8

‘Kom binnen, Bradworth,’ zei ze kortaf terwijl ze wegliep van de deur. ‘Hoeveel is ervan waar? Heeft Pavski mijn broer vermoord?’

‘Dat… vermoeden we.’

‘En dat heb je me niet verteld?’

‘Het is gevoelige, geheime informatie.’

‘Rot op met je geheime informatie. Kom me daar niet mee aan. Mijn broer is dood!’

‘Ik zou het met je besproken hebben als dat had gekund.’

Ja, als Pasen en Pinksteren op één dag vallen, dacht ze bitter. Ander onderwerp. ‘Wat weet je van Dimitri Ivanov?’

Het werd heel stil. ‘Wat?’ Allerlei uitdrukkingen flitsten over zijn gezicht. ‘Neem me niet kwalijk?’

‘Kirov. Ivanov. Hoe je hem maar wilt noemen.’

‘Hij heeft je…’ Hij viel weer even stil. ‘Ik had niet verwacht dat hij dat zou doen.’

‘Dat is duidelijk.’ Ze liep naar het raam en staarde in het donker. ‘Waarom niet?’

‘Wat heeft hij je verteld?’ vroeg hij behoedzaam.

‘Zijn naam. Maar hij moet hebben geweten dat ik je vragen zou stellen over hem. Hij wist toch dat ik die dossiers over de Bliksemflits had gelezen?’

‘Ja.’

‘Dat dacht ik al.’ Haar lippen vertrokken. ‘Hij is van alles op de hoogte geweest, vanaf het moment dat wij ingehuurd werden. Klopt dat?’

‘Ja.’

‘Dimitri Ivanov. Tweede officier op de Bliksemflits. Omgekomen bij een explosie op de Black Sea-scheepswerf in 1994. Hij is wel erg levendig voor een lijk.’

‘Je reinste monster van Frankenstein,’ zei Bradworth sarcastisch. ‘Ik heb hem vaak hetzelfde lot toegewenst.’

‘Maar jullie zitten nu duidelijk in hetzelfde team.’

‘Hij vindt van niet. Ivanov is geen teamspeler.’

‘En jij hebt een bloedhekel aan hem.’

‘Ik denk dat hij gevaarlijk is voor de missie.’

‘En je hebt een bloedhekel aan hem.’

Hij haalde zijn schouders op. ‘Ik heb recht op mijn mening. Ik was ertegen hem te rekruteren en niets wat er sindsdien is gebeurd heeft mijn standpunt veranderd. Hij is onberekenbaar en te grillig naar mijn smaak.’

‘Gerekruteerd? Je hebt zijn dood in scène gezet en hij is overgelopen?’

‘Hij had destijds waardevolle informatie voor ons en was bereid zich aan verder onderzoek te wijden.’

‘Wat voor onderzoek?’

‘In de eerste periode na de Koude Oorlog waren er in Moskou zo veel spelers dat we niet wisten wie we konden vertrouwen. Pavski had een machtspositie en probeerde nog hoger op de ladder te klimmen. Hij had het kunnen redden, maar wij vonden het verstandig om hem en zijn makkers uit te schakelen.’

‘Waarom?’

‘Hij was van de oude school en bezig zijn concurrenten een voor een uit de weg te ruimen.’

‘Je bedoelt dat hij ze vermoordde?’

Hij knikte. ‘Volkomen meedogenloos. We waren bang voor een tweede Stalin als hij aan de macht zou komen. Er werd besloten dat hij samen met zijn vrienden van het politieke toneel moest verdwijnen.’

‘O, je probeerde hem ervan te overtuigen dat hij zich terug moest trekken op het platteland?’ vroeg ze sarcastisch.

‘Ik doe mijn best om eerlijk tegen je te zijn.’

‘Dat is dan voor het eerst. En Ivanov hielp je om ze te laten “verdwijnen”?’

‘Hij had de achtergrond ervoor. Hij had de motivatie. We hebben hem niet gedwongen om over te lopen en achter Pavski aan te gaan. Hij kwam bij ons met informatie die we konden gebruiken om Pavski in diskrediet te brengen en stelde een deal voor.’

Ze herinnerde zich haar eerste indruk van Kirov. ‘Nee, ik betwijfel of je hem ook maar ergens toe had kunnen dwingen.’

‘Hij is niet onoverwinnelijk. We vonden het gewoon de moeite niet waard.’

‘Waarom ben je dan bang voor hem?’

Hij werd nijdig. ‘Ik ben niet bang. Je moet alleen voorzichtig zijn als je met dat soort grilligheid te maken hebt.’

Hij loog. ‘Waarom wilde hij Pavski te pakken nemen?’

