7

Royd hield zijn ogen op Michael gericht, die samen met Jock stijfjes de trap van het privévliegtuigje opklom. 'Hij houdt het niet meer,' zei hij zachtjes. 'Het begint nu echt tot hem door te dringen.'

Mijn god, ze hoopte dat dat niet waar was. Michael was de hele weg naar het vliegveld stil geweest, maar dat was normaal voor hem als hij zich ongelukkig voelde. 'Misschien valt het mee. Jock was heel overtuigend.'

'Nee, hij staat op instorten,' zei Royd. 'Bereid je maar voor.'

Hoe kon ze zich daar nou op voorbe...

Michael draaide zich om, rende de trap af en over het asfalt weer naar haar toe. Onbeheerst stortte hij zichzelf in haar armen. 'Ik wil niet weggaan,' fluisterde hij. 'Het is niet goed, het is niet goed.'

Ze hield hem nóg steviger in haar armen. 'Het is wel goed, lieverd,' zei ze met onvaste stem. 'Ik zou je nooit vragen om weg te gaan als het niet het beste was wat je kon doen.'

Even was hij stil en toen duwde hij haar van zich af. De tranen stonden in zijn ogen. 'Beloof je me dan dat alles goed met je zal gaan? Beloof je dat er niets met je zal gebeuren?'

'Ja, dat beloof ik. Dat hebben we allemaal al besproken.' Ze probeerde te glimlachen. 'En Royd heeft je dat óók beloofd. Moeten we een contract voor je tekenen?'

Hij schudde zijn hoofd. 'Maar er kan altijd iets gebeuren. Soms heel rare dingen.'

'Mij niet, hoor.' Ze keek hem diep in zijn ogen. 'Ben je aan het terugkrabbelen?'

Opnieuw schudde hij zijn hoofd. 'Nee, dat doe ik niet. Ik wil het liefste bij jou blijven, maar Jock zegt dat je zonder mij veiliger bent.'

'Ja, dat is zo.'

'Dan ga ik dus.' Zijn armen omknelden haar nog steviger, in een wanhopige laatste knuffel. Toen draaide hij zich om naar Royd en zei streng: 'Jij moet heel goed op haar letten. Begrepen? Als er iets met haar gebeurt, kom ik achter je aan.'

Voordat Royd antwoord kon geven, had hij zich alweer omgedraaid en rende naar het vliegtuig, waar Jock stond te wachten. Even later ging de deur achter hem dicht. Royd grinnikte. 'Verdomme, hij zou het écht doen, denk ik. Ik begin het gevoel te krijgen dat hij en ik erg op elkaar lijken.'

'O, hou je kop.' Ze veegde langs haar ogen, terwijl ze keek hoe het vliegtuig naar de startbaan taxiede. Ze voelde zich verschrikkelijk verscheurd. Het was echt het beste, had ze Michael verteld. En eerder die ochtend had ze met MacDuff gepraat en hij had haar beloofd dat hij ervoor zou zorgen dat haar zoon veilig was. Maar dat maakte het allemaal nog niet makkelijker. Ze wachtte tot het vliegtuig helemaal uit haar blikveld was verdwenen en draaide zich toen pas om. 'Laten we gaan.' Ze liep in de richting van het parkeerterrein. 'Heb je nog contact gehad met die vriend van je, Kelly?'

'Ik kon hem gisteravond niet bereiken. We hebben afgesproken dat hij alleen contact met me op zou nemen als het veilig voor hem was.' Hij kwam naast haar lopen. 'Als Sanborne druk is met het uitschakelen van iedereen die ook maar iets te maken heeft gehad met REM-4, moet het steeds moeilijker worden om in de buurt van die papieren te komen.'

'Bedoel je dat jullie het ook niet gaan proberen?'

'Doe niet zo stom,' antwoordde hij ijzig. 'Ik bedoel dat ik beter kan wachten tot ik zekerheid heb.'

'En wat gebeurt er als je nooit zekerheid zult hebben? Wat gebeurt er als hij ervandoor gaat met die papieren en zijn eigen buitenlandse vestiging begint?'

Hij deed het portier voor haar open. 'Nou, dan zorg ik dat ik hem traceer en blaas ik dat hele gedoe van hem op tot er helemaal niets meer van over is.'

Zijn stem klonk vlak en zijn gezicht was uitdrukkingsloos, maar toch kon ze de kracht die hem voortdreef gewoon voelen. Ze haalde diep adem en veranderde van onderwerp. 'Waar gaan we nu heen? Terug naar het motel?'

Hij schudde zijn hoofd. 'We gaan de stad uit. Ik heb gereserveerd in een motel ongeveer zestig kilometer hiervandaan. Ik wil het risico niet lopen dat je door iemand wordt gezien en herkend. Volgens het nieuws van gisteravond wordt aangenomen dat Michael en jij dood zijn. En ik wil dat je dat zo lang mogelijk blijft.'

