2
‘Kunt u meteen beginnen?’ vroeg Bradworth. ‘Ik vind het vervelend om u onder druk te zetten, mevrouw Bryson, maar het museum wil zo snel mogelijk met de publiciteit beginnen en kan dat niet doen voordat u elke vierkante centimeter van die onderzeeër hebt geïnspecteerd, uw plannen hebt gemaakt en de aanpassingen hebt begeleid die de boot veilig moeten maken voor bezoekende toeristen.’
‘Zo blij als zij zijn dat ik het wil doen, zo gretig wil ik eraan beginnen,’ zei Hannah. ‘Ik moet de klus in een paar weken afronden.’ Ze wierp een plagerige blik naar haar broer. ‘Conners huwelijk hangt ervan af.’
Conner knikte ernstig. ‘Dat is waar. Het heeft natuurlijk niets te maken met het feit dat Hannah dan alweer een andere opdracht heeft.’
‘O, dat is waar. Ze heeft die onder water verdwenen stad genoemd.’ Bradworth fronste zijn wenkbrauwen. ‘Maar u gaat er toch niet vandoor voordat deze klus geklaard is? Dat moet u mij beloven.’
God, wat was de man serieus, dacht Hannah. En hij was bepaald niet de meest charismatische persoon die ze ooit had ontmoet. Ze was blij dat ze niet rechtstreeks met hem hoefde te werken. ‘Ik houd me aan mijn woord. Het museum krijgt zijn schematisch diagram en het rapport. Wanneer kan ik aan boord?’
‘Morgen. Ik zorg dat iemand van het marineteam dat hem hierheen heeft gevaren u morgen om negen uur op de pier ontmoet.’
‘Zeven uur.’
Hij glimlachte. ‘Om zeven uur.’
‘En is het niet vreemd dat de boot niet bewaakt wordt? De buurtkinderen zullen hem behoorlijk onweerstaanbaar vinden. Conner en ik konden er zo bij komen vanmiddag.’
‘Er zijn bewakers. Vanaf het moment dat jullie je busje op de pier parkeerden, werden jullie in het oog gehouden. We willen hier niet al te opvallend aanwezig zijn. Ik heb mijn mannen verteld dat jullie waarschijnlijk langs zouden komen en dat ze jullie met rust moesten laten. De poort die toegang geeft tot de haven houdt de meeste mensen wel weg en het museum heeft ons verzocht discreet te zijn. Ze willen niet dat iemand jullie werk of de schoonmaak in de weg staat. En hoe minder er over de onderzeeër wordt gepraat, voordat ze met de publiciteit beginnen, hoe beter het is.’ Hij stond op uit zijn stoel. ‘Mag ik jullie nu uitnodigen voor het diner. Dit hotelletje is befaamd om zijn goede keuken.’
‘Dat wil ik onmiddellijk aannemen.’ Ze keek Conner aan. ‘Ik ga terug naar de pier. Wil je mee?’
Hij schudde zijn hoofd. ‘Eten en dan een belletje naar huis, naar Cathy, klinkt me heel wat beter in de oren dan een beetje staren naar een onderzeeër waarop je nog niet eens aan boord kunt.’
‘Ik kan de buitenkant vast wat beter bekijken. We hebben daar niet veel tijd voor genomen.’
‘Je hebt foto’s.’
‘Ik ga.’ Ze wendde zich tot Bradworth. ‘Ik neem aan dat ik u morgenochtend zie.’
Hij aarzelde. ‘Ik zou met u mee kunnen gaan en we zouden in een restaurant aan de kade kunnen eten.’
Ze had op dat moment geen zin in gezelschap en zeker niet in het gezelschap van een overheidsbureaucraat. ‘Dat hoeft niet. Ik heb geen honger.’ Ze begon het trapje af te lopen. ‘En het heeft geen zin voor u om mee te gaan. Ik ben niet van plan iets meer te doen dan de onderzeeër te bekijken en wat ik zie te vergelijken met mijn aantekeningen.’ Ze bleef staan en draaide zich om. ‘Hebt u trouwens een kopie van de rapporten over de bemanning die u van de Russen hebt gekregen? Misschien wil ik contact met ze opnemen als ik vragen heb.’
‘Natuurlijk.’ Hij pakte zijn aktetas en gaf haar een grote, dikke envelop. ‘Hier is het verslag van de reis van de Bliksemflits vanuit Finland. Video’s en banden die het museum wil gaan gebruiken voor de presentatie.’ Hij overhandigde haar een map. ‘En dit is het bemanningsdossier. Maar ik ben bang dat u er niet veel aan hebt. Kapitein Vladzar is drie jaar geleden overleden en zijn eerste stuurman, Valentin Gregor, vecht in Tsjetsjenië met de rebellen. Hij moet zijn uiterste best doen om Poetins veiligheidstroepen net een stap voor te blijven.’