Het bleef even stil. ‘Hij gaf hem de schuld van wat er gebeurd is met de kapitein van de Bliksemflits. Heb je het dossier over Ivanov gelezen?’

‘Ja, maar op dat moment heb ik er niet zo veel aandacht aan besteed. Ik was alleen geïnteresseerd in de kapitein en de eerste stuurman.’

‘Ivanov is opgegroeid in Sebastopol. Klinkt dat bekend?’

Ze dacht erover na. ‘Dat is de stad waar kapitein Vladzar na zijn pensionering ging wonen.’

‘Waar hij verondersteld werd te wonen. De details zijn vrij vaag, maar meteen nadat hij na diens laatste reis met de Bliksemflits de haven binnenliep is de kapitein verdwenen.’

‘Wil je zeggen dat hij werd vermoord?’

‘Dat weten we niet. Ik zeg dat hij verdwenen is en dat er nooit meer iets van hem is gehoord. Maar Ivanov denkt dat hij is vermoord.’

‘Waarom?’

‘Omdat ze Ivanov probeerden te vermoorden. Daarom heeft hij de benen genomen en is hij overgelopen.’

‘Maar hoe weet hij dat ook kapitein Vladzar de benen niet heeft genomen?’

‘Hij heeft gezien dat Pavski’s schurken hem van de onderzeeër haalden. En hij had contacten in Sebastopol die hem vertelden dat de zogenaamde pensionering van de kapitein nooit heeft plaatsgevonden. Hij is daar nooit komen opdagen. Ivanov dook dus onder en heeft zes maanden gewacht, waarbij hij steeds één stap voorlag op de GRU, voordat hij contact zocht met ons. Hij wilde er eerst zeker van zijn dat er geen enkele mogelijkheid was om de kapitein te redden en weg te krijgen uit Rusland.’

Ze fronste haar voorhoofd. ‘Wat is de GRU?’

‘Het militaire equivalent van de KGB. Het was de militaire inlichtingendienst, maar het bestaan ervan is nooit door de overheid bekendgemaakt. Het is Ruslands grootste inlichtingendienst, die in 1997 het commando voerde over 25.000 spetsnaz-troepen. Heel machtig, heel akelig.’

‘En Ivanov was bereid om het op te nemen tegen zo’n organisatie? Waarom?’

Bradworth zweeg even en zei toen met tegenzin: ‘Ivanov en Vladzar waren familie van elkaar. Dat had er waarschijnlijk iets mee te maken.’

‘Familie van elkaar?’

‘Ivanov was zijn stiefbroer. De kapitein steunde zijn toelating tot de marineacademie en heeft zijn invloed gebruikt om hem als junior officier op de Bliksemflits te krijgen.’

‘Stiefbroer… Dankbaarheid en familiegevoel?’

‘Het is aannemelijker dat hij op wraak uit was en de pest in had omdat zijn mooie carrière door kapitein Vladzar naar de knoppen ging.’

‘Je hebt echt een hekel aan hem.’ Ze haalde haar schouders op. ‘Maar je zou gelijk kunnen hebben. Daar zal ik achter moeten komen.’

Bradworth vloekte binnensmonds. ‘Heb je vanavond dan helemaal niets geleerd? De man is een moordenaar, en hij zal je zonder enige gewetenswroeging gebruiken om bij Pavski te komen. Je bent een idioot als je niet bij hem uit de buurt blijft.’

‘Ik zou misschien een idioot zijn als ik dat zou doen. Als hij Pavski zo graag te pakken wil krijgen, kan ik hem misschien nog nodig hebben.’

‘Je hebt hem niet nodig. Je hebt de Amerikaanse overheid.’

‘Die een aantal jaren geleden besloot dat zij Ivanov nodig hadden.’ Ze keek hem aan. ‘Je moet tegen mij niet over vertrouwen beginnen in jou of welke bureaucraat dan ook, Bradworth. Ik heb niet meer vertrouwen in jou dan in Ivanov. En met die Rus heb ik in elk geval met iemand te maken die duidelijk geen moer geeft om regels en bureaucratie.’

‘Luister, hij geeft niets om jou en jij zult bescherming nodig hebben. Pavski zet nu zwaar geschut in. Ik probeerde je te bereiken om je te waarschuwen.’

‘Waarvoor?’

‘De mannen die je aanvielen bij het benzinestation.’ Hij haalde een door de computer afgedrukte foto uit zijn zak. ‘Het lab kon van beide mannen DNA afnemen en van een van hen hebben we de identiteit kunnen vaststellen. Zijn naam was Anton Leonovsky. Bekend?’

Ze pakte de foto aan. Het beeld was een beetje wazig en gemaakt in een druk restaurant, maar het was duidelijk de man die ze in brand had zien staan naast de benzinepomp. Ze huiverde. ‘Ik herken hem.’ Ze gaf de foto terug aan Bradworth. ‘Wat weet je over Leonovsky?’

