er geen twee keer over hebben nagedacht om mij te doden.’
‘Wetten. Regels. Dit is gewoon een crimineel die een criminele organisatie leidt. Wat moet dat hier in vredesnaam voorstellen?’
Soldono haalde zijn schouders op. ‘Moet u mij niet vragen. Voor hem werkt het. Zijn mannen zijn hem trouw en kijken tegen hem op.’ Het bleef even stil. ‘Ze bewonderen hem. Dat is het wat ze meer dan al het andere in het gareel houdt. Wij hadden er een helse klus aan om iemand onder zijn mannen te vinden die verraad wilde plegen. Het heeft me meer dan achttien maanden gekost om González te vinden en nog eens drie om hem ervan te overtuigen dat hij het moest doen.’
‘En hoe is dat uiteindelijk gelukt?’
‘Geld. Veel geld en de belofte om hem hier weg te krijgen voordat Montalvo erachter zou komen.’
‘Daaraan heb je je dus niet gehouden.’ Terwijl ze naar beneden liepen, liet Eve haar blik over de inrichting glijden. ‘Dit is gewoon een paleis. Ik was helemaal verbaasd toen ik het hier binnen zag. Het is bizar om zoiets midden in de jungle tegen te komen. Montalvo houdt blijkbaar van de geneugten des levens.’ En hij had hier uitermate op zijn plaats geleken, gisteravond. Beschaafd, elegant en knap. ‘Hij heeft een militair fort gebouwd en zichzelf er als een keizer in geïnstalleerd.’
‘Volgens González heeft hij noch het fort noch het paleis gebouwd. Ongeveer tien jaar geleden heeft hij het van ene Héctor Caranda afgenomen, die de lokale drugsbaron hier was.’
‘Afgenomen?’
‘Caranda en zijn mannen bestaan niet meer. Ik vermoed dat u als u heel goed zou zoeken hier in de jungle, hun graven wel tegen zou komen.’
‘Geweldig.’ Ze keek hem aan. ‘Het lijkt je niet te raken.’
‘Als criminelen andere criminelen uitmoorden, hebben wij minder werk. Voor mijn part doden ze elkaar allemaal.’ Hij maakte een gebaar naar de boogvormige opening voor hen. ‘De ontbijtkamer. Zijne Hoogheid verwacht u.’
‘Ik voel me gevleid, Soldono,’ hoorden ze Montalvo achter hen. ‘Ik vroeg me al af of je mijn koninklijke houding had herkend.’ Hij gaf Eve een knikje. ‘Je hoofd zal nu wel vol gif zitten door hem. Over mij. Het meeste daarvan zal waarschijnlijk wel waar zijn, maar ik blijf het onplezierig vinden.’ Hij liet haar voorgaan. ‘En ik zit nooit iemand te “verwachten”. Ik ben al sinds zes uur vanmorgen aan het werk.’
Montalvo trok een stoel voor haar naar achteren en ze nam plaats aan de glanzend gewreven eiken tafel. ‘Om niet nerveus te worden en mijn verwachtingen voor deze ochtend in het gareel te houden.’ Zijn ogen zochten haar gezicht af. ‘Ik zie dat je je er ook op hebt voorbereid. Misschien niet met dezelfde gretigheid als ik, maar zeker met nieuwsgierigheid.’ Hij maakte een handgebaar op het moment dat er een in een wit jasje gehulde bediende verscheen. ‘Ik heb begrepen dat jij niet uitgebreid ontbijt, dus heb ik eieren, bacon en wat toast besteld.’
‘Dat is veel te veel.’
Hij glimlachte. ‘En voor het geval je dat zou zeggen heb ik ook sinaasappelsap, koffie en een bagel besteld. Ga zitten, Soldono. Jij bent altijd even saai en voorspelbaar. Hij neemt altijd wentelteefjes met Canadees spek. Je zou toch nooit denken dat hij een zoetekauw is, vind je niet?’
‘Ik ken hem niet en ik zou dus ook niet kunnen zeggen waar hij van houdt.’
‘En ik? Wat denk je dat ik eet?’ Hij ging tegenover haar zitten. ‘Raad eens.’
Ze keek hem aan. ‘Ik denk dat je om zes uur al hebt ontbeten. Waarschijnlijk iets lichts. Vruchtensap, koffie… misschien wat toast.’
Hij grinnikte. ‘Goed geraden. Behalve de toast. Ik neem altijd een Mexicaanse tortilla. Dat brengt me mijn jeugd weer in gedachten. Een van de prettige herinneringen. Het is altijd het beste om vast te houden aan de leuke herinneringen, vind je niet?’
Eve bracht het glas sinaasappelsap naar haar lippen. ‘Waarom zitten we hier over eten en jeugdherinneringen te kletsen? Die stomme tortilla van jou interesseert me geen klap. Ik ben hier niet gekomen voor de gezelligheid, of om jou beter te leren kennen. Ik ben hier voor een opdracht.’
‘Ja, dat is waar.’ Hij leunde naar achteren in zijn stoel en keek haar aan. ‘Je ziet er uitzonderlijk goed uit met al het licht dat hier de kamer in stroomt. Er zijn niet veel vrouwen die mooier worden in het daglicht, maar jij wordt erdoor omhuld alsof het van je houdt. Ik vroeg me al af hoe je eruit zou zien als je hier zou zitten om te ontbijten.’
‘Wat een onzin.’
‘Maar ik heb het me wel afgevraagd.’
‘En ik had niet verwacht om hier te zitten ontbijten met een man die rondloopt met een belachelijk pistool om zijn heupen alsof hij in een oude western speelt. Een beetje overdreven, Montalvo.’
Hij barstte in lachen uit en wierp een blik op zijn holster. ‘Maar in dit geval noodzakelijk. Ik ben te lang soldaat geweest en ik heb geleerd dat je er niet op kunt rekenen dat je veilig bent, ook al ben je op je eigen terrein.’