‘Er is misschien nog iemand anders die me iets kan vertellen.’ Ze liet de informatie in haar denim tas glijden. ‘Ik heb niet veel technische info nodig. Ik ben vertrouwd met de Oscar II, maar soms zijn er kleine variaties in het ontwerp. Ik wil alleen wat steun voor het geval ik iets tegenkom wat ik niet…’
‘Ik ga met alle plezier met u mee en neem de rapporten met u door. Misschien kan ik wat licht laten schijnen op…’ Hij zweeg toen hij zag dat ze haar hoofd schudde. ‘Nee?’
‘Ze wil alleen zijn met de onderzeeër,’ zei Conner op ernstige toon, en zijn lippen krulden.
‘Wat?’ vroeg Bradworth beteuterd
‘Ze heeft iets met machines. Niets romantisch, maar ze is niet zo onaangedaan als je zou denken. Ze heeft een gevoelige kant. Vraag het haar maar.’
‘Ik vermoord je.’ Hannah trok een gezicht over haar schouder terwijl ze de trap verder afliep. ‘Of beter nog, ik beul je af tot je erbij neervalt met die diagrammen.’ Ze zwaaide terwijl ze het pad afliep. ‘Ik weet niet hoe laat ik terug ben. Maar ik zie je morgen. Doe de groeten aan Cathy en de kinderen.’
De zon ging onder toen Hannah de pier bereikte. De schemering verzachtte en maskeerde de sporen die de jaren op de romp van de onderzeeër hadden achtergelaten, en de Bliksemflits leek weer jong. Lieve hemel, die gedachte was uit het niets gekomen en was vreselijk sentimenteel. Conner zou haar hebben uitgelachen, zoals hij gedaan had vanwege het feit dat ze vanavond terugging naar de pier. Ze kon het hem niet kwalijk nemen. Wat zocht ze hier in godsnaam? Ze kon in feite niets doen, en ze had heus niets met machines, zoals Conner plagerig had gezegd. Ze was trots op de koele, analytische manier waarop ze haar werk benaderde.
Dus dat ze hier vanavond weer naartoe had gewild, moest veroorzaakt zijn door de behoefte om in de juiste geestesgesteldheid te komen om aan haar opdracht te kunnen beginnen.
Misschien.
O, hou toch op. Ze had er genoeg van om aan elke gedachte en elk motief te gaan twijfelen. Ze was moe, punt uit. Het was mogelijk dat Conners opmerkingen over de onderzeeër haar verbeelding hadden geprikkeld. Het was ook mogelijk dat ze niet in het hotel had willen blijven omdat ze wist dat Conner het te druk zou hebben met zijn telefoontjes om haar gezelschap te houden. De eerste avond waarop hij weg was bij zijn gezin was altijd moeilijk voor hen, en meestal zat hij dan het grootste deel van de tijd te bellen.
God, dat klonk egoïstisch. Het was niet zo dat ze hem zijn liefdesrelatie of zijn kinderen misgunde. Ze had het recht niet, want na de scheiding van Ken had ze bewust voor een alleenstaand leven gekozen. Maar soms voelde ze zich een beetje eenzaam en alleen.
Oké, blijf hier een uurtje of zo, bekijk het bemanningsdossier en wandel dan rustig terug naar het hotel. Het zou dan bijna bedtijd zijn en morgen kon ze echt in haar werk duiken. Dat zou opwindend en bevredigend zijn en het zou haar bevrijden van die vreemde emotionele bui.
Goed, en nu aan de onderzeeër denken. Denk na over de problemen die het met zich meebrengt om het hele interieur uit elkaar te halen, elk onderdeel te inspecteren op mogelijke gevaren voor toeristen en alles vervolgens weer naadloos in elkaar te zetten. Deze onderzeeër, gebouwd voor dodelijke aanvallen, zou binnenkort toegang bieden aan massa’s nieuwsgierige scholieren op schoolreis. Ze zou subtiele aanpassingen moeten maken die niet strijdig zouden zijn met de spartaanse omgeving die ontworpen was voor mariniers. Het had een stuk gemakkelijker geklonken toen Bradworth het haar in Boston had voorgesteld.