‘Een extreem dodelijke Russische moordenaar. We wisten niet eens dat hij in het land was. Leonovsky was een voormalige KGB’er, die zich vervolgens aansloot bij een paar bijzonder gemene maffiafamilies in Kiev. De laatste tijd werkte hij freelance. Je hebt geluk gehad dat je nog leeft. Als Pavski een moordenaar van dat kaliber achter je aan stuurt, heb je mij nódig.’

Ze schudde haar hoofd.

‘Je moet niets geloven van wat Ivanov zegt. Het is een moordenaar. Hij is net zo erg als Pavski.’

‘Nee,’ zei ze heftig. ‘Wat mij betreft is niemand zo erg als de man die mijn broer heeft vermoord. Niemand.’ Ze haalde diep adem in een poging haar woede te beheersen. ‘Wegwezen nu. Ik kan niet naar je kijken zonder te denken aan de manier waarop je Conner en mij hebt gebruikt.’

‘Ik dacht dat we jullie konden beschermen.’

‘Maar dat deed je niet, hè,’ zei ze vermoeid.

‘Hoe kan ik je ervan overtuigen dat we moeten samenwerken?’

‘Vertel me wat voor Pavski zo belangrijk was op die onderzeeër dat hij bereid was te moorden om het te krijgen.’

Hij schudde zijn hoofd. ‘Ik wou dat ik dat kon.’

‘Dan wil ik dat je nu oprot.’

Hij aarzelde en liep toen naar de deur. ‘Je hoort van me. Ik laat je niet aan de genade van die rotzak over.’

‘Genade? Is dat een grap?’ Ze keerde hem haar rug toe. ‘Ik verwacht van geen van jullie beiden genade.’

Ze hoorde hem iets mompelen en toen het geluid van de deur die achter hem dichtging.

God, ze voelde zich rauw en gekwetst en vol van een withete woede.

Schaakstukken. Dat was alles wat Conner en zij waren geweest voor al die smeerlappen die als dodelijke roofdieren om de Bliksemflits heen hadden gecirkeld. Bradworth en Ivanov en, vooral, Pavski. Ze wenste ze allemaal naar de hel.

Schaakstukken.

Daar kwam ze.

Kirov zag Hannah over de pier in zijn richting lopen. De dageraad brak bijna aan en in het mistige grijze licht zag ze er vanaf een afstand uit als een bijna doorzichtige geest. Toen ze dichterbij kwam, kon hij zien dat er niets spookachtigs aan haar was. Haar stappen waren net zo doelbewust als de uitdrukking op haar gezicht.

Ze bleef staan toen ze hem op het dek zag zitten. ‘Je verwachtte me,’ zei ze effen.

Hij knikte. ‘Eerlijk gezegd, had ik je eigenlijk al eerder verwacht. Ik wedde dat je terug zou komen zodra je erachter was dat Bradworth een nutteloze zak is. Je bent niet het type dat tijd verspilt als een beslissing eenmaal is genomen.’

‘En wat voor beslissing heb ik genomen, Ivanov?’

‘Noem me Kirov. De CIA en ik hebben liever dat iedereen denkt dat mijn alter ego al die jaren al dood is. Het is veiliger voor me.’

‘Wat voor beslissing heb ik genomen, Kirov?’

‘Dat ik de minste van twee kwaden ben. Je hebt hulp nodig om Pavski te pakken te krijgen en Bradworth is je niet agressief genoeg.’

‘En ben jij agressief genoeg?’

Hij glimlachte. ‘O, ja. Vraag maar aan Bradworth.’

‘Ik hoef het hem niet te vragen. Hij is al vrijwillig met je dubieuze geloofsbrieven aan komen zetten. Hij zegt dat je een moordenaar bent.’

‘Soms.’

‘Dat je me alleen maar wilt gebruiken.’

‘Ik wil je gebruiken.’

‘En dat je me zou vermoorden als ik tussen Pavski en jou zou komen.’

‘Dan kun je beter niet tussen ons komen.’

‘Ik ben niet van plan om te voorkomen dat je Pavski vermoordt. Ik zou je het vuurwapen aanreiken.’

‘Dat is vriendelijk van je, maar ik houd niet van vuurwapens.’ Hij leunde achterover tegen de reling. ‘Maar dan neem ik aan dat je me de helpende hand wilt reiken.’