‘Oké, mijn werk,’ drong ze aan. ‘De reconstructie.’
Hij knikte en keerde zich in de richting van Soldono. ‘Wil je ons excuseren? Ik denk dat het op dit moment heel aangenaam is op het terras. Ik zal je ontbijt daar laten brengen.’
‘Eve?’ vroeg Soldono.
‘Ik zie je straks,’ reageerde ze.
Soldono haalde zijn schouders op, ging staan en liep door de openslaande deuren.
Montalvo knikte naar een bediende, die zich achter Soldono aan haastte.
‘Soldono zal in de verleiding zijn om te proberen op te vangen wat hier wordt besproken, maar de bediening zal zo uitstekend en attent zijn, dat hij daar de gelegenheid niet voor krijgt.’ Hij nam een slokje van zijn koffie. ‘Daar zal hij wel van balen.’
‘Waar is de schedel? En waar kan ik aan het werk?’
‘Ik heb een werkplaatsje voor je laten opzetten in de bibliotheek.’
‘Oké, laten we gaan.’
‘Eet eerst je ontbijt op. Je hebt die bagel nog maar nauwelijks aangeraakt.’
‘Ik wil die bagel helemaal niet. Ik wil de schedel zien.’
‘De bagel is een betere optie.’
Ze verstrakte. ‘Hoezo?’
‘Omdat de schedel nog niet hier op de compound is.’
‘Waar is die dan wel in vredesnaam?’
‘Hij ligt op ongeveer zestig kilometer ten noorden van hier, op een klein kerkhofje. Hij is nog niet opgegraven.’ Met opeengeklemde kaken siste ze: ‘Ik ben geen grafrover, Montalvo.’
‘Dat hoef je ook helemaal niet te zijn. Ik doe het. Ik kon het alleen nog niet doen totdat je werkelijk hier was en aan het werk zou kunnen beginnen. Je zult sneller moeten werken dan je ooit in je loopbaan hebt gedaan.’
‘En ik wil geen medeplichtige zijn aan een grafroof. Zoek maar iemand anders.’
‘Ik heb jou.’
Ze keek hem strak aan. ‘Nee, je hebt me niet. Je hebt me wel als een viool bespeeld om me hierheen te krijgen, maar ik laat me door jou niet in iets manipuleren wat tegen mijn geweten ingaat. En grafschending staat bij mij hoog op die lijst.’
‘Omdat jij een fatsoenlijke begrafenis voor ogen hebt, waarin iemand te rusten wordt gelegd. Dat is wat je ook wil voor je gestorven dochtertje.’ Zijn mond werd een streep. ‘Ik kan je verzekeren dat de persoon in dat graf er niet is begraven door liefdevolle, zorgzame handen. Het lichaam rust daar niet in vrede, Eve.’
‘Dat zeg jij.’
‘Het is de waarheid. Kijk me aan.’ Zijn stem trilde door de kracht van zijn woorden. ‘Ik vertel je de waarheid.’
Ze moest hem wel geloven. ‘Of wat je denkt dat de waarheid is. Als je er zeker van was, had je mij niet hierheen laten komen om het te checken. En waarom kun je niemand krijgen om een DNA-test te doen?’
‘Ik heb al iemand klaarstaan voor het DNA, maar ik moet eerst meer bewijzen hebben voordat hij het risico wil lopen.’
‘Waarom?’
‘Omdat iedere wetenschapper die de schedel aanraakt, op een vreselijke manier aan zijn einde zal komen.’
‘Door wie?’
‘Ramón Díaz. Je hebt misschien wel eens iets over hem gehoord.’
‘Ik heb krantenfoto’s gezien. Drugs.’
‘Ja, drugs, misdaad en moord.’
‘Dan hebben jullie heel wat gemeenschappelijk.’
‘Ja, dat zou je denken. Ik heb tegen Miguel beweerd dat jij de duivel nog nooit was tegengekomen. Maar als je Díaz ooit ontmoet, zou ik dat niet meer kunnen zeggen. Ik heb zo mijn momenten, maar Díaz is de meester. Hij heeft zichzelf gevestigd in een enorm kasteel en denkt dat hij de koning is en het recht heeft om alles te doen wat er in zijn hoofd opkomt.’
‘En als het leven van de DNA-expert in het geding is als hij het onderzoek doet, hoe zit het dan met het mijne?’ Montalvo knikte. ‘Dat ligt precies hetzelfde. Forensisch beeldhouwen wordt niet als bewijs geaccepteerd door de rechtbank, maar het feit dat je weet van het bestaan van die schedel zou al voldoende zijn.’
Ongelovig staarde ze hem aan. ‘Dus je hebt me hierheen gehaald terwijl ik mijn leven riskeer als ik die reconstructie voor jou doe?’
‘Ja.’
‘Vuile schoft.’
‘Ja, maar geen duivel. Onthoud het verschil!’ Hij nam nog een slokje koffie. ‘Bovendien, als ik de tijd ervoor had gekregen, had ik volkomen eerlijk tegen je kunnen zijn en dan weet ik zeker dat je alsnog hierheen zou zijn gekomen. Als de prijs maar hoog genoeg is, is het het risico waard. Maar die tijd had ik niet. Ik moest toeslaan zodra er een kans was. Dus gokte ik erop dat je wel mee zou werken als je eenmaal hier was.’
‘Dan heb je niet goed gegokt, Montalvo.’
‘We zullen zien. De enige reden dat je hierheen bent gekomen, is dat ik je Bonnie heb beloofd. Die reden bestaat nog steeds. Je wist niet wat je hier zou aantreffen. Iedereen heeft je gewaarschuwd dat ik een schurk ben. Maar je bent toch gekomen.’
‘Maar ik word geen crimineel zoals jij. Ik heb weer iets van mijn leven gemaakt, nadat Bonnie van me af was genomen. En ik laat me niet opnieuw de afgrond in sleuren.’