Ze wierp een blik op het maritiem museum dat aan de pier grensde. Het was een wit gebouw van twee verdiepingen, waarvoor een monument stond in de vorm van een massief anker met daarop de namen van tientallen zeelieden die het leven hadden verloren in de wateren buiten deze haven. Grotendeels vissers die geprobeerd hadden hun gezin te onderhouden, dacht Hannah. Rond de Bliksemflits werd een kunstmatige lagune aangelegd, met betonnen looppaden die op een dag de rijen bezoekers zouden dragen. Een paar lelijke grote hekken scheidden de boot van de oceaan, maar Hannah nam aan dat ze door esthetisch aangenamer afscheidingen zouden worden vervangen.
Ze ging op de pier zitten en haalde de map uit haar tas. Het dossier van kapitein Sergai Vladzar lag bovenop. Hij had een baard en een haakneus, wit haar en een ernstige uitdrukking op zijn gezicht. Zijn blauwe ogen staarden met een enigszins intimiderende vrijpostigheid van de foto. Hij zag er beslist uit als de commandant van een dodelijke onderzeeër, dacht ze. Zijn eerste stuurman, Valentin Gregor, was zo te zien in de veertig en had een rond gezicht waarop een veel minder intimiderende uitdrukking lag. Natuurlijk waren de foto’s minstens vijftien jaar oud en was de eerste stuurman uiteraard ouder nu en gevaarlijker dan hij er destijds uitzag. Het was vreemd om te bedenken dat die twee mannen erop hadden geleefd en gewerkt toen de boot nog een koningin van de zeeën was geweest. Ze had een beetje het gevoel dat ze ook bij de Titanic had gehad.
Het is alsof het allemaal spookschepen zijn.
Onzin. De Bliksemflits was een geavanceerd oorlogsschip geweest, en tragedies overkwamen zo veel goedgebouwde schepen. De afschuwelijke ramp met dat schip had niets te maken met deze onderzeeër.
Toch had ze een huivering niet kunnen onderdrukken toen Conner die woorden had uitgesproken.
En ze voelde nu een huivering.
Het was alsof iemand op die onderzeeër naar haar staarde.
Nee, niet op de onderzeeër. Ergens anders…
Ze hief snel haar hoofd op en haar blik vloog naar de rotsen aan de overkant van de haven.
Niets.
Nee, er was daar iemand!
Niet in paniek raken. Ze stelde zich aan. Waarschijnlijk was het een van de bewakers die Bradworth daar had gestationeerd. Geen reden om bang te zijn.
Of ze verbeeldde het zich maar.
Het maakte niet uit. Ze wilde nog steeds overeind springen en terugrennen naar de kade.
Ze haalde een paar keer diep adem en even later was haar hartslag weer normaal. Ze richtte haar aandacht bewust op het dossier van de kapitein en probeerde zich te concentreren. Ze was niet in de stemming om die papieren nu door te nemen, maar ze zou verdomme niet aan dat gevoel toegeven en hier pas weggaan als ze zelf terug wilde naar het hotel. Anders zou ze zich belachelijk maken en toegeven aan haar angst.
Het moest verbeelding zijn.
Ze wist dat hij daar was, besefte Kirov.
Het was niet alleen die blik die ze op de rotsen had geworpen. Haar lichaamstaal was gespannen, alert, behoedzaam.
Hij zou niet verbaasd zijn geweest als ze zich instinctief had omgedraaid en er snel vandoor was gegaan. Ze voelde een dreiging, en een onbekende dreiging was altijd angstaanjagender.
Ze had het niet op een lopen gezet. Ze negeerde dat instinct bewust en bladerde door de papieren die Bradworth haar moest hebben gegeven.
De laatste stralen van de ondergaande zon raakten haar en hulden haar in een warme gloed. Ze zag er jong uit, en levend en, op dit moment, een beetje kwetsbaar. Toch kon hij zien dat ze over dezelfde geladen kracht beschikte als de onderzeeër die ze bestudeerde.
Hij glimlachte bij de gedachte. ‘Je zult de vergelijking waarschijnlijk niet erg waarderen,’ mompelde hij, ‘maar ik kan je geen groter compliment geven, Hannah Bryson.’
En hij merkte dat hij naar haar wilde blijven kijken, zoals hij dat ook bij de Bliksemflits had.
Hij richtte de sterke verrekijker op haar gezicht en keek naar de uitdrukkingen die erop speelden.
Ja, ik ben hier. Ja, ik ben misschien een bedreiging. Maar als je niet wegrent, zul je me moeten accepteren, nemen…
‘Je bent lang weggebleven. Het is bijna elf uur.’ Conner beëindigde zijn telefoongesprek en stond op van de schommelstoel op de veranda. ‘Ik begon al te denken dat je misschien ingebroken had in die boot en vanavond al was begonnen.’