‘Ik wil Pavski. Ik wil niet het risico nemen dat Bradworth hem door zijn vingers laat glippen.’ Ze keek hem recht in zijn ogen. ‘Je hebt tegen Bradworth gezegd dat ik van jou was. Ik weet dat dat onderdeel was van het machtsspelletje dat jullie met zijn tweeën speelden, maar ik zal het waarmaken. Ik sta je ter beschikking, met alles wat ik weet en alles wat ik ben. Jij kunt mij helpen. Ik kan jou helpen.’

‘Om Pavski te pakken te krijgen.’

‘Om Pavski te pakken te krijgen. Wat anders?’

‘En je trekt je niets aan van Bradworths afschrikwekkende waarschuwingen?’

‘Ik trek me er wel iets van aan. Ik handel er alleen niet naar. Waarom zou ik? Ik vertrouw hem niet. Ik vertrouw jullie allebei niet. Ik weet niet eens zeker of er een Pavski is en of hij verantwoordelijk is voor de dood van Conner. Zodra ik terug ben in Boston bel ik congreslid Preston en vraag hem om alle informatie te verzamelen die hij over Pavski kan krijgen.’

‘Heel verstandig.’

‘En over Dimitri Ivanov.’

‘Nog verstandiger. Het spijt me, maar ik kan hier niet gaan zitten duimendraaien tot jij je onderzoek naar ons hebt afgerond. Over twintig minuten vaar ik weg.’

‘Ik laat me niet door je opjagen.’

‘Ik probeer je ook niet op te jagen. Helaas ben je gisteravond waarschijnlijk hierheen gevolgd door Pavski’s mannen en ik kan het risico niet nemen om hier te blijven tot jij weet wat je wilt. Ik wil Pavski, niet zijn loopjongens. Bradworth laat je waarschijnlijk in de gaten houden, maar wees desondanks voorzichtig.’ Hij kwam overeind en liep naar de brug. ‘Je hebt mijn mobiele nummer. Bel me, en ik kom naar je toe.’

Ze fronste haar voorhoofd. ‘Waarom heb je ineens zo’n haast? Gisteren vond je het gevaar niet te groot om tot vanavond te wachten.’

‘Dat vond ik wel.’ Hij startte de motor. ‘Maar je was de moeite waard om op te wachten. Je bent heel waardevol. Ik heb je gezegd dat Bradworth gelijk had. Ik wil je gebruiken.’ Hij draaide weg van de pier. ‘Bel me…’

RASTADT, RUSLAND

Dananka parkeerde zijn motor bij de markt aan de buitenrand van het stadje. God, hoe konden mensen leven in zo’n deprimerend gat. Hij had nog niemand gezien die jonger was dan zeventig en de huizen bezweken onder hun eigen gewicht. Nog een jaar of tien, en dit meelijwekkende dorp kon een prachtig vakantieoord zijn, dacht Dananka. Het kon zomaar gebeuren.

Hij wist dat hij in dit soort plaatsen nogal uit de toon viel. Hij zou dertig worden op zijn volgende verjaardag en zorgde goed voor zichzelf. Hij was jong en sterk, en eventuele gedachten dat hij misschien oud werd, werden uitgewist door een paar minuten in dit stadje. Het vertegenwoordigde het Rusland dat hij haatte, het uit elkaar vallende land dat trots vasthield aan zijn ouderwetse idealen, ook al brachten die het steeds meer aan de rand van de afgrond.

Hij vond het huis en drukte op de bel. Die werkte niet. Natuurlijk niet. Hij klopte op de deur.

Een minuut later deed een oudere man met een reusachtige bril met zwart montuur open. Zijn hele gezicht leek zich samen te knijpen. ‘Ja?’

Dananka liet zijn meest jongensachtige glimlach zien. ‘Frederick Samsova?’

‘Wie ben je?’

‘Ik ben een bewonderaar van u. Het is een grote eer u te ontmoeten.’

Samsova staarde hem argwanend aan. ‘O, ja?’

‘Ja. Mijn naam is Ilya Dananka. Ik zit op de marineacademie in St. Petersburg en u hebt daar heel veel fans. Mag ik binnenkomen?’

Samsova haalde zijn schouders op en zwaaide de deur wijd open. ‘Het is een bende binnen. Ik krijg niet vaak bezoek.’

‘Het ziet er prima uit.’ Dananka keek rond in het deprimerend kleine hok, dat vol lag met kranten, tijdschriften en verscheidene scheepsmodellen in diverse stadia van voltooiing. ‘Ik kan niet wachten om mijn vrienden op de academie te vertellen dat ik bij Samsova thuis ben geweest.’

‘Het verbaast me dat je zelfs maar van me gehoord hebt.’ Samsova trok de jaloezieën open. De late ochtendzon bracht het stof op elk oppervlak tevoorschijn. ‘Ze praten liever niet meer over de oude garde. Ze zouden willen dat we niet bestonden.’