‘En als ik je nou beloof dat je helemaal niets oneerbaars hoeft te doen? Je reputatie en morele principes zullen intact blijven: zo wit als sneeuw.’ Hij vertrok zijn gezicht in een grimas. ‘Het enige is dat je je leven ermee zult riskeren. Sorry daarvoor.’
‘Alleen mijn leven maar? Nou, als dat alles is, trek ik me niets van al het andere aan en doe ik gewoon mee.’
‘Dat zou je misschien gedaan hebben als ik je hier had gehad in die paar jaar na Bonnies dood. Maar nu niet meer.’
Ze staarde hem aan en voelde woede in zich opvlammen. ‘Jij denkt dat je me vreselijk goed kent. Maar je kunt niet alles te weten komen van iemand door een simpel dossier. Je hebt er geen idee van wie ik ben.’
‘Het dossier was alleen maar een begin. Ik heb over je nagedacht. Ik heb allerlei scenario’s over je door mijn hoofd laten gaan. Soms heb ik zelfs over je gedroomd.’
Er ging een schok door haar heen. ‘Je bent gestoord.’
‘Nee hoor.’ Op het moment dat ik begon met mijn zoektocht naar iemand zoals jij, werkte ik heel koel en analytisch. Maar toen stuitte ik op jou en nadat ik me wat meer in je had verdiept, verdween die afstandelijke houding. Ik wist gewoon dat jij voorbestemd was om hierheen te komen en die reconstructie uit te voeren.’
‘Waarom?’
‘Omdat ik toen ik naar je keek, mezelf zag.’ Montalvo schoof zijn stoel naar achteren en stond op. ‘Jij hebt nu voorlopig wel genoeg te verteren. En dan heb ik het niet over je ontbijt. We praten later verder.’
‘Je hebt me helemaal niets verteld waarom ik dit gesprek voort zou willen zetten.’
‘Ik moest eerst het ijs breken. Dit is niet het moment in details te treden.’
‘Ik wil dat je me terugrijdt naar dat landingsbaantje. Ik vraag wel aan Soldono of hij een vlucht regelt.’
Hij liep naar de deur. ‘Ik denk dat je wel van gedachten zult veranderen.’
‘Dat heb je dan mis.’
‘Wist je dat ik nooit heb gedacht dat jij geld voor die reconstructie aan zou willen nemen?’ Hij bleef stilstaan bij de deur. ‘Dat was alleen maar een openingszet. Ik wist vanaf het begin al wat ervoor zou zorgen dat je hier zou komen werken. En dat gaf mij de tijd om iets te vinden waardoor je hier zou willen blijven als je er eenmaal was. Miguel heeft een rapport op het bureau in je slaapkamer neergelegd. Dat zou ik eerst eens inkijken voordat je een besluit neemt.’
‘Rapport?’
Maar hij was de deur al uit.
Eve bleef hem nastaren, vol frustratie en verbijstering. Jezus, wat voor man was dit? Dodelijk, dreigend, en toch had hij die dreigementen op zo’n zakelijke manier geuit, dat ze er niet eens bang door was geworden. Het hele gesprek had ze een bizar soort kameraadschap gevoeld, een bepaalde intimiteit.
Toen ik naar je keek, zag ik mezelf.
‘Gesprek afgelopen?’ Soldono stond in de deuropening. ‘U ziet er niet bepaald vrolijk uit.’
‘Dat ben ik ook niet. Hij heeft de schedel die ik moet reconstrueren, nog niet eens hier. Hij moet eerst nog een graf schenden om hem op te kunnen graven.’
‘En wat heeft u tegen hem gezegd?’
‘Dat ik jou zou vragen om een vlucht terug te regelen.’ Ze stond op. ‘Wil je dat voor me doen?’
‘Ik zal mijn best doen.’ En hij voegde eraan toe: ‘Maar als hij niet wil dat u gaat, is het waarschijnlijk zinloos. We zouden er een heel leger voor nodig hebben om u hier weg te krijgen, zolang hij het commando niet geeft dat het oké is.’
‘Als jij het regelt, onderhandel ik wel met Montalvo.’ Soldono knikte, zijn gezicht stond peinzend ‘Wat voor graf is het dat hij gaat beroven?’
‘Heeft hij niet verteld. Wat maakt het uit?’
‘Alles wat Montalvo doet, maakt iets uit. Het effect van al zijn handelingen gaat een lange weg. Misschien moet u toch overwegen om die schedel te doen. Het maakt in ieder geval uw vertrek een stuk eenvoudiger.’
Ongelovig keek ze hem aan. ‘En dat van jou ook, neem ik aan.’
‘Oneindig veel gemakkelijker.’ Hij keek haar recht aan. ‘Mij maakt het niet uit om de doden te storen wanneer het u in leven houdt en u veilig weer naar huis terug kunt.’ Haar boosheid ebde weg. ‘Ik heb ook helemaal het recht niet om jou te veroordelen. Dit is mijn eigen verantwoordelijkheid. Ik wist dat ik in een wespennest stapte als ik hierheen kwam en ook dat het een helse klus zou zijn om er weer uit te komen.’
‘Een helse klus,’ herhaalde hij. ‘Dus kunt u beter doen wat u moet doen, zodat we hier allemaal in levenden lijve kunnen vertrekken.’
‘Ik zal erover nadenken.’ Ze liep naar de deur. ‘Maar als ik jou was, zou ik er niet op rekenen.’
Dus kunt u beter doen wat u moet doen.
Soldono’s woorden echoden nog na in haar hoofd terwijl ze de trap op liep. Makkelijk gezegd, maar ze kon het niet eens zijn met die redenatie. Niet als het om haar werk ging. Soldono en de CIA waren eraan gewend om dit soort deals te maken en de meeste ervan waren met criminelen als Montalvo.
En ondanks het feit dat ze zelf ook een deal met Montalvo had gemaakt, wist ze niet zeker of ze zijn teleurstelling wel aan zou kunnen, en zijn…
Miguel heeft een rapport op het bureau in je slaapkamer neergelegd.