'Ik neem aan dat ik mijn ex-man niet kan laten weten dat Michael in leven is?'

'Nee, natuurlijk niet.'

Dat had ze al gedacht. 'Dat zal heel erg moeilijk voor hem zijn. Hij houdt erg veel van Michael.'

'Ja, dat is hard.' Hij reed achteruit weg uit de parkeerplek.

'En jou? Houdt hij ook nog steeds van jou?'

'Hij is hertrouwd.'

'Dat vroeg ik niet.'

Ze haalde haar schouders op. 'We hebben samen een kind. Hoe moet ik nou weten hoeveel er nog over is van zijn gevoelens voor mij?'

'En hoe zit het met jou?'

Ze wierp even een blik opzij, maar hij keek niet in haar richting. 'Wat?'

'Wat zijn je gevoelens voor hem?'

'Daar heb je niets mee te maken. Wat interesseert jou dat nou, trouwens.'

Even was het stil. 'Misschien zit ik te zoeken naar eventuele zwakheden. Dat zou in ieder geval slim zijn om te doen.'

'Bén je dat aan het doen dan?'

'Nee.'

'Is het nieuwsgierigheid dan?'

Hij haalde zijn schouders op. 'Misschien. Ik heb geen idee.'

'Rot dan maar op met die verdomde nieuwsgierigheid van je. Alles wat jij moet weten is dat ik David niet ga laten weten dat Michael en ik nog in leven zijn.' Ze leunde achterover in haar stoel en sloot haar ogen.

'En ik heb er genoeg van om met je te praten. Het is net zoiets als je een weg moeten hakken door een doornbos. Maak me maar wakker als we bij het motel zijn.'

De kamer in de Holiday Inn Express was ruim en schoon en er waren wat meer voorzieningen dan in het motel waar ze de nacht daarvoor hadden gezeten.

Nadat hij haar kamer had geïnspecteerd, overhandigde hij haar de sleutel. 'Ik zit hiernaast.' Hij glimlachte flauwtjes.

'Michael zou het niet goedvinden als ik niet binnen gehoorsafstand zat.'

Ze gooide haar tas op het bed. 'Ik heb kleren nodig. Alles wat ik had om aan te trekken lag in dat huis.'

'Ik ga er wel op uit om iets voor je te kopen.' Hij bestudeerde haar even aandachtig. 'Zesendertig?'

'Achtendertig. En maat negenendertig voor schoenen. Ik heb ook een laptop nodig. En nu ga ik douchen en even slapen.' Ze liep naar de badkamer. 'Kun jij uitzoeken of er meer nieuws is over ons recente overlijden?'

'Wat je wilt.'

'Wat meegaand. Je zou toch nooit denken dat jij de man bent die zo ongeveer alles wat waardevol was in mijn leven heeft vernietigd.'

'Ik beloof je dat ik alles wat van waarde was zal vervangen.'

'Dat kun je helemaal niet. Het gaat me niet om mijn meubels en apparatuur, maar wat dacht je van mijn fotoalbums? En het speelgoed waar mijn zoon van hield en de schatten die hij bewaarde?'

'Nee, die kan ik niet vervangen,' zei hij stilletjes. 'Daar had ik niet aan gedacht. Ik ben zelf opgegroeid in acht verschillende pleeggezinnen en daar was niemand geïnteresseerd in het maken van familiekiekjes. Maar ik zal proberen het goed te maken ten opzichte van Michael. Jij bent de enige die kan bedenken of de tijd die we op deze manier hebben gewonnen het ook waard is.'

Ja, natuurlijk was het het waard. Michael zat nu in het vliegtuig, onderweg naar veiligheid. 'Je hebt gedaan wat je het beste leek.'

'Ja, dat is zo. Maar dat betekent nog niet dat ik het op de beste manier heb gedaan. Ik ben niet perfect.' Hij knikte. 'Ik zal op de terugweg wat chinees halen. En ik doe de deur op slot. Voor niemand opendoen, behalve voor mij.'

De deur viel achter hem in het slot.

Voor niemand opendoen, behalve voor mij.

Dat had hij bijna achteloos gezegd, maar de betekenis ervan was niet gering. Ze was nog steeds het doelwit en ongetwijfeld verschafte dat Royd genoegen. Waarom was ze eigenlijk niet banger? Ze voelde zich hondsmoe en. gespannen, maar bang was ze niet. Het zou wel komen omdat Michael nu niet meer in gevaar verkeerde. Zij kon alles aan als ze zich maar geen zorgen hoefde te maken over haar zoon.

Ze stapte onder de douche en liet het warme water neerstromen over haar lichaam. Het zou heus wel goed gaan met Michael. Er was niemand die beter voor hem zorgde dan Jock. Behalve Royd dan.

