9
Toen Eve de hal in liep, zag ze Galen net uit de deur van Joe’s kamer komen.
Zijn blik dwaalde naar Montalvo’s slaapkamerdeur achter haar. ‘Een middernachtelijk rendez-vous of een poging tot moord?’
‘Geen van tweeën. En je bent niet grappig. Wat wou Joe van je?’
‘Dat weet je best, anders had jij geen middernachtelijke onderonsjes met Montalvo.’
‘Joe wil informatie hebben. Hij wil jouw hulp hebben zodra hij weer in staat is om achter Díaz aan te gaan. Nog meer?’
‘Hij wil dat ik voorkom dat je nog meer betrokken raakt bij Montalvo terwijl hij onmachtig in zijn bed moet liggen.’
‘Dan vraagt hij wel een heleboel van je.’
‘Nee, hoor.’ Hij glimlachte vriendelijk. ‘Mijn goede vriendin Eve Duncan is neergeschoten en bijna vermoord. Alles wat Quinn me net heeft gevraagd, zou ik sowieso al hebben gedaan.’
‘Maar ik laat hem niet achter Díaz aan gaan.’ Ze keek hem recht aan. ‘En jou ook niet.’
‘Hoe dacht je ons tegen te kunnen houden?’
‘Ik laat Montalvo los op Díaz. Het is zijn strijd. Zijn oorlog. Soldono zegt dat hij geen bezwaren heeft als de ene crimineel de andere vermoordt.’
‘Maar volgens mij denk jij niet hetzelfde over Montalvo als over Díaz.’
‘Dat komt omdat ik Montalvo nu een beetje ken. Díaz is nog steeds een mysterie voor mij. Maar het verandert mets aan het principe.’
‘Dan moet het voor mij ook niet moeilijk zijn om je af te houden van meer contact met Montalvo. Klopt, is het niet?’
‘Nee, klopt niet. Ik doe de reconstructie. Montalvo gaat vanavond die schedel halen en ik zal het werk zo snel mogelijk af zien te krijgen.’
Galen floot zacht. ‘Dat zal Quinn een terugval geven.’
‘Helemaal niet. Omdat je hem er niets over gaat vertellen. Voor zover hij weet, doe jij precies wat hij van je heeft gevraagd.’ Haar mond vertrok. ‘Inclusief mij van Montalvo vandaan houden. Ik vertel je nu alleen maar hoe het zit omdat ik weet dat je er anders toch wel achter komt. En ik kan Joe een tijdje in het onzekere houden omdat hij voorlopig nog aan bed is gekluisterd. Ik hoop alleen dat dat lang genoeg zal zijn voor Montalvo om de rebellen ervan te overtuigen dat ze Díaz moeten uitschakelen.’
‘Reken er maar niet op dat Quinns herstel synchroon loopt met jouw tijdschema. Hij vroeg me al om gewichtjes, zodat hij geen kracht verliest door in bed te liggen. Joe beweert dat hij met mijn hulp over twee dagen weer op de been is.’
‘Shit.’
‘Maar als hem dat al zou lukken, betekent dat natuurlijk nog niet dat hij ook de kracht zal hebben om op zijn benen te blijven staan. Het kan dan nog wel dagen duren, voor hij een beetje mobiel is.’
‘Maar het kan ook al veel eerder zijn. Ik weet wat een doorzetter Joe is. Gewoon een onstuitbare tornado zodra hij eenmaal een doel in z’n kop heeft.’
‘Dan kun je maar beter heel snel werken. Ik heb één ding geleerd tijdens de laatste dagen met hem: het enige wat hem kan stoppen is nog een kogel.’
‘Wat een geruststelling.’
‘Ik weet niet zeker of ik je wel wil geruststellen. Ik neig naar Quinns kant in deze situatie. Jij gelooft wel wat Montalvo tegen je zegt, maar dat betekent nog niet dat Quinn en ik dat doen. Hoe weet je of hij de waarheid heeft gesproken over alles wat met die schedel te maken heeft? Het zou beter voor Quinn en mij kunnen zijn als we zelf achter Díaz aan gaan.’ Galen haalde zijn schouders op. ‘Wij zijn niet zo hebberig. Wij zijn niet van plan om dat hele koninkrijk van Díaz neer te halen, zoals Montalvo wil. Wij zouden al tevreden zijn met een keurig kogelgaatje tussen zijn ogen. En dat is te doen met twee man.’
‘Jezus, Galen. Je weet heel goed hoe gevaarlijk het is om zo dicht in de buurt van Díaz te komen.’
‘Maar dan zouden we tenminste niet afhankelijk zijn van iemand die wij allebei niet vertrouwen. Dat is ook heel gevaarlijk.’
‘Dus je vertelt me dat ik niet op je kan rekenen?’
‘Je kunt op mijn hulp rekenen. Maar ik zeg niet in welke vorm.’
Eve haalde diep adem om haar woede en frustratie te onderdrukken. ‘Zeg me waar ik op kan rekenen. Ga je tegen Joe vertellen dat ik die reconstructie ga doen?’
‘Nee, ik denk dat je dat zelf wel zult doen. Tenzij je niet meer van plan bent om hem op te zoeken aan zijn ziekbed, is dat niet iets wat je voor hem verborgen kunt houden. Niet voor iemand die je zo goed kent als Quinn. Ik heb je zelf eens meegemaakt toen je aan een reconstructie bezig was. Je bent dan niet eens in dezelfde wereld als wij.’