‘Nee, dat dacht je niet. Je weet dat ik niet zo dom zou zijn. Hoe is het met Cathy?’ Ze liep het trapje op. ‘En wat doe je hier? Ik verwachtte dat je in bed zou liggen.’
Hij ging niet op de laatste vraag in. ‘Met Cathy is alles goed. Ronnie heeft vanmiddag gevoetbald en twee doelpunten gemaakt.’
‘Mooi zo.’ Ze opende de hordeur. ‘Jammer dat je er niet bij kon zijn.’
‘Dat vind ik ook. Maar het is niet anders.’
‘Als hij nog niet in bed lag, zou ik hem bellen en feliciteren. Ik zal het morgen doen. Hoe gaat het met hem?’
‘Z’n gangetje. Elf en al volwassen. Hoe heb ik in godsnaam zulk serieus kroost kunnen produceren? Hij denkt dat Donna jaloers op hem is omdat hij zo veel aandacht krijgt. Hij zei tegen me dat ik haar op gymnastiek moet doen, zodat ze een beter gevoel krijgt over zichzelf. Ze is nog maar vijf, verdorie.’
Hannah glimlachte. ‘En wanneer begint ze?’
Hij zuchtte. ‘Zodra Cathy eraan toekomt. We kunnen Ronnie niet laten denken dat hij ons leven bepaalt.’
‘Hij zou een goedaardige dictator zijn.’
‘Het is waarschijnlijk jouw schuld. Ik denk dat hij op jou lijkt.’ Hij veranderde van onderwerp. ‘Waarom ben je zo laat terug? Is er iets mis?’
‘Nee.’ Ze was niet van plan hem te vertellen dat ze bewust op de pier was gebleven omdat ze geweigerd had toe te geven aan een belachelijke zenuwaanval. ‘Het was gewoon een mooie avond. Ik wist niet dat je als een bezorgde vader op me zat te wachten.’
‘Iemand moet zich zorgen om je maken. Je bent er zelf niet zo goed in. Ik wed dat je niets hebt gegeten.’
Ze schudde haar hoofd. ‘Alles was dicht. Dit stadje gaat kennelijk met de kippen op stok.’
‘Dat dacht ik al. Maar je zou waarschijnlijk toch niet hebben gegeten.’ Hij pakte haar bij de elleboog en leidde haar van het trapje naar de hal. ‘Daarom heb ik mevrouw Richardson een bord voor je laten klaarmaken om in de magnetron te zetten. Zelfgebakken broodjes, maïskolven en een steak.’
‘Bepaald geen New England-hap.’ Ze trok een gezicht. ‘En te zwaar om zo laat nog te eten.’
‘Dan knabbel je maar een beetje. Je wilt me toch niet voor het hoofd stoten? Kom op, ik neem een glas melk en zal je een gedetailleerde beschrijving geven van Ronnies wedstrijd.’
‘We moeten vroeg op.’
‘Je staat binnen een halfuur onder de douche.’ Hij deed het licht in de keuken aan. ‘Dat is het wonder van de magnetron. Aangezien je verliefd bent op machines zou je de doelmatigheid ervan moeten kunnen waarderen.’
Ze gaf toe. ‘Ik neem een glas melk en een broodje.’ Ze ging aan de tafel zitten. ‘Kon je het tijdens het eten een beetje met Bradworth vinden?’
Hij haalde zijn schouders op terwijl hij de deur van de ijskast opende. ‘Hij is best in orde. Maar ik denk niet dat we veel gemeen hebben.’ Hij haalde het bord eruit en een pak melk. ‘Hoewel hij me daar wel van probeerde te overtuigen.’
‘O, ja?’
‘Hij deed een beetje te hard z’n best. Het was niet geloofwaardig.’ Hij schonk twee glazen melk in. ‘Jij mocht hem ook niet echt. Ik kon het merken.’
Ze nam een slokje melk. ‘Ik heb problemen met elke bureaucraat. Hij is me een beetje te gladjes. Maar misschien is hij niet zo slecht. En we zullen geen van tweeën lang met hem te maken hebben.’ Ze grijnsde. ‘Met een beetje geluk ben je thuis voor Ronnies volgende grote wedstrijd.’
‘Als we niet naar Marinth gaan.’ Hij stak zijn hand omhoog terwijl hij begon te praten. ‘En wat mij betreft is dat prima. Maar het zou fijn zijn als ik een paar dagen naar huis kon voordat we worden opgeroepen.’ Hij pakte haar tas en maakte hem open. ‘Terwijl ik je broodjes opwarm, mag jij het papierwerk tevoorschijn halen en me laten zien wat we moeten doen.’ Hij liep naar de magnetron. ‘Je zei dat je de diagrammen had. Wat nog meer?’