‘Dat is niet waar, tenminste niet in uw geval. Veel studenten hebben uw navigatiesysteem ontdekt.’

Samsova trok zijn wenkbrauwen op. ‘Is dat zo?’

‘O, ja. Het is briljant. Het verbaast me dat het niet overal wordt gebruikt.’

‘Dat hoopte ik, maar ik ben bang dat de politieke realiteit de overhand had.’ Zijn ogen schitterden van een plotseling enthousiasme. ‘Kennen jouw medestudenten mijn werk echt?’

‘Ja, allemaal. Het is niet gemakkelijk geweest om het te vinden, want uw teksten staan niet meer in de bibliotheek.’

Samsova zuchtte. ‘Natuurlijk niet. We leven in een wereld die bang is voor complexe zaken en middelmatigheid omhelst.’

‘Maar ik heb een doos gevonden met acetaatbladen die u in uw lessen op de overheadprojector hebt gebruikt. We hebben een projector geleend en komen met een paar mensen twee keer per week bij elkaar in het souterrain om uw lessen te bestuderen.’ Hij glimlachte. ‘We hebben onze groep naar u genoemd. Ik hoop dat u dat niet erg vindt. We noemen ons de Samsovianen.’

Het bleke gezicht van de oude man kreeg een kleur. Hij glimlachte en gebaarde naar een smalle boekenkast in zijn woonkamer. ‘Dat zijn mijn teksten en lesmethoden. Ik heb misschien nog wel wat extra exemplaren voor je.’

‘Dat zou fantastisch zijn. Hartelijk dank.’ Dananka pakte zijn rugzak en haalde er drie afdrukken van achtentwintig bij vijfendertig centimeter uit. ‘Deze hebben we in een doos in de archiefruimte gevonden. Ze zien eruit als uw systeem, maar we kunnen ze niet lezen. Hebt u enig idee wat ze betekenen?’

Samsova pakte de afdrukken aan en hield ze naar het zonlicht. ‘Hmm. Ja, het is mijn systeem. Het is moeilijk te…’ Hij hield de eerste afdruk omhoog. ‘Uitgangspunt, één primair punt, twee alternerende punten. Deze bevinden zich op het westelijk halfrond, in het noorden van de Atlantische Oceaan.’

‘Weet u het zeker?’

‘Ja. We zullen straks naar de kaarten kijken.’ Samsova hield de tweede en derde afdruk omhoog. ‘Deze horen bij elkaar. Er is een ongebruikelijk aantal markeringen hier. Veel meer dan je nodig hebt op van punt A naar punt B te komen.’

‘Wat voor soort markeringen?’

‘Allerlei soorten. Natuurkundige, astronomische, kompasstanden. Deze zijn overigens nogal geavanceerd. Slechts weinigen van mijn studenten zijn in hun leerproces zo ver gekomen.’

‘Vertel eens over de markeringen. Waar corresponderen ze mee?’

Hij haalde zijn schouders op. ‘Ik heb geen idee. Ze lijken niet compleet te zijn.’

‘En dit teken, aan de onderkant van de derde afdruk? Dat is anders, hè? Wat betekent het?’

Samsova fronste zijn voorhoofd. ‘Dat is niet Samsoviaans. Ik heb het nooit eerder gezien.’

‘Denk na. Geef me een idee.’ Dananka besefte meteen dat hij een fout had gemaakt. Hij had op een te harde en eisende toon gesproken voor de rol die hij speelde.

De uitdrukking op Samsova’s gezicht was weer argwanend, sloot hem buiten. Hij kon bijna zien hoe hij zich terugtrok. ‘Ik kan je niet helpen,’ zei Samsova koel. ‘Dit is geen navigatiekaart. Het ziet eruit alsof het op een muur of op een ander oppervlak is geschreven. Het ziet er bijna uit als…’ Hij keek op van de afdruk. ‘Wie ben je?’

‘Dat heb ik u gezegd. Ik studeer aan de…’

‘Dat heb je gezegd, ja. Maar wie ben je écht? Ik mag dan niet zo jong meer zijn, maar ik ben niet achterlijk. Wat denk je wel, smeerlap.’ Samsova pakte de telefoon. ‘Ik denk dat ik de academie maar even bel. Ik ken daar nog steeds wat mensen.’

‘U hoeft uw vrienden hier niet mee lastig te vallen.’ Hij glimlachte. ‘Ik beken. Ik ben geen student. Alleen een van uw grootste bewonderaars.’

‘Leugenachtige schoft.’ Samsova begon een nummer te draaien. ‘Ga mijn huis uit.’

‘Natuurlijk.’ Hij zette een stap dichterbij. ‘Ik wil absoluut geen misbruik maken van uw gastvrijheid. En u hebt gelijk, u kunt me duidelijk niet helpen. Ik zal moeten kijken wat ik uit uw boeken kan halen.’