Daar had ze nog niet bij stilgestaan. Galen had gelijk. ‘Misschien niet direct al. Ik zal proberen om een vertraging in te bouwen.’
‘En werk met de snelheid van het licht. Quinn heeft geen aansporing nodig om hem vooruit te branden.’
‘Jij gelooft niet in druk, hè?’
‘Jij werkt altijd beter onder druk, schat.’
Ze schudde haar hoofd. ‘Maar waarom wil je dan dat ik nog sneller ga werken? Aan wiens kant sta je nou eigenlijk, Galen?’
‘Dat heb ik nog niet besloten.’ Hij grijnsde. ‘Elena zegt altijd dat ik precies een kat in het nauw ben. Ik maak rare sprongen. De sprongen die mij op dat moment het beste lijken.’
‘Gelul. Ik weet dat je ergens voor staat.’
‘Maar hoe ik dat tot uitdrukking breng, is mijn zaak,’ reageerde hij vriendelijk. ‘Nou, opschieten, duik je bed in. Ik blijf wel bij Quinn. Ik denk niet dat je hem op dit moment graag wilt zien. Je zit veel te vol met allerlei plannetjes en je zult je in moeten houden om hem niet door elkaar te rammelen en hem te vertellen dat hij moet doen wat jij zegt. Niet goed voor een patiënt in zijn conditie.’
‘En eerder opstaan uit je ziekbed dan van de dokter mag, is ook helemaal niet goed. Jij helpt hem daarbij en moedigt hem daarbij aan.’
‘Touché.’ Hij draaide zich om naar de deur. ‘Maar ik zal hem niet door elkaar ram…’ Galen onderbrak zichzelf toen de deur van Montalvo openging.
Montalvo was gekleed in een camouflagepak en droeg legerkistjes aan z’n voeten, zijn altijd aanwezige pistool hing in een holster om zijn heupen. Met grote stappen kwam hij op hen af lopen en knikte kort naar Eve. ‘Snel genoeg naar je zin? We gaan nog niet weg, maar we zijn volop bezig met de voorbereidingen. Om acht uur vanavond moeten we klaar zijn om te vertrekken.’ Hij liep langs hen heen en rende de trap af.
‘Nou, je hebt het vuur wel ontstoken bij hem,’ mompelde hij. ‘Een vreugdevuur, volgens mij. De vonken spatten ervan af.’
Eve begreep precies wat hij bedoelde. Montalvo’s opwinding en haast waren bijna tastbaar. ‘Hier heeft hij op gewacht. Ooit is hij soldaat geweest tenslotte en bovendien houdt hij van uitdagingen. Die zal genieten van iedere minuut dat hij recht onder de neus van Díaz achter die schedel aanzit.’
‘Ja,’ antwoordde Galen, terwijl hij hem nakeek. ‘Dat soort dingen zijn een soort verslaving.’
Jezus, Galen klinkt bijna verlangend, dacht Eve geïrriteerd.
Mannen.
‘Hij mag al van geluk spreken als hij terugkomt met zijn eigen hoofd, in plaats van met die schedel,’ merkte ze kortaf op.
‘Montalvo heeft anders wel een uitstekend getraind team. Dus hij maakt een goede kans.’
‘Volgens Montalvo wist Díaz dat hij die schedel bijna had gevonden. Misschien weet hij wel meer dan Montalvo denkt. Bijvoorbeeld over waar dat graf ligt. We moeten nog maar zien of hij vanavond die schedel aan me aflevert.’ Eve draaide zich om en begon terug naar haar kamer te lopen. Ze wankelde een beetje en moest zich concentreren om op de been te blijven. Haar hoofd bonkte van uitputting. Slaap. Dat had ze nu hard nodig. Om beter te worden en dat moest wel. Er lagen een paar inspannende dagen voor haar in het verschiet als Montalvo vanavond die schedel met zich meebracht.
Even keek ze nog over haar schouder en zag dat Galen eindelijk zijn blik van Montalvo los had gemaakt en Joe’s kamer weer binnenging. Galen bleek al net zo lastig als al die andere mannen hier.
Kat in het nauw, ja, dat kon je wel zeggen.
‘Duarte heeft al sinds dinsdag niets meer laten horen. Twee dagen al,’ zei Nekmon. ‘We weten dat hij in de buurt van Montalvo was en de compound in de gaten hield. Maar hij heeft niets gerapporteerd over Eve Duncan. Twee dagen geleden is er een dokter uit het dorp naar de compound geroepen. En die zit er nog steeds.’
Díaz fronste zijn voorhoofd. ‘Dus als Duarte heeft geschoten op Eve Duncan, heeft hij het verpest. Dode vrouwen hebben geen doktoren nodig.’
‘We weten niet zeker of ze op de compound is.’
‘Omdat die vent die we naar Atlanta hebben gestuurd, geen bewijs kon vinden dat ze was vertrokken? Laat je niets wijsmaken. Montalvo kan haar zonder dat iemand er iets van weet, over elke grens smokkelen die hij wil.’ Nekmon knikte. ‘En Joe Quinn is op het vliegtuig van Atlanta naar Bogotá gestapt. Maar daarna zijn we hem uit het oog verloren.’
‘Nou, je verliest wel erg veel mensen uit het oog,’ reageerde Díaz sarcastisch. ‘Aquila, Duarte, en Eve Duncan kun je zelfs niet eens lokaliseren, laat staan uit het oog verliezen.’
‘Als Duarte op haar heeft geschoten, is de kans groot dat ze dood is. Hij is goed.’
‘En waarom is die arts dan uit het dorp geroepen?’