‘Dat heb ik je verteld.’ Ze spreidde de papieren uit op de keukentafel. ‘We moeten zorgen dat ze nauwkeurig zijn en dat zich geen verrassingen kunnen voordoen. De Amerikaanse marine heeft waarschijnlijk een goed onderzoek gedaan, maar ik ben ervan overtuigd dat ze meer geïnteresseerd waren in een evaluatie van de zwakke punten en de strategische mogelijkheden van de Bliksemflits. Het is de eerste Oscar II die ze nauwkeurig hebben kunnen onderzoeken en de Russen hebben er nog steeds een paar in gebruik. Maar goed, het museum wil hem gecertificeerd hebben door een niet-militair bedrijf en daarnaast willen ze mijn aanbevelingen voor de beste manier waarop de verschillende secties kunnen worden getoond aan bezoekers die misschien nog nooit in een onderzeeër zijn geweest.’
‘En de reputatie die jij hebt gekregen door de Titanic-expeditie zal hun pr-campagne bepaald geen kwaad doen.’
‘Misschien.’ Ze haalde haar schouders op. ‘Ik weet dat het niet het soort project is dat we gewoonlijk aannemen, maar ik was net zo nieuwsgierig naar de Oscar II als de hoge heren van het Pentagon.’
‘En ik weet wel zeker dat het idee van een beetje ontspanning een schrikbeeld voor je was.’
Ze negeerde de opmerking. ‘We zullen dus elk luik, elk paneel, elk rooster en elke bedieningsplaat van de onderzeeër uit elkaar schroeven om te fotograferen en te documenteren. Dan zetten we alles weer in elkaar en halen de nucleaire jongens erbij om zeker te weten dat zich achter die panelen niets bevindt dat over het hoofd is gezien toen de onderzeeër werd gedeactiveerd.’
‘En waar beginnen we?’
‘Jij begint in de controlekamer. Ik doe de officiersverblijven. De Oscar II heeft een dubbele romp en aan het diagram kan ik zien dat de ontwerpers slim genoeg zijn geweest om de ruimte tussen de rompen te gebruiken. Ik dacht dat we dat gedeelte maar samen moeten doen.’
‘Klinkt goed.’
‘Heb jij wat mensen van ons team kunnen optrommelen?’
Hij knikte. ‘We hebben vier, misschien vijf van onze jongens om te helpen. Maar het zal een dag of drie, vier duren voordat ze hier zijn. Het viel niet mee. Ze genieten van de rust voordat we aan onze volgende opdracht beginnen. Volgens mij betaal je ze te veel.’
‘Het valt niet mee om goeie mensen te vinden. Ze zijn elke cent waard.’
Hij zette de broodjes voor haar neer. ‘Zelfs met hun hulp is het nog veel om in twee weken klaar te krijgen.’
‘We hebben het overheidsrapport en het diagram om van uit te gaan. Het moet niet onmogelijk zijn als we hard en snel werken.’
Hij grinnikte zachtjes. ‘Als? Het is de enige manier van werken die jij kent.’
Ze glimlachte. ‘Ik heb een reden om me te haasten. Ik wil ook bij Ronnies volgende voetbalwedstrijd zijn.’
‘Goed zo. Je moet een poosje tussen de mensen zijn in plaats van met gyroscopen en propellers te rommelen.’ Hij was even stil en wendde zijn blik van haar af. ‘En je moet zelf een kind krijgen in plaats van die van mij te verwennen.’
Ze verstijfde. Ze had dit niet zien aankomen. Ze probeerde hem af te weren. ‘Ik vind het leuk om jouw kinderen te verwennen,’ zei ze luchtig. ‘Alle pret en geen enkele verantwoordelijkheid.’
‘Je moet zelf een kind krijgen,’ herhaalde hij.
Hij liet zich niet afleiden. Haar glimlach stierf weg. ‘Hou op, Conner.’
‘Nee.’ Hij sloeg zijn ogen op en keek haar aan. ‘Ik ga een gesprek over Jordan nu al jaren uit de weg. En ik moet het doen wanneer je iets minder defensief bent. Dit is een goed moment.’
‘Vergeet het maar.’
‘Je hebt je kind verloren, en dat is verschrikkelijk. Maar je berooft jezelf van een van de rijkste ervaringen die een mens kan hebben. God, ik ben dol op mijn kinderen.’
‘Dat weet ik.’ Ze sloeg haar ogen neer. ‘Ik ook.’