Hoe kwam die gedachte nou opeens in haar op? Royd was zo ongeveer van prikkeldraad gemaakt en nog dodelijk ook. Bij hem was geen spoor te bekennen van de vriendelijkheid die Jock in zich had, ook al schrok die er net zo goed niet voor terug om te doden. Royd was bot, ging recht op zijn doel af en was ongeveer net zo gevoelig als een dikhuidige olifant. Maar toch had hij in de gaten gehad dat Michael op het laatste moment zou instorten. Beoordelingsvermogen, geen gevoeligheid. Aan zijn intelligentie had ze nooit getwijfeld. Hou op met over die vent na te denken. Deze pauze had ze juist nodig om te ontspannen en zichzelf weer onder controle te krijgen. Op dit moment voelde ze zich nerveus en kwaad en de eerste vlagen van eenzaamheid begonnen haar te overvallen. Michael was altijd bij haar, ofwel in levenden lijve ofwel in haar gedachten. Elke dag begon en eindigde met hem. En nu was ze van hem afgesneden en dat deed pijn.

Hou op met dat geklaag en doe gewoon wat je moet doen. Dat was de enige manier waarop ze weer bij elkaar zouden kunnen zijn. En ze was niet alleen maar moeder. Ze was ook een vrouw met hersens in haar hoofd en met een sterke wil. En die wil moest nu volkomen op Sanborne gericht zijn. Royd zat in een stoel aan de andere kant van de kamer, met één been over de armleuning en zijn hoofd geleund tegen de achterkant.

'Wakker?' Royd ging rechtop zitten en glimlachte. 'Je was helemaal in coma. Ik vraag me af hoeveel slaap je de laatste paar jaar hebt gemist.'

Ze schudde met haar hoofd in een poging klaarwakker te worden en ging toen rechtop zitten, met het laken stevig om haar naakte lichaam geslagen. 'Hoe lang ben je hier al?'

Hij keek op zijn horloge. 'Drie uur. En het kostte me een paar uur om je garderobe samen te stellen en een weekendtas voor je te kopen.'

Vijf uur. 'Je had me wakker moeten maken.' Ze zwaaide haar voeten uit bed. 'Of zelf moeten gaan slapen.'

'Ik had geen haast. Hoewel ik er wel een gewoonte van lijk te maken om de persoon te zijn die je wakker maakt, vind je niet?

Maar deze keer heb ik er van genoten.'

'Wat een stomme...' Ze onderbrak zichzelf toen ze zijn blik ving. Sensueel. Net zo sensueel als de manier waarop hij daar in die stoel hing. Lui, als een kat, heel nonchalant. Met moeite maakte ze haar ogen van hem los. 'Het lijkt me beter dat je naar iets anders op zoek gaat om je te amuseren. Ik hou er niet van als iemand mijn privégebied binnendringt, Royd.'

'Ik dring helemaal niet binnen. Sinds ik hier binnen ben heb ik alleen maar in die stoel gezeten. Ik heb alleen maar naar je gekeken.' Hij glimlachte. 'Sorry, ik heb ook zo lang in de jungle gezeten.' Hij stond op. 'Ik ga naar mijn kamer om het Chinese eten op te warmen in de magnetron. Je kleren zitten in die twee tassen. Ik hoop dat ze passen. Ik heb geprobeerd dingen te vinden met een beetje stijl.' En over zijn schouder voegde hij eraan toe: 'Maar er is niets wat je meer zal flatteren dan dat laken om je heen.'

Ze kon niet anders dan hem nastaren. Mijn god, haar wangen gloeiden helemaal en ze was zich opeens heel erg bewust van haar borsten onder het laken. Ze voelde zich... Maar ze wilde helemaal niet nadenken over hoe ze zich voelde. En ook niet over de man die daarvoor had gezorgd. Het was sowieso belachelijk. Ze had zich altijd aangetrokken gevoeld tot intelligente en beschaafde mannen, zoals Dave bijvoorbeeld. Royd mocht dan wel intelligent zijn, beschaafd was hij in geen geval. Hij maakte gewoon zijn eigen regels en negeerde de rest. Maar er was eigenlijk ook niets mis mee om zich zo te voelen. Haar reactie was niet meer dan een niet te controleren biologische respons en volkomen normaal, zeker gezien het feit dat ze al sinds maanden voor de scheiding geen seks meer had gehad. Nu was ze niet op haar hoede geweest en zou ze waarschijnlijk op elke man in de buurt zo hebben gereageerd. Nou ja, misschien niet élke man. Royd had hoe dan ook een sensuele uitstraling.

Hou op. Dit liet ze niet meer gebeuren. Ze stond op en liep de kamer door naar de papieren tassen. Kleed je aan, stop de rest van de kleren in je weekendtas, ga naar Royds kamer en eet je avondeten. Tegen de tijd dat ze daarmee klaar waren, was het waarschijnlijk al laat genoeg om Jock te bellen en Michael te spreken.

'Ik heb net het avondnieuws gezien,' begon Boch, zodra Sanborne de telefoon oppakte. 'De politie weet verdomme nóg niet of ze in dat huis waren toen het de lucht in vloog. Of als ze het intussen wél weten, zeggen ze er in ieder geval niets over.'