Nekman haalde zijn schouders op. ‘Quinn? Montalvo zelf?’
‘Allemaal gissingen. Jezus, ik heb er genoeg van. Ik wil antwoorden hebben. Ik wil dat dit probleem wordt opgelost.’ Ontevreden keek hij naar de wijn in zijn glas. ‘Montalvo is al veel te lang een nagel aan mijn doodskist. Op het moment dat hij achter me aan zat toen we dat wijf Armandariz uit de weg ruimden, had hij gewoon omgelegd moeten zijn.’
‘We hebben gedaan wat we konden,’ reageerde Nekmon. ‘We gingen ervan uit dat hij destijds voor minstens twee jaar uitgeschakeld zou zijn. Maar hij veranderde verdomme in een fantoom. En toen hij eenmaal in de wapenhandel zat, hadden we dat kleine bataljon moeten aanpakken dat hij om zich heen heeft verzameld. Je hebt toen zelf besloten dat het beter was om gewoon af te wachten en hem in de gaten te blijven houden.’
‘Omdat ik verdomme dat lijk van dat wijf nodig heb. Ik had het meteen moeten verbranden en haar as moeten uitstrooien. Ik wil niet hebben dat het boven water komt en de prettige deal verknoeit die ik met Armandariz heb. Ik kan hem veel te goed gebruiken. Niet iedereen heeft zomaar een heel leger bij de hand dat hij kan commanderen.’
‘Mag ik opperen dat die behoefte misschien niet noodzakelijk is? U hebt genoeg geld om al uw operaties naar het buitenland te verplaatsen.’
‘Het buitenland? Ben je gek geworden? Hier ben ik de koning. Ik neem wat ik wil en wie ik wil. Als ik naar een ander land ga, word ik alleen maar gezien als een schoft die platgewalst moet worden.’ Zijn glimlach werd grimmig. ‘Ik doe het platwalsen hier. En niemand staat me daarbij in de weg.’
‘Het was maar een idee.’
‘Dat is nou precies het probleem met jou, Nekmon. Jij gaat voor de veiligste optie. En daarom zul je altijd werken voor een man zoals ik.’
‘Er is maar één Ramón Díaz. Er bestaat niemand als u.’ Slijmbal, dacht Díaz. Of misschien was het een belediging en dacht Nekmon dat hij dat niet door zou hebben. Die Nekmon met zijn universitaire graad en zijn gladde maniertjes begon hem te ergeren de laatste tijd. Hij mocht dan wel een uitstekende accountant zijn en een perfecte stroman, maar iedereen is vervangbaar.
Maar nu niet. Op dit moment moest alles blijven zoals het was, zolang hij nog met Montalvo te maken had. Die klootzak kwam te dichtbij.
‘Zullen we iemand anders erop uitsturen om Duarte te zoeken?’ vroeg Nekmon.
‘Als hij niets heeft laten horen is hij of gevangengenomen of dood. ‘Kun je niet iets beters verzinnen dan dat?’
‘Er is een kans dat we iemand uit het kamp van Montalvo kunnen verleiden om informant voor ons te worden. Daar ben ik al een tijd mee bezig. Maar hij wil nog meer dan we hem al hebben geboden.’
‘Geef het hem dan.’ Díaz fronste nadenkend zijn wenkbrauwen. ‘Het feit dat ik Aquila en Duarte op Montalvo heb afgestuurd, zorgt er waarschijnlijk wel voor dat hij in actie komt. Nu weet hij dat ik weet dat er iets te gebeuren staat en dat ik zal proberen daar een stokje voor te steken. En al beseft hij misschien niet dat ik in de gaten heb dat hij met Eve Duncan in de weer is, ik heb hem nu wel voldoende peper in z’n reet gestopt om haast te maken met die verdomde schedel.’
‘Als hij hem al niet heeft.’
‘Nee, hij heeft hem nog niet. Als hij hem al in zijn bezit had gehad, had hij geen jaren gewacht om in actie te komen. En sinds ik erachter ben dat hij die verdomde klootzak zo ver heeft gekregen haar uit het moeras op te dreggen, heb ik hem nauwlettend in de gaten gehouden.’ Zijn frons werd dieper. ‘Dat lijk ligt hier ergens in de buurt. Dat weet ik gewoon. Die klootzak had niet de kans om ver weg te komen voor ik erachter kwam dat hij een deal met Montalvo had. Nee, Montalvo weet waar ze ligt, maar heeft haar nog niet opgehaald.’
Díaz stond op en liep naar het hoge boogvormige raam om over de eindeloos golvende cocavelden uit te kijken. Zo’n zonnig, slaperig uitzicht. Nekmon zou nooit weten wat voor kick het iedere keer weer voor hem was om die velden te zien. Er lag meer macht verborgen in één veld met coca dan de meeste mensen in een heel leven van handelen, overleggen en deals maken bereikten. De macht om te ruïneren, kapot te maken, om iemands geest te vergiftigen, om een sloeber zich in de hemel te laten voelen en dat dan weer van hem af te nemen op een moment dat hij daar zin in had. Het feit dat het drugs waren die hem zo machtig hadden gemaakt was secondair. Het ging om de macht.
En hij was absoluut niet van plan om Montalvo ook maar één snippertje van die macht van hem af te laten pakken. Díaz had hem al eens verslagen en dat ging nu weer gebeuren.
‘Dus je gaat niets ondernemen?’ vroeg Nekmon.