‘Maar het zijn jouw kinderen niet. Ik kan ze met je delen, maar ik wil dat je het zelf meemaakt.’
‘Ik wil er nu niet over praten.’
‘Ik heb het al te vaak laten zitten. Het is vier jaar geleden. De pijn moet een beetje minder zijn geworden.’
De pijn was niet vers meer, maar er waren momenten waarop de herinnering uit het niets opdook en dan was het alsof haar zoon gisteren pas was gestorven. ‘Ik… blijf er niet in hangen. Dat zou dom zijn.’ Ze haalde beverig adem. ‘Ik weet dat Cathy en jij je waarschijnlijk afvragen waarom het zo’n klap voor me is geweest. Mijn zoon heeft maar een paar weken geleefd. Ik heb niet alle vreugde of vrolijkheid of de ervaringen gehad die jullie met je kinderen hebben beleefd.’ Ze stopte even en vervolgde met vastere stem: ‘Maar ik kénde hem. Vanaf het moment dat Jordan werd verwekt, praatte ik tegen hem, maakte hem deel van mijn leven. Ik plande het leven dat we samen zouden leiden. Als ik tijdens een klus in een hotelletje als dit verbleef, dacht ik: ik ga hier een keer met Jordan heen. Ik wilde hem verdomme de hele wereld laten zien. Je weet dat mijn huwelijk niet goed was, maar hij was het licht aan het eind van de tunnel. Ik hield van hem, Conner.’
‘Je kunt nog steeds van hem houden en iemand anders ook een beetje liefde geven,’ zei Conner zacht. ‘Neem nog een kind, Hannah.’
‘Ik ben er niet goed in om mezelf in te houden. Het zou niet een beetje liefde zijn.’
‘Je bent bang.’
‘Ik ben er nog niet klaar voor.’
‘Je bent bang.’
‘Hou op, Conner. Zet me niet zo onder druk.’ Ze probeerde te glimlachen terwijl ze haar ogen opsloeg en hem aankeek. ‘Vind je het niet een beetje bizar dat je er bij mij op aandringt een kind te krijgen terwijl er geen spoor van een vader te bekennen is?’
‘Helemaal niet. Ik zou heel graag willen dat jij hebt wat Cathy en ik hebben, maar je bent zo’n werkpaard dat je misschien geen tijd hebt om een relatie met iemand op te bouwen. En als dat niet lukt, proberen we de manier van de panda.’
‘De panda?’
‘Kunstmatige inseminatie. Zij lijken het ook niet zelf te kunnen.’
‘Ik ben geen panda!’
‘Nee, die zijn lui. Jij bent een Duracell-konijn.’
‘Ik ben ook geen konijn.’
‘Het is te laat om nog een ander dier te bedenken waarmee ik je kan vergelijken. Ik moet het onderwerp dus voorlopig maar even laten rusten. Maar alleen voorlopig, Hannah.’ Hij schoof de broodjes naar haar toe. ‘Eet.’
Ze was opgelucht. Ze wist dat hij alleen maar het beste voor haar wilde en hield daarom des te meer van hem. Maar die laatste paar minuten waren te pijnlijk geweest. Ze beet in een broodje. ‘Tevreden?’
‘Zodra je ze allebei op hebt.’ Hij nam een slok melk. ‘Waarom wil je met de officiersverblijven beginnen? Ik had verwacht dat je je vooral op de machinekamer zou willen richten. Heb je in de dossiers van de bemanning iets speciaals gevonden?’
Ze schudde haar hoofd. ‘Op het eerste gezicht niet.’ Ze dacht erover na. ‘Misschien. Vladzar lijkt wel interessant.’
‘Waarom?’
‘Ik weet niet. Ik denk dat zijn foto me aansprak. Een en al baard en wit haar en leeuwachtig. Hij zag eruit als het type man dat de verantwoordelijkheid van een kernonderzeeër aankon. Streng en wijs, zoiets. Er zijn niet zo veel mannen die zo’n soort functie aankunnen. Hij werd geboren in Kiev en is naar de officiersopleiding in St. Petersburg gegaan. Hij was blijkbaar briljant. Tijdens zijn dienstjaren heeft hij allerlei medailles en eervolle vermeldingen gekregen.’
‘Hoe oud was hij toen hij het bevel voerde over de Bliksemflits?’
‘Begin vijftig. Dat betekent dat hij in de zeventig moet zijn geweest toen hij overleed. De Bliksemflits is dus het laatste schip geweest waarover hij het bevel voerde. Toen hij met pensioen ging, is hij naar Arcadia in Odessa gegaan en heeft daar tot zijn dood gewoond.’