'Ze móéten er wel binnen zijn geweest. De agent die hun auto tot stoppen heeft gemaand, heeft hun foto's herkend. En er zijn brokstukken van diezelfde auto tussen het puin op het gazon voor het huis gevonden.'

'Maar geen lijken, verdomme.'

'Door de kracht van de explosie. Er zullen alleen delen van hun lichaam te vinden zijn en de politie zal echt niet zeggen van wie die afkomstig zijn, als ze daar niet honderd procent zekerheid over hebben. Bovendien kan het een lawine van rechtszaken tegen het gasbedrijf tot gevolg hebben en paniek veroorzaken in de buurt waar dat gaslek was. Zoiets neemt nu eenmaal veel tijd in beslag.'

'Verontschuldigingen, Sanborne? Die Caprio van jou moet er een zooitje van hebben gemaakt en je hebt geen bewijs dat de mannen die je erachteraan hebt gestuurd om die blunder te corrigeren, hun werk goed hebben gedaan.'

Sanborne kon zijn woede nog net beheersen. 'Ik kan toch niet zomaar een van mijn contacten bij de politie bellen? Ik kan me niet veroorloven op de een of andere manier met haar geassocieerd te worden. Dat begrijp je toch wel. Ik heb Gerald Kennett het ziekenhuis laten bellen en Sophie heeft hen niet gebeld. Meestal checkt ze in het weekend even hoe het met haar patiënten gaat. De staf daar is geschokt en maakt zich grote zorgen.'

'Dat is niet voldoende. Ze is niet stom. Misschien houdt ze zich wel verborgen. Ze moet een paar goede vrienden hebben met wie ze dan contact op zou nemen. Zorg dat je alle informatie uit hen krijgt.'

'Ik moet voorzichtig zijn. Het moet niet zo zijn dat ze de politie gaan bellen vanwege het feit dat ze lastig worden gevallen.'

Hij wachtte niet op een antwoord. 'En daar was ik al veel eerder dan jij opgekomen. Ik heb Larry Simpson, een van mijn mannen, eropuit gestuurd om de buren en de voetbalcoach van dat kind te interviewen, zogenaamd als journalist. Niemand heeft ook maar iets van haar vernomen.'

'En haar ex-man?'

'Er is ook iemand onderweg naar Edmunds huis. Tevreden?'

'Nee, ik ben pas tevreden als de politie verkondigt dat Sophie Dunston aan flarden is geblazen.' Even was het stil. 'Ben Kaffir heeft contact met me opgenomen. Hij is geïnteresseerd in rem4, maar hij speelt verstoppertje voor Washington en wil zich niet vastleggen, tot we kunnen bewijzen dat hij niet zal worden genoemd in welk onderzoek dan ook. Dat Dunston-mens heeft al veel te veel problemen veroorzaakt.'

'Maar dat zullen er niet meer worden,' zei Sanborne. 'Geduld, Boch. Geef me nog een dag en je zult zien dat je je voor niets zorgen zit te maken.'

'Ik zit me helemaal geen zorgen te maken. Ik ga naar Caracas om de laatste dingen te regelen. En als ik merk dat je het weer hebt verprutst, kom ik terug en ruim ik haar zélf wel uit de weg.' Boch hing op.

Sanborne leunde achterover in zijn stoel. Hoe graag hij ook zijn woede zou luchten, hij moest toegeven dat Boch wel een beetje gelijk had. Het was waar dat het lang duurt voordat iemand dood wordt verklaard, maar hij had geen goed gevoel over het feit dat Caprio was verdwenen. Dat het zo lang duurde voordat er een overlijdensverklaring werd gegeven, kon betekenen dat ze probeerden de gevonden lichaamsdelen te identificeren, maar het kon ook zijn dat er iets anders aan de hand was. De zaken verliepen niet zo geruisloos als hij had gepland en dat zinde hem niets.

Royd?

Mijn god, hij hoopte van niet. Hij zat er echt niet op te wachten om zich ook nog met die schoft bezig te moeten houden op dit moment.

Oké, ga er maar van uit dat Royd niet op het toneel is verschenen en roet in het eten gaat gooien. En ga er ook maar van uit dat die trut en haar kind dood zijn.

Ga eraan werken om dat bevestigd te krijgen.

Hij keek op zijn lijstje en onderstreepte de laatste naam. Dave Edmunds.

Royd had de Kantonese kip op twee papieren bordjes geschept en die op het kleine tafeltje bij het raam gezet. Toen Sophie de kamer binnenkwam, schonk hij net het tweede glas wijn in. 'Ik heb rode wijn gekocht. Hou je daar van?'

Ze knikte. 'Maar ik heb liever koffie.'

'Die zal ik straks zetten.' Hij gebaarde naar een stoel. 'Het is maar wijn uit de supermarkt en je zult zeker niet meer dan twee glazen drinken. Ik verzeker je dat ik je niet dronken probeer te voeren.'