Ja, bij de eerste mogelijkheid die zich voordeed moest hij Nekmon echt inruilen. ‘Dat heb ik niet gezegd. Verhoog jij de bewaking maar van de compound. En zorg ervoor dat de beveiliging hier waterdicht is.’
‘En?’
Díaz glimlachte. ‘Nou, we wachten af, houden hem in de gaten en als hij zijn geliefde vrouwtje probeert terug te halen, nemen we hem te pakken.’
De klok op het nachtkastje wees 6:35 uur aan.
Eve schudde met haar hoofd om de slaap te verdrijven. Ze had werkelijk als een blok geslapen, alsof zij degene was die onder de medicijnen zat, in plaats van Joe. Op het moment dat haar hoofd het kussen had geraakt, was ze weg geweest.
De schedel.
Meteen zwaaide ze haar voeten het bed uit en liep naar de badkamer. Montalvo had gezegd dat hij om acht uur zou vertrekken. Dus moest ze nu meteen naar beneden. Misschien ging hij wel wat vroeger weg en ze moest…
Opeens bleef ze stilstaan. Waarom was ze zich zo aan het haasten? Waarom moest ze hem per se nog zien voor hij vertrok?
Langzaam liep ze de badkamer in en zette de douche aan. Ze voelde zich helemaal opgewonden, verwachtingsvol, alert.
Wat verwachtte ze dan?
En toen wist ze het opeens.
Veel tijd was er niet meer.
Snel stapte ze onder de douche.
Een halfuur later rende ze al naar beneden, de trap af. Daar was het een en al activiteit. Overal liepen mannen in camouflagepakken en legerlaarzen, allemaal tot de tanden toe bewapend. Plotseling ontdekte ze Soldono bij de voordeur.
‘Waar is Montalvo?’ riep ze vanaf de overloop naar hem. ‘Buiten, denk ik,’ riep Soldono terug. ‘Hij loopt de hele middag al in en uit.’ Hij bekeek haar goedkeurend. ‘U ziet er verdomd gezond uit als je bedenkt dat u een goeie klap op uw hoofd heeft moeten verduren. Ik dacht zelfs dat u dood was toen ik u daar zo zag liggen onder Quinn.’
‘Met mij gaat het goed, hoor.’ Eve liep langs hem heen de voordeur door. Het was bijna donker, maar er stonden overal lantaarns en ze zag Montalvo bijna meteen. Hij kwam de trappen van de ommuring af lopen terwijl hij tegen iemand achter hem praatte.
‘Montalvo.’
Hij glimlachte en draaide zich naar haar om. ‘Aha, je komt me gedag zeggen. Kom je me een kleinood aanbieden om mee te nemen wanneer de ridder ten strijde trekt?’
‘Nee, daarom ben ik niet hier.’
Zijn glimlach verdween en hij zuchtte diep. ‘Daar was ik al bang voor. Ik had gehoopt dat je te gewond en te duizelig was om op je karakteristieke manier te reageren. Maar mijn hoop was vergeefs, zo te zien.’
‘Ik ga met je mee.’
‘Onmogelijk.’
‘Ik ga met je mee.’
‘Eve, wij gaan snel en jij zou alleen maar in de weg lopen.’
‘Ik zeg niet dat je mij een geweer moet geven en dat ik met je mee achter Díaz aan ga. Ik ben geen debiel. Ik laat het vechten over aan de mensen die ervoor zijn getraind. Maar ik wil erbij zijn als je die schedel opgraaft.’
‘Nee!’ Soldono stond achter haar. ‘Eve, dat is gekkenwerk. U jaagt uzelf de dood in. Waarom wilt u in vredesnaam mee?’
‘Het is een kwestie van vertrouwen.’ Montalvo’s stem klonk honend. ‘Het vertrouwen dat ze niet in me heeft. Is dat niet zo, Eve?’
‘Ja, natuurlijk. Je hebt me een mooi verhaal opgehangen over een verloren liefde en een monster dat als een dikke trol in zijn kasteel zit en alles wat hij aanraakt vergiftigt. Maar wat nou als je hebt gelogen? Wat als je die schedel gewoon ergens hebt verstopt, nu een paar uur weggaat met je mannen en straks terugkomt met een schedel? Misschien is het niet eens de schedel van je vrouw. Je hebt al eerder tegen me gelogen. Misschien is het wel de schedel van heel iemand anders. Of misschien ligt het lichaam wel helemaal niet begraven op de compound van Díaz en maak ik me medeschuldig aan grafschennis. Hoe moet ik dat allemaal weten?’
‘Een kwestie van vertrouwen,’ zei hij. ‘Catch-22.’
‘Ik ben niet van plan om die reconstructie te doen tenzij ik er in ieder geval redelijk zeker van kan zijn dat jij me de waarheid hebt verteld.’
‘Hoe redelijk?’
‘Ik wil dat kerkhof met eigen ogen zien. Ik wil dat kasteel dat boven het dorp uitsteekt waar Díaz volgens jou woont, zelf zien. En ik wil het zien als je die schedel opgraaft.’
‘Eve,’ zei Soldono protesterend. ‘U begaat een grote fout.’
‘Ach, de laatste tijd heb ik er al zoveel gemaakt.’ Ze keek Montalvo diep in de ogen. ‘Maar ik doe mijn principes geen geweld aan uit onnozelheid. Dat is een van de fouten die ik niet zal maken.’
Ze hoorde Soldono vloeken achter zich, maar dat negeerde ze. Dit was iets tussen haar en Montalvo.
‘Je kunt ons niet bijhouden,’ zei Montalvo. ‘Gisteren kon je nog maar nauwelijks je bed uit.’