‘Blijf van mijn boeken af. Ga mijn huis…’ Samsova’s ogen werden groot en hij verstijfde. ‘Wacht, alsjeblieft. Ik…’

Dananka’s hand stootte omhoog onder Samsova’s neus en stuurde de kapotte botsplinters naar zijn hersenen.

BOSTON

‘Je hebt gebeld?’ Kirov boog toen Hannah de deur van haar appartement opendeed. ‘De boodschap die je op mijn voicemail achterliet was bepaald niet beleefd, maar ik ben nog steeds tot je dienst.’

‘Ik voelde me niet beleefd.’ Ze smeet de deur dicht toen hij naar binnen was gestapt. ‘Ik voel me kwaad en gefrustreerd en ik wil je niet in mijn leven hebben.’

Zijn wenkbrauwen gingen omhoog. ‘Waarom ben ik dan hier?’

‘Je weet waarom. Ik heb niemand anders.’

‘Dat is waar. Mag ik gaan zitten?’

Ze knikte onbeholpen. ‘Natuurlijk, doe alsof je thuis bent.’

‘Graag.’ Hij liet zich in de leunstoel zakken en keek om zich heen. ‘Dit is een prettige kamer. Hij past bij je. Schoon en zonder flauwekul, maar met genoeg kleur om niet saai te worden.’

‘Ik heb geen behoefte aan commentaar op mijn inrichting.’

‘Het was maar een opmerking.’ Hij ging achteroverzitten. ‘Interessant. Ik realiseer me dat je waarschijnlijk niet de moeite neemt om je huis echt in te richten. Ik wed dat je het zich in de loop der jaren om je heen laat ontwikkelen. Heb ik gelijk?’

Ze gaf geen antwoord. Hij was veel te opmerkzaam. En veel te zelfverzekerd en op zijn gemak in haar kamer. Hij overheerste moeiteloos. Hij zat in haar stoel en plotseling was het alsof het zíjn stoel was. ‘Bradworth heeft verteld dat kapitein Vladzar jouw stiefbroer was. Hadden jullie een hechte band?’

Hij knikte. ‘We waren zo hecht als een zwart schaap kan zijn met de herder van de kudde. Sergai was best wat ouder dan ik en hij was mijn idool.’ Hij trok een gezicht. ‘Behalve wanneer hij zijn toorn over mij uitstortte als ik in moeilijkheden kwam. Dat gebeurde nogal eens in mijn vergooide jeugd. Hij heeft de verrukkingen van decadentie en uitspattingen nooit begrepen. Hij was te streng en rechtschapen, en ik heb de solide basis die hij me gaf pas gewaardeerd toen ik ouder was. Hij was er altijd om me uit de moeilijkheden te halen en op het rechte pad te brengen.’

‘Dus je had je positie als tweede officier op zijn onderzeeër aan hem te danken.’

‘Dat kun je wel zeggen.’ Hij keek haar aan. ‘Maar ik geef de voorkeur aan de gedachte dat ik mijn plek verdiende door hard werken en een op zijn minst redelijke intelligentie. Je kunt wel op invloed vertrouwen, maar daar is een grens aan. Sergai had nooit officieren aangenomen die niet eersteklas waren.’

‘Ook geen familie?’

‘Vooral geen familie. Toen ik werd aangenomen op de Bliksemflits nam ik me voor dat ik meer zou leren en waardevoller voor Sergai zou zijn dan al zijn andere officieren.’

‘En was je dat?’

Hij knikte. ‘Natuurlijk. Ik was onuitstaanbaar voor Sergai en alle anderen die over vaardigheden beschikten die ik niet had. Ik wilde de snelst opklimmende officier van de Russische marine worden. Ik zou zorgen dat Sergai trots op me was.’

‘Maar dat is niet gelukt.’

Hij zweeg even. ‘Nee, dat is niet gelukt.’

‘Waarom niet? Wat is er gebeurd op de Bliksemflits?’

Hij glimlachte een beetje. ‘Als ik Bradworth was, zou ik tegen je zeggen dat dat geheime informatie is.’

‘Je bent Bradworth niet.’

‘Dan moet ik je wel vertellen dat ik absoluut niet van plan ben om je ook maar iets toe te vertrouwen wat ik niet nodig vind voor een vrouw die me levend zou villen als ze de kans kreeg.’

‘Pas nadat ik alles uit je gewrongen heb wat ik kan gebruiken.’

Hij grinnikte. ‘Ik voel de druk. Het is een beetje erotisch.’

‘Flauwekul.’

‘Niet helemaal.’ Zijn glimlach verdween. ‘Maar je hebt me niet gebeld om over mijn relatie met Sergai te praten.’