‘Misschien werd hij gedwongen om met pensioen te gaan als hij de bevelvoerder was toen de Russen de onderzeeër “kwijtraakten”.’
‘Dat is onzin. Vladzar zou nooit iets… hou op met lachen, geef het toe.’
‘Moet je jezelf horen. Je weet helemaal niets van de man en begint hem meteen te verdedigen.’ Hij had pretlichtjes in zijn ogen. ‘Ik heb altijd vermoed dat je een vadercomplex hebt.’
‘Dat heb ik helemaal niet.’
‘O, jawel. Pap is gestorven toen je nog maar negen was en sindsdien ben je altijd op zoek geweest naar een vaderfiguur.’
‘Flauwekul.’
‘Wit haar. Streng. Leeuwachtig,’ bracht hij haar in herinnering. ‘In mijn oren klinkt dat nogal vaderlijk.’
‘Door wat ik over hem heb gelezen, heb ik gewoon bewondering voor de man.’
‘En daarom begin je met het doorzoeken van zijn hut.’
‘Nee, verdomme.’ Ze nam nog een hap. ‘Er zal voor ons allebei genoeg te doen zijn in de controlekamer. Ik wil de verblijven gewoon uitsluiten om me op de belangrijker zaken te kunnen concentreren.’ Ze nam het laatste stuk brood en duwde het bord opzij. ‘Dat is alles wat ik eet.’ Ze stond op. ‘En nu ga ik douchen en m’n bed opzoeken. Ik stel voor dat je hetzelfde doet. We willen deze klus zo snel mogelijk achter de rug hebben. We willen allebei op tijd thuis zijn voor Ronnies volgende wedstrijd.’
‘Hmm. Ik geloof niet dat ik je ooit met zo veel vuur heb horen praten.’ Hij liep met de glazen naar het aanrecht en vulde ze met water. ‘En ik geloof niet dat het iets te maken heeft met Ronnies voetbalwedstrijd. Kan het zijn dat je een beetje gespannen bent?’
‘Nee, dat kan niet. Waarom zou ik gespannen zijn?’ Ze wachtte niet op antwoord. ‘Welterusten, Conner.’
‘Welterusten, Hannah. Slaap lekker.’
‘Dat doe ik. Maak je geen zorgen.’
Natuurlijk was ze niet gespannen, dacht ze terwijl ze de trap op liep. Ze had die rare zenuwaanval die ze op de pier had gehad overwonnen en was nu klaar om aan het werk te gaan. Ze wilde de klus graag achter de rug hebben, maar alleen omdat ze Conner wat tijd met zijn gezin wilde geven voordat ze beiden naar Marinth zouden vertrekken.
Voor het raam boven aan de trap stond ze stil. Bradworth had gelijk. Het oude huis bood een schitterend uitzicht.
Ze voelde een steek van pijn bij de gedachte aan wat ze tegen Conner had gezegd over haar zoon en dat ze hem alle plaatsen had willen laten zien die zij had bezocht. Elke kleine jongen zou dit oude huis, met zijn brede veranda’s en schommelstoelen, prachtig vinden.
Ze haalde diep adem. Dat zou nooit gebeuren. Hou op met dat zelfmedelijden. Je hebt een leven dat voldoening geeft en geweldig werk. Morgen zou dat werk haar volledig in beslag nemen en zou deze pijn zich weer terugtrekken.
Ze kon de hoofdstraat zien en daarachter de glinstering van water en het eind van de pier die naar de ligplaats van de onderzeeër leidde. De onderzeeër zelf kon ze vanaf deze plek niet zien. Alleen een stuk verlaten pier en de in het maanlicht schitterende zee.
Maar de pier was niet verlaten. Bradworth had haar verzekerd dat hij goed werd bewaakt en ze had geen reden om aan zijn woorden te twijfelen. En eerder die avond was ze er zeker van geweest dat iemand haar gadesloeg. Dus hou op met dat gestaar uit dit verdomde raam en je druk te maken over niets en ga naar bed. Ze dwong zichzelf om zich af te wenden en liep vastberaden de gang door naar haar kamer.
‘Mevrouw Bryson? Aangenaam. Ik ben luitenant Mel Cox.’ De jonge officier met een gezicht vol sproeten stond op de pier en glimlachte breed. ‘Meneer Bradworth heeft me gezegd dat ik uw werk zo gemakkelijk mogelijk moet maken. Als er ook maar iets is wat u wilt weten, ook maar iets wat u gedaan wilt hebben, hoeft u het maar te vragen.’
‘Dank je.’ Hannah schudde hem de hand. ‘Dit is mijn broer, Conner. Hij is mijn rechterhand en zal verantwoordelijk zijn voor een groot deel van het werk.’