‘Nou, dan vind je maar een manier waardoor ik jullie wel bij kan houden. Jij bent toch degene met de ingenieuze plannen? Bedenk maar iets.’
‘Geen kans dat je nog van gedachten verandert?’
‘Geen kans.’
Montalvo was even stil. ‘Je zult ervoor zorgen dat we veel langzamer zijn dan normaal. Dat is geen probleem als we onderweg zijn naar het graf, maar als we snel weg moeten zien te komen, kan dat fataal zijn.’
‘Natuurlijk wil ik niet dat er iemand sterft vanwege mijn aanwezigheid. Zet me gewoon ergens neer waar ik kan volgen wat er gebeurt. En zodra ik zie dat je de schedel in handen hebt, kan ik terug, voor je team uit. Op die manier kun je het in je eigen tempo doen.’
‘Als alles goed gaat.’
‘Ik moet zeker weten dat je me de waarheid hebt verteld.’
‘Niet doen, Montalvo,’ zei Soldono. ‘Je weet wat Díaz zal doen als hij haar in handen krijgt.’
‘O, ja. Haar vermoorden en in het moeras gooien. En op een dag zal iemand haar schedel vinden en zich afvragen wie er in vredesnaam zo roekeloos is geweest.’ Montalvo haalde zijn schouders op. ‘Maar dat zal ik niet zijn. Omdat ik het niet nog een keer laat gebeuren. En daarom kan ik haar niet gevangen laten nemen door Díaz.’ Zijn blik ging terug naar Eve. ‘Ga naar boven om je te douchen.’
‘Wat?’
‘Was alle lotion en zeep van je af. Je ruikt heel lekker, maar toen je nog meters van me vandaan was, wist ik al dat je eraan kwam. En een aantal van Díaz’ mannen hebben dezelfde commandotraining als ik genoten.’
Eve knikte. ‘Is dat alles?’
‘Miguel zal je antimuggenolie geven.’ Montalvo keek op zijn horloge. ‘Je hebt nog drie kwartier.’
‘Ik zal er zijn.’ Ze was al op weg naar de voordeur.
‘Ja, ik ben bang van wel.’
Soldono haalde haar in op het moment dat ze de trap op wilde gaan. ‘Dit is echt gekkenwerk.’
‘Ik heb nu geen tijd om met jou in discussie te gaan. Ik ga mee, dat is zeker. Dus laat me met rust, Soldono.’ ik kan u niet met rust laten. U bent mijn opdracht. Ik ben hier om ervoor te zorgen dat u veilig bent.’ Hij fronste zijn wenkbrauwen. ‘Als u gaat, ga ik ook.’
‘Dat zal Montalvo niet toestaan. Je bent een CIA-agent en hij zal dat risico niet willen lopen.’ Met twee treden tegelijk rende ze de trap op. ‘En ik kan mijn tijd niet verdoen door met je te blijven praten. Ik wil Joe nog even zien voor ik de douche in ga.’
‘Misschien kan hij je ervan afbrengen.’
‘Joe zal hier helemaal niets over horen.’ Over haar schouder wierp ze hem een venijnige blik toe. ‘Begrepen, Soldono?’
‘Ik vind dat iemand…’ Hij onderbrak zichzelf. ‘Ik heb het begrepen.’
‘Goed.’ Ondertussen was ze boven aan de trap aangeland en rende langs de bewaker naar de deur van Joe’s kamer. Zachtjes deed ze hem open. Eve had verwacht Galen daar te vinden, maar er was verder niemand, behalve Joe. Stilletjes liep ze de kamer door en ging naast het bed staan. Joe had zijn ogen dicht en in eerste instantie dacht ze dat hij sliep.
‘Eve?’ Doezelig opende hij zijn ogen. ‘Ik dacht al dat jij het was. Die lekkere bodylotion van je…’
‘Te veel? Blijkbaar moet ik er wat minder van gebruiken.’
‘Nee, ik heb het altijd lekker gevonden. Het ruikt zo schoon…’
‘Ja, al van meters afstand,’ herhaalde ze de woorden van Montalvo droog. Zachtjes raakte ze zijn haar aan. ‘Heb je nog pijn?’
‘Niet zoveel. Ze blijven me die medicijnen maar geven om het te onderdrukken. Morgen ga ik zeggen dat ze ermee kunnen oprotten.’ Hij pakte haar hand. ‘Je bent me vandaag niet komen opzoeken. Ik heb je gemist. Kwam dat omdat je boos op me was?’
‘Het kwam omdat ik zowat omviel van de slaap toen ik naar bed ging.’
‘Maar nu zie je er goed uit.’ Zijn ogen zochten haar gezicht af. ‘Je hebt een kleur en je ogen zijn… ‘Ik weet niet.’ Zijn eigen ogen begonnen weer dicht te vallen. ‘Je ziet er… goed uit.’
‘Dank je.’
‘Ik denk… Het baart me zorgen.’
Jezus, als hij niet zo onder de medicijnen had gezeten, zou hij meteen hebben geraden wat ze van plan was. Eve boog zich voorover en gaf hem een kus op zijn voorhoofd. ‘Het gaat goed met me en jij komt er ook weer helemaal bovenop. En ja, ik ben boos op je. Maar dat betekent niet dat ik je niet op zou komen zoeken als je ziek bent. Dat is niet hoe het werkt. Niet als je van iemand houdt.’
‘Ik ben blij… ‘Ik wist het wel, maar soms vergeet ik het…’
Hij sliep.