'Dat dacht ik ook helemaal niet.'

'Nee?' Zijn mond vertrok. 'Ik ga ervan uit dat alles wat ik zeg of doe, verdacht kan zijn. En ik merk bij jou een bepaalde gelatenheid van "ik laat het maar over me heen komen". Soms doe ik wel eens iets in een impuls, maar ik zal je heus niet opeens aanvallen of zoiets.'

'Omdat ik veel te belangrijk ben voor jou als lokaas voor Sanborne en Boch.'

'Dat klopt.' Hij glimlachte. 'Anders maakte je geen enkele kans.'

Ze ging zitten en pakte haar vork. 'Ik maak echt wel een kans. Jock was een uitstekende leermeester.'

Hij grinnikte. 'Dan blijf ik maar op een afstandje.' Hij nam een slokje van zijn wijn. 'Ik heb gehoord dat Jock een soort wereldwonder is.'

Ze keek op en fronste haar voorhoofd. 'Je gedraagt je... ik heb je nog nooit eerder horen lachen.'

'Misschien probeer ik je wel op je gemak te stellen, zodat ik me onverwacht op je kan storten.'

Ze bestudeerde hem aandachtig. 'Is dat zo?'

Hij haalde zijn schouders op. 'Of misschien komt het wel doordat Kelly me eindelijk heeft gebeld en hij dus niet dood is. Ik besef dat je me als een gewetenloze schoft beschouwt, maar ik hou er nou eenmaal niet van als iemand die ik het strijdperk in stuur het loodje legt.'

'Maar je stuurt hem tóch.'

'Ja.' Over de rand van zijn glas keek hij haar aan. 'En ik zou jou net zo goed sturen.'

'Mooi.' Ze nam nog een hap. 'En wat had Kelly te vertellen?'

'Dat hij de documenten nog niet had gevonden, maar er wel naar zou blijven zoeken. Hij belt me later vanavond nog een keer.'

'Misschien liggen die papieren wel niet daar, maar in de safe bij Sanborne thuis.'

'Misschien. Maar ik gok erop dat hij ze bewaart op de veiligste plaats en dat is toch op het terrein.'

'Daar liggen ze misschien ook wel in een kluis.'

'Kelly krijgt de meeste kluizen wel open, als hij tijd genoeg heeft.'

Even moest ze denken aan hoe makkelijk het voor Royd was geweest om alle sloten van haar huis open te krijgen. 'Handig. Maar zelfs als Kelly de disk kan vinden, herkent hij hem waarschijnlijk niet als degene waar hij naar op zoek is,' zei ze rustig.

'Tenzij hij afgestudeerd is in de chemie. Sanborne heeft al zijn gevoelige informatie gelabeld met codenummers. En die formule is heel gecompliceerd. Hij zal er hulp bij nodig hebben.'

'Wat probeer je nou eigenlijk te zeggen?'

'Kan Kelly ervoor zorgen dat ik het onderzoekscentrum binnen kan komen?'

Hij bevroor. 'Geen sprake van,' antwoordde hij vlak.

'Geen sprake van dat het lukt? Of geen sprake van dat jij het me laat doen?'

'Allebei.'

'Vraag hem of hij ervoor kan zorgen.'

Hij vloekte binnensmonds. 'Jij gaat je in het hol van de leeuw wagen, terwijl wij juist proberen je uit de handen van Sanborne te houden, zodat hij je niet kan vermoorden?'

'We moeten die disk hebben. Dat is een van onze belangrijkste doelen. Dat weet je donders goed.'

'En ik krijg hem heus wel.'

'Maar de tijd dringt. Je hebt zelf gezegd dat het veel moeilijker wordt als hij het onderzoekscentrum ver van het vasteland gaat vestigen.'

'Nee,' zei hij streng. 'We laten dit door Kelly opknappen.'

'Vraag hem hoe ik binnen zou kunnen komen. Hij moet weten waar alle beveiligingscamera's zitten in het gebouw, hij werkt tenslotte zelf bij de beveiliging. Het was hem natuurlijk nooit gelukt om bij de geheime dossiers te komen als hij niet wist hoe hij die camera's tijdelijk uit kon schakelen.'

'Maar als je er eenmaal bent, kun je er alleen in als je je kunt identificeren met een duimafdruk.'

'Dat weet ik wel. Maar het is Kelly blijkbaar gelukt om die check te ontwijken, als hij informatie over mij heeft kunnen vinden.'

'Hij heeft de gegevens over zijn duimafdruk in de computer verwisseld met die van een van de wetenschappers die een paar dagen op vakantie was. En hij moest die verwisseling bijna direct weer ongedaan maken.'

'Als hij het één keer voor elkaar heeft gekregen, kan hij het heus nog wel een keer. Of anders op een andere manier. Vraag het hem.'

'Het is niet nodig dat jij daar naartoe gaat. Beschrijf de codes die Sanborne op het label heeft gebruikt maar.'