‘Daar vergis je je in. Omdat Bradworth en jij me niets anders vertellen dan wat ik wil weten, moet ik proberen te achterhalen wat je motieven zijn om Pavski op te sporen. Wraak?’

Hij keek haar aan.

‘Bradworth denkt dat je de pest in hebt omdat je je carrière wel kon vergeten.’

‘Misschien heeft hij gelijk. Dat zul je zelf moeten beoordelen. Heb je dat congreslid Preston van je nog gebeld en hem je vragen gesteld?’

‘Ja, hij zei dat hij een onderzoek naar je zou doen, maar dat het tijd zou kosten.’

‘Ah, het bekende bureaucratische antwoord.’

‘Hij zal zijn best doen. En ik heb een vriend van me bij de Russische marine gebeld en hem gevraagd om zijn vrienden in te schakelen en zo veel mogelijk te weten te komen.’

‘Dat zou meer kunnen opleveren.’

‘Maar ik kan niet op antwoorden wachten voordat ik in actie kom. Je weet maar nooit. Pavski zou je kunnen vermoorden en dan heb ik helemaal geen aanwijzingen meer.’

‘Pech voor jou. Tragisch voor mij.’

‘Wat er met jou gebeurt, kan me niet schelen.’

‘Dat is duidelijk. Heb je een vermoeden waarom ik achter Pavski aanzit?’

‘Nee.’ Hij had oprecht geleken toen hij het over Vladzar had, maar hij was een raadsel voor haar. ‘Het is nog te vroeg. Ik moet mezelf wat tijd gunnen om erachter te komen.’

‘De hemel verhoede het.’ Hij was even stil. ‘Betekent het dat we beste maatjes worden?’

‘Rotzak. Hoe kan ik Pavski te pakken krijgen?’

‘Door te weten te komen wat hij wil en dat als een sappige wortel voor zijn neus te hangen.’

‘Hij heeft al wat hij wilde.’

‘Niet alles. Die navigatiekaart was duidelijk niet compleet. Hij heeft meer informatie nodig en hij denkt dat jij die hebt.’

‘Die heb ik niet.’

‘Maar dat weet hij niet. En stel dat hij niet terug kan gaan naar de onderzeeër om eventuele andere platen te vinden, dan is iedereen die een artikel in een tijdschrift kan lezen op de hoogte van dat geheugen van jou. Het kan zijn dat je iets hebt gezien dat onder druk uit je geperst kan worden.’

‘Ik heb niets anders gezien.’ Ze fronste haar wenkbrauwen. ‘Zouden er meer kaarten op de Bliksemflits kunnen zijn?’

‘Het is mogelijk.’

‘Dan wil ik teruggaan aan boord. Bradworth zal het niet toestaan.’ Ze keek hem recht in zijn ogen. ‘Zorg ervoor.’

‘Bradworth doorzoekt de onderzeeër al.’

‘Zorg ervoor.’

Hij glimlachte. ‘Waarom denk je dat ik dat zou kunnen?’

‘Hij is bang voor je.’

‘Des te meer reden voor hem om te protesteren. Hij heeft een bloedhekel aan me. Tenzij je wilt dat ik radicaal ga handelen.’

Ze wilde niet vragen wat hij met die laatste zin bedoelde. ‘Jij wilt ook weten of er nog iets belangrijks op die onderzeeër aanwezig is. Ik denk dat je dat liever zelf zou vinden dan het aan Bradworths mannen over te laten.’

‘Dat is helemaal waar. Maar ik moet voorzichtig zijn met de CIA. Het is een waardevolle bron, die ik niet tegen me wil innemen.’

‘Als je hem zelf niet wilt manipuleren, vertel mij dan hoe ik het moet doen.’

Hij bleef even stil, dacht na. Ze kon de radertjes bijna zien draaien achter die intense uitdrukking. Toen glimlachte hij en leunde naar voren in de stoel. ‘Om te beginnen gaan we een paar mensen bellen.’

Haar telefoon ging drie kwartier later.

‘Waar ben je verdomme mee bezig,’ zei Bradworth toen ze opnam. ‘Ik kreeg net een telefoontje van Peterson van het museum. Hij stond erop dat we je terug laten gaan op de Bliksemflits om je werk voort te zetten.’

‘Mooi zo.’

‘Ik heb gezegd dat hij dat kon vergeten.’

‘Hij zal het niet vergeten. Ik heb gezegd dat ik hem anders aanklaag voor contractbreuk en zal zorgen dat het verhaal over de moord op Conner op de voorpagina van alle kranten in het land komt te staan. Musea houden niet van slechte publiciteit.’

‘Je bluft. Je wilt geen publiciteit die pijnlijk is voor je schoonzuster.’