Toen ze boven aan de trap was gekomen, versnelde ze instinctief haar pas.
Er lag een blauw mapje op het bureau.
Langzaam liep ze erheen.
Ik wist vanaf het begin al wat ervoor zou zorgen dat je hier zou komen werken.
Ze opende de map.
Bonnie Duncan.
Een foto van Bonnie, genomen in het jaar voor haar verdwijning.
Een pak papieren van een paar centimeter dik.
O, mijn god.
Langzaam liet ze zich in de bureaustoel zakken en begon te bladeren.
‘Ze weten natuurlijk dat we in aantocht zijn.’ Galen wierp een blik op het oerwoud onder hen. ‘We kunnen niet in de buurt van die compound komen zonder dat Montalvo weet dat er visite is.’
‘Alles wat we moeten doen is ergens in de buurt van Montalvo’s terrein zien te komen, uit de helikopter stappen en in de jungle verdwijnen.’
‘O, is dat alles?’ vroeg Galen. ‘Goh, en ik maar denken dat je iets heel ingewikkelds in gedachten had. Venable zei dat de jungle heel goed bewaakt wordt en dat we ons misschien wel van een paar bewakers zouden moeten ontdoen.’
‘Je hoeft niet met me mee te gaan.’
‘Jawel, dat moet ik wel. En dat heeft niets met jou te maken. Ik moet mijn werk gewoon doen. Ik ben ingehuurd om zoveel mogelijk informatie te verzamelen over Montalvo, en dit is daar een prima methode voor. En buiten dat ben ik gewoon erg op Eve gesteld. Maar het leek me verstandig om de moeilijkheden even te benoemen, want ik heb geen zin om mijn energie te verspillen en geen plan van actie te hebben. Moeten we de Bastille bestormen? Of misschien een guerrillatactiek toepassen? Een kleinschalige oorlog beginnen? Daar hebben we in ieder geval genoeg wapens voor, maar het zou natuurlijk toch vrij absurd zijn: we zijn tenslotte maar met z’n tweeën.’
‘We zorgen dat we dicht in de buurt komen en zoeken dan naar een zwakke plek.’ Joe’s gezicht werd grimmig. ‘En ik bel Eve op haar mobiel en zorg dat ze naar buiten komt, en met ons meedoet, in plaats van met hem.’
‘Nou, dat klinkt al een heel stuk verstandiger dan het bestormen van de Bastille.’ Galen slaakte een zucht. ‘Wel een stuk minder interessant.’
‘We moeten misschien toch terugvallen op een van jouw scenario’s als Eve haar telefoon niet opneemt. Ze heeft me gewaarschuwd dat ze dat waarschijnlijk niet zou doen.’
‘Ik denk dat ze het toch wel doet. Eve is een tobber. Ze zal bang zijn dat je in het nauw zit en hulp nodig hebt.’
‘Ik zit ook in het nauw.’ En Joe moest weten of ze het goed maakte en niet tot over haar oren in de moeilijkheden was verzeild. Hij deed het in z’n broek van angst sinds ze uit Atlanta waren vertrokken en Galen hem had verteld over Montalvo’s connectie met Díaz. Eve had niet met één schurk te maken. Er hing haar een nog veel grotere boven het hoofd. ‘En ik ben er niet zo zeker van dat je daar gelijk in hebt. Eve houdt zich altijd aan haar woord en ze heeft gezegd dat ze in het begin de telefoon niet zou opnemen.’
‘Ik heb echt wel gelijk. Ik ken haar lang niet zo goed als jij, maar ik kan het beter van een afstandje bekijken. Jij denkt op het moment niet zo helder als normaal.’
‘Gek hè,’ reageerde Joe sarcastisch. ‘Jij zou natuurlijk heel kalm en rationeel zijn als er in jouw leven zoiets gebeurde.’
‘Nee, ik zou net zo bang zijn als jij. Maar Elena en Elspeth zijn hier gelukkig niet bij betrokken, dus kan ik een preek tegen je houden, en je een verstandig tegenwicht bieden als je je door je emoties laat meeslepen. Als je tenminste wilt luisteren.’
Joe was even stil. ‘Ik zal naar je luisteren. Maar of ik me er ook iets van aantrek kan ik niet beloven. Maar ik zal in ieder geval luisteren.’ Hij keek naar de uitgestrekte jungle onder hen. Venable had hem gewaarschuwd dat Montalvo’s mannen het gebied door en door kenden, maar dat baarde hem geen zorgen. Toen hij bij de speciale commando’s zat, had hij maandenlang in jungles moeten doorbrengen, moeten doden en moeten vluchten, en het was hem gelukt om dat te overleven. Die tijd mocht dan al wel jaren geleden zijn, maar zijn ervaring zou vanzelf weer naar boven komen. Eve eruit zien te krijgen, dat was het moeilijkste gedeelte. Ze was sterk, en haar volharding en vastberadenheid konden ongelofelijk zijn, maar ze had geen training. Galen was vroeger huurling geweest en zou in staat zijn om te helpen. ‘Dank je,’ zei hij aarzelend. ‘Ik weet dat ik snel geïrriteerd doe tegen je, maar je bent een goede vriend voor Eve en dat waardeer ik echt.’
‘Geïrriteerd? Niets van gemerkt. Natuurlijk ben ik wel honderd keer pijnlijk door je geraakt, maar waarschijnlijk ben ik te zwak om er nog iets van te merken.’ Hij glimlachte.
‘En ik verwacht niet dat het nu opeens over is. Je zit op dit moment vol met pijn en verdriet, en jij bent zo iemand die dan wild om zich heen gaat meppen. En helaas ben ik nu het dichtst bij je in de buurt. Maar in naam van Eve zal ik je grootmoedig vergeven.’
‘Ik denk niet dat ik het woord “grootmoedig” zou gebruiken over de manier waarop je mijn excuses accepteert,’ reageerde Joe droog. ‘Maar ik zal proberen om je niet als boksbal te gebruiken.’