Sophie hield haar mond dicht.

'We moeten samenwerken, Sophie.'

'Maar jij bent hier degene die in zijn eentje wil werken,' antwoordde ze spits. 'En jij zou er geen twee keer over na hoeven te denken om me in het ongewisse te laten.'

Nu was hij toch even stil. 'Misschien. Wat maakt het uit als ik voor elkaar krijg wat we willen?'

'Het maakt een heleboel uit. Jij gebruikte net het woord

"als" en daar gaat het hier om. Deze hele toestand heeft me veel te veel gekost om het nu opeens allemaal aan jou over te laten.'

Ze at haar bord leeg en bracht haar glas naar haar lippen. 'Ik wil actie. Ik wil mijn zoon terug.'

Hij bleef haar een tijdje aanstaren en haalde toen zijn schouders op. 'Ik zal het wel aan Kelly vragen. Je hebt gelijk, waarom zou ik je tegenhouden? Blijkbaar wil je jezelf laten vermoorden.'

'Wanneer bel je hem?'

'Nu.' Hij stond op en pakte zijn telefoon uit zijn zak. 'Neem nog een glas wijn. Ik ga naar buiten, ik heb frisse lucht nodig.'

'Wat ga je hem vertellen wat ik niet mag horen?'

'Ik ga hem vragen hoeveel kans je maakt als hij je inderdaad binnen weet te krijgen. En als ik niet denk dat die kans goed genoeg is, ga jij helemaal nergens heen.' De deur viel achter hem dicht.

Een paar minuten bleef ze zitten waar ze zat, maar toen stond ze op en liep naar het raam. Royd liep, al pratend in zijn mobiele telefoon, op de parkeerplaats te ijsberen. Deze reactie had ze niet van hem verwacht. Ze had ingeschat dat hij zich aan zijn belofte zou houden dat hij haar zou beschermen, maar zijn reactie op haar plan het onderzoekscentrum binnen te dringen was negatief en heel heftig geweest. Misschien kende ze Royd wel niet zo goed als ze dacht. Ze was ervan uitgegaan dat Royds gedrevenheid om Sanborne en Boch te pakken te krijgen alle andere facetten van zijn persoonlijkheid overschaduwde en verstikte. Maar hoe meer ze in zijn gezelschap was, hoe meer kanten van zijn karakter hij liet zien.

Zoals lust, dacht ze. Niet dat dat haar verbaasde. Hij was overduidelijk een viriele man en seks beheerste de wereld. Ze zou eerder verbaasd moeten zijn over het feit dat hij zich zorgen had gemaakt om de veiligheid van Kelly, iemand die voor hem werkte. Hij had tegen haar gezegd dat Kelly het zelf maar moest opknappen, maar zijn houding was duidelijk niet zo harteloos als die aan de oppervlakte leek.

Royd liep nog steeds in zijn telefoon te praten en ze begon ongeduldig te worden. Ze had er de pest in dat ze hier zo stom op hem stond te wachten. Het beviel haar helemaal niet dat zij de baas niet was. Dus draaide ze zich om en liep met grote stappen naar het bureau waar haar handtas met haar mobiele telefoon lag. Precies op het moment dat ze hem uit haar tas viste, begon hij te rinkelen.

'Ik hou ook van jou. Wees voorzichtig.' Ze drukte op de verbindingstoets en draaide zich om, omdat ze Royd de kamer in hoorde komen. 'Dave heeft weer gebeld. Ik vroeg me af of...'

Toen ze de uitdrukking op Royds gezicht zag, stopte ze met praten. Hij gooide de deur achter zich dicht en marcheerde de kamer binnen. 'Wat is er in vredesnaam...'

Vloekend pakte hij haar schouders ruw vast. 'Je bent een idioot. Ik heb je nog zo gezegd...'

'Laat me los.'

'Je kunt mfj beter hebben dan Sanborne. Godverdomme, hij vermoordt je. Waarom voor de duivel neem je zoveel risico, alleen maar omdat je een zwak plekje hebt voor een oude liefde?

Of misschien niet eens een oude liefde. Kon je niet gewoon doen wat ik je heb gezegd...'

'Laat me los,' siste ze tussen haar tanden door. 'Of ik maak een eunuch van je.'

'Probeer maar.' Zijn handen grepen haar nog steviger vast.

'Vecht dan. Ik wil je graag pijn doen, zó kwaad ben ik op je.'

'Dat doe je al. Ik heb vast al blauwe plekken. Ben je nou tevreden?'

'Waarom zou ik...' Hij brak zijn zin af en de woede verdween uit zijn gezicht. 'Nee.' Hij liet haar schouders los en zijn handen vielen langs zijn lichaam. 'Nee. Ik ben niet tevreden.' Hij deed een stap naar achteren. 'Ik wou je eigenlijk... Verdomme. Je had dat telefoontje van Edmunds niet op moeten nemen.'