Eve bleef nog even om zijn hand vast te houden, naar hem te kijken en gewoon bij hem te zijn.
Toen legde ze zijn hand weer voorzichtig op de dekens en sloop terug naar de deur.
Er was nog minder dan een halfuur over van de tijd die Montalvo haar had gegeven. Ze moest opschieten.
Miguel wachtte haar op in de gang. Hij overhandigde haar een stuk zeep en een klein flesje muggenolie. ‘U bent niet redelijk. De kolonel is er niet blij mee.’
‘Het spijt me. Ik weet dat dat een enorme misdaad is in jouw ogen.’
‘Ja. Maar ik zal u niet als een misdadiger behandelen, behalve als uw onredelijkheid de kolonel kwaad doet.’ Na een koele blik op haar, draaide hij zich om. ‘Want dat kan ik niet accepteren.’
‘Dat geldt voor mij ook.’ Ze liep naar haar kamer. ‘Ik wil niet dat er iemand gewond raakt.’ Ze gooide de deur met kracht achter zich dicht. Ze had er schoon genoeg van om zich steeds maar te moeten verdedigen. Het was allemaal al moeilijk genoeg. Neem een douche, was je haar, zorg dat je die geur kwijtraakt en ga naar beneden. Naar de binnenplaats.
Twintig minuten later rende ze de trap weer af. Er was nu niemand meer in de hal beneden. Iedereen zou zich buiten wel hebben verzameld en was klaar om te gaan.
Ze had gelijk. Er stonden twee jeeps met draaiende motor voor het huis en ze zag een vrachtwagen die vol zat met Montalvo’s mannen de poort al uit rijden.
Montalvo praatte tegen iemand in de jeep die het verste weg stond en Eve liep erheen.
‘Ik ben klaar. Geen geurtjes, zoals je…’
Galen.
Hij glimlachte naar haar. ‘Dag schat.’
Montalvo hield op met praten tegen Galen en draaide zich om. ‘Goed. Ga maar in de jeep zitten. Ik zie je in het dorp, Galen.’ Montalvo beende naar de voorste jeep. ‘Of als we geluk hebben, zie ik je daar niet.’
Eve keerde zich meteen naar Galen. ‘Wat doe jij nou hier?’
‘Het schijnt dat ik ga helpen een graf te beroven.’
‘Ik heb je gezegd dat ik niet wil dat je…’
‘Dat was voor je besloot je nek te riskeren om er zeker van te zijn dat Montalvo niet tegen je heeft gelogen.’ Hij maakte een grimas. ‘En ik heb een vermoeden dat ik deze actie van jou heb veroorzaakt. Ik heb je gisteravond gevraagd hoe je er zo zeker van kon zijn dat Montalvo de waarheid had verteld met zijn grafroversscenario.’
‘Waarschijnlijk zou ik er nog over hebben nagedacht en dan was ik heus wel tot de conclusie gekomen dat ik persoonlijk moet controleren of het klopt. Het speelde toch al door mijn hoofd. Ik was alleen te uitgeput om het verband te leggen. Je hebt geen enkele verantwoordelijkheid over…’
‘Stil maar. Je hebt iemand nodig die je beschermt en je hebt Soldono wat dat betreft de laan uit gestuurd.’
‘Is Soldono naar je toe gekomen om te vragen of je dit wilde doen?’
‘Ach, hij heeft er niet om hoeven smeken.’ Galen hielp haar de jeep in. ‘En zelfs als jij niet was gegaan, dan nog had ik misschien wel mee gewild naar het partijtje. Het lijkt me wel mijn soort feestje.’
‘Ik wil niet dat je meegaat, Galen.’
‘Te laat.’
‘Er moet ook iemand hier blijven om voor Joe te zorgen.’
‘Ik heb Soldono opgedragen om zijn hand vast te houden.’ Hij startte de jeep. ‘Niet dat dat nodig is, met een dokter die constant aanwezig is. En je doet net of we dagen weggaan. Montalvo schat dat het een uur of zes zal duren.’
Geërgerd keek ze hem aan. ‘En hoe heb je Montalvo ervan overtuigd dat je mee moest?’
‘Mijn reputatie is niet zo schoon als die van Soldono en hij heeft allang gezien dat ik mezelf wel red. Daardoor heeft een van zijn mannen de handen vrij omdat hij niet op jou hoeft te passen. Het was niet zo moeilijk om hem ervan te overtuigen dat ik een aanwinst ben voor zijn vrolijke gezelschap.’ Even wierp hij een blik in haar richting, terwijl ze achter Montalvo’s jeep de poorten van de compound uit reden. ‘En zou het zo onderhand niet gunstiger voor je zijn nou op te houden met dat geruzie en te horen wat Montalvo en ik hebben bedacht zodat jij krijgt wat je wilt en we allemaal in leven blijven?’
Hij was niet van zijn stuk te krijgen. ‘Oké, vertel maar wat er gaat gebeuren.’
De heuvel die op het kerkhof uitkijkt is dicht bebost. We kunnen de jeep op de weg parkeren, de heuvel op klimmen en toekijken als Montalvo en zijn mannen hun werk doen. En zodra je tevreden bent, smeren we ’m.’
‘Dat klinkt heel eenvoudig en doeltreffend.’
‘O ja, vergeet ik nog te vertellen dat we de laatste paar kilometer zonder licht rijden en we wel in een ravijn kunnen storten? Of dat Montalvo al verkenners vooruit heeft gestuurd om er zeker van te zijn dat we geen sluipschutters tegen zullen komen, maar dat hij er niet honderd procent zeker van kan zijn dat er niet eentje doorheen is geglipt?’ Weer wierp hij even een blik op haar. ‘Wil je nog steeds mee?’