‘Het is me een eer, meneer.’ De luitenant schudde hem de hand. ‘Ik hoop dat u gebruikmaakt van mijn diensten. Zal ik u helpen met dat gereedschap, mevrouw Bryson?’
‘Ik denk dat het wel lukt.’
‘Je kunt mij helpen,’ zei Conner. ‘Ik heb geen vrouwelijke complexen als het gaat om mezelf te kunnen redden in een mannenwereld.’ Hij schoof een metalen kist naar Cox. ‘Je mag de geigertellers dragen.’
Cox verstijfde. ‘Die zult u niet nodig hebben. Deze onderzeeër is volkomen vrij van radioactiviteit. Dat hebben we gecontroleerd voordat we Finland verlieten.’
‘We?’ Hannah keek hem verbaasd aan. ‘O, ik begrijp het. Je was lid van de bemanning die de onderzeeër hierheen heeft gevaren.’
‘Ja, mevrouw. Meneer Bradworth dacht dat u hier het liefst iemand zou hebben met ervaring met de Bliksemflits. Ik was officier onder kapitein John Samuel, die de leiding had vanaf het moment dat de Russen de overeenkomst met het museum hebben gesloten.’ Hij fronste zijn voorhoofd. ‘Ik kan u verzekeren dat kapitein Samuel nooit had toegestaan dat de onderzeeër hierheen was gebracht als er nog sprake had kunnen zijn van resterende radioactiviteit aan boord.’
Lieve hemel, de jongen was serieus, dacht Hannah. Maar ze vond zijn jeugdigheid en toewijding heel aantrekkelijk in deze cynische wereld. ‘Ik ben ervan overtuigd dat je kapitein zijn werk goed heeft gedaan. Maar het is onze taak om er absoluut zeker van te zijn dat er, als we die panelen verwijderen, geen restactiviteit is die het museum later in moeilijkheden zou kunnen brengen.’
‘De kapitein is uiterst grondig geweest,’ zei Cox. ‘Ik weet zeker dat u geen…’
‘Dan zal mijn rapport bevestigen dat hij zijn taak efficiënt heeft uitgevoerd,’ zei Hannah. ‘Die geigertellers zijn hier om ons en de bezoekers straks te beschermen. Ze zijn heel basaal. Als we hier waren om uw kapitein te controleren, hadden we een heel technisch team en een hele lading instrumenten meegebracht. Is dat niet logisch?’
Hij bleef even stil. ‘Ja.’ Hij schudde spijtig zijn hoofd. ‘Het spijt me. Ik schoot een beetje in de verdediging.’
‘Waarom?’
‘Kapitein Samuel had nog een paar andere problemen met deze missie. Hij had te maken met de Finnen, de Russen en onze eigen milieubeschermers. Meer negatieve aandacht kan hij niet gebruiken.’
‘Die zal hij van mij niet krijgen,’ zei Hannah. ‘Het enige wat ik wil, is mijn werk doen en weer verdwijnen.’ Ze keek hem aan. ‘En ik ben blij met alle hulp die je mij kunt geven, luitenant. Ondanks mijn broers opvatting van een grapje, heb ik geen feministische bedenkingen. Zelfs hij zal toegeven dat ik uitstekend in staat ben je af te beulen.’
‘O, ja,’ mompelde Conner. ‘Je kunt zien dat ik slechts een schaduw van een man ben.’
‘Met een bijzonder grote mond.’ Hannah overhandigde de luitenant de mand die ze droeg. ‘Als je deze neemt, draag ik mijn gereedschapskist en tas. Nadat je ons een rondleiding door de onderzeeër hebt gegeven, kun je teruggaan naar het busje en nog wat ander gereedschap ophalen. Oké?’
‘Oké. Hoeveel gereedschap hebt u verder?’
‘O, dat valt mee. We moeten foto’s maken van alles wat we doen, dus hebben we een volledige uitrusting van camera’s, statieven en lampen. Boeken, handleidingen…’ Ze haalde haar schouders op. ‘We brengen alleen aan boord wat we nodig hebben, anders struikelen we nog over het spul.’
Hij knikte. ‘Dat begrijp ik.’ Hij wierp een blik op de mand. ‘Dat ziet er in elk geval niet uit als geigertellers.’
‘Nee,’ zei ze ernstig terwijl ze naar de onderzeeër liep. ‘Ik zou het maar uit mijn hoofd laten je plicht tegenover je kapitein te compromitteren.’
Ze grijnsde naar hem over haar schouder. ‘Onze lunch.’