'Dat heb ik ook niet gedaan.' Ze propte haar telefoon terug in haar tas. 'Ik zei dat hij had gebeld. En je gaf me de kans niet om daar nog iets aan toe te voegen. Hij belde gisteravond en de telefoon ging over op voicemail. En vanavond belde hij wéér. Ik vond het gek dat hij weer belde, als hij logischerwijze moet denken dat ik dood ben.'

'Wie had je dan aan de lijn?'

'Wie denk je? Michael belde. Ze zijn net aangekomen op MacDuffs Run.'

'O.' Hij was een tijdje stil. 'Moet ik me schamen?'

'Ja, en niet zo'n beetje ook, zak. En ik heb Daves telefoontje niet onbeantwoord gelaten omdat jij me dat hebt gezegd. Dat heb ik gedaan omdat ik het ermee eens ben dat het het slimste is om te doen.' Ze keek hem boos aan. 'En raak me nooit meer aan.'

'Oké.' Hij lachte als een boer die kiespijn heeft. 'Jouw dreigement heeft me op mijn meest pijnlijke plaats geraakt.'

'Mooi.'

'Het spijt me dat ik even door het lint ging.'

'Even? Een hele tijd en "het spijt me" is niet voldoende.'

'Dan zal ik mijn best moeten doen om het goed te maken. Helpt het als ik je vertel dat Kelly denkt dat hij de beveiligingscamera's voor twaalf minuten onklaar kan maken?'

Ze fronste haar wenkbrauwen. 'Twaalf minuten maar?'

'Niet genoeg tijd om de kluis te vinden, de disk te pakken en dan weer te maken dat je weg komt.'

'Het is krap.'

'Krap. Doe niet zo belachelijk. We doen het niet.'

'We doen het wel. Laat me er even over nadenken.'

Hij hield zijn mond en knikte. 'We hebben tot morgen, maar we moeten Kelly wel genoeg tijd gunnen om de elektriciteitsuitval te regelen.'

'Als Kelly echt zo goed is in het kraken van de kluis als jij beweert, dan hebben we een kans om het te redden. Het kost me niet veel tijd om die kluis te doorzoeken. Ik herken die disks van Sanborne in een seconde. Maar twaalf minuten is... ik zal erover nadenken.' Ze liep in de richting van de tussendeur.

'Welterusten, Royd.'

'Welterusten. Zet de tussendeur maar op een kier en doe je kamerdeur op slot.' En hij voegde eraan toe. 'En wees nou niet zo boos op me dat je daar ook weer over gaat ruziën.'

'Ik zou niets liever willen dan knallende ruzie met je maken, maar ik ben niet zo dom als jij denkt. Voor mijn part blijf je de hele nacht op, om me te beschermen. Dat is je verdiende loon.'

'Ja, dat is het,' zei hij ernstig. 'Hoe is het met Michael?'

'Beter dan ik hoopte. Hij vindt MacDuffs Run super. Maar welk jongetje zou dat nou niet vinden?' Ze haalde haar schouders op. 'Een Schots kasteel en een echte laird die aan al je wensen voldoet.'

'Ik denk niet dat MacDuff het type is dat snel aan iemands wensen voldoet, tenminste als ik Jock mag geloven. Maar ik ben ervan overtuigd dat hij goed voor Michael zal zorgen.'

'Jock heeft me beloofd dat ze dat allebei zouden doen. Ik hoop alleen maar dat ze ervoor zorgen dat hij veilig is,' zei ze gelaten. 'Tot morgen, Royd.' Ze wachtte zijn antwoord niet af. Even later deed ze haar jeans en bloesje uit en trok een heldergele nachtpon over haar hoofd. Geel? Vreemde kleur voor Royd om te kiezen. Ze zou hem hebben ingeschat op mosgroen of donkerblauw...

Het zou werkelijk een wonder zijn als ze nu kon slapen na al die uren die ze vanmiddag al in coma had doorgebracht. Maar dat was misschien maar goed ook. Dan kon ze rustig nadenken of ze haar leven wilde riskeren, terwijl ze probeerde die verdomde twaalf minuten te halen.

'Er wordt niet opgenomen.' Dave Edmunds drukte op de toets die de verbinding verbrak. 'Ik kreeg weer meteen haar voicemail. Ik zei toch dat er niet opgenomen zou worden. Haar telefoon ligt waarschijnlijk ergens in het puin of is terechtgekomen in iemands achtertuin. De politie heeft me ook al verteld dat een van de eerste dingen die ze na de explosie hebben gedaan, het bellen van haar mobiele nummer was.'

'Het was het proberen waard.' Larry Simpson haalde zijn schouders op. 'Zoals ik al zei: soms graaft de politie gewoon niet diep genoeg. Ze hebben veel te veel werk. Maar ik ben een freelancejournalist en dat betekent dat ik alle tijd van de wereld heb. Ik hoopte dat ik een goed verhaal te horen zou krijgen, dat ik zou kunnen verkopen aan de kranten.'