‘Ja.’ Ze staarde naar de achterlichten van Montalvo’s jeep voor hen. ‘Ik moet wel.’
‘Daar moet het ergens zijn.’ Galen tuurde door de voorruit. ‘Jezus, het lijkt meer op door een donkere tunnel kruipen. Montalvo zei dat er maanlicht zou zijn vanavond. Waar dan, in vredesnaam?’
‘Montalvo kan blijkbaar ook niet alles regelen. Je hebt van die wolken die gewoon voor de maan schuiven.’
‘Maar hij heeft wel de sluipschuttersituatie onder controle. We zijn al zo ver gekomen zonder dat er op ons… Daar is het.’ Hij gooide het stuur om en de jeep hobbelde een zijweg in. Honderd meter verder stopte hij en draaide de neus van de jeep weer richting terugweg.
‘Eruit. Montalvo en zijn mannen moeten er tien minuten eerder dan wij zijn. En het duurde langer dan ik dacht met dat slakkengangetje waarin we voortkropen. Als je de show nog wilt zien, moeten we opschieten.’
‘Die show wil ik zeker zien.’ Ze was de jeep al uit. ‘Welke kant op?’
‘Links moet er een pad zijn.’ Hij greep haar arm. ‘Daar.’ Snel liep ze achter hem aan. ‘Hoe ver is het?’
‘Sorry, zo precies was Montalvo niet. Hij zei alleen maar dat we naar de top van de heuvel moesten klimmen.’
Het was een steile heuvel en het leistenen pad was glad. Twee keer gleed ze uit, maar viel nog net niet. Al na vijf minuten liep ze te hijgen als een oud paard.
‘Gaat het?’ fluisterde Galen.
‘Nee, niet echt. Ik voel me nog steeds onvast op mijn benen van die hersenschudding, maar ik kom er wel.’
‘Daar twijfel ik geen moment aan. Maar als ik je kan helpen, zeg je het maar.’
‘Als ik erbij neerval, zal ik een gil geven,’ reageerde ze grimmig.
‘Nou, doe dat nou maar niet, gillen. Dat kan die sluipschutters weer alarmeren die Montalvo heeft gemist. Maar een klein rukje aan mijn… Volgens mij zijn we er.’ Hij stak zijn arm naar achteren uit en hees haar de laatste paar meters naar boven, de top van de heuvel op. ‘Daar ligt Díaz’ koninkrijk.’
Als het een koninkrijk was, deed het kasteel op de heuvel aan de overkant dat alle eer aan, dacht ze. De maan zat nog steeds achter de wolken en het kasteel was het enige dat helder verlicht was in de aardedonkere omgeving. Het was een soort Spaans Moors herenhuis. Heel erg groot. Er waren torentjes en grote boogramen tot in de verste uithoeken van het gebouw te zien en voor zover ze kon onderscheiden waren de tuinen eromheen al even indrukwekkend.
Haar ogen gingen van het kasteel naar het dorpje dat onder hen lag. Donker. Ze kon nauwelijks de daken van de huizen onderscheiden. Er was niets duidelijk te zien. ‘Ik ben hier niet om het kasteel te bekijken. Ik kan niets anders zien dan die lichten op de…’
De maan kwam van achter de wolken vandaan.
‘Precies op tijd,’ mompelde Galen. ‘Misschien heeft Montalvo toch wel invloed in hogere sferen.’
Eve hoorde hem nauwelijks. Haar blik zocht het dorpje af naar een teken van…
‘Daar.’ Ze liet zich op haar knieën vallen en zette de verrekijker aan haar ogen. ‘Het kerkhof ligt achter dat kerkje links. Jezus, het ligt helemaal aan de rand van het dorp, volkomen in het zicht. Er staan geen huizen omheen die het verbergen. Als Díaz’ mannen uit dat wanstaltige kasteel naar beneden kijken, kunnen ze alles zien wat daar gebeurt.’
‘Laten we dan maar hopen dat ze niet naar beneden kijken. Zie je hem of zijn mannen al?’
‘Nee.’
‘Het graf moet op twee derde aan de rechterkant van een grote stenen tombe liggen.’
‘Heeft Montalvo dat gezegd?’ ik wilde geen tijd verspillen.’
Eve zocht het kerkhof af in de richting die Galen had gezegd. De grote tombe… ‘Hebbes. Dat is geen grote tombe, die is enorm. Hij ziet eruit alsof hij hier helemaal niet past, zo op zo’n dorpskerkhof.’
‘O, toch hoort hij hier wel. Het is de laatste rustplaats van Rosa Maria Díaz, Ramón Díaz’ moeder.’
‘En het lijk van Montalvo’s vrouw ligt er zowat bovenop? Niet zo slim. Het gebied om die tombe heen zal wel het best verzorgde gedeelte van het kerkhof zijn. En dan hebben we het nog niet over het feit dat Díaz hier wel vaak zal komen.’
‘Het was juist een heel slimme keus volgens Montalvo. Het wordt helemaal niet onderhouden. Díaz haatte zijn moeder. Het gerucht gaat zelfs dat hij haar heengaan een handje heeft geholpen. Ooit, toen hij net begon, heeft ze hem aangegeven bij de politie.’
‘Maar waarom begraaft hij haar dan hier, waar ze altijd bij hem is?’