‘In naam van Eve?’
Joe staarde weer naar de jungle onder hen. ‘In naam van Eve.’
Het was al middag toen Eve het rapport uit had en achteroverleunde in haar stoel. Hou op met dat gehuil. Hou op met dat gebibber. Je moet naar beneden, naar Montalvo, en je kunt je zwakheden niet zo duidelijk aan hem laten zien.
Ach, kom op. Gun jezelf een beetje tijd. Laat de pijn nu maar komen. Nu was ze tenminste alleen. En laat de tranen maar stromen. Eve deed haar ogen dicht en huilde.
Bonnie.
Een kwartier later stond ze op, liep de badkamer in en waste haar gezicht met koud water. Haar ogen waren nog wel opgezet, maar dat kon ze ook niet helpen. Ze depte haar gezicht droog, pakte het rapport en liep met grote stappen de kamer uit.
Ze liep bijna tegen Miguel op, die tegen de muur om de hoek van haar kamer stond geleund.
Snel ging hij rechtop staan en vroeg: ‘Wilt u naar hem toe?’
‘Waarom sta je hier zo voor mijn deur?’
‘Hij droeg me op om hier te blijven en u naar hem toe te brengen als u dat wilde. Hij wilde niet dat u naar hem zou moeten zoeken. Bent u klaar?’
‘O, ja.’ Eve liep langs hem heen naar de trap. ‘Waar zit hij?’
‘In de bibliotheek.’ Miguel kwam naast haar lopen. ‘Ik zal u de weg wijzen. De bibliotheek is beneden in de zuidvleugel.’ Hij ging haar voor de trap af. ‘Het heeft u van streek gemaakt. Het spijt me. Ik vroeg hem nog of het wel echt nodig was.’
‘Weet je wat erin staat?’
‘Ja, soms praat hij tegen me. Niet vaak. Niet over dingen die hem echt na staan. Maar deze keer had hij iemand nodig om tegen te praten.’ Onder aan de trap ging hij naar rechts. ‘En het was me een eer.’
‘Als je het zo kunt noemen.’
‘Ik wel.’ Hij deed een deur aan zijn linkerhand open en glimlachte vriendelijk naar haar. ‘Alles wat je met de kolonel deelt, is een eer.’ Hij deed een stap opzij. ‘Als ik u kan helpen, moet u het laten weten. Dat zou me ook een eer zijn.’
‘Kom binnen, Eve,’ riep Montalvo vanaf de andere kant van de bibliotheek. ‘Miguel, zorg dat we niet worden gestoord.’
‘Hoe dan ook,’ zei Eve en liep met ferme stappen de bibliotheek in. Ze gooide de map voor Montalvo op zijn bureau neer en plofte in een stoel. ‘We hebben een hoop te bepraten.’
‘Koffie?’ Hij schonk de hete zwarte vloeistof in een kopje uit een kan die op zijn bureau stond. ‘Volgens mij kun je dat wel gebruiken.’
‘Nu niet.’
Hij zette het kopje voor haar neer. ‘Omdat je hand misschien beeft als je het kopje oppakt? Dat zou ik niet als een teken van zwakte beschouwen. Niet bij jou.’
‘Nu niet,’ herhaalde ze. Ze maakte haar lippen nat. ‘Dat was nogal een rapport. Moest het zo grondig zijn? Het start met het moment waarop Bonnie uit het park verdween en belicht elk detail van iedere stap in het onderzoek. Iedere aanrander, iedere kinderlokker die de politie heeft ondervraagd, elk woord dat is gesproken of geschreven over het onderzoek. Iedere treffende beschrijving van de lichaampjes van die andere meisjes die ze hebben gevonden en waarvan ze dachten dat het Bonnie zou kunnen zijn. Een compleet antecedentenonderzoek naar Ralph Andrew Fraser, de man die geëxecuteerd is voor de moorden op die andere kinderen en van wie men aannam dat hij ook Bonnie had gedood.’
‘Hij heeft haar niet vermoord,’ zei Montalvo. ‘Volgens mij heb jij dat ook steeds gedacht. Daarom was je ook in staat om te geloven dat die andere verdachte, die jaren later boven water kwam, het had gedaan. Alleen lag het lichaampje niet op de plek die hij had aangewezen. Dat moet echt je hart hebben gebroken.’
‘Ja.’ Ze moest met haar ogen knipperen om de tranen weg te houden. ‘Het brak mijn hart.’
‘Maar je hebt het er niet door opgegeven. Je hebt nooit de hoop laten varen.’
‘Je doet net alsof dat een verdienste is. Het is de hoop die mij nooit liet varen. Ik kon er niets aan doen. Waarom ben je zo gedetailleerd te werk gegaan? Dat was niet nodig.’
‘En het heeft voor jou alles weer opgerakeld en dat is pijnlijk. Ik heb erover nagedacht of ik er stukken uit zou halen voor ik het aan jou gaf, maar dat kon ik niet. Je moest gewoon alles weten wat ik over deze zaak te weten ben gekomen. Hoe diep ik heb gegraven om de antwoorden te vinden.’
‘Ik zou al tevreden zijn geweest met het derde gedeelte.’ Ze sloeg het rapport open op de plek waar ze een hoekje om had gevouwen. ‘Waar jouw mensen begonnen met zoeken naar Bonnies moordenaar.’
‘Goed zijn ze, hè? Heel gemotiveerd. Ik heb hun die miljoen dollar, die jij niet wou hebben, beloofd als ze een snel en diepgaand onderzoek zouden doen. Het is hun wel niet gelukt om één verdachte over te houden, maar ze hebben het wel terug kunnen brengen naar drie.’
Ze keek naar de drie namen op de lijst.
‘Hoe hebben ze dat voor elkaar gekregen? Jij had het over informatie die gelekt werd door mensen die in de gevangenis zitten.’
‘Ze hebben gevangenen ondervraagd die samen met Fraser op hetzelfde tijdstip en in dezelfde gevangenis hebben gezeten. In de gevangenis weet men het allerbeste wat er speelt in de onderwereld. Er wordt onderling veel afgepraat en bijna niemand heeft sympathie voor kinderverkrachters. In het geruchtencircuit werd er een hoop geluld over Bonnies zaak. Voornamelijk speculatie. Er waren zelfs mensen die vertelden dat ze de moordenaar goed hadden gekend en dat hij erover had opgeschept tegen hen.’
‘Waarom hebben ze dan niet eerder bekendgemaakt dat ze meer wisten? Misschien hadden ze wel strafvermindering kunnen krijgen.’
‘Niet zonder bewijzen. Bovendien was de politie heel tevreden met degene die ze hadden opgepakt en dat hij de doodstraf had gekregen. Het publiek had om een arrestatie geroepen en was tevredengesteld. Ze zouden de mogelijkheid hebben genegeerd dat iemand anders de dader was.’
‘Mijn god.’ Het duurde even voor ze haar emoties weer onder controle had. ‘Paul Black, Thomas Kistle, Kevin Jelak. Zijn ze allemaal nog in leven?’
‘Ja. Kistle hebben we al kunnen lokaliseren. De anderen hebben we tot nu toe niet boven water kunnen krijgen, maar die vinden we nog wel. Ik had beloofd om dat voor je te doen, Eve.’
‘Je zou net zo goed over alles kunnen zitten te liegen.’
‘Dat zou kunnen. Maar het is niet zo.’
‘Waarom heb je me dit rapport pas gegeven nadat ik heb gezegd dat ik niet verder zou gaan met onze deal?’
‘Hoop.’
Eve leunde naar achteren in haar stoel en wreef over haar slapen. ‘Je zit me te manipuleren.’
‘Als jij dat laat gebeuren. De beslissing ligt uiteindelijk bij jou. Ik ben overgeleverd aan jouw genade.’
Eve snoof. ‘Ja, ja, en dat moet ik geloven.’
Hij glimlachte. ‘Of misschien was het zo dat ik probeerde je af te leiden zodat je niet meer zou nadenken over mijn kleine misleiding.’
‘Kleine?’
‘Niet zo kleine misleiding,’ corrigeerde hij. ‘En ik dacht dat je wel zou geloven wat ik je heb verteld en dat je zou willen terugkomen op je beslissing.’
Eve staarde hem aan. Hij was glad. Hij was gecompliceerd. Hij was goedgebekt. En hij was zonder twijfel een heel gevaarlijk man. Maar ze voelde ook een gedrevenheid in hem die ze zelden eerder was tegengekomen.
Toen ik naar je keek, zag ik mezelf.
En als ze naar hem keek, zag ze eigenschappen waarvan ze wist dat ze die zelf ook had. Dezelfde gedrevenheid, dezelfde energie en dezelfde passie.
Maar een passie waarvoor?
‘Je zei dat ik mijn principes geen geweld aan zou doen als ik deze klus aanneem. Waarom niet? Ik ben geen grafrover.’
Met een diepe zucht ontspande hij een beetje. ‘Je denkt er in ieder geval over.’
‘Waarom niet?’ herhaalde ze.
‘Normaliter zou je geen graf schenden, nee. Maar wat nou als Bonnie in dat graf lag? Zou je het dan nog niet willen?’
‘Dan zou ik een gerechtelijk bevelschrift aanvragen en haar laten opgraven. Ik zou niet zelf gaan rondsluipen in het donker.’
‘En als je zo’n bevelschrift niet zou kunnen krijgen? Wat als je wist dat ze daar lag en grafschennis de enige manier zou zijn?’
Even zei ze niets. ‘Dan zou ik het doen, al moest ik door de hel.’
‘En zo ligt het voor mij ook,’ zei hij eenvoudig. ‘Dat ga ik ook doen, de hel door.’
‘Hou op met dat geheimzinnige gedoe, leg uit.’
‘Het kerkhof ligt op een terrein dat onder de controle van Díaz valt. De laatste vijf jaar is hij al op zoek naar dit graf. En houdt hij mij in de gaten omdat hij bang is dat ik het graf eerder zal vinden dan hij. Daarom was Aquila ook hier. Hij probeerde mijn mensen om te kopen en informatie los te krijgen.’
‘En dus heb je hem maar gedood.’
‘Ja, want ik wist niet hoeveel informatie hij ondertussen had verzameld. Jij was al bijna zover dat je erin toe zou stemmen om hierheen te komen. Ik hoop dat hij Díaz niets heeft door kunnen geven voordat ik dat onmogelijk maakte.’
‘Dus je beweert nu dat je hem eigenlijk om mij hebt gedood? Ik wist tot op de allerlaatste minuut zelf niet eens of ik hierheen zou gaan.’
‘En ik heb onze onderhandelingen strikt geheim gehouden. Maar dat betekent niet dat hij niet ergens een brokje informatie op heeft kunnen doen. Miguel heeft afluisterapparatuur gevonden in Aquila’s kampement in het oerwoud.’
‘En wat zou Díaz hebben gedaan als hij wist dat ik hierheen kwam?’
‘Hij zou een mannetje naar Atlanta hebben gestuurd om je te vermoorden. Of hij zou ons hebben overvallen toen we onderweg naar deze compound waren. Maar omdat dat allebei niet is gebeurd, weet hij misschien wel niet wie ik hierheen heb gebracht of dat je zou komen. Maar ik denk wel dat hij vermoedt dat ik waarschijnlijk het graf heb gevonden.’
‘En wie ligt er in dat graf?’
Het bleef een tijdje stil. ‘Mijn vrouw.’
Er ging een schok door haar heen. ‘Wat?’