'Er is niets goeds aan deze hele gebeurtenis,' reageerde Edmunds bitter. 'Mijn zoon is dood. Mijn ex-vrouw is dood. Dat had nooit mogen gebeuren. Iemand zal moeten boeten voor wat mij daardoor is aangedaan. En ik ga het nutsbedrijf helemaal suf procederen. Ze komen hier echt niet zomaar mee weg.'

'Goede actie.' Simpson stond op. 'U heeft mijn kaartje. Bel me als ik iets kan doen.'

'Misschien doe ik dat wel.' Edmunds' mond verhardde. 'Iedereen die denkt dat een zaak alleen in de rechtszaal wordt uitgevochten, is niet goed bij zijn hoofd.'

'U bent advocaat, dus u kunt het weten.' Het was even stil en hij wierp een blik op zijn aantekeningen. 'Heeft uw zoon nog iemand anders genoemd waar uw vrouw heen zou kunnen zijn gegaan behalve Jock Gavin?'

'Nee.'

'En hij heeft niets anders over Jock Gavin verteld dan dat hij de neef van uw ex-vrouw is?'

'Dat heb ik al gezegd, ja.' Hij keek Simpson wantrouwend aan. 'Ik begin me dingen af te vragen over jou, Simpson. Ik heb je hier binnengelaten en je mijn medewerking verleend, omdat ik misschien sympathie van het publiek nodig zal hebben. Maar je bent opdringerig, erg opdringerig. Ik vraag me af of het nutsbedrijf misschien iemand hierheen heeft gestuurd om erachter te komen hoe ik reageer en wat ik van plan ben.'

'U hebt mijn papieren gezien.'

'En die zal ik morgen zeker natrekken.'

'Het spijt me dat u mij wantrouwt,' zei Simpson ernstig.

'Hoewel ik er alle begrip voor heb. Misschien kunnen we morgen, nadat u mijn papieren heeft nagetrokken, verder praten.'

'Misschien.' Edmunds liep met grote stappen naar de voordeur. 'Maar op dit moment wil ik alleen zijn met mijn verdriet. Goedenavond.'

Simpson knikte vol sympathie. 'Vanzelfsprekend. Hartelijk dank voor uw hulp.'

Edmunds liep met hem mee de veranda op en bleef wachten terwijl Simpson naar zijn auto liep, die op de hoek stond geparkeerd. Terwijl hij wegreed, zag Simpson in zijn achteruitkijkspiegel dat Edmunds nog stond te kijken.

Verdomme.

Meteen toen hij de hoek om was, klapte hij zijn telefoon open.

'Hij heeft mijn kenteken, Sanborne,' zei hij toen deze opnam.

'En waarschijnlijk gaat hij me morgen natrekken.'

'Dan heb je hem blijkbaar enorm overtuigd van je eerlijkheid en betrouwbaarheid.'

'Ik heb gedaan wat ik kon. Wat had je dan verwacht? Hij is wantrouwend ten opzichte van iedereen. Hij is jurist, verdomme.'

'Oké, hou je rustig. Wat kunnen we doen om zijn stekels weer glad te strijken?'

Simpson dacht even na. 'Hij wil het nutsbedrijf een proces aandoen. Hij dacht zelfs even dat ik misschien door hen was ingehuurd. Ik weet niet of het hem om wraak te doen is of om een vet bedrag.'

'Dan moeten wij daar achter zien te komen. Juristen zijn altijd in voor een deal. Het zou niet... Wacht even.' Sanborne hield even zijn mond. 'Verdomme. De brandweer kondigt net aan dat er geen doden zijn gevonden in wat er nog van dat huis over is.'

'Nou, dan hoeven wij ons ook niet meer druk te maken over Edmunds.'

'Misschien niet, maar misschien ook wel.' Sanborne was even stil. 'Bel hem morgen uit naam van het nutsbedrijf en maak een afspraak om de voorwaarden te bespreken. Omdat hij nu geen bewijs heeft dat hij een vader is die van zijn zoon is beroofd, zal hij wel op ónze voorwaarden willen onderhandelen. Ben je nog meer te weten gekomen?'

'Ze beantwoordt haar mobiele telefoon niet. En volgens dat kind ging die Dunston de laatste maanden veel om met haar neef: ene Jock Gavin.'

Stilte. 'Jock Gavin?'

'Ja, die naam noemde hij.'

'Godverdomme.'

'Ken je die?'

'Van lang geleden, ja. En ik heb een paar indrukwekkende dingen over hem gehoord, sinds hij uit mijn vizier is verdwenen.'

'Wat voor soort...'

'Kom zo snel als je kunt terug. Ik moet je instrueren hoe je Edmunds morgen moet benaderen.'

'Kan ik niet beter wachten en hem even in zijn sop gaar laten koken?'

'Nee, ik wil niet wachten. En spreek me niet tegen.' Hij hing op.