‘Misschien een ziek soort triomf om zich in te wentelen. Hij, de koning van de heuvel, en die stomme, bemoeizuchtige moeder van hem ligt te rotten in de gewelven aan zijn voeten.’
‘Ik zit hier in de verkeerde hoek, ik ga even een stukje opzij.’ Ze begon naar links te schuiven. ‘Dat is beter.’ Eve verstijfde. ‘Hij is er al. Hij is aan het graven. Met nog twee mannen.’
‘Goed. Hoe meer mannen, hoe sneller we hier weer weg kunnen.’ Galen hief zijn hoofd luisterend op en keek om naar het pad waarover ze naar boven waren gekomen. ‘Het gaat me allemaal iets te makkelijk. Ik hou er niet van…’
‘Nerveus?’ Eve liet haar verrekijker zakken. ‘Is er iets concreets aan de hand?’
Galen schudde zijn hoofd. ‘Er is nooit iets concreet in dit werk. Kunnen we gaan?’
‘Bijna.’ Ze zette de verrekijker weer aan haar ogen. ‘Als ze het skelet vinden.’
‘Dan hoop ik maar dat ze niet al te diep ligt.’
‘Ik ook.’ Ze bleef stil door haar verrekijker turen. ‘Ik denk dat ze er zijn. Montalvo springt in het graf en Miguel geeft hem een doos aan.’ Haar handen klemden zich harder om de verrekijker heen. ‘Hij heeft hem. Montalvo klimt eruit en nu rennen ze naar…’ Ze keerde zich naar Galen toe. ‘Dat was alles wat we nodig hebben. Nu kunnen we…’
Galen was er niet!
Paniek. Haar hart klopte plotseling in haar keel.
Razendsnel draaide ze zich om en begon langs het pad naar beneden te rennen.
Stop. Langzaam is beter. Wees voorzichtig. Je weet niet wat er aan de hand is.
‘Eve.’
Ze schrok zich een ongeluk toen Galen uit de bosjes langs het pad tevoorschijn kwam. ‘Jezus, je maakt me aan het schrikken.’
‘Goed zo. We kunnen wel wat adrenaline gebruiken.’ Hij pakte haar arm en sleurde haar op topsnelheid met zich mee. ‘We moeten weg hier.’
‘Waarom? Waar was je?’
‘Ik heb de omgeving een beetje verkend. Ik had zo’n gevoel…’ Hij hield de zijkanten van het pad nauwlettend in de gaten terwijl ze naar beneden renden. ‘Ik kwam een van Díaz’ bewakers tegen die ons op het spoor was. Ik heb hem onschadelijk gemaakt, maar ik weet niet of hij al iemand ingeseind had dat wij hier waren.’
‘En Montalvo?’
‘Die zoekt het maar uit. Die verandert heus niets aan zijn plannen als hij weet dat Díaz in aantocht is. Dat verwacht hij al. Misschien heeft hij wel geluk en zijn wij een goede afleiding.’ Ondertussen hadden ze de jeep bereikt en Galen sprong op de bestuurdersstoel. Hij startte. ‘Kom op.’
Ze zat al. ‘Je hebt je licht aan. Dan zien ze ons.’
‘Ik word liever ontdekt dan dat ik in een greppel eindig als Díaz’ mannen straks die heuvel af komen stormen.’ Hij drukte het gaspedaal in. ‘Vijf kilometer en we zijn buiten Díaz’ gebied en in Montalvo’s jungle. Dan kunnen ze ons nog wel volgen, maar zijn we veiliger. Montalvo en zijn mensen kennen die jungle als hun broekzak.’
De jeep bonkte over de onverharde weg en Eve moest zich goed vasthouden. ‘Vijf kilometer is niet zo ver. We kunnen…’
Een kogel doorboorde de hoek van de voorruit.
‘Duiken.’
Eve maakte haar gordel los en dook naar voren in haar stoel. Als een slang op een zandheuvel slingerde de jeep over de weg.
Weer een schot.
‘Mis,’ mompelde Galen. ‘Hetzelfde wapen. Eén sluipschutter. Als we buiten bereik zijn, halen we het. De idioot richtte niet op de banden…’
Hoe ver was het nog voor ze veilig waren? vroeg Eve zich wanhopig af. Hij had vijf kilometer gezegd, maar hoever waren ze nu? Ze reden heel hard. Nog drie? Twee?
Weer een schot.
‘We zijn buiten bereik,’ zei Galen. ‘Hou vol. Ik moet blijven zigzaggen voor het geval we nog een sluipschutter tegenkomen. Over een minuut en dan zijn we uit Díaz’ gebied.’
‘Hou jij maar vol. En waag het niet om geraakt te worden.’
‘Ik doe mijn best.’ Hij grijnsde naar haar terwijl ze heen en weer slingerden over de weg. ‘En dat is niet slecht, geef maar toe.’
‘Ik geef het toe. Geweldig. Ongelofelijk. Zorg nou maar dat we op de compound terugkomen.’
‘Op huis aan.’ Hij maakte een scherpe bocht en plotseling werden ze door duisternis omgeven. ‘Ga maar weer rechtop zitten.’
Dat deed ze en ze keek om zich heen.
Jungle. De dikke, ondoordringbare duisternis veroorzaakt door dik gebladerte dat de nachtelijke hemel buitensloot. ‘Het is nou niet echt wat je thuis noemt.’ Ze zuchtte van opluchting. ‘Maar voor nu is het goed genoeg. Laten we Montalvo bellen om te zien of hij dezelfde problemen is tegengekomen.’