‘Nalia Armandariz. De dochter van Antonio Armandariz, de rebellenleider. Toen we elkaar ontmoetten, vocht ik bij de rebellen.’ Hij glimlachte. ‘Ze was een tijgerin. Vol moed en idealen, en een levenslust zoals ik nog nooit in iemand heb meegemaakt.’
‘Je hield van haar.’
‘O, ja,’ zei hij zacht. ‘Toen ik haar ontmoette was ik vergiftigd door bitterheid en woede. Zij genas me. Alles was fijn met haar. Dat klinkt gek, want ze was net als ik een soldaat. Een hele goede soldaat en bovendien de rechterhand van haar vader.’
‘Hoe is ze gestorven?’
‘Díaz. Ze groef te diep in zijn zaakjes. Haar vader deed zaken met Díaz, die heel uitgesproken was in zijn steun aan de rebellen. Antonio bood de boeren die coca voor Díaz verbouwden, bescherming tegen rivaliserende drugsdealers en voerde ook een aantal overvallen voor hem uit. Toen de militairen te lastig werden, zette Díaz de rebellen aan om de strijd met ze aan te gaan. Armandariz was ervan overtuigd dat Díaz achter de rebellen stond, en hij kreeg af en toe een zoethoudertje van hem toegeworpen: geld of wapens. Maar Nalia kwam erachter dat Díaz dubbel spel speelde. Hij betaalde de regering net zo goed: om de andere kant op te kijken op het moment dat hij zijn drugs het land uitvoerde.’
‘En vond ze daar bewijzen voor?’
‘Ze was er hard mee bezig op het moment dat ze verdween.’
‘Verdween? Ik dacht dat hij haar gedood had?’
‘Jouw Bonnie verdween. Twijfel je er nog aan dat ze dood is?’
Langzaam schudde ze haar hoofd. ‘Was dat maar waar.’
‘Precies. Díaz deed het heel slim. Hij liet de bewijzen van zijn dubbelspel verdwijnen en overtuigde Armandariz ervan dat Nalia de laatste betaling die hij aan hem had gedaan, had ingepikt en op het vliegtuig naar Australië was gestapt.’
Eve schudde haar hoofd. ‘Dat geloofde hij toch niet. Ze was zijn dochter.’
‘Hij wilde het gewoon geloven. Hij is enorm fanatiek en Díaz steunde hem in zijn strijd. Zijn ogen ervoor sluiten dat Díaz dubbelspel speelde, was voor hem niet zo’n hoge prijs om te betalen.’
‘Niet zo’n hoge prijs? Hij verloor zijn dochter.’
‘In zijn ogen verloor hij haar niet, maar deserteerde ze. En daarom was ze zijn dochter niet meer.’
‘En wat heb jij toen gedaan?’
‘Wat denk je? Ik ben achter Díaz aan gegaan. En uiteindelijk kon ik meer dood dan levend aan zijn mannen ontsnappen en mezelf nog net naar het huis van een vriend slepen om daar te herstellen. Het heeft me zowat een jaar gekost om weer een beetje te kunnen functioneren. En tegen die tijd was alles veranderd. Nalia’s vader wilde niets meer met mij te maken hebben. Ik had zijn weldoener aangevallen en dat kon hij natuurlijk niet accepteren als hij wilde blijven geloven in de dingen die hij zichzelf wijsmaakte.’
‘Ging je toen weer achter Díaz aan?’
‘Nee. Ik had de tijd gehad om af te koelen en na te denken. Ik wilde Díaz niet gewoon vermoorden, ik wilde hem helemaal kapotmaken. Ik wilde alles wat hij had opgebouwd met de grond gelijkmaken, alles wat hij ooit had gecreëerd in dat koninkrijkje van hem. Maar dat kon alleen maar lukken als ik ongeveer evenveel geld bij elkaar kon krijgen als Díaz had. Ik had geld voor het omkopen van mensen nodig, om net zoveel mannen in te huren als Díaz onder zijn commando had. Destijds was ik gewoon een soldaat, die niets meer bezat dan de kleren aan zijn lijf. Dus werd het mijn doel om dat geld te verdienen.’
‘Door zelf een crimineel te worden.’
Montalvo haalde zijn schouders op. ‘Wapens waren het enige waar ik iets van wist.’
‘Zit je nou excuses aan te voeren?’
‘Nee, absoluut niet. Ik zou geen andere excuses aanvoeren tegen jou dan ik tegenover mezelf zou doen. En ik reken erop dat Soldono je wel zal vertellen wat voor vreselijk slecht mens ik ben. Ik probeer je alleen uit te leggen wat er is gebeurd. Ik moest Díaz gewoon neerleggen. Het maakte me niets uit hoe ik dat geld verdiende, als het er maar was als ik het nodig had. Het lukte me om mijn doel te bereiken. Ik kreeg genoeg geld bij elkaar om de compound hier te bouwen, zodat Díaz me in ieder geval niet kon raken.’ Hij was even stil. ‘En genoeg geld om het mogelijk te maken het soort onderzoekers in te huren die uit kunnen vinden waar de moordenaar van jouw Bonnie kan worden gevonden. Ik denk dat je daar waarschijnlijk wel van vindt dat het een waardevolle onderneming is.’
Jezus, hij zat dan wel geen excuses aan te voeren, maar hij kreeg het wel voor elkaar om precies haar gevoelige plek te raken. ‘Ga verder.’
‘Maar ik moest meer worden dan alleen een Midas. Ik moest Nalia zien te vinden. Ik moest haar vader laten inzien dat ze dood was en dat Díaz haar had vermoord. Dus begon ik te zoeken. Het duurde twee jaar voor ik wist wat hij met haar lichaam had gedaan.’
‘‘Het kerkhof?’
‘Jezus, nee. Hij gooide haar in het moeras om daar weg te rotten. Ik kocht een van zijn mannen om die erbij was geweest en betaalde hem om haar te gaan halen. Maar hij belazerde me en bracht haar lichaam niet naar mij toe, maar begroef haar in een anoniem graf op dat kerkhof. Hij zei dat hij het risico niet kon lopen dat Díaz erachter kwam wat hij had gedaan. Dat verdomde kerkhof ligt zowat boven op de villa van Díaz. Toen kwam Díaz er toch achter dat die man iets van doen had gehad met mij en ging hij achter hem aan.’ Montalvo’s mond verstrakte. ‘Ik had hem het eerst. Ik kon me niet veroorloven dat hij Díaz zou vertellen waar hij zich had ontdaan van het skelet.’
‘Je vermoordde hem?’
‘Ja, natuurlijk. Je hoeft geen medelijden met hem te hebben. Ik deed het tenminste snel, en ik kan je garanderen dat Díaz dat niet zou zijn geweest. In ieder geval kon ik alleen maar afwachten tot ik een manier had gevonden om in en uit dat kerkhof te komen met Nalia’s lichaam en zonder dat een van mijn mensen zou worden gedood.’
‘En je moest iemand zien te vinden voor de reconstructie.’
Hij knikte. ‘Voor Díaz precies uitvindt waar we mee bezig zijn en zijn hele leger op ons afstuurt.’
‘En dan? Ga je dan de reconstructie aan de vader van Nalia laten zien? Wat heeft dat nu nog voor zin?’
‘Weet je nog hoe geschokt je was toen jullie de doos openmaakten die ik jullie had gestuurd? Stel je eens voor hoe een vader daarop zou reageren, of Nalia’s vrienden, met wie ze is opgegroeid? De rebellen zijn nog steeds redelijk sterk in dit gedeelte van het land. Als ze hun vuurkracht op één enkel doel richten, kan het dat totaal vernietigen.’
‘Je wilt dus dat ze zich tegen Díaz keren.’
‘Dat wil ik zeker, ja.’ Hij hield haar blik vast. ‘Zodra jij me mijn vrouw teruggeeft.’
Na een tijdje kon ze haar ogen losmaken van de zijne. ‘Misschien ligt ze wel helemaal niet in dat graf. Je kunt wel op meer manieren zijn belazerd dan je nu weet.’
‘Dat realiseer ik me wel. Maar ik moet dat risico gewoon lopen.’
‘En je wilt dat ik ook een risico loop. Jij hebt me bij die Díaz betrokken; en jij kunt trouwens wel gedood worden als je die schedel gaat halen.’
‘Als dat gebeurt, weet Miguel dat hij jou hier vandaan moet zien te krijgen. En ik zorg er ook voor dat het mechanisme dat zoekt naar Bonnies moordenaar, dan gewoon door blijft draaien. Alles wat jij hoeft te doen, is toestemmen.’
‘En waarom zou ik je geloven? Je kunt hier wel sprookjes zitten te vertellen.’
‘Je gelooft me.’
Maar ze wilde hem helemaal niet geloven. Ze wilde geen sympathie of empathie met hem voelen. ‘Of misschien vertel je me maar gedeeltelijk de waarheid en verdraai je de rest op zo’n manier dat het jou goed uitkomt. Je bent zelf een crimineel. Waarom zou ik geloven dat jij het imperium wilt vernietigen dat Díaz heeft opgebouwd? Je kunt dat gedeelte van het verhaal er wel ingooien om me ervan te overtuigen dat het een goed doel dient als ik meewerk.’
‘Het is gewoon de waarheid.’ Zijn stem trilde. Zijn ogen boorden zich in de hare. ‘Alles wat ik je heb verteld. Ja, ik heb je gemanipuleerd, maar alleen maar om je hierheen te krijgen. En ik wist dat ik al mijn kaarten op tafel zou moeten leggen.’
‘Waarom?’
‘Omdat ik je gewoon niet kan bedriegen. Ik voel je pijn.’ En hij voegde er zachtjes aan toe: ‘Het is hetzelfde als bij mij. Ik hield echt van mijn vrouw, Eve. Díaz heeft haar gedood en weggegooid als een stuk oud vuil. In de jaren dat ze werd vermist, schrok ik heel vaak op uit een nachtmerrie waarin ik haar probeerde te vinden, wat me nooit zou lukken.’
Ze voelde tranen achter haar ogen prikken. Die lijdensweg had zij ook gekend. En het ging nooit over, hoeveel tijd er ook voorbijging. Ze stond op. ‘Ik moet hierover nadenken. Ik kan het nu nog niet beslissen, ik moet erover nadenken.’
‘Als je de reconstructie af hebt, garandeer ik je dat je een paar uur later op het vliegtuig naar huis zit. Dan heb je er niets meer mee te maken.’
‘Ik moet erover nadenken,’ herhaalde ze, terwijl ze naar de deur liep. ‘Jezus, je vraagt me om je te vertrouwen en ik zou natuurlijk wel gek zijn als ik dat deed.’
‘Als je de reconstructie doet ben je misschien gek, maar niet als je mij vertrouwt.’
Nog even keek ze naar hem om en voor het eerst had ze het gevoel dat ze emoties zag onder dat gladde uiterlijk van hem. De opgejaagde pijn en de holle eenzaamheid…
Toen ik naar je keek, zag ik mezelf.
Met moeite maakte ze haar ogen van hem los en rende zowat de kamer uit.
Hij moest wel een soort magiër zijn om op deze manier op haar emoties te kunnen inwerken. Zijn vrouw werd dus blijkbaar ook vermist, maar Eve besefte dat ze ervoor moest oppassen dat ze haar niet met Bonnie ging identificeren. Misschien lag ze wel niet eens in dat graf. Misschien was het wel een vals spoor.
En hoe vaak was zij niet een verkeerde weg ingeslagen toen ze op zoek was naar haar dochter? Hoeveel van haar hoop was weer de kop in gedrukt?
Nu zat ze zich weer met zijn geval te identificeren. Niet doen. Kalm en logisch denken. En haar emoties mochten haar beslissing niet beïnvloeden.
Maar ze was heel bang dat ze daar niet aan zou kunnen ontkomen.