‘Ik zag ervan af toen je daar eerder mee dreigde. Maar Cathy en ik zijn het nu met elkaar eens dat we die bittere pil maar moeten slikken. We zullen doen wat we moeten doen.’ Hij vloekte en ze onderbrak hem. ‘En ik hoor dat de CIA ook op zijn imago moet letten. Er is tegenwoordig maar weinig voor nodig om een CIA-directeur voor een congrescommissie te slepen.’

‘Wat denk je verdomme te vinden? Mijn mensen hebben de onderzeeër ondersteboven gekeerd om antwoorden te vinden.’

‘Laat ze dan stoppen en geef ons een kans.’

Het bleef even stil. ‘Ons?’

‘Kirov gaat met me mee.’

‘Vergeet het. Ik had kunnen weten dat hij hier de hand in heeft. Dat gaat niet door.’

‘Hij kent de onderzeeër. Hij kan me misschien helpen.’

‘Je helpen om vermoord te worden. Ik heb je gezegd…’

‘Hij komt met me mee. Ik ben morgenochtend om acht uur op de pier. Ik wil dat de leden van mijn team ook weer toegang krijgen. Sommigen zijn er misschien morgen al. Anderen wellicht later in de week.’

‘Iedereen is al naar huis en het zal niet meevallen om de noodzakelijke vergunningen te regelen.’

‘Je probeert tijd te rekken. Mobiele telefoons zijn prachtige dingen, Bradworth. Ik ben er om acht uur.’

Ze wachtte.

Het duurde even voordat hij ten slotte zei: ‘Ik kan op zo korte termijn geen papieren voor Kirov regelen. We kunnen het risico niet nemen dat ze niet absoluut authentiek zijn. Hij is te waardevol voor ons om zijn dekmantel te verliezen.’

‘Hij is bereid dat risico te nemen.’

‘We hebben te veel in hem geïnvesteerd om…’

‘Hij komt met me mee. Ik zorg voor de papieren. Ik beloof je dat je er geen problemen mee krijgt. Maak het mogelijk.’

‘Akkoord, kapitein,’ zei hij zuur. Hij hing op.

‘Aangenaam,’ mompelde ze. Ze stopte haar telefoon in haar zak en wendde zich tot Kirov. ‘Gelukt. Jij was nog bijna het struikelblok. Je schijnt te belangrijk te zijn om je dekmantel te verliezen.’

‘Het is heerlijk om gewaardeerd te worden.’ Hij glimlachte. ‘Je hebt Bradworth trouwens heel goed aangepakt. Ik ben onder de indruk.’

Voor het eerst was ze zich bewust van de aantrekkingskracht waarover de jonge Sarks het had gehad. Het was een schok voor haar dat ze dat zelfs maar opmerkte, gezien de spanning tussen hen. Maar doordat het deel van zijn persoonlijkheid uitmaakte, was dat aspect van Kirov moeilijk over het hoofd te zien. Ze kon het dan misschien niet over het hoofd zien, maar ze kon het in elk geval negeren. Ze wendde zich af. ‘Het zal wel. We vertrekken over een uur.’

‘Waarom niet nu?’

‘Ik moet mijn schoonzus, Cathy, bellen.’

‘Wil je haar alles vertellen?’

‘Daar heeft ze recht op.’

‘Heeft ze recht op eerlijkheid die ten koste gaat van haar gemoedsrust? Wat kan ze doen, behalve zich ongerust maken over je?’

Hij had gelijk. Niets was erger dan thuis moeten zitten en je zorgen maken over dingen waar je niets aan kon veranderen. ‘Je wilt niet dat ze erbij betrokken is.’

‘Nee, hoe meer mensen op de hoogte zijn van wat we doen, hoe groter de kans op problemen. Maar als je erop staat, leg ik me erbij neer.’

Ze dacht erover na. Toen haalde ze haar mobieltje tevoorschijn en belde Cathy. Ze was opgelucht toen ze de voicemail hoorde. ‘Cathy, met Hannah. Henry Danforth bleek goede aanwijzingen te hebben. Ik ga ermee bezig. Het is me gelukt om terug te kunnen gaan naar de Bliksemflits en ik zal daar een paar dagen zijn. Alles is in orde. Je hoort van me wanneer ik iets weet. Pas op jezelf en op de kinderen.’

‘Fantastisch,’ zei Kirov toen ze ophing. ‘Zo heb je niet hoeven te liegen’

‘Ik heb een vreselijke hekel aan liegen. Zodra ik iets concreets heb, zal ik Cathy het hele verhaal vertellen.’ Ze liep naar haar slaapkamer. ‘Ik ga mijn spullen pakken. Ik ben met een kwartier